Alfa Romeo 147 2007 Instructieboek (in Dutch)
Page 181 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
179
Voor het kopiëren van de telefoonagenda:
– kies in het menu “Verbindingen” van het
systeem de functie “Accessoires”
– kies het systeemmenu
– het systeem begint met het overbrengen
van de gegevens; dit wordt aangegeven met
een mededeling op het telefoondisplay
– met een andere mededeling wordt de vol-
tooiing aangegeven.
Het geheugen van het
handsfreesysteem wissen
– Houd langere tijd gelijktijdig de toetsen
( A ) en (B ) op het toetsenpaneel ingedrukt
– het systeem geeft aan dat de bewerking
is uitgevoerd.
BELANGRIJK Door het wissen van het
geheugen worden alle opgeslagen telefoons
“losgekoppeld”, alle in het geheugen opge-
slagen nummers gewist en de verbindings-
procedure moet opnieuw worden uitgevoerd
voordat het systeem kan worden gebruikt.
Volumeregeling
Gebruik het telefoontoetsenbord voor de re-
geling van het gespreksvolume.
NOKIA 6310, 6310I, 6650,
7600, 8910
MOBIELE TELEFOONS
BELANGRIJK Telkens als u instapt en de
sleutel in stand MAR draait, vraagt de tele-
foon om goedkeuring voor het leggen van de
verbinding met het systeem. Dit verzoek om toestemming kan worden voorkomen door
in het menu van de telefoon eerst de func-
tie
Bluetooth
®en vervolgens “Gepaarde
apparaten bekijken” te selecteren; als de
naam van het systeem verschijnt, kies dan
“Opties” en vervolgens “Verzoek goedkeu-
ring verb.”.
Namen opslaan
Ga voor het toevoegen van een spraak-
commando aan een naam naar de tele-
foonagenda, kies de gewenste naam en se-
lecteer achtereenvolgens “Gegevens”, “Op-
ties” en “Sprknr. toev.”. De mededeling
“Druk op starten en spreek in na de toon”
verschijnt; druk vervolgens op “Starten” en
spreek de naam uit.
Ga voor het verwijderen van een spraak-
commando van een naam naar de tele-
foonagenda en kies achtereenvolgens “Ge-
gevens”, “Opties” en “Spraaknummer”.
Kies “Wijzigen” voor het opnieuw invoeren
van een spraakcommando.
Kies “Wissen” voor het wissen van een
eerder ingevoerd spraakcommando.
Telefonische communicatie
Voor een handmatige oproep:
Gebruik het telefoontoetsenbord voor het in-
voeren van het nummer. Het gesprek vindt
automatisch handsfree plaats. De toetsen ( A)
en (B ) op het toetsenpaneel kunnen worden
gebruikt voor het beginnen en beëindigen van
het gesprek.
Voor een gesprek met een
spraakcommando
Druk op de groene toets (A ) op het toet-
senpaneel, wacht op het geluidssignaal en
spreek de naam uit van de persoon die ge-
beld moet worden.
Het laatst gebelde nummer opnieuw bellen
Druk op de groene toets ( A) op het toet-
senpaneel en houd de toets ingedrukt, tot-
dat het nummer opnieuw samengesteld
is.
Een gesprek aannemen
Druk op de groene toets ( A) op het toet-
senpaneel.
Een gesprek weigeren
Druk op de rode toets (B) op het toet-
senpaneel.
Aannemen van een tweede gesprek
– Druk voor het weigeren van het twee-
de binnenkomende gesprek op de rode toets
( B ) op het toetsenpaneel.
– Druk voor het aannemen van een gesprek
met de nieuwe gesprekspartner één keer op
de groene knop ( A) op het toetsenpaneel.
– Druk voor het terugkeren naar het eer-
ste gesprek nogmaals op de groene toets ( A).
– Druk voor het beëindigen van het gesprek
één keer op de rode toets (B ).
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 179
Page 182 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
180
Volumeregeling
Gebruik het telefoontoetsenbord voor de
regeling van het gespreksvolume.
