Alfa Romeo 147 2011 Instructieboek (in Dutch)
Page 121 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
WERKING
De versnellingsbak kan op twee manieren
worden bediend:
– sequentieel (MANUAL), waarbij de
bestuurder beslist wanneer er geschakeld
wordt;
– volautomatisch ( CITY), waarbij het sys-
teem, op basis van de rijstijl, beslist wan-
neer er geschakeld wordt.
De werking CITY wordt ingeschakeld, als
u knop CITY naast de pook indrukt; als de
automatische werking is gekozen, verschijnt
op het display het opschrift CITY.
Hoewel het beslist wordt afgeraden, kunt
u door onvoorziene omstandigheden afda-
len van een helling met de versnellingsbak
van de auto in de vrijstand (N ); als u ver-
volgens een schakelopdracht geeft, dan
schakelt het systeem automatisch de ver-
snelling in, die het meest geschikt is om het
motorkoppel over te brengen naar de wie-
len.
Als u tijdens een afdaling (bij vooruit rij-
dende auto) geen gas geeft, dan laat het
systeem bij een bepaalde snelheid de kop-
peling aangrijpen, zodat er op de motor kan
worden afgeremd.
Om veiligheidsredenen geeft Selespeed
een geluidssignaal als:
– tijdens het starten een oververhitte kop-
peling wordt gesignaleerd (gelijktijdig ver-
schijnt een bericht op het display); in dat ge-
val moet u “vlot”, maar gelijkmatig, weg-
rijden of, als de auto op een helling staat,
het gaspedaal loslaten en de auto met het
rempedaal op zijn plaats houden. Eveneens om veiligheidsredenen klinkt bij
stilstaande auto, gestarte motor en inge-
schakelde versnelling (1 ), (2) of (R ) een
geluidssignaal en wordt automatisch naar de
vrijstand (N ) overgeschakeld als:
– het gaspedaal en/of rempedaal gedu-
rende ten minste 3 minuten niet worden ge-
bruikt;
– het rempedaal langer dan 10 minuten
wordt ingetrapt;
– het bestuurdersportier wordt geopend
en het gas- en rempedaal ten minste 1,5 se-
conde niet worden ingetrapt.
AUTO STILZETTEN
Om de auto stil te zetten hoeft u slechts
het gaspedaal los te laten en, zo nodig, het
rempedaal in te trappen.
Onafhankelijk van de gekozen versnelling
en de ingeschakelde functie ( HANDMA-
TIG of CITY) ontkoppelt het systeem en
wordt er teruggeschakeld.
Als u weer wilt optrekken voordat de au-
to geheel stilstaat, is op deze wijze altijd de
meest geschikte versnelling voor het op-
trekken ingeschakeld.
Als u de auto tot stilstand brengt, dan
wordt automatisch de eerste versnelling (1 )
ingeschakeld.
119
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 119
Page 122 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
120
SEQUENTIËLE WERKING
(HANDMATIG)
Als het systeem handmatig (MANUAL)
wordt bediend, dan wordt op het display de
ingeschakelde versnelling weergegeven.
Bij deze bedieningswijze ligt de beslissing
om over te schakelen bij de bestuurder.
Overschakelen kan plaatsvinden met be-
hulp van:
– de pook op de middenconsole
( A-fig. 134);
– de hendels op het stuurwiel
( fig. 135). Als een schakelcommando van de be-
stuurder de juiste werking van de motor en
de versnellingsbak in gevaar brengt, dan
weigert het systeem het commando, echter
er wordt automatisch teruggeschakeld als
de motor het stationair toerental bereikt
(bijv. bij afremmen).
In deze gevallen waarschuwt het systeem
de bestuurder dat het niet mogelijk is het
schakelcommando uit te voeren via een be-
richt op het display en een geluidssignaal.
De handmatige bediening MANUAL
wordt ingeschakeld, als bij ingeschakelde
CITY-functie nogmaals knop CITY (B-fig.
136) wordt ingedrukt en daarmee de hier-
voor gekozen functie wordt uitgeschakeld. Tijdens het overschakelen hoeft het gas-
pedaal niet losgelaten te worden, omdat Se-
lespeed direct de motor op de volgende wij-
ze bedient:
– verlagen en vervolgens verhogen van
het motorkoppel;
– aanpassen van het toerental aan de
nieuwe versnelling.
Bij terugschakelen wordt automatisch het
toerental verhoogd, zodat het toerental is
aangepast aan de nieuwe versnelling.
De schakelopdracht voor de vrijstand (N )
wordt bij iedere snelheid van de auto geac-
cepteerd.
