Alfa Romeo 4C 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2015, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2015Pages: 207, PDF Size: 7.73 MB
Page 21 of 207

BELANGRIJK
6) Alle verstellingen mogen alleen bij
stilstaande auto uitgevoerd
worden.
7) Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed
geblokkeerd is door te proberen
hem naar voren en naar achteren
te schuiven. Als de stoel niet
goed op zijn plaats is vergrendeld
zou dat kunnen leiden tot
plotselinge verplaatsing van de
stoel waardoor de bestuurder de
controle over het voertuig verliest.
8) Voor optimale bescherming moet
de rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen de
rugleuning aanzitten en moet de
gordel goed aansluiten op de
borst en het bekken.
BELANGRIJK
2) De bekleding van de stoelen is
ontworpen om bestand te zijn
tegen slijtage bij normaal gebruik
van het voertuig. Desalniettemin
zijn enkele voorzorgsmaatregelen
nodig. Vermijd langdurig en/of
excessief schuren tegen
kledingaccessoires zoals metalen
gespen en klittenband die, als
ze veel druk uitoefenen in een
klein gebied, zouden kunnen
afbreken, met beschadiging van
de bekleding als gevolg.
STUURWIEL
Verstellen
Het stuurwiel kan in axiale en verticale
richting versteld worden.
Laat voor het verstellen hendel A fig. 12
los, door deze naar voren te duwen
(stand 1). Trek, nadat de instelling
gemaakt is, hendel A naar het stuur
(stand 2) om hem te vergrendelen.
9)
10)
12A0L0012
17
Page 22 of 207

Advies van Alfa Romeo: het stuurwiel
kan het best na instelling in de lengte
van de stoel en instelling van de hoek
van de rugleuning ingesteld worden.
Om te controleren of de stand van het
stuurwiel correct is, moet de linkerarm
volledig gestrekt worden, zodat het
hoogste punt van de rand van het
stuurwiel met de pols aangeraakt kan
worden (zonder het stuurwiel vast te
pakken). Tegelijkertijd moeten de
schouders van de bestuurder stevig
tegen de rugleuning zijn gedrukt. In
deze stand moet er, wanneer u de rand
van het stuurwiel vastpakt in de stand
"9:15" (d.w.z. met de handen als de
wijzers van de klok om 15 minuten over
9, alsof het stuurwiel de voorzijde van
een klok is) een hoek van 90 graden zijn
tussen uw boven- en onderarm. Dit
maakt maximale controle over het
stuurwiel mogelijk en zorgt ervoor dat
het gebruikt wordt als een precisie-
instrument en niet als een handgreep
tijdens het nemen van bochten. Dit
is ook de meest ergonomisch correcte
rijstand, die minimale vermoeidheid
tijdens het rijden mogelijk maakt.
BELANGRIJK
9) Instellingen mogen uitsluitend
gemaakt worden als het voertuig
stilstaat en de motor is
uitgeschakeld.
10) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bijv. installatie van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
ACHTERUITKIJK
BINNENSPIEGEL
Verstellen
Gebruik de hendel A fig. 13 om de
spiegel in twee standen te zetten:
normaal of anti-verblindingsstand.
BUITENSPIEGELS
Elektrische verstelling
De spiegels kunnen alleen worden
versteld met de contactsleutel in stand
MAR.
Kies de gewenste spiegel met knop A
fig. 14:
❒knop in stand 1: linker spiegel
gekozen;
❒knop in stand 2: rechter spiegel
gekozen.
13A0L0013
18
WEGWIJS IN UW AUTO
-
SPIEGELS
Page 23 of 207

Hierna kan de gekozen spiegel worden
versteld door knop B in de richting
van de pijlen te bewegen.
11)
BELANGRIJK Draai na het afstellen
knop A in stand 0 om onbedoelde
bewegingen te voorkomen.
Advies van Alfa Romeo: stel de
buitenspiegel zodanig af dat dode
hoeken tot een minimum worden
beperkt.
Handmatig inklappen
van de spiegels
Klap indien nodig de buitenspiegels in
door ze van stand 1 in stand 2 te
zettenfig. 15.
BELANGRIJK Rijd alleen met de
buitenspiegels in stand 1.Ontwaseming
buitenspiegel
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op deknop fig. 16 om deze
functie in te schakelen.
Inschakeling wordt aangegeven met het
digitale lampje op het display.
Druk nogmaals op de
knop om de
functie uit te schakelen.
BELANGRIJK
11) De buitenspiegel is bolvormig;
hierdoor wordt de
afstandswaarneming enigszins
vertekend.
14A0L001415A0L0015
16A0L0025
19
Page 24 of 207

KLIMAATREGELING
LUCHTROOSTERS IN HET
MIDDEN/AAN DE
ZIJKANT
A - Verstelbare en richtbare
luchtroosters in het midden: fig. 17
B - Verstelbare en richtbare
luchtroosters aan de zijkant fig. 18
C - Vaste luchtroosters aan de zijkant
fig. 18
Verstel het luchtrooster met de hand
met behulp van de schuifjes om het
rooster in de gewenste stand te zetten
of de luchtstroom te onderbreken.
17A0L0016
18A0L0017
20
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 25 of 207

KLIMAATCOMFORT
LUCHTROOSTERS
1. Bovenste vaste luchtroosters – 2. Verstelbare en richtbare luchtroosters aan de zijkant – 3. Vaste luchtroosters voor zijruiten – 4. Verstelbare en
richtbare luchtroosters in het midden – 5. Luchtroosters beenruimten in interieur
19A0L0018
21
Page 26 of 207

VERWARMING EN VENTILATIE.
BEDIENINGSELEMENTEN
20A0L0003
22
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 27 of 207