Privé-gesprek
Druk kort op de groene toets ( A) op het toet-
senpaneel om te schakelen tussen een hands-
freegesprek en de telefoon en andersom.
De mogelijkheid bestaat ook om de functie
privé-gesprek direct met de telefoon in te stel-
len: raadpleeg hiervoor de handleiding van de
telefoon.
Geheugens wissen
Houd langere tijd gelijktijdig de toetsen
( A ) en (B ) op het toetsenpaneel ingedrukt.
BELANGRIJK Door het wissen van het
geheugen worden alle opgeslagen telefoons
“losgekoppeld”, alle in het geheugen op-
geslagen nummers gewist en de verbin-
dingsprocedure moet opnieuw worden uit-
gevoerd voordat het systeem kan worden
gebruikt.
NOKIA 3650, 3660, N-
GAGE, 6600 EN SIEMENS
SX1 MOBIELE TELEFOONS
BELANGRIJK Telkens als u instapt en
de sleutel in stand MAR draait, vraagt de
telefoon om goedkeuring voor het leggen
van de verbinding met het systeem. Dit ver-
zoek om toestemming kan worden voor-
komen door in het menu van de telefoon eerst de functie Bluetooth
®en vervolgens
“Gepaarde apparaten bekijken” te selecteren;
kies de naam van het systeem en vervolgens
“Opties” en “Geautoriseerd”.
BELANGRIJK In de telefoon kunnen de in-
stellingen van het systeem vanuit het menu ac-
cessoires worden geregeld.
Telefonische communicatie
Een gesprek aannemen
Druk op de groene toets (A ) op het toet-
senpaneel.
Een gesprek weigeren
Druk op de rode toets (B ) op het toetsenpa-
neel.
Het laatst gebelde nummer opnieuw bellen
Druk op de groene toets ( A) op het toet-
senpaneel en houd de toets ingedrukt, totdat
het nummer opnieuw samengesteld is.
Aannemen van een tweede gesprek
– Druk voor het weigeren van het tweede
binnenkomende gesprek op de rode toets ( B)
op het toetsenpaneel.
– Druk voor het aannemen van een gesprek
met de nieuwe gesprekspartner één keer op de
groene toets (A ) op het toetsenpaneel.
– Druk voor het terugkeren naar het eerste
gesprek nogmaals op de groene toets ( A).
– Druk voor het beëindigen van het ge-
sprek één keer op de rode toets (B ).
Privé-gesprek
Druk kort op de groene toets (A) op het
toetsenpaneel om te schakelen tussen een
handsfreegesprek en de telefoon en an-
dersom.
De mogelijkheid bestaat ook om de func-
tie privé-gesprek direct met de telefoon in
te stellen: raadpleeg hiervoor de handleiding
van de telefoon.
Automatisch beantwoorden
Roep op de telefoon het “hoofdmenu” op
en kies eerst “Instrum.”.
Kies vervolgens:
– “Instellingen” bij de Nokia 3650, 6600
en Siemens SX1
– “Instrum.” bij de Nokia N-GAGE.
Kies achtereenvolgens “Instellingen”, “Ac-
cessoires” en “Handsfree”.
Kies achtereenvolgens “Autom. opn. bel-
len”, “Opties”, “Wijzigen”, “Activeren” en
bevestig met “OK”.
Volumeregeling
Gebruik de toetsen van de mobiele tele-
foon voor de regeling van het gespreksvo-
lume.
Geheugens wissen
Houd langere tijd gelijktijdig de toetsen ( A)
en (B ) op het toetsenpaneel ingedrukt.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 180
Page 183 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
181
BELANGRIJKDoor het wissen van het ge-
heugen worden alle opgeslagen telefoons “los-
gekoppeld”, alle in het geheugen opgeslagen nummers gewist en de verbindingsprocedure
moet opnieuw worden uitgevoerd voordat het
systeem kan worden gebruikt.
