verlichting Alfa Romeo Giulietta 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2010Pages: 294, PDF Size: 5.15 MB
Page 44 of 294

43
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk kort op de knopË: de portieren en de achterklep worden
ontgrendeld, de plafondverlichting wordt tijdelijk ingeschakeld
en de richtingaanwijzers knipperen twee keer (voor bepaalde uit-
voeringen/markten).
Als de brandstofnoodschakeling is ingeschakeld, worden de por-
tieren automatisch ontgrendeld.
Als u de portieren vergrendelt en een of meer portieren of de ach-
terklep zijn niet goed gesloten, dan gaan het lampje en de rich-
tingaanwijzers snel knipperen.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de knopÁ: de portieren en de achterklep worden ver-
grendeld, de plafondverlichting dooft en de richtingaanwijzers knip-
peren een keer (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Als een of meer portieren niet goed gesloten zijn, wordt de ver-
grendeling niet uitgevoerd. Dit wordt aangegeven door het snel
knipperen van de richtingaanwijzers (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten). De portieren worden vergrendeld als de achter-
klep geopend is.
Als sneller dan 20 km/h wordt gereden, dan worden de portie-
ren automatisch vergrendeld als deze functie is ingesteld (alleen
bij Instelbaar multifunctioneel display).
Als de portieren van buitenaf worden vergrendeld (met de af-
standsbediening), dan gaat het bewakingslampje A-fig. 17 enke-
le seconden branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie).
Als de portieren van binnenuit worden vergrendeld (indrukken knop
≈), blijft het bewakingslampje constant branden.
Achterklep openen
Druk de knopRin om op afstand de achterklep te ontgrende-
len. Het openen van de achterklep wordt aangegeven door het
twee keer knipperen van de richtingaanwijzers.
fig. 17A0K0122m
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 43
Page 75 of 294

74
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BUITENVERLICHTING/DIMLICHTEN
Draai met de contactsleutel in stand MAR, draaiknop A-fig. 40 in stand
2. De dagverlichting wordt uitgeschakeld en de buitenverlichting
en het dimlicht gaan branden. Op het instrumentenpaneel gaat het
controlelampje
3branden.
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOP of met uitgenomen sleutel de
draaiknop A-fig. 40 eerst in stand
Oen vervolgens in stand2om
de verlichting in te schakelen.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
3branden.
Met de richtingaanwijzerhendel kunt u kiezen aan welke zijde
(links of rechts) de verlichting moet worden ingeschakeld.
AUTOMATISCHE REGELING VERLICHTING
(AUTOLIGHT) (Schemersensor)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit is een sensor met infrarood-lampje dat aan de regensensor is
gekoppeld en op de voorruit is gemonteerd. De sensor signaleert
wijzigingen in de lichtsterkte buiten de auto op basis van de ge-
voeligheid die in het Setup-menu is ingesteld. hoe hoger de ge-
voeligheid, hoe minder buitenlicht er nodig is om de verlichting in
te schakelen.
Inschakelen
De schemersensor wordt ingeschakeld door de draaiknop A-fig. 40
in stand
2Ate draaien. Op deze wijze wordt de automatische in-
schakeling van de buitenverlichting en de dimlichten gelijktijdig in-
geschakeld, afhankelijk van de sterkte van het buitenlicht.
BUITENVERLICHTING
HENDEL LINKS fig. 40
Met de linker hendel bedient u de buitenverlichting. De buitenver-
lichting werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR staat.
Als u de buitenverlichting inschakelt, gaan ook de verlichting van
het instrumentenpaneel en van de bedieningsknoppen op het dash-
board branden.
DAGVERLICHTING (D.R.L.)
“Daytime Running Lights”
Als u met de sleutel in stand MAR de draaiknop A-fig. 40 in stand
Ozet, wordt automatisch de dagverlichting ingeschakeld; de an-
dere lampen en de interieurverlichting blijven uitgeschakeld. Zie
voor de werking van de dagverlichting de paragraaf „Menuopties”
in dit hoofdstuk. Als de functie is uitgeschakeld en draaiknop A staat
in stand
O, wordt geen enkele verlichting ingeschakeld.
fig. 40A0K0099m
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 74
Page 76 of 294

