alarm Alfa Romeo 159 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2009, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2009Pages: 330, PDF Size: 5.05 MB
Page 7 of 330
6
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
D D
A A
S S
H H
B B
O O
A A
R R
D D
E E
N N
B B
E E
D D
I I
E E
N N
I I
N N
G G
CRUISE-CONTROL............................................. 76
INTERIEURVERLICHTING ..................................... 78
BEDIENINGSORGANEN...................................... 81
UITRUSTING IN HET INTERIEUR........................... 83
OPENDAK......................................................... 93
PORTIEREN ...................................................... 96
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ............................. 99
BAGAGERUIMTE............................................... 101
MOTORKAP..................................................... 105
IMPERIAAL/SKIDRAGER..................................... 106
KOPLAMPEN.................................................... 106
ABS ............................................................... 108
VDC ............................................................... 110
EOBD ............................................................. 115
INBOUWVOORBEREIDING AUTORADIO ................. 116
EXTRA ACCESSOIRES ........................................ 116
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCH
SYSTEMEN...................................................... 117
PARKEERSENSOREN .......................................... 118
BANDENSPANNINGSCONTROLESYSTEEM
(TPMS)........................................................... 122
TANKEN MET DE AUTO ...................................... 125
BESCHERMING VAN HET MILIEU ......................... 127 DASHBOARD.................................................... 7
INSTRUMENTENPANEEL...................................... 8
SYMBOLEN...................................................... 9
ALFA CODE....................................................... 9
ELEKTRONISCHE SLEUTEL .................................. 11
DIEFSTALALARM................................................ 17
STARTSYSTEEM................................................. 19
INSTRUMENTEN................................................ 21
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY .............................. 25
INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ............. 30
ZITPLAATSEN ................................................... 45
HOOFDSTEUNEN.............................................. 48
STUUR ........................................................... 49
SPIEGELS........................................................ 50
KLIMAATREGELING ............................................ 53
KLIMAATREGELING, HANDBEDIEND....................... 55
KLIMAATREGELING, AUTOMATISCH
BI-/TRIZONE................................................... 58
EXTRA VERWARMING........................................ 69
BUITENVERLICHTING......................................... 70
RUITENSPROEIERS-/WISSERS............................ 73
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 6
Page 12 of 330
11
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENMet knop Ëworden de portieren en het
tankluikje centraal ontgrendeld en het
alarm uitgeschakeld (waar voorzien).
Met knop
`wordt de bagage-
ruimte ontgrendeld.
Als de portieren worden ontgrendeld
door het indrukken van knop
Ëen bin-
nen 2,5 minuut geen portier of de ba-
gageruimte wordt geopend, vergrendelt
het systeem alle portieren en de baga-
geruimte automatisch opnieuw.
ELEKTRONISCHE SLEUTEL
fig. 6
Bij de auto worden twee elektronische
sleutels met afstandsbediening geleverd.
Met de elektronische sleutel wordt het
startsysteem van de auto bediend.
Met knop
Áworden de portieren, de ba-
gageruime en het tankluikje centraal
vergrendeld en wordt het alarm inge-
schakeld (waar voorzien).
ELEKTRONISCHE
SLEUTEL
CODE CARD
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Tegelijk met de sleutels wordt de CODE
CARDfig. 5overhandigd; hierop staan
de mechanische Aen elektronische B
code.
De codes moeten op een veilige plaats
worden bewaard, maar niet in de au-
to.A0E0023mfig. 5A0E0021mfig. 6
Alsdeautowordtver-
kocht,moetenalleelek-
tronischesleutelsende
CODECARDoverhandigdwor-
ddenaandenieuweeig
enaar.
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 11
Page 18 of 330
17
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Naargelang de marktuitvoering van de
auto gaan bij inschakeling van het alarm
de richtingaanwijzers ongeveer 26 se-
conden knipperen. De werkwijze en het
aantal alarmcycli kan variëren naarge-
lang de marktuitvoering.
Er is een maximum aantal hoorbare/
zichtbare cycli. Als de alarmcyclus is af-
gelopen, gaat het systeem weer nor-
maal werken.