OPLOSSING
Controleer of de contactsleutel in stand MAR
staat
Schakel de mobiele telefoon uit en vervolgens weer in, als het handsfreesysteem niet meer op de
commando’s reageert
Schakel de mobiele telefoon uit en vervolgens weer in
Controleer of de Bluetooth
®-verbinding van de mobiele telefoon is geactiveerd
(raadpleeg, indien nodig, de handleiding van de telefoon)
Herhaal de verbindingsfase
Spreek duidelijk en in de richting van de microfoon
Verlaag het volume op de mobiele telefoon. Eventueel ook het volume van d\
e PHONE-functie
van de autoradio (zie de paragraaf Autoradio)
Regel het volume van de mobiele telefoon en controleer eventueel het vol\
ume van de PHONE-functie
van de autoradio (zie de paragraaf Autoradio)
Ga naar het hoofdmenu en herhaal de verbindingsfase
Stel de prioriteit van de gebruiker in (zie de paragraaf “Verbindingsprioriteit”)
Controleer of de naam voorzien is van een spraaknummer
Herhaal de naam duidelijk in de richting van de microfoon
Controleer op de mobiele telefoon of de functie “Wisselgesprek” is geactiveerd
Controleer of deze nummers aanwezig zijn in de agenda van de mobiele tel\
efoon en niet alleen op de SIM-
kaart
Controleer of de functies Bluetooth
®, “Spraakcommando’s” en “Wordspotting” op de telefoon zijn
geactiveerd
BELANGRIJK Voor controle, hulp of eventuele reparatie van het systeem, dient u zich \
uitsluitend tot de Alfa Romeo-dealer te wenden.
PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM
Het systeem werkt niet
Het systeem geeft een probleem in de
Bluetooth®-verbinding aan
De mobiele telefoon vindt het handsfreesysteem niet
De mobiele telefoon wordt niet meer gesignaleerd
De gesprekspartner klaagt over de slechte geluids-kwaliteit tijdens het gesprek
De gesprekspartner klaagt over een echo
tijdens het gesprek
Het lukt niet om de stem van de gesprekspartner
te horen
Na het invoeren van de code “1234”
wordt er geen verbinding gemaakt
De mobiele telefoon wordt zeer langzaam herkend
door het systeem
Als getracht wordt een gesprek te beginnen
met een spraakcommando, geeft het
systeem aan dat de naam niet wordt herkend
Het systeem laat een wisselgesprek niet toe
Enige nummers in de agenda van de mobiele telefoon
worden niet gekopieerd naar het geheugen van het
systeem
Het handsfreesysteem herkent de spraakcommando’s
niet
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 181
Page 184 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
182
TANKEN MET
DE ALFA 147
BENZINEMOTOREN
Om te voorkomen dat per ongeluk lood-
houdende benzine wordt getankt, heeft de
vulopening van de tank zodanige afmetin-
gen dat geen tankpistool voor loodhouden-
de benzine kan worden ingestoken.
Door de toepassing van
emissiereductiesystemen in
de Alfa 147 mag u uitslui-
tend loodvrije benzine tanken met
een octaangetal van ten minste 95
R.O.N.
Gebruik in geen geval
loodhoudende benzine, om-
dat dit de katalysator on-
herstelbaar kan beschadigen. Als
in de tank loodhoudende benzine
terecht is gekomen (ook al is dat
zeer weinig), dan MAG DE MOTOR
NIET WORDEN GESTART. Probeer
de benzine in de tank niet te ver-
dunnen met loodvrije superbenzi-
ne, maar maak de tank en het
brandstofcircuit geheel leeg.
Een beschadigde kataly-
sator laat schadelijke stof-
fen in het uitlaatgas achter,
waardoor het milieu wordt ver-
vuild.
JTD-MOTOREN
De dieselmotoren zijn uit-
sluitend geschikt voor die-
selbrandstof voor motor-
voertuigen, die voldoet aan Europe-
se specificatie EN590. Het gebruik
van andere producten of mengsels
kan de motor onherstelbaar bescha-
digen en het vervallen van de ga-
rantie tot gevolg hebben. Mocht u
onverhoopt een ander type brand-
stof tanken, dan mag de motor niet
worden gestart en moet de brand-
stoftank worden afgetapt. Ook als
de motor slechts kort heeft gedraaid,
moet naast de brandstoftank, ook
alle brandstof uit de brandstoflei-
dingen worden afgetapt.
