service Alfa Romeo 159 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2010Pages: 331, PDF Size: 5.37 MB
Page 206 of 331

BRANDSTOF-
RESERVE –
BEPERKTE
ACTIERADIUS
(geel)
Het lampje gaat branden als in de brand-
stoftank nog ongeveer 10 liter brand-
stof aanwezig is. Als de actieradius min-
der dan ongeveer 50 km (of 31 mijl)
bedraagt, wordt op het display bij en-
kele uitvoeringen een waarschuwings-
bericht weergegeven.
CRUISE CONTROL 
(groen)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
gaat branden als de draaiknop van de
cruise control in de stand 
Üwordt ge-
draaid.
STORING
SCHEMERSENSOR
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de schemersensor wordt
gesignaleerd.
STORING
PARKEERSENSOREN 
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de parkeersensoren
wordt gesignaleerd.
STORING
REGENSENSOR
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkele uitvoeringen verschijnt
een bericht op het display) als een sto-
ring van de regensensor wordt gesig-
naleerd.
178
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
1
u
t
K
Ü
ROETFILTER
VERSTOPT
(dieseluitvoeringen)
(ambergeel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele utvoeringen, een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
het roetfilter is verstopt en door het rij-
gedrag de automatische regeneratie-
procedure niet gestart kan worden.
Het filter kan alleen worden geregene-
reerd en dus gereinigd als u met de au-
to blijft rijden totdat het lampje uit gaat
(bij sommige uitvoeringen moet het
symbool
hvan het display ver-
dwijnen).
h
Als lampje Ktijdens het
rijden gaat knipperen,
moet u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk wenden.
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed  31-03-2009  9:41  Pagina 178 
Page 207 of 331

179
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
STORING ANTI-
BEKLEMMINGSFUNC
TIE RUITEN 
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de anti-beklemmings-
functie wordt gesignaleerd.
Wendt u zich in dit geval tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Voer voordat u zich tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk richt eerst de initialisa-
tieprocedure van de ruiten uit (zie de pa-
ragraaf “Elektrisch bediende ruiten” in
het hoofdstuk “Dashboard en bedie-
ning”). Wendt u tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk als het probleem blijft be-
staan.
TE LAAG
RUITENSPROEIERVL
OEISTOFNIVEAU
(geel)
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkele uitvoeringen verschijnt
ook een bericht op het display) als het
ruitensproeiervloeistofniveau lager wordt
dan de minimale waarde.
5
)
SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN
Als met de auto sneller wordt
gereden dan de m.b.v. het “Setup-
menu” ingestelde snelheid (bijvoorbeeld
120 km/h) (zie de paragraaf “Multi-
functioneel display” of “Instelbaar mul-
tifunctioneel display” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”), verschijnt
op het display een waarschuwingsbe-
richt + een rood symbool en klinkt een
geluidssignaal.
STORING TPMS-
SYSTEEM
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Op enkele uitvoeringen verschijnen een
bericht en een symbool (geel) op het
display als er een storing is in het con-
trolesysteem voor de bandenspanning
TPMS: Wendt u zich in dit geval zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als er een of meer wielen zonder sen-
sor gemonteerd zijn, verschijnt er een
waarschuwingsbericht op het display,
totdat de oorspronkelijke situatie weer
is hersteld.
BANDENSPANNING
CONTROLEREN
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen verschijnt op het
display een bericht + een geel symbool
om aan de te geven dat de banden-
spanning lager is dan de aanbevolen
waarde, om de optimale levensduur van
de band en een optimaal brandstofver-
bruik te garanderen en/of om een lang-
zaam spanningsverlies te signaleren. 
Als twee of meer banden zich in een van
de hiervoor genoemde situaties bevinden,
zal het display achtereenvolgens de aan-
duidingen tonen die op elk van de ban-
den betrekking hebben. Herstel in dat ge-
val de juiste bandenspanning (zie hoofd-
stuk “Technische gegevens”).X
n
n
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed  31-03-2009  9:41  Pagina 179 
Page 208 of 331