Ainstellingsknop luchttemperatuur
(mengsel warme/koude lucht);
Baan/uit-schuif interne
luchtrecirculatie;
Cknop voor inschakeling/regeling
ventilator;
Ddraaiknop luchtverdeling:
lucht uit uitstroomopeningen in het
midden en de zijkanten;
lucht uit uitstroomopeningen in het
midden, de zijkanten en de
beenruimten;
lucht uit uitstroomopeningen naar
beenruimten;
lucht uit uitstroomopeningen naar
beenruimten en zijkanten en naar
voorruit;
lucht uit uitstroomopening naar
voorruit en aan zijkanten;
VERWARMING
Ga als volgt te werk om het interieur te
verwarmen:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒zet knop C op de gewenste
ventilatorsnelheid;
❒draai knop D op
Deze luchtverdeling zorgt voor een
snelle verwarming van het interieur.
Bedien vervolgens de knoppen om de
gewenste comfortsituatie te
handhaven.
BELANGRIJK Bij koude motor duurt
het enkele minuten om een optimale
verwarming van het interieur te
verkrijgen.
SNEL ONTWASEMEN /
ONTDOOIEN VAN
VOORRUIT EN ZIJRUITEN
Ga als volgt te werk:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai knop C naar 4 (maximum
ventilatorsnelheid).
❒draai knop D naar
❒zet schuif B naar.
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, de bedieningsknoppen weer op de
normale stand zetten om de gewenste
comfortsituatie te verkrijgen.Ruiten ontwasemen
Wanneer het buiten uiterst vochtig is
en/of bij regen en/of bij grote verschillen
tussen de binnen- en
buitentemperatuur, de volgende
procedure uitvoeren om te voorkomen
dat de ruiten beslaan:
❒zet schuif B naar
.
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai knop C naar 2 (gemiddelde
ventilatorsnelheid).
❒draai knop D naar
met de
mogelijkheid om hem op stand
te
zetten als de ruiten niet beslaan.
VENTILATIE
Ga als volgt te werk om het interieur
goed te ventileren:
❒open de uitstroomopening volledig en
richt ze op de juiste wijze;
❒draai knop A naar het blauwe gebied;
❒zet schuif B naar
.
❒zet knop C op de gewenste
ventilatorsnelheid;
❒draai knop D naar
23
Page 28 of 207

BELANGRIJK Met het
recirculatiesysteem van de interne lucht
kunnen de gewenste verwarmings- of
ventilatieomstandigheden sneller
verkregen worden. Het wordt echter
afgeraden de interne luchtrecirculatie in
te schakelen op regenachtige of koude
dagen om te voorkomen dat de ruiten
beslaan.
24
WEGWIJS IN UW AUTO
INSCHAKELING VAN DE
INTERNE
LUCHTRECIRCULATIE
Zet schuif B naar
.
Geadviseerd wordt de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file
of in tunnels, om te voorkomen dat
vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie niet langdurig, vooral
als er meer dan twee passagiers aan
boord zijn, om te voorkomen dat de
ruiten beslaan.
Page 29 of 207

HANDBEDIENDE KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten).
BEDIENINGSELEMENTEN
21A0L0019
25
Page 30 of 207

Aregelknop luchttemperatuur (mengsel
warme/koude lucht);
Baan/uit schuif interne luchtrecirculatie;
Cknop voor inschakeling/regeling
ventilator;
Ddraaiknop luchtverdeling;
Eaan/uit knop compressor
klimaatregeling;
Ftoets voor ontwasemen
buitenspiegel.
Met knop D kan de in het voertuig
gevoerde lucht via vijf verdeelopties alle
zones van het interieur bereiken:
lucht uit uitstroomopeningen in het
midden en de zijkanten;
lucht uit uitstroomopeningen in het
midden, de zijkanten en de
beenruimten;
lucht uit uitstroomopeningen naar
beenruimten;
lucht uit uitstroomopeningen naar
beenruimten en zijkanten en naar
voorruit;
lucht uit uitstroomopeningen naar
voorruit en aan zijkanten;VERWARMING
Ga als volgt te werk om het interieur te
verwarmen:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒zet knop C op de gewenste
ventilatorsnelheid;
❒draai knop D naar
Deze luchtverdeling zorgt voor een
snelle verwarming van het interieur.
Bedien vervolgens de knoppen om de
gewenste comfortsituatie te
handhaven.
BELANGRIJK Bij koude motor duurt
het enkele minuten om een optimale
verwarming van het interieur te
verkrijgen.
SNEL ONTWASEMEN /
ONTDOOIEN VAN
VOORRUIT EN ZIJRUITEN
Ga als volgt te werk:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai knop C naar 4 (maximum
ventilatorsnelheid).
❒draai knop D naar
❒zet schuif B naar.Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, de bedieningsknoppen weer in
de normale stand zetten om de
gewenste comfortsituatie te verkrijgen.
BELANGRIJK Het klimaatregelsysteem
is zeer nuttig om het ontwasemen te
versnellen en te handhaven, aangezien
de lucht wordt ontvochtigd. Zet de
bedieningsknoppen in de standen zoals
hiervoor beschreven en zet de
klimaatregeling aan door op de knop E
te drukken.
Ruiten ontwasemen
Wanneer het buiten uiterst vochtig is
en/of bij regen en/of bij grote verschillen
tussen de binnen- en
buitentemperatuur, de volgende
procedure uitvoeren om te voorkomen
dat de ruiten beslaan:
❒zet schuif B naar
.
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai knop C naar 2 (maximum
ventilatorsnelheid).
❒draai knop D naar
met de
mogelijkheid om hem op stand
te
zetten als de ruiten niet beslaan.
26
WEGWIJS IN UW AUTO