75
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GROOTLICHT
Trek de hendel naar het stuurwiel (vergrendelde stand), als de
draaiknop A reeds in stand
2staat. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
1branden. Als vervolgens de hendel
naar het stuurwiel wordt getrokken, dan dooft het grootlicht en
wordt het dimlicht weer ingeschakeld. Het is niet mogelijk het groot-
licht continu in te schakelen als de automatische regeling van de
verlichting is ingeschakeld.
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek de hendel naar het stuurwiel (onvergrendelde stand), onge-
acht de stand van draaiknop A. Op het instrumentenpaneel gaat
het controlelampje
1branden.
RICHTINGAANWIJZERS
Zet de hendel in de vergrendelde stand:
❍omhoog: inschakeling rechter richtingaanwijzer;
❍omlaag: inschakeling linker richtingaanwijzer.
Op het instrumentenpaneel knippert het controlelampje
¥ofÎ.
De richtingaanwijzers schakelen automatisch uit als de auto weer
rechtuit rijdt.
Functie „Lane change”
(wisselen van rijbaan)
Als u bij wisseling van rijstrook kort richting wilt aangeven, moet
u de linker hendel korter dan een halve seconde in de onvergren-
delde stand zetten. De richtingaanwijzers aan de betreffende zij-
de knipperen 5 keer en doven daarna automatisch. BELANGRIJK De schemersensor is niet in staat om mist te signale-
ren. Daarom moet bij mist de verlichting handmatig worden inge-
schakeld.
Als de verlichting door de sensor wordt ingeschakeld, kunnen de
mistlampen voor (voor bepaalde uitvoeringen/markten) en het
mistachterlicht worden ingeschakeld. Als de verlichting automatisch
wordt uitgeschakeld, worden ook de mistlampen voor en het mis-
tachterlicht (indien ingeschakeld) uitgeschakeld. Als de verlich-
ting opnieuw automatisch wordt ingeschakeld, dan moet u, in-
dien nodig, de mistlampen voor en het mistachterlicht opnieuw
inschakelen.
Als de sensor is ingeschakeld, kan alleen het grootlichtsignaal wor-
den gegeven, maar het grootlicht kan niet worden ingeschakeld.
Als deze verlichting ingeschakeld moet worden, moet u de draai-
knop A-fig. 40 in stand
2draaien en het dimlicht inschakelen.
Als de verlichting automatisch is ingeschakeld en via de sensor
het commando voor uitschakeling wordt gegeven, wordt eerst het
dimlicht uitgeschakeld en vervolgens, na enkele seconden, de bui-
tenverlichting.
Als de verlichting is ingeschakeld en er een storing in de sensor
is, worden de buitenverlichting en het dimlicht onafhankelijk van
de sterkte van het buitenlicht ingeschakeld; op het display van
het instrumentenpaneel wordt de storing in de sensor aangegeven.
U kunt de sensor altijd uitschakelen en, indien nodig, de verlich-
ting inschakelen.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 75
Page 77 of 294

76
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INSTAPVERLICHTING
Deze verlichting maakt de auto en de ruimte voor de auto zicht-
baar wanneer de portieren ontgrendeld worden.
Inschakelen
Als de auto stilstaat en de portieren worden ontgrendeld door het
indrukken van knop
Ëop de afstandsbediening (of de achterklep
door het indrukken van knop
R), gaan het dimlicht, de ach-
terlichten en de kentekenplaatverlichting branden.
De verlichting blijft ongeveer 25 seconden ingeschakeld, tenzij
de portieren en de achterklep met de afstandsbediening opnieuw
vergrendeld worden, of de portieren of de achterklep geopend en
weer gesloten worden. In deze gevallen doven de lichten binnen
5 seconden.
De instapverlichting kan worden in-/uitgeschakeld in het Setup-
menu (zie de paragraaf „Menuopties” in dit hoofdstuk.
„FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met deze functie kan de ruimte voor de auto een bepaalde tijd wor-
den verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de contactsleutel in stand STOP te
draaien of uit te nemen en de hendel A-fig. 40 binnen 2 minuten
na het uitzetten van de motor naar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de verlichting 30 seconden
langer branden, tot een maximum van 210 seconden; hierna scha-
kelt de verlichting automatisch uit.
Als de hendel wordt bediend, gaat het controlelampje
3op het in-
strumentenpaneel branden (er verschijnt ook een melding op het dis-
play). Het lampje blijft branden zolang de functie is ingeschakeld.
Het lampje gaat branden als de hendel voor het eerst bediend wordt
en blijft branden totdat de functie automatisch uitschakelt. Telkens
als de hendel wordt bediend, wordt alleen de inschakeltijd van de
verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel A-fig. 40 langer dan 2 seconden naar het stuur
getrokken.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 76
Page 82 of 294