180
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
TE LAGE
BANDENSPANNING 
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen wordt op het dis-
play een bericht + een rood symbool
weergegeven, om aan te geven dat de
spanning van één of meer banden lager
is dan de aanbevolen waarde. Op deze
manier waarschuwt het TPMS-systeem
de bestuurder op het mogelijk leeglopen
van de band(en) en dus op een moge-
lijke lekke band.
WAARSCHUWINGRijd niet verder
met een of meerdere zachte banden om-
dat de rijveiligheid van de auto in gevaar
kan worden gebracht. Stop de auto zon-
der bruusk te remmen en vermijd hefti-
ge stuurbewegingen. Vervang het wiel
onmiddellijk door het reservewiel(voor
bepaalde uitvoeringen/markten, 
waar aanwezig) of repareer de band met
de betreffende set (zie “Wiel verwisse-
len” in het hoofdstuk “In noodgevallen”)
en wendt u zo snel mogelijk tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
BANDENSPANNING
NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID 
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Als waarschijnlijk harder gereden gaat
worden dan 160 km/h moet de ban-
denspanning worden verhoogd naar de
waarde voor volledige belading (zie de
paragraaf “Bandenspanning bij koude”
in het hoofdstuk “Technische gegevens”).
Bij enkele uitvoeringen verschijnt, als het
TPMS een bandenspanning signaleert bij
één of meer banden die niet geschikt is
voor de snelheid waarmee wordt gere-
den, op het display een bericht + een geel
symbool), die aanwezig blijven, totdat
de voertuigsnelheid weer onder de drem-
pelwaarde zakt.
WAARSCHUWINGVerlaag in dat ge-
val onmiddellijk de snelheid om overver-
hitting van de banden te voorkomen;
door oververhitting kan de band onher-
stelbaar beschadigen en wordt de le-
vensduur aanzienlijk korter.  WAARSCHUWINGAls u de reis met
een hoge snelheid wilt voortzetten (snel-
ler dan 160 km/h) en het symbool op
het display gaat branden, dan moet de
auto tot stilstand worden gebracht en de
bandenspanning worden aangepast (zie
de paragraaf “Bandenspanning bij kou-
de” in het hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
nn
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed  31-03-2009  9:41  Pagina 180 
Page 209 of 331

I I
N N
N N
O O
O O
D D
G G
E E
V V
A A
L L
L L
E E
N N
In noodgevallen kan gebruik worden gemaakt van het gratis nummer dat in de 
Service- en garantiehandleiding staat. Bovendien is het mogelijk om via de site
www.alfaromeo.com naar de dichtstbijzijnde geautoriseerde dealer 
in het Servicenetwerk te zoeken.
STARTEN MET EEN HULPACCU ............................ 182
WIEL VERWISSELEN ......................................... 183
BANDENREPARATIESET FIX&GO automatic ............. 190
GLOEILAMP VERVANGEN .................................... 196
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN  ....... 199
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN  ... 205
ZEKERINGEN VERVANGEN .................................. 209
ACCU OPLADEN ................................................ 219
OPKRIKKEN VAN DE AUTO .................................. 220
SLEPEN VAN DE AUTO ....................................... 221
181
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed  31-03-2009  10:33  Pagina 181 
Page 210 of 331

WAARSCHUWINGVerbind de min-
klemmen van de twee accu’s niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
is geïnstalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto en
de auto met de lege accu niet per on-
geluk metalen delen met elkaar in ver-
binding staan.
STARTEN MET 
EEN HULPACCU 
Als de accu leeg is, kan de motor wor-
den gestart met een hulpaccu, die ten
minste dezelfde capaciteit moet hebben
als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk
fig. 1:
❒verbind de pluspolen (+teken na-
bij de pool) van de beide accu’s met
een startkabel;
❒sluit een tweede startkabel aan op
de minpool (–) van de hulpaccu en
op de massa-aansluiting 
Eop de
motor van de auto die moet worden
gestart;
❒start de motor;
❒neem als de motor draait de kabels
in de omgekeerde volgorde los.Als na enige pogingen de motor niet
aanslaat, stop dan met starten en wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een ac-
cusnellader: hierdoor
kunnen de elektrische systemen
en de regeleenheden voor het
motormanagementsysteem wor-
den beschadigd.
Deze startprocedure
mag alleen door des-
kundige personen worden uit-
gevoerd, omdat er bij ver-
keerde handelingen vonken
kunnen ontstaan. De vloeistof
in de accu is giftig en corrosief.
Vermijd het contact met de
huid en de ogen. Kom ook niet
dicht bij een accu met open
vuur of een brandende sigaret
en veroorzaak geen vonken.
OPGELET
A0E0201mfig. 1
182
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed  31-03-2009  10:33  Pagina 182 
Page 221 of 331