Het systeem kan alleen in de achteruit ( R)
worden gezet als de auto nagenoeg stil-
staat.
fig. 134
A0A0097m
fig. 135
A0A1075m
fig. 136
A0A1121m
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 120
Page 123 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
Als het gaspedaal meer dan 60% van de
totale slag is ingetrapt en bij een toerental
hoger dan 5000 t/min, vindt het over-
schakelen sneller plaats. Als de HAND-
MATIGE bediening is ingeschakeld, dan
zijn er enige voorzieningen/beveiligingen
die het rijden makkelijker maken:
– tijdens het afremmen ontkoppelt de kop-
peling en wordt automatisch teruggescha-
keld, zodat de juiste versnelling is inge-
schakeld als weer moet worden opgetrok-
ken; als de auto tot stilstand wordt gebracht,
wordt automatisch de eerste versnelling (1 )
ingeschakeld;
– als geschakeld wordt naar een versnel-
ling terwijl de motor niet met het geschik-
te toerental draait (te hoog of te laag), dan
wordt de schakelopdracht niet uitgevoerd;
– als het overschakelen niet direct lukt,
dan probeert het systeem het eerst opnieuw
en, als het nog niet lukt, schakelt vervolgens
de eerstvolgende hogere versnelling in, zo-
dat de auto niet in de vrijstand blijft rijden.
BELANGRIJK Het verdient aanbeveling
om het overschakelen geheel te laten vol-
tooien voordat een nieuwe schakelopdracht
wordt gegeven. Voorkom dat snel achter el-
kaar wordt geschakeld.AUTOMATISCHE WERKING
(CITY)
De automatische werking CITY wordt in-
geschakeld, als u knop (A-fig. 137) naast
de versnellingspook indrukt.
Op het display verschijnt naast de inge-
schakelde versnelling het opschrift CITY.
Het systeem schakelt direct over, afhan-
kelijk van het motortoerental en de rijstijl.
Als u het gaspedaal snel loslaat, dan scha-
kelt het systeem geen hogere versnelling in,
zodat op de motor kan worden afgeremd.
fig. 137
A0A1121m
STORINGSMELDINGEN
Storingen in de Selespeed versnellingsbak
worden aangegeven door het waarschu-
wingslampje
t( fig. 137/a), een sto-
ringsmelding en een geluidssignaal.
fig. 137/a
A0A9118i
Bij een storing aan de versnellingspook,
schakelt het systeem automatisch de auto-
matische werking CITY in, zodat de dichtst-
bijzijnde Alfa Romeo-dealer bereikt kan wor-
den en de storing kan worden verholpen.
Als het lampje tgaat
branden en de melding op
het display verschijnt, dient u zich zo snel mogelijk tot de Alfa Ro-meo-dealer te wenden om de sto-ring te laten verhelpen.
ATTENTIE
121
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 121
Page 124 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
122
Bij een storing aan andere componenten
van de versnellingsbak kunnen slechts en-
kele versnellingen worden ingeschakeld: de
eerste versnelling (1 ), de tweede versnel-
ling (2 ) en de achteruit (R ). – het systeem automatisch de vrijstand (N
)
inschakelt, nadat:
het gaspedaal en/of rempedaal gedurende
ten minste 3 minuten niet worden bediend;
het rempedaal langer dan 10 minuten wordt
ingetrapt;
het bestuurdersportier wordt geopend en het
gas- en rempedaal ten minste 1,5 seconde niet
worden ingetrapt;
een storing aan de versnellingsbak is gesig-
naleerd;
– bij een storing in de versnellingsbak.
PARKEREN
Om de auto veilig te parkeren moet beslist de
eerste versnelling (1 ) of de achteruit (R) wor-
den ingeschakeld. Als u op een helling parkeert,
moet ook de handrem worden aangetrokken.
Als de motor wordt uitgezet op een helling bij
een ingeschakelde versnelling, dan is het be-
slist nodig om te wachten tot het display dooft
voordat het rempedaal wordt losgelaten. Hier-
door heeft de koppeling de tijd om volledig aan
te grijpen.
Als de versnellingsbak in de vrijstand ( N) staat
en u wilt een versnelling inschakelen om te par-
keren, dan moet u het systeem inschakelen,
het rempedaal intrappen en de versnelling (1 )
of (R ) kiezen. BELANGRIJK Verlaat de au-
to NOOIT als de versnellingsbak in de vrijstand
( N ) staat.
WAARSCHUWINGEN MET
GELUIDSSIGNALEN
De waarschuwingszoemer wordt inge-
schakeld als:
– de achteruit (R ) is ingeschakeld;
– de auto wordt stilgezet in de vrijstand
( N ); dit signaal wordt gegeven als de con-
tactsleutel in stand STOP wordt gedraaid;
– tijdens het wegrijden een oververhitte
koppeling wordt gesignaleerd;
SLEPEN VAN DE AUTO
BELANGRIJK Houdt u bij het slepen van
de auto aan de wettelijke voorschriften. Con-
troleer of de versnellingsbak in de vrijstand
( N ) staat (controleer of de auto rolt als er
tegen wordt geduwd) en sleep de auto zo-
als een auto met een handgeschakelde ver-
snellingsbak (zie het hoofdstuk “Noodge-
vallen”).