Bij lage buitentemperaturen kan de vloei-
baarheid van de dieselbrandstof verminde-
ren door de vorming van paraffine, waar-
door het brandstofsysteem niet meer goed
werkt.
Om dit probleem te voorkomen wordt er,
afhankelijk van het seizoen, dieselbrandstof
geleverd die speciaal voor de zomer, voor
de winter en voor zeer lage temperaturen
(bergachtige/koude gebieden) is ontwik-
keld.
Als dieselbrandstof wordt getankt die niet
toereikend is voor de gebruikstemperatuur,
raden wij aan de dieselbrandstof te mengen
met het vorstbeveiligingsmiddel TUTELA
DIESEL ART in de verhouding die in de
gebruiksaanwijzing van het middel is aan-
gegeven. Doe eerst het middel in de tank
en voeg daarna de dieselbrandstof toe.
U moet het vorstbeveiligingsmiddel TU-
TELA DIESEL ART door de dieselbrand-
stof mengen voordat de dieselbrandstof door
de kou van samenstelling is veranderd. Ach-
teraf toevoegen heeft geen enkel effect.
Als de auto lange tijd wordt gebruikt/stil-
staat in bergachtige/koude gebieden, is het
raadzaam dieselbrandstof te tanken die ter
plaatse beschikbaar is. In dat geval is het
bovendien raadzaam een hoeveelheid
brandstof in de tank te houden die groter
is dan 50% van de nuttige inhoud.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 182
Page 185 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
183
TANKDOP (fig. 176)
De tankdop (A ) is voorzien van een slot
met sleutel en een koord ( B) om verlies van
de dop te voorkomen. Dit koord is vast met
het tankklepje ( C) verbonden. De tankdop
kan worden bereikt door het tankklepje te
openen. Draai vervolgens de contactsleutel in
het slot van de dop linksom en draai de dop
los.
Haak tijdens het tanken de dop aan het
klepje, zoals is afgebeeld.
Vervang de tankdop zo
nodig alleen door een ander
exemplaar van hetzelfde
type, anders kan de werking van
het benzinedampopvangsysteem in
gevaar worden gebracht.
fig. 176
A0A0146m
Kom niet dicht bij de vulo-
pening met open vuur of
een brandende sigaret: brandge- vaar. Houd uw hoofd ook nietdichtbij de vulopening om te voor-komen dat u schadelijke dampen in-ademt.
ATTENTIEBELANGRIJK Omdat de tank herme-
tisch is afgesloten, kan een kleine overdruk
worden waargenomen. Het is daarom nor-
maal als u bij het losdraaien van de tank-
dop een sissend geluid hoort.
Draai na het tanken de dop rechtsom, tot-
dat u een of meer klikken hoort; draai ver-
volgens de sleutel rechtsom en verwijder de
sleutel. Sluit het klepje.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
motor start voor uw eigen veiligheid of het
vulpistool goed in de brandstofpomp is te-
ruggeplaatst.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 183
Page 186 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
184
De emissiereductiesystemen voor diesel-
motoren zijn:
– oxidatiekatalysator;
– uitlaatgasrecirculatiesysteem (EGR);
– roetfilter (DPF).
Onder normale bedrijfsom-standigheden bereiken de
katalysator en het roetfilter (DPF) hoge temperaturen. Parkeer daar-om niet boven brandbare materia-len (gras, droge bladeren, dennen-naalden enz.): brandgevaar.
ATTENTIEBESCHERMING VAN
HET MILIEU
De emissiereductiesystemen voor benzi-
nemotoren zijn:
– driewegkatalysator;
– lambdasondes;
– benzinedamp-opvangsysteem.
Laat de motor nooit, ook niet tijdens test-
werkzaamheden, met losgenomen bougie-
kabels draaien.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 184
Page 187 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
185
ROETFILTER DPF
(Diesel Particulate Filter)
Het roetfilter (Diesel Particulate Filter) is
een mechanisch filter in het uitlaatsysteem
dat de partikels in het uitlaatgas van die-
selmotoren opvangt.