WAARSCHUWINGAls in een nood-
geval de portieren centraal met de elek-
tronische sleutel worden ontgrendeld,
wordt het alarm niet uitgeschakeld; als
vervolgens een van de portieren of de
bagageruimte wordt geopend, wordt de
sirene ingeschakeld. Zie voor het uit-
schakelen van de sirene de paragraaf
“Alarm uitschakelen”.
WAARSCHUWINGDe blokkering
van de motor door de Alfa CODE
wordt automatisch ingeschakeld als de
elektronische sleutel uit het startsysteem
wordt verwijderd.
ALARM INSCHAKELEN
Als de portieren, bagageruimte en tank-
luikje zijn gesloten en de elektronische
sleutel is uit het startsysteem verwijderd,
richt dan de elektronische sleutel op de
auto, druk op knop
Áen laat de knop
weer los.
Behalve in enkele markten geeft het sys-
teem een geluidssignaal (“BEEP”) en
worden de portieren vergrendeld.
Voordat het alarm inschakelt, wordt
eerst een zelfdiagnose uitgevoerd, waar-
bij de ronde led om de ver-/ontgren-
delknop (zie fig. 12) knippert met een
afwijkende frequentie: bij een storing
klinkt nog een geluidssignaal van het
systeem.
DIEFSTALALARM
(waar voorzien)
INWERKINGTREDING
VAN HET ALARM
Het alarm wordt onder de volgende om-
standigheden geactiveerd:
❒onbevoegd openen van portie-
ren/motorkap/bagageruimte (be-
scherming omtrek);
❒bedienen van het startsysteem met
een onbekende sleutel;
❒als de accukabels worden onderbro-
ken;
❒er iets in het interieur beweegt (vo-
lumetrische beveiliging);
❒afwijkend omhoog komen/kantelen
van de auto (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten);
De volumetrische beveiliging en de hel-
lingshoekdetectie kunnen worden uit-
geschakeld op het plafondlampje voor
(zie paragraaf “Volumetrische beveili-
ging/hellingshoekdetectie” op de vol-
gende pagina’s).
A0E0025mfig. 12
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 17
Page 19 of 330
ALARM UITSCHAKELEN
Druk op knop Ë. Het volgende gebeurt
(met uitzondering van bepaalde mark-
ten):
❒twee keer kort knipperen van de
richtingaanwijzers;
❒twee korte geluidssignalen (“BEEP”);
❒ontgrendeling van de portieren.
Bovendien kan het alarm worden uit-
geschakeld als de elektronische sleutel
in het startsysteem wordt geplaatst.
WAARSCHUWINGAls tijdens de be-
wakingsfase een diefstalpoging wordt
gesignaleerd, wordt bij enige uitvoerin-
gen, als de elektronische sleutel in het
startsysteem wordt geplaatst, een be-
richt op het display van het instrumen-
tenpaneel weergegeven.
VOLUMETRISCHE
BEVEILIGING/
HELLINGSHOEKDETECTIE
Voor een correcte werking van het
alarmsysteem moeten de ruiten en het
eventuele opendak (waar voorzien)
goed gesloten zijn.
Deze functie kan zo nodig worden uit-
geschakeld (als bijvoorbeeld dieren in
het interieur worden gelaten) door op
knopA-fig. 13op het plafondlamp-
je voor te drukken binnen 1 minuut na-
dat het instrumentenpaneel is uitge-
schakeld, alvorens de diefstalbeveiliging
in te schakelen.
Het lampje op de knop gaat branden als
deze functie wordt ingeschakeld. Het bui-
ten werking stellen van de volumetrische
beveiliging/kantelsensor moet telkens
worden herhaald als het instrumenten-
paneel uitgeschakeld is geweest. Bewaking
Na het inschakelen knippert de led A-
fig. 12om aan te geven dat het sys-
teem de auto bewaakt. De led knippert
gedurende de gehele tijd dat het sys-
teem de auto bewaakt.
WAARSCHUWINGHet alarm wordt
reeds in de fabriek aangepast aan de
normen van de diverse landen.
