Alfa Romeo 147 2007 Instructieboek (in Dutch)
Page 131 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
ZONNEKLEPPEN (fig. 153)
De kleppen kunnen, zoals is afgebeeld,
voor de voorruit en de zijruit worden
gedraaid.
Op bepaalde uitvoeringen/markten is
aan de achterzijde van de kleppen een
spiegel aangebracht met verlichting ( B).
Til het klepje (A) op om van de spiegel
gebruik te maken.
Door de verlichting kan het spiegeltje
ook bij weinig licht gebruikt worden.KAARTVAKKEN OP
VOORPORTIEREN
( fig. 151)
Elk voorportier is voorzien van een kaart-
vak (A).
KAARTVAKKEN ACHTER
(fig. 152)
Naast de achterbank zijn in de zijpane-
len kaartvakken ( A) aangebracht.
fig. 152
A0A0120m
fig. 151
A0A0117m
fig. 153
A0A1047m
129
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 129
Page 132 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
130
OPENEN EN SLUITEN
Als de contactsleutel in stand MAR
staat, kan de bedieningsknop ( A-fig.
154) worden verdraaid in de richting van
de pijl en kan een keuze worden gemaakt
uit 6 standen.
Zet voor het sluiten van het dak, bedie-
ningsknop (A) in de middelste stand.
Het opendak is voorzien van een met de
hand verschuifbaar zonnescherm dat het
binnendringen van direct zonlicht verhin-
dert. Het zonnescherm kan met behulp
van een handgreep worden verschoven.
Het zonnescherm wordt meegenomen
door het dak, als het dak geopend wordt.
Als het opendak geheel geopend is, dan is
het zonnescherm geheel achter de hemel-
bekleding geschoven. Als het opendak
wordt gesloten, dan schuift het zonne-
scherm iets uit zodat de handgreep bereik-
baar is (fig. 155).
fig. 154
A0A0123m
fig. 155
A0A0125m
OPENDAK
Onzorgvuldig gebruik van
het opendak kan gevaar-
lijk zijn. Controleer voor en tij- dens de bediening van de schake-laar altijd of de passagiers nietverwond kunnen worden door debeweging van het opendak zelfof door in beweging gebrachtevoorwerpen.
ATTENTIE
Open het dak niet bijsneeuw of ijs: het kan
dan beschadigd worden.
ATTENTIE
Bedien het opendak alleen als de auto stilstaat.
ATTENTIE
Verwijder altijd de con-
tactsleutel uit het contactslot als u de auto verlaat, om te voorko-men dat het opendak per ongelukin beweging wordt gebracht enzo gevaar kan opleveren voor deachtergebleven inzittenden.
ATTENTIE
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 130
Page 133 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
ACHTERZIJDE OMHOOG KAN-
TELEN
Als de contactsleutel in stand MAR
staat, kan de bedieningsknop ( A-fig.
156) worden verdraaid in de richting van
de pijl en kan een keuze worden gemaakt
uit 3 openingsstanden.
Zet voor het sluiten van het dak, bedie-
ningsknop (A) in de middelste stand.
BEDIENING IN NOODGEVAL-
LEN
Als het elektrische bedieningsmechanis-
me niet werkt, dan kan het opendak op
de volgende manier handmatig worden
bediend:
– maak het paneel ( A-fig. 157) op
de door de pijlen aangegeven punten los
en verwijder het paneel;
– steek een imbussleutel in de zeshoe-
kige zitting (B);
– draai de sleutel rechtsom om het
opendak te openen en linksom om het te
sluiten.
BAGAGERUIMTE
De achterklep kan worden geopend:
van buitenaf - m.b.v. de afstands-
bediening;
vanuit het interieur - door het
indrukken van knop ( A-fig. 158).
BELANGRIJK Als de achterklep niet
goed is gesloten, gaat lampje
´branden
(bij sommige uitvoeringen verschijnt ook
een bericht op het instelbare multifunctio-
nele display).
fig. 156
A0A0124m
fig. 157
A0A0126m
fig. 158
A0A1050m
131
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 131
Page 134 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
132
VAN BINNENUIT OPENEN
(fig. 158)U kunt de achterklep alleen elektrisch
ontgrendelen als de contactsleutel in
stand MAR staat, bij een stilstaande auto
en in stand STOPof PARK gedurende 3
minuten, behalve als een portier is geo-
pend of gesloten.
Druk op knop ( A) op de middenconsole
om de achterklep te ontgrendelen.
De achterklep gaat dankzij de gasveren
gemakkelijk open.