Als de versnellingsbak niet in de vrijstand
kan worden gezet, dan mag de auto niet
worden gesleept; wendt u in dat geval tot
de Alfa Romeo-dealer.
Wendt u bij een storing
(aan welke component dan
ook) van de versnellingsbak zo snel mogelijk tot de Alfa Romeo-dealer om het systeem te latencontroleren.
ATTENTIE
Start de motor niet tijdenshet slepen van de auto.
ATTENTIE
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 122
Page 125 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje is voorzien van een
binnenverlichting en een klepje.
Trek aan de handgreep ( A-fig. 138)
om het kastje te openen.
Als u het kastje opent als de contact-
sleutel in stand MARstaat, dan gaat de
verlichting in het kastje ( A-fig. 139)
branden. Aan de achterkant is het klepje voorzien
van een klem (B) voor een pen of pot-
lood. BELANGRIJK
Als u de contactsleutel in
stand STOP zet en het klepje opent, dan
gaat het lampje 15 minuten branden.
Hierna dooft het lampje om de accu te spa-
ren.
HANDGREPEN
Boven de zijruiten achter zijn handgre-
pen gemonteerd.
Op bepaalde uitvoeringen/markten is
ook een handgreep boven het passagiers-
portier voor gemonteerd.
fig. 138
A0A0108m
fig. 139
A0A0109m
Rijd niet met een geopend
Dashboardkastje: bij een
ongeval zou het klepje de passa- gier kunnen verwonden.
ATTENTIE
123
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 123
Page 126 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
124
PLAFONDVERLICHTING VOOR
(fig. 140)De plafondverlichting bestaat uit twee
lampjes met de bijbehorende schakelaar.
BELANGRIJK Als een portier wordt
geopend, gaat de plafondverlichting auto-
matisch gedurende ongeveer 3 minuten
branden en gaat vervolgens uit; als de
portieren worden gesloten (binnen deze 3
minuten), dan blijft de verlichting nog
ongeveer 7 seconden branden, zodat de
motor kan worden gestart. Als u met de afstandsbediening de por-
tieren ontgrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk met de volle sterkte bran-
den gedurende ongeveer 15 seconden.
Als u de portieren met de afstandsbedie-
ning vergrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk uit.
De interieurverlichting dooft als de con-
tactsleutel in stand MARwordt gezet (bij
gesloten portieren).
Als schakelaar ( A) in de middelste stand
(1) staat, dan gaan beide lampjes bran-
den als een portier wordt geopend.
Als u schakelaar ( A) naar links schuift
(stand 0), dan blijven de lampjes altijd uit
(stand OFF).
Als u schakelaar ( A) naar rechts schuift
(stand 2), dan blijven beide lampjes altijd
branden.
Met schakelaar (B) worden de lampjes
afzonderlijk ingeschakeld.
Als u schakelaar ( B) naar links schuift
(stand 0), gaat het linker lampje bran-
den. Als u de schakelaar naar rechts
schuift (stand 2), gaat het rechter lampje
branden.
Als u schakelaar ( B) in de middelste
stand schuift (stand 1), blijven de lampjes
uit. BELANGRIJK
Als u de contactsleutel
in stand STOP zet, kan de plafondver-
lichting nog 15 minuten ingeschakeld blij-
ven. Hierna gaat de verlichting uit om de
accu te sparen.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of beide schakelaars in de
middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlich-
ting doven na het sluiten van de portieren.
Als u vergeet om een portier te sluiten, zal
na enkele seconden de interieurverlichting
automatisch doven.
fig. 140
A0A0111m
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 124
Page 127 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
VERLICHTING ZONNEKLEP-
SPIEGEL
(fig. 141) (voor bepaalde uit-
voeringen/markten)
Aan de achterzijde van de zonnekleppen
aan bestuurders- en passagierszijde gaat,
als u het klepje (A) opent, de verlichting
(B) branden als de contactsleutel in de
stand MAR staat. Door de verlichting kan
het spiegeltje ook bij weinig licht gebruikt
worden.
BELANGRIJK Als u de contactsleutel
in stand STOP zet, kan de verlichting nog
15 minuten ingeschakeld blijven. Hierna
gaat de verlichting uit om de accu te spa-
ren. Het plafondlampje is voorzien van een
schakelaar met drie standen.
Als schakelaar ( A) in de middelste stand
(0) staat, gaat het plafondlampje bran-
den als een portier wordt geopend.