Het roetfilter (Diesel Particulate Filter)
vangt bijna de totale hoeveelheid roetdeel-
tjes op om te voldoen aan de huidige/toe-
komstige wettelijke normen.
Tijdens het normale gebruik van de auto
registreert de inspuitregeleenheid een aan-
tal gegevens met betrekking tot het gebruik
(gebruiksduur, type traject, bereikte tem-
peratuur enz.) en berekent de hoeveelheid
verzameld roet in het filter. Omdat het filter de roetdeeltjes verzamelt,
moet het periodiek worden geregenereerd
(schoongemaakt) door de roetdeeltjes te
verbranden. De regeneratieprocedure wordt
geregeld door de inspuitregeleenheid op ba-
sis van de hoeveelheid opgevangen roet-
deeltjes en de bedrijfsomstandigheden van
de auto. Tijdens de regeneratie kan het vol-
gende worden waargenomen: een beperk-
te toerentalverhoging, inschakeling van de
elektroventilator, een beperkte toename van
de rook uit de uitlaat en een hogere tem-
peratuur bij de uitlaat.
Dit zijn geen storingen en deze situatie
heeft geen invloed op het milieu of het ge-
drag van de auto. Verstopt roetfilter
Als het roetfilter verstopt is, gaat het
lampje h op het instrumentenpa-
neel branden (op enkele uitvoeringen ver-
schijnt het symbool h op het dis-
play). Rijd in dat geval verder totdat het
lampje h dooft (of het symbool
h op het display verdwijnt).
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 185
Page 188 of 283
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
186
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand STOPen nogmaals
starten.
Het start-/contactslot is voorzien van
een beveiligingsmechanisme, waardoor
het slot niet van stand MAR in AV V kan
worden gezet bij een draaiende motor.
MOTOR STARTEN
BELANGRIJK De auto is uitgerust met
elektronische startonderbreking. Zie “Alfa
CODE” als de motor niet wil starten.
C C
C
C
O
O
O
O
R
R
R
R
R
R
R
R
E
E
E
E
C
C
C
C
T
T
T
T
G
G
G
G
E
E
E
E
B
B
B
B
R
R
R
R
U
U
U
U
I
I
I
I
K
K
K
K
V
V
V
V
A
A
A
A
N
N
N
N
D
D
D
D
E
E
E
E
A
A
A
A
U
U
U
U
T
T
T
T
O
O
O
O
Het is raadzaam om
gedurende de eerste
gebruiksperiode geen
maximale prestaties van uw auto
te verlangen (bijv. krachtig acce-
lereren, langdurig rijden met hoge
toerentallen en bruusk remmen).
Laat de contactsleutel
niet in stand MAR staan
als de motor stilstaat,
zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.
Het is zeer gevaarlijk om
de motor in afgesloten
ruimten te laten draaien. De
motor verbruikt zuurstof en pro-
duceert koolmonoxide, een zeer
giftig en dodelijk gas.
AT T ENTIE
186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 Pagina 186
Page 189 of 283
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
187
de katalysator kunnen beschadigen.
Wendt u in dat geval tot de Alfa Romeo-
dealer.
MOTOR STARTEN
BIJ JTD-UITVOERINGEN
1) Zorg ervoor dat de handrem is aan-
getrokken.
2) Zet de versnellingspook in de vrij-
stand.
3) Draai de contactsleutel in stand
MAR. Op het instelbare multifunctionele
display gaat het lampje
mbranden.
4) Wacht tot het lampje
mgedoofd
is. Hoe warmer de motor, hoe sneller het
lampje dooft. Bij een warme motor kan
het lampje zo snel doven dat dit niet
wordt opgemerkt.
5) Trap het koppelingspedaal geheel in.
6) Draai de contactsleutel in stand
AV V zodra het lampje
mgedoofd is.
Als u te lang wacht, zijn de voorgloeibou-
gies weer afgekoeld.
