Alfa Romeo Brera/Spider 2010 Instructieboek (in Dutch)
Page 221 of 263
219
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENBELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met spinnende wie-
len optrekken, harde