Zelfdiagnose en controle
portieren/motorkap/bagager
uimte
Als na het inschakelen van het alarm
een tweede geluidssignaal klinkt, scha-
kel het systeem dan uit door op knop
Ë
te drukken, controleer of de portieren,
de motorkap en de bagageruimte goed
zijn gesloten en schakel het systeem op-
nieuw in door nogmaals op knop
Áte
drukken.
Een slecht gesloten portier of motorkap
wordt niet beveiligd door de diefstalbe-
veiliging. Als de portieren, de motorkap
en de bagageruimte goed zijn gesloten
en er klinkt een tweede geluidssignaal,
dan is een storing in de werking van het
systeem aanwezig. Wendt u zich in dit
geval tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
18
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0480mfig. 13
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 18
Page 20 of 330
19
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
STARTSYSTEEM
Het startsysteem bevindt zich op het
dashboard en bestaat uit:
❒lezerA-fig. 14van de elektro-
nische sleutel (naast het stuur);
❒START/STOP-knop (onder de le-
zer van de elektronische sleutel).
WAARSCHUWINGLaat de elektro-
nische sleutel niet in het startsysteem
bij een uitgeschakelde auto, om onno-
dig ontladen van de accu te voorkomen.
UITSCHAKELING VAN HET
ALARM
Om het alarm volledig buiten werking
te stellen (bijvoorbeeld als de auto lang-
durig gestald wordt) moet de auto wor-
den afgesloten door de metalen baard
(in de elektronische sleutel) in het be-
stuurdersportierslot te draaien.
OFFICIEEL GOEDGEKEURD
Afhankelijk van de wetgeving in de af-
zonderlijke landen wat betreft radiofre-
quenties, heeft de fabrikant van de zen-
der voor de markten waarvoor dat no-
dig is het nummer van de typegoed-
keuring aangebracht op de component.
Bij enige uitvoeringen/markten moet
de code ook op de zender en/of ont-
vanger worden aangebracht.
A0E0219mfig. 14
Alshetstartsysteem
onjuistwordtbehan-
deld(bijv.tijdenseendiefstal-
poging),moetdewerking gge-
controleerd
wordendoorhet
AlfaRomeoServicenetwerk,
voordatmetdeautowordt
gereden.
OPGELET
Verwijderbijhetver-
latenvandeautoaltijd
deelektronischesleutel,zodat
bepaaldefunctiesniietperon-
gelukin
geschakeldkunnen
worden.Denkeraanaltijdde
handremaantetrekken.Als
deauttoopeenstijgendehel-
linggeparkeer
dis,moetde1e
versnellingwordeningescha-
keldenbijparkkerenopeenda-
lendehellingmoetdeachter-
uitingeschak
eldworden.Laat
kinderennooitzonderto oezicht
indeautoachter.
OPGELET
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 19
Page 90 of 330
PROGRAMMEREN
WAARSCHUWINGControleer of tij-
dens het programmeren van het sys-
teem zich geen personen nabij de ga-
ragedeur of het toegangshek bevinden:
door de beweging zouden verwondin-
gen kunnen ontstaan.
WAARSCHUWINGTrek de hand-
rem aan, plaats de sleutel in het start-
systeem en start de motor niet.Ga als volgt te werk:
1) druk de buitenste knoppen (AenC)
in en houd deze ingedrukt: na ongeveer
20 seconden begint de led Dte knip-
peren; laat op dat moment de knoppen
los;
OPMERKINGDit dient om de door
de fabrikant geprogrammeerde stan-
daard codes te wissen. Herhaal dit niet
bij het hierop volgende programmeren
van de knoppen.
2) druk de gewenste HomeLink knop
AofBofCin en houd deze ingedrukt.
Laat de knop niet los, totdat handeling
4is uitgevoerd;
3) als led Dvan het HomeLink lang-
zaam begint te knipperen (na ongeveer
20 seconden), houd dan de afstands-
bediening zo dicht mogelijk in de buurt
van het HomeLink (houd daarbij de
knop ingedrukt, waaronder de functie
moet worden opgeslagen).