Als u de schakelaar naar rechts (stand
1 ) schuift, blijft de plafondverlichting
altijd gedoofd.
Als u de schakelaar naar links (stand 2)
schuift, blijft de plafondverlichting altijd
branden.
BELANGRIJK Als u de contactsleutel in
stand STOP zet, kan de plafondverlichting
nog 15 minuten ingeschakeld blijven.
Hierna dooft de verlichting om de accu te
sparen.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of schakelaar ( A) in de mid-
delste stand (0 ) staat. Op deze manier
dooft de plafondverlichting na het sluiten
van de portieren.
fig. 141
A0A1043m
fig. 142
A0A0113m
PLAFONDVERLICHTING ACH-
TER
(fig. 142)
BELANGRIJK Als een portier wordt
geopend, gaat de plafondverlichting auto-
matisch gedurende ongeveer 3 minuten
branden en gaat vervolgens uit; als de
portieren worden gesloten (binnen deze 3
minuten), dan blijft de verlichting nog
ongeveer 7 seconden branden, als hulp bij
het starten van de motor.
Als u met de afstandsbediening de por-
tieren ontgrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk met de volle sterkte bran-
den gedurende ongeveer 15 seconden.
Als u de portieren met de afstandsbedie-
ning vergrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk uit.
De interieurverlichting dooft als de con-
tactsleutel in stand MARwordt gezet (bij
gesloten portieren).
125
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 125
Page 128 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
126
DORPELVERLICHTING (fig. 143)
(voor bepaalde uitvoeringen/mark-
ten)
De verlichting (A) in de portieren gaat
branden als het portier wordt geopend,
ongeacht de stand van de contactsleutel.
BEWAKINGSLAMPJE (fig. 144)
Het lampje (A ) op het instrumentenpa-
neel gaat knipperen als de portieren zijn
vergrendeld (sleutel in stand STOPof uit-
genomen) en blijft rood knipperen, totdat
de portieren weer worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als de portieren of de
achterklep niet goed zijn gesloten, knip-
pert het bewakingslampje snel gedurende
4 seconden en vervolgens met de normale
snelheid.ASBAK VOOR EN AANSTEKER
(fig. 145)
Open het beschermklepje ( A), zodat de
asbak kan worden gebruikt.
Druk om de aansteker te gebruiken, als
de sleutel in stand MAR staat, knop (B)
in; na enige seconden springt de knop in
de beginstand en is de aansteker klaar
voor gebruik.
De asbak (C) kan uit de houder worden
getrokken om te worden geleegd of
schoongemaakt.
De opstelling van de aansteker ten
opzichte van de asbak is afhankelijk van
de uitvoering.
fig. 143
A0A0243m
fig. 144
A0A0005m
fig. 145
A0A0114m
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 126
Page 129 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
ASBAK ACHTER (fig. 146)
De achterpassagiers hebben de beschik-
king over twee verzonken asbakken.
Open de asbak in de richting van de pijl
om deze te gebruiken en druk de lip in om
de asbak te verwijderen.OPBERGVAK
(fig. 147)( voor bepaalde uit-
voeringen/markten )
Druk op het vak zoals is aangegeven
door de pijl om het vak te gebruiken.
fig. 146
A0A0115m
Controleer altijd of de
aansteker na het indruk-
ken ook uitschakelt.
fig. 147
A0A1045m
De aansteker wordt erg
heet. Gebruik de aanste-
ker voorzichtig en voorkom dat hij gebruikt wordt door kinderen:risico op brand en/of brandwon-den.
ATTENTIE
Gebruik de asbak niet alsprullenbak: papiertjes en
dergelijke kunnen door peuken in brand raken.
ATTENTIE
127
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 127
Page 130 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
128fig. 150
A0A0735m
PASJESHOUDER EN
BEKERHOUDER
(fig. 148)
(optional voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten)
Het dashboard is in het midden voorzien
van een pasjeshouder ( A) en een beker-
houder (B). Druk deze in, zoals is aange-
geven, zodat gebruik van deze voorzie-
ningen kan worden gemaakt.
fig. 148
A0A0116m
fig. 149
A0A1048m
OPBERGVAKKEN IN
TUNNELCONSOLE
(fig. 150)
Afhankelijk van de uitvoering kan de tun-
nelconsole bij de handrem voorzien zijn
van de volgende opbergmogelijkheden:
– opbergvakje ( A);
– beker/blikjeshouder ( B);
– sleuf voor magneetkaarten of tolpas-
sen (C);
– pennenvak (D);
– munthouder (E).
OPBERGVAK OP DASHBOARD
(fig. 149)Aan de linkerzijde van het dashboard is
op het deksel van de zekeringen- en
relaiskast een opbergvak (A ) aange-
bracht.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 128