OPENEN MET AFSTANDSBE-
DIENING
(fig. 159)
De achterklep kan, ook bij ingeschakeld
alarm, op afstand worden geopend door
drukknop (A) in te drukken. Als de ach-
terklep wordt ontgrendeld, knipperen de
richtingaanwijzers twee keer; bij vergren-
deling knipperen de richtingaanwijzers
één keer.
Als bij auto’s met diefstalalarm de ach-
terklep wordt geopend, dan worden de
omtrekbeveiliging en de achterklepsensor
uitgeschakeld en het systeem geeft
(behalve bij sommige uitvoeringen in
enkele landen) twee geluidssignalen
(“BIEP”).
De gasveren zijn zo
afgesteld dat de achter-
klep op de juiste wijze
wordt geopend als de klep het
oorspronkelijke gewicht heeft.
Achteraf aangebrachte voorwer-
pen (spoiler enz.) kunnen de juis-
te werking van de gasveren ver-
hinderen.
fig. 159
A0A0131m
Als de achterklep weer wordt gesloten,
dan worden de functies hersteld en geeft
het systeem (behalve bij sommige uitvoe-
ringen in enkele landen) twee geluidssig-
nalen (“BIEP”).
ACHTERKLEP SLUITEN
U sluit de achterklep door de achterklep
te laten zakken en ter hoogte van het Alfa
Romeo embleem te drukken, totdat u de
vergrendeling van het slot hoort.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 132
Page 135 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 161
A0A0734m
ACHTERKLEP IN GEVAL VAN
NOOD OPENEN
Om de achterklep vanuit het interieur te
openen (bij een lege accu of bij een storing
in het elektrische systeem van de achterklep
zelf), moet als volgt te werk worden gegaan
(zie “Bagageruimte vergroten” in het hoofd-
stuk “Wegwijs in uw auto”):
– verwijder de hoofdsteunen achter;
– klap de zittingen van de achterbank om:
– klap de rugleuningen naar voren;
– ontgrendel het slot door aan het koord-
je (A-fig. 161) te trekken (het koordje
is bereikbaar in de uitsparing rechts op de
achterklep).
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
(fig. 160)
Als u de achterklep opent, dan gaat
automatisch de verlichting ( A) aan de
rechterzijde van de bagageruimte bran-
den. De verlichting gaat automatisch uit
als u de achterklep sluit.
fig. 160
A0A0132m
BELANGRIJK Als u de contactsleutel
in stand STOP zet, kan na het openen
van de achterklep, de verlichting nog 15
minuten ingeschakeld blijven. Hierna gaat
de verlichting uit om de accu te sparen.
133
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 133
Page 136 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
134
BAGAGE VASTZETTEN
(fig. 162)De vervoerde bagage kan met riemen of
spanbanden worden bevestigd aan de
daarvoor bestemde ringen ( A) in de baga-
geruimte.
De ringen dienen ook voor het bevesti-
gen van het eventueel aanwezige baga-
genet (deze is leverbaar bij de Alfa
Romeo-dealer).
fig. 162
A0A0133m
Het maximum laadvermo-
gen van de auto mag nooit
overschreden worden (zie hoofd- stuk “Technische gegevens”).Controleer bovendien of de baga-geruimte goed geladen is, om tevoorkomen dat een voorwerp bijbruusk remmen naar voren schieten letsel veroorzaakt.
ATTENTIE
Niet goed vastgezettebagage kan bij een onge-
luk de passagiers ernstig ver- wonden.
ATTENTIE
Als u reservebrandstof ineen jerrycan wilt vervoe-
ren, dan dient u zich aan de gelden- de wetgeving te houden. Gebruikalleen een goedgekeurde jerrycanen bevestig deze op de juiste wijzeaan de daarvoor bestemde ringenin de hoeken van de bagageruimte.Toch zal bij een ongeval de kans opbrand groter zijn.
ATTENTIE
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ HET TRANSPORT VAN
BAGAGE
Als u voorwerpen vervoert en u ‘s nachts
rijdt, moet u controleren of de hoogtere-
gelaars op de koplampen in de juiste
stand staan (zie paragraaf “Koplampen”
in dit hoofdstuk). Controleer voor de juis-
te werking van de hoogteregelaars boven-
dien of de lading niet zwaarder is dan in
de gewichtentabel staat aangegeven.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 134
Page 137 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 164
A0A1051m
MOTORKAP
De hendel voor het openen van de motor-
kap bevindt zich uiterst links onder het
dashboard.
Openen:
– trek aan hendel ( A-fig. 163) totdat
u de ontgrendeling hoort.
– druk het hendeltje ( A-fig. 164) van
de beveiliging omhoog.
– til de motorkap op.
fig. 163
A0A0135m
Open de motorkap alleenals de auto stilstaat.