HOMELINK
(waar voorzien)
BESCHRIJVING
HomeLink is een in de auto gemonteerd
systeem, waarmee maximaal drie ver-
schillende systemen kunnen worden be-
diend voor het openen van de garage-
deur of toegangshek of het in-/uit-
schakelen verlichting en het in-/uit-
schakelen alarmsysteem in huis of kan-
toor.
89
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0311mfig. 86
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 89
Page 103 of 330
102
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
OPENEN MET DE
AFSTANDSBEDIENING
Druk op knop `op de elektroni-
sche sleutel. Het openen wordt aange-
geven door het twee keer knipperen van
de richtingaanwijzers.
Als de bagageruimte wordt geopend en
het diefstalalarm (waar voorzien) is in-
geschakeld, dan worden uitgeschakeld:
❒de bewegingsdetectie in het interi-
eur;
❒de hellingshoekdetectie;
❒de signaleringssensor geopende ba-
gageruimte.
Als de bagageruimte wordt gesloten,
worden al deze functies weer inge-
schakeld en gaan de richtingaanwijzers
gedurende ongeveer 1 seconde bran-
den. WAARSCHUWINGAls de accu los-
gekoppeld is geweest of als een zeke-
ring is doorgebrand, moet het ont-/ver-
grendelmechanisme van de bagage-
ruimte geïnitialiseerd worden. Ga hier-
voor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de bagage-
ruimte;
❒druk op knop Áop de afstandsbe-
diening of op knop
qop de mid-
denconsole;
❒druk op knop Ëop de afstandsbe-
diening of op knop
qop de mid-
denconsole.
BAGAGERUIMTE IN
NOODGEVALLEN VANUIT
HET INTERIEUR OPENEN
(alleen bij de berlina-
uitvoering met aparte
bagageruimte)
Als de accu is losgenomen, kan de ba-
gageruimte worden geopend door aan
de handgreep A-fig. 95links onder
de achterbank te trekken.
Plaats na gebruik de handgreep onder
de zitting.
A0E0228mfig. 95
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 102
Page 165 of 330
164
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒zet de auto in een overdekte, dro-
ge en goed geventileerde ruimte;
❒schakel een versnelling in;
❒zorg ervoor dat de handrem is aan-
getrokken;
❒maak de minkabel van de accu los
en controleer de acculading. Gedu-
rende het stallen moet deze contro-
le iedere drie maanden worden her-
haald. Laad de accu als de optische
meter (waar voorzien) een donkere
kleur zonder groen midden aangeeft
(zie de paragraaf “Accu” in het
hoofdstuk “Voorzorgsmaatregelen
en onderhoud”);
❒maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
❒reinig en bescherm de glimmen me-
talen delen met daarvoor geschikte
middelen;
❒smeer de wisserrubbers van de rui-
tenwissers voor en achter in met
talkpoeder en laat ze los van de ruit
staan;
❒zet de ruiten een klein stukje open;
❒dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes. Ge-
bruik geen dichte plastic hoes, om-
dat het in en op de auto aanwezi-
ge vocht dan niet kan verdampen;
❒breng de bandenspanning +0,5 bar
boven de normaal voorgeschreven
spanning en controleer deze regel-
matig;
❒als de accukabels niet worden los-
gekoppeld, controleer dan de accu-
lading elke maand en als de optische
meter een donkere kleur zonder
groen midden aangeeft, moet de ac-
cu worden opgeladen;
❒tap het koelsysteem van de motor
niet af.