❒als de band op de juiste spanning is
gebracht (zie de paragraaf “Ban-
den” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”), vertrek dan onmiddel-
lijk;
❒als u er niet in slaagt binnen 5 mi-
nuten de bandenspanning op ten
minste 1,5 bar te krijgen, koppel
dan de compressor los van het ven-
tiel en de stekkerdoos en verplaats
vervolgens de auto ongeveer 10 me-
ter naar voren of naar achteren, zo-
dat de afdichtvloeistof in de band
verdeeld wordt; pomp de band ver-
volgens weer op;
❒als de bandenspanning ook op deze
manier niet binnen 5 minuten na het
inschakelen van de compressor een
spanning van ten minste 1,8 bar be-
reikt, rijd dan niet verder met de te
zwaar beschadigde band; de snelle
bandenreparatieset is niet in staat
om het lek te dichten; wendt u tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk;
❒controleer of de schakelaar A-fig.
19van de compressor in stand 0
(uitgeschakeld) staat, start de mo-
tor, steek de stekker A-fig. 20in
het contact of de aansteker op de
voortunnel en schakel de compres-
sor in door de schakelaar A-fig 19
in stand I(ingeschakeld) te zetten.
❒pomp de band op tot de voorge-
schreven spanning (zie de paragraaf
“Banden” in het hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”). Controleer de ban-
denspanning op de drukmeter B-
fig. 19 . Voor een nauwkeurige af-
lezing moet de compressor worden
uitgeschakeld;
193
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
A0E0213mfig. 19A0E0217mfig. 20Plaats de sticker op
een voor de bestuurder
goed zichtbare plaats om aan
te geven dat de band behan-
deld is met de snelle banden-
reparatieset. Rijd voorzichtig
vooral in bochten. Rijd niet
harder dan 80 km/h. Vermijd
bruusk accelereren en remmen.
OPGELET
❒stop na ongeveer 10 minuten en
controleer opnieuw de bandenspan-
ning;vergeet niet de handrem
aan te trekken;
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed  31-03-2009  10:33  Pagina 193 
Page 222 of 331

194
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
U moet absoluut aan-
geven dat de band is
gerepareerd met de snelle
bandenreparatieset. Overhan-
dig de informatiefolder aan het
personeel dat de band moet
repareren die behandeld is met
de bandenreparatieset.
OPGELET
A0E0215mfig. 21A0E0216mfig. 22
ALLEEN VOOR CONTROLE
EN HERSTELLEN SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning.
Maak de snelkoppeling A-fig. 21los
en verbind de koppeling direct met het
ventiel van de band fig. 22; op deze ma-
nier wordt de spuitbus niet met de com-
pressor verbonden en wordt de afdicht-
vloeistof niet in de band gespoten.
Als de bandenspanning
onder 1,8 bar is ge-
daald, mag niet verder worden
gereden: de snelle reparatie-
set Fix & Go automatic kan de
vereiste wegligging niet ga-
randeren omdat de band te erg
beschadigd is. Wendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
OPGELET
❒als een spanning van ten minste 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de
correcte bandenspanning (met draai-
ende motor en aangetrokken hand-
rem), waarna verder kan worden ge-
reden;
❒rijd zeer voorzichtig naar een bedrijf
uit het Alfa Romeo Servicenetwerk.
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed  31-03-2009  10:33  Pagina 194 
Page 224 of 331

ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒Als een lamp niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet door-
gebrand is, voordat u de lamp ver-
vangt: zie voor de plaats van de ze-
keringen de paragraaf “Zekeringen
vervangen” in dit hoofdstuk;
❒controleer voordat u een lamp ver-
vangt of de contacten niet zijn ge-
oxideerd;
❒vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en
vermogen;
❒als u een gloeilamp in de koplamp
hebt vervangen, controleer dan om
veiligheidsredenen altijd of de af-
stelling nog goed is;
BELANGRIJKAan de binnenzijde kan
de koplamp een beetje beslagen zijn:
dit duidt niet op een defect, maar is een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door een lage temperatuur en de
luchtvochtigheidsgraad, en verdwijnt
snel als de koplampen worden inge-
schakeld. De aanwezigheid van drup-
pels aan de binnenzijde van de koplamp
duidt daarentegen op het binnendringen
van water: wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
LAMP VERVANGEN
196
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Modificaties en repara-
ties aan de elektrische
installatie die niet juist en zon-
der rekening te houden met de
technische specificaties van het
systeem worden uitgevoerd,
kunnen storingen en brandge-
vaar veroorzaken.
OPGELET
Door de hoge voe-
dingsspanning mogen
defecte gasontladingslampen
(Bixenon) uitsluitend door ge-
specialiseerd personeel wor-
den vervangen: levensgevaar!
Wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
OPGELET
Halogeenlampen be-
vatten gas onder druk.
Als de lamp stuk gaat, dan
kunnen glasdeeltjes wegsprin-
gen.
OPGELET
Halogeenlampen mag u
uitsluitend aanraken op
het metalen gedeelte. Als u de
bol met uw vingers aanraakt,
zal de lichtopbrengst van de
lamp teruglopen en kan ook de
levensduur beperkt worden.
Als de bol per ongeluk wordt
aangeraakt, reinig de bol dan
met een met wasbenzine be-
vochtigde doek en laat de lamp
drogen.
OPGELET
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed  31-03-2009  10:33  Pagina 196 
Page 227 of 331