81
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR fig. 44
Met de schakelaar A kunnen de plafondlampjes worden in- en uit-
geschakeld.
Standen schakelaar A:
❍in het midden (stand 1): de lampjes C en D worden in-/uit-
geschakeld bij het openen/sluiten van de portieren;
❍in de linker stand (stand 0): de lampjes C en D blijven altijd
uitgeschakeld;
❍in de rechter stand (stand 2): de lampjes C en D blijven altijd
ingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Automatische uitschakeling
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch uit:
❍als het ABS of de VDC in werking treedt;
❍als de snelheid van de auto onder de vastgestelde limiet komt;
❍als er een storing in het systeem is.
Als de cruise-control tijdens het rijden is inge-
schakeld, zet dan nooit de versnellingspook in
de vrijstand.
Bij een storing of een afwijkende werking van
de cruise-control, moet de draaiknop A-fig. 43
in stand OFF worden gezet en moet u contact op-
nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 44A0K0061m
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 81
Page 83 of 294

82
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Met de schakelaar B bedient u het spotje.
Standen schakelaar B:
❍in het midden (stand 1): de lampjes C en D blijven altijd uit-
geschakeld;
❍in de linker stand (stand 0): inschakelen lampje C;
❍in de rechter stand (stand 2): inschakelen lampje D.
BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of beide scha-
kelaars in de middelste stand staan. Op deze manier zullen de
lampjes van de plafondverlichting doven bij het sluiten van de
portieren en voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Als de schakelaar in de rechter stand is blijven staan, schakelt de
plafondverlichting 15 minuten na het uitzetten van de motor au-
tomatisch uit.
BRANDDUURREGELING
VAN DE PLAFONDVERLICHTING
Om het in- en uitstappen vooral in het donker te vergemakkelijken,
zijn er 2 brandduurregelingen.
Brandduurregeling bij het instappen
De plafondlampjes gaan op de volgende manier branden:
❍ongeveer 10 seconden bij het ontgrendelen van de portieren;
❍ongeveer 3 minuten bij het openen van een portier;
❍ongeveer 10 seconden bij het vergrendelen van de portieren.
De werking van de brandduurregeling wordt onderbroken als de
contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid.
Brandduurregeling bij het uitstappen
Als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt verwijderd,
gaan de plafondlampjes op de volgende manier branden:
❍ongeveer 10 seconden binnen 2 minuten na het uitzetten van
de motor;
❍ongeveer 3 minuten bij het openen van een portier;
❍ongeveer 10 seconden bij het sluiten van een portier.
De brandduurregeling schakelt automatisch uit als de portieren wor-
den vergrendeld.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 82
Page 84 of 294

83
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PLAFONDVERLICHTING ACHTER
Druk op het lampenglas A-fig. 45 om de verlichting in of uit te
schakelen. Als de portieren worden gesloten, blijft de verlichting
nog enkele seconden branden en dooft daarna automatisch. De ver-
lichting dooft in elk geval als de contactsleutel in stand MAR wordt
gezet.
BELANGRIJK Als een portier open blijft staan, dooft het lampje na
enkele minuten automatisch. Het lampje kan weer worden inge-
schakeld door een ander portier te openen of hetzelfde portier te
sluiten en weer te openen.
fig. 45A0K0092mfig. 46A0K0114m
VERLICHTING ZONNEKLEPSPIEGEL fig. 46
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Achter de zonnekleppen bevinden zich twee lampjes B. De lamp-
jes gaan branden als het klepje A wordt geopend.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 83
Page 85 of 294