WAARSCHUWINGAls de auto is
voorzien van een alarmsysteem, scha-
kel dit dan uit met de afstandsbedie-
ning.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 164
Page 166 of 330
165
VEILIGHEID
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
LL L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU /
AANGETROKKEN HANDREM................................. 166
REMBLOKSLIJTAGE............................................ 167
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDEL ................. 167
STORING AIRBAG.............................................. 168
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD............. 168
TE HOGE KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUUR.................................................. 169
TE HOGE MOTOROLIETEMPERATUUR..................... 169
TE LAAG MOTOROLIENIVEAU............................... 170
TE LAGE MOTOROLIEDRUK/
ONVOLDOENDE OLIEKWALITEIT ........................... 170
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN ......... 170
PORTIEREN NIET GOED GESLOTEN........................ 171
GEOPENDE MOTORKAP....................................... 171
GEOPENDE BAGAGERUIMTE................................. 171
STORING INSPUITING /
STORING EOBD................................................. 171
STORING BEVEILIGINGSSYSTEEM/
UITSCHAKELING STUURSLOT .............................. 172
STORING ALARM/ INBRAAKPOGING/
ELEKTRONISCHE SLEUTEL NIET HERKEND .............. 172
KANS OP GLADHEID........................................... 173
VOORGLOEIEN/
STORING VOORGLOEISYSTEEM............................ 173
WATER IN BRANDSTOFFILTER .............................. 174
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR
GEACTIVEERD.................................................. 174
STORING IN ABS............................................... 175STORING IN EBD............................................... 175
VDC ................................................................ 175
STORING HILL HOLDER....................................... 176
ASR (ANTIDOORSLIPREGELING)........................... 176
STORING BUITENVERLICHTING............................. 176
STORING REMLICHTEN....................................... 177
MISTACHTERLICHT............................................. 177
MISTLAMPEN.................................................... 177
BUITENVERLICHTING/FOLLOW ME HOME............. 177
DIMLICHTEN..................................................... 177
GROOTLICHT..................................................... 177
RICHTINGAANWIJZER LINKS................................ 177
RICHTINGAANWIJZER RECHTS.............................. 177
STORING SCHEMERSENSOR................................. 178
STORING REGENSENSOR..................................... 178
STORING PARKEERSENSOREN.............................. 178
BRANDSTOFRESERVE – BEPERKTE ACTIERADIUS .... 178
CRUISE-CONTROL............................................. 178
VERSTOPT ROETFILTER ...................................... 178
STORING ANTI-BEKLEMMINGSFUNCTIE RUITEN....... 179
TE LAAG RUITENSPROEIERVLOEISTOFNIVEAU ......... 179
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN ..................... 179
STORING TPMS................................................. 179
BANDENSPANNING CONTROLEREN....................... 179
TE LAGE BANDENSPANNING ................................ 180
BANDENSPANNING NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID.................................................. 180
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 165
Page 173 of 330
STORING BEVEILI-
GINGSSYSTEEM
(geel)
UITSCHAKELING
STUURSLOT
(geel)
Storing beveiliging
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een be-
richt op het display weergegeven) geeft
een storing in het beveiligingssysteem
aan: wendt u zich in dit geval zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Uitschakeling stuurslot
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkel uitvoering verschijnt een
bericht op het display) als de elektroni-
sche sleutel uit het startsysteem wordt
verwijderd bij een rijdende auto.
STORING ALARM
(waar voorzien)
(geel)
INBRAAK- POGING
(geel)
ELEKTRONISCHE SLEUTEL
NIET HERKEND (geel)
Storing alarm
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een bericht
op het display weergegeven) geeft een
storing in het diefstalalarm aan. Wendt
u zich zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Inbraakpoging
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een bericht
op het display weergegeven) geeft een
inbraakpoging aan. Wendt u zich zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk. – knipperend: dit geeft een moge-
lijke beschadiging van de katalysator
aan (zie “EOBD” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”). Als het
lampje knippert, moet het gaspedaal
worden losgelaten (hierdoor gaat de
motor met lage toerentallen draaien),
totdat het lampje niet meer knippert; u
kunt met niet te hoge snelheid doorrij-
den, waarbij rij-omstandigheden moe-
ten worden vermeden die kunnen leiden
tot het opnieuw gaan knipperen van het
lampje. Wendt u zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
172
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
AAls,alsdesleutelinhet
startsysteemisge-
plaatst,hetlampje
U
nietgaatbrandenofalstijdens
derithetlampjecontinuofknip-
perendgaatbranden,wendtu
danzosnelmogelijktothe
tAl-
faRomeoServicenetwerk.De
werkingvanhetlampje
Ukan
metspecialeapparatuurdoorde
verkeerspolitiegecontroleerd
worden.Houdtuaandewetge-
vingvanhetlandwaari
nurijdt.
>Y
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 172