STARTEN
V AN BENZINEMOTOREN
BELANGRIJK Het gaspedaal mag pas
worden ingetrapt nadat de motor is
gestart.
1) Zorg ervoor dat de handrem is aange-
trokken.
2) Zet de versnellingspook in de vrij-
stand.
3) Trap het koppelingspedaal geheel in,
zodat de startmotor de tandwielen in de
versnellingsbak niet hoeft aan te drijven.
4) Controleer of elektrische systemen en
verbruikers zijn uitgeschakeld. Let vooral
op systemen die veel vermogen vragen
(bijv. de achterruitverwarming).
5) Draai de contactsleutel in stand AV V
en laat de sleutel los zodra de motor aan-
slaat.
6) Als de motor niet aanslaat, dan moet
de sleutel eerst in stand STOPworden
gezet en vervolgens opnieuw een startpo-
ging worden ondernomen.
BELANGRIJK Als de startpoging moei-
zaam verloopt, blijf dan niet langdurig pro-
beren de motor te starten. Hierdoor zou BELANGRIJK
De elektrische installa-
ties die veel stroom verbruiken (aircondi-
tioning, achterruitverwarming enz.) scha-
kelen tijdens het starten tijdelijk uit. Als de
motor bij de eerste poging niet aanslaat,
moet u de sleutel terugdraaien in stand
STOP en nogmaals starten.
Als de startpoging moeizaam verloopt
(bij een goed werkende Alfa CODE), pro-
beer dan niet langdurig de motor te star-
ten.
Maak alleen gebruik van een hulpaccu
als de motor niet aanslaat door een onvol-
doende geladen boordaccu. Gebruik nooit
een acculader om de motor te starten.
186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 Pagina 187
Page 190 of 283
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
188
BELANGRIJK Als de motor afslaat bij een
rijdende auto kan, als de motor wordt
gestart, het CODE-controlelampje (
Y)
gaan branden. Zet, als dit gebeurt, de
motor uit, start opnieuw bij stilstaande
auto en controleer of het lampje uitgaat.
Als dat niet het geval is, wendt u dan tot
de Alfa Romeo-dealer. Geef niet bruusk gas vlak
voordat de motor wordt
uitgezet. Dit geldt voor
alle motoren, maar in het bijzon-
der voor motoren die voorzien zijn
van een turbocompressor.
Gasgeven voordat u de motor uit-
zet heeft geen enkel nut, verspilt
brandstof en is zeer schadelijk
voor de lagers in de turbocom-
pressor.
NOODSTART
Als de regeleenheid van de Alfa CODE de
via de contactsleutel gezonden code niet
herkent (controlelampje
Yop het instru-
mentenpaneel brandt constant), kan een
noodstart worden uitgevoerd met de code
die op de CODE-card vermeld staat.
Zie voor de juiste procedure het hoofd-
stuk “Noodgevallen”.
Probeer auto’s nooit te
starten door ze aan te
duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden. Op
die wijze kan er onverbrande
benzine in de katalysator terecht-
komen, waardoor deze onher-
stelbaar zal beschadigen.
Houd er rekening mee dat
de rem- en stuurbekrach-
tiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waar-
door meer kracht nodig is voor de
bediening van het rempedaal en
het stuur.
AT TENTIE
MOTOR OPWARMEN
– Rijd rustig weg, laat de motor niet met
hoge toerentallen draaien en trap het gas-
pedaal niet bruusk in.
– Verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties, maar wacht tot de
koelvloeistoftemperatuur 50-60°C
bedraagt.
MOTOR UITZETTEN
– Laat het gaspedaal los en wacht tot de
motor met stationair toerental draait.
– Draai de contactsleutel in stand
STOP. Hierdoor wordt de motor uitgezet.
BELANGRIJK Het is beter om de
motor na een zware rit even “op adem”
te laten komen. Zet de motor niet onmid-
dellijk uit, maar laat hem even stationair
draaien. Hierdoor kan de temperatuur in
de motorruimte dalen.
186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 Pagina 188