199
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDENGrootlicht (halogeenlamp)
Bij enkele uitvoeringen is een speciale
onderdrukpomp voor de rembekrachti-
ger geplaatst die verwijderd moet wor-
den om de halogeenlamp van het linker
grootlicht te vervangen. De onderdruk-
pomp bevindt zich naast de accuhouder
(fig. 25).
GLOEILAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de paragraaf “Gloei-
lamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de lampen voor
het grootlicht, de buitenverlichting, de
richtingaanwijzers en het dimlicht.
Voor het verwijderen van de lamp moet
het deksel worden verwijderd door dit
linksom te draaien.
De lampen zijn op de volgende wijze
in de lichtunit fig. 25/ageplaatst:
AGrootlicht
BBuitenverlichting/richtingaanwijzer
CDimlicht
A0E0191mfig. 25/a
Monteer de doppen na-
dat de lampen zijn ver-
vangen en controleer of de
doppen goed vastzitten (ge-
borgd).
OPGELET
Ook bij de uitvoeringen met onderdruk-
pomp voor de rembekrachtiger, wordt
de beschrijving alleen als indicatie ge-
geven; wendt u voor deze werkzaam-
heden tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
Gloeilamp vervangen:
❒draai het deksel linksom A-
fig. 25/a;
❒maak de stekker A-fig. 26los;
❒haak de borgveer van de lamp los
B;
❒verwijder en vervang de lamp;
De onderdrukpomp kan
zeer warm zijn: ver-
mijd contact met de handen,
verbrandingsgevaar! Als
werkzaamheden niet op de
juiste wijze worden uitge-
voerd, kan dit de werking van
het remsysteem negatief beïn-
vloeden en daarmee de rijvei-
ligheid van de auto.
OPGELET
A0E0540mfig. 25
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed  31-03-2009  10:33  Pagina 199 
Page 229 of 331

201
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
A0E0192mfig. 29
Dimlicht
(halogeenlamp)
Gloeilamp vervangen:
❒draai het deksel linksom C-fig. 25;
❒maak de stekker A-fig. 29los;
❒haak de borgveer van de lamp los B;
❒verwijder en vervang de lamp;
❒monteer de nieuwe lamp en maak de
bevestigingsveerB-fig. 29van de
lamp vast;de auto, zodat de bevestigingsveer
wordt samengedrukt A-fig. 30.
Maak de voorzijde los en verwijder
de unit;
❒draai de lamphouder B-fig. 31links-
om en verwijder het lampenglas C.
❒trek de lamp Duit de houder en ver-
vang hem;
❒plaats de lamphouder B-fig. 31in
het lampenglas Cen plaats de unit;
controleer of de bevestigingsver A-
fig. 30goed vastzit.
A0E0163mfig. 30A0E0164mfig. 31
Werk voorzichtig, zodat
de carrosserie en het
lampenglas niet worden
beschadigd.
Door de hoge voe-
dingsspanning mogen
defecte gasontladingslampen
(Bixenon) uitsluitend door ge-
specialiseerd personeel wor-
den vervangen: levensgevaar!
Wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
OPGELET
Groot-/dimlicht met gasontla-
dingslampen (Bixenon) 
(waar voorzien)
Richtingaanwijzers op flanken
Gloeilamp vervangen:
❒druk om de lamp te verwijderen het
lampenglas naar de achterzijde van
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed  31-03-2009  10:33  Pagina 201