ATTENTIE
Om veiligheidsredenen
moet de motorkap tijdens
het rijden altijd goed gesloten zijn. Controleer daarom altijd ofde motorkap goed vergrendeld is.Als u tijdens het rijden merkt datde motorkap niet goed is ver-grendeld, stop dan onmiddellijken sluit de motorkap op de juistewijze.
ATTENTIE
Sluiten: laat de motorkap tot op onge-
veer 20 cm van de motorruimte zakken,
laat de motorkap vallen en controleer of
de motorkap goed is gesloten door deze
op te tillen. De motorkap mag niet alleen
door de beveiliging vergrendeld zijn.
Druk in dit laatste geval de motorkap
niet dicht, maar til hem opnieuw op en
herhaal de handeling.
BELANGRIJK
Het optillen van de
motorkap wordt vergemakkelijkt door
twee gasveren aan de zijkant. Wij raden u
aan deze gasveren niet te demonteren en
de motorkap tijdens het optillen te bege-
leiden.
135
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 135
Page 138 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
136
INBOUWVOORBEREI-
DING ALLESDRAGER
3-deurs uitvoeringenDe voorste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten ( A-fig. 165).
De achterste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten (B ). Deze worden aange-
geven met symbolen (
▼) op de zijruiten
achter. Houdt u zorgvuldig aan
de wettelijke bepalingen
betreffende de maximale
afmetingen.
BELANGRIJKU dient zich strikt aan
de aanwijzingen te houden die in het pak-
ket zijn meegeleverd. De montage moet
altijd door deskundige personen worden
uitgevoerd.
Overschrijd nooit het
maximum draagvermogen
(zie hoofdstuk
“Technische gegevens”).
Controleer na enkele kilo-
meters opnieuw of de
bevestigingsbouten nog goed vastzitten.
ATTENTIE
Verdeel de lading gelijk-matig en houd tijdens de
rit rekening met een verhoogde zijwindgevoeligheid.
ATTENTIE
5-deurs uitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten ( A-fig. 166).
De achterste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten ( B).
fig. 166
A0A0334m
fig. 165
A0A0232m
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 136
Page 139 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
Druk voor de afstelling (alleen mogelijk
als het dimlicht brandt) op de knoppen
▲/▼:
– druk op knop
▲om een stand te ver-
hogen (bijv.: 0
➟ 1➟ 2➟ 3);
– druk op knop ▲
om een stand te verla-
gen (bijv.: 3
➟2➟1➟0);
Display ( A), in de snelheidsmeter, toont
de stand gedurende de koplampafstelling.
fig. 167
A0A1116m
KOPLAMPEN
Goed afgestelde koplampen zijn belang-
rijk voor het comfort en de veiligheid van
uzelf en de overige weggebruikers.
Bovendien zijn er wettelijke voorschrif-
ten.
Wendt u voor controle of afstelling tot de
Alfa Romeo-dealer.
BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan
de koplamp een beetje beslagen zijn: dit
duidt niet op een defect maar is een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de lage temperatuur en de
luchtvochtigheidsgraad en verdwijnt snel
als de koplampen worden ingeschakeld.
De aanwezigheid van druppels aan de bin-
nenzijde van de koplamp duidt daarente-
gen op het binnendringen van water:
wendt u in dat geval tot de Alfa Romeo-
dealer.
137
KOPLAMPVERSTELLING
(fig. 167)
Als de auto beladen is, helt hij achter-
over. Het gevolg is dat de lichtbundel van
de koplampen meer naar boven schijnt.
De stand van de koplampen moet in dat
geval worden gecorrigeerd.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 137
Page 140 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
138fig. 169
A0A1037m
fig. 168
A0A1038m
KOPLAMPEN AANPASSEN
AAN HET BUITENLAND
(fig. 168-169)De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht. In
landen waar op de andere weghelft wordt
gereden, moeten, om tegenliggers niet te
verblinden, delen van de koplamp worden
afgeplakt (zie voor de plaats en afmetin-
gen in millimeters de afbeeldingen).
Gebruik voor het afplakken ondoorzichtige
tape. De afbeelding toont het afplakken van
auto’s voor rechtsrijdend verkeer in links-
rijdende landen.
Controleer de afstelling
van de koplampen telkens
als het gewicht van de lading wij- zigt.
ATTENTIE
Ga voor het instellen van de juiste stand
afhankelijk van de belading, als volgt te
werk:
– stand 0 : één of twee personen op de
voorstoelen
– stand 1 : vijf personen
– stand 2 : vijf personen + bagage in de
bagageruimte
– stand 3 : bestuurder + 350 kg in de
bagageruimte.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 138