84
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DORPELVERLICHTING fig. 47
Deze zijn in de voor- en achterportieren geplaatst. Ze schakelen
in en uit bij het openen van de portieren, onafhankelijk van de
stand van de contactsleutel.
BAGAGERUIMTEVERLICHTING fig. 48
Deze bevindt zich links in de bagageruimte. Als u de bagageruimte
opent, gaat automatisch de bagageruimteverlichting branden.
Bij het sluiten gaat de verlichting automatisch uit.
Het in en uit schakelen van de verlichting gebeurt onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel.
fig. 47A0K0221m
VERLICHTING DASHBOARDKASTJE fig. 49
Deze verlichting gaat automatisch branden bij het openen van het
dashboardkastje en dooft bij het sluiten ervan.
Het in en uit schakelen van de verlichting gebeurt onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel.
fig. 49A0K0171m
fig. 48A0K0141m
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 84
Page 86 of 294

85
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 50
Druk op de schakelaar A om de verlichting in of uit te
schakelen. Bij ingeschakelde waarschuwingsknipperlichten gaan
op het instrumentenpaneel de lampjes
ŸenΔbranden en
gaat schakelaar A knipperen.
fig. 50A0K0093m
Het gebruik van de waarschuwingsknipperlichten
is afhankelijk van de wetgeving van het land waar-
in u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
Noodstop
Bij een noodstop schakelen automatisch de waarschuwingsknip-
perlichten in en gaan gelijktijdig de lampjes
ŸenΔop het in-
strumentenpaneel branden. De functie schakelt automatisch uit als
de remvertraging niet meer het karakter van een noodstop heeft.
MISTLAMPEN VOOR fig. 51
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op knop
5om de mistlampen voor in of uit te schakelen.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop. Bij ingeschakelde
mistlampen voor gaat lampje
5op het instrumentenpaneel bran-
den evenals het lampje boven de knop.
MISTACHTERLICHTEN fig. 51
Druk op knop4om de mistachterlichten in of uit te schakelen. De
mistachterlichten werken alleen als het dimlicht of de mistlampen
voor zijn ingeschakeld. Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop of schakel het dimlicht of de mistlampen voor (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten) uit. Bij ingeschakelde mistachterlichten
gaat lampje
4op het instrumentenpaneel branden evenals het
lampje boven de knop.
fig. 51A0K0120m
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 85
Page 87 of 294

86
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ADAPTIEVE VERLICHTING AFS
(Adaptive Frontlight System) fig. 52
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem past de lichtbundel van de xenonlampen continu en
automatisch aan de rij-omstandigheden aan bij richtingverande-
ringen en in bochten. Het systeem richt de lichtbundel zo dat de
weg optimaal verlicht wordt en houdt daarbij rekening met de snel-
heid van de auto, de scherpte van de bocht en de snelheid van
de stuurbeweging.
De adaptieve verlichting schakelt automatisch in bij het starten
van de auto. In dit geval blijft lampje A-fig. 52 gedoofd. Als u
op de knop drukt, worden de adaptieve lichten (indien inge-
schakeld) uitgeschakeld en gaat het lampje op de knop A-fig. 52
constant branden.
Druk opnieuw op de knop (lampje gedoofd) om de verlichting
opnieuw in te schakelen.
fig. 52A0K0123m
PORTIERVERGRENDELING fig. 53
Druk op knop≈om de portieren gelijktijdig te vergrendelen
(als de portieren zijn vergrendeld, brandt het lampje boven deze
knop). De portiervergrendeling werkt onafhankelijk van de stand
van de contactsleutel.
BRANDSTOFNOODSCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❍de toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor afslaat;
❍de portieren automatisch ontgrendelen;
❍de interieurverlichting wordt ingeschakeld.
Als het systeem is ingeschakeld, verschijnt er een melding op het
display. Controleer de auto zorgvuldig op brandstoflekkage, bij-
voorbeeld in de motorruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel in stand STOP om te voor-
komen dat de accu ontlaadt.
fig. 53A0K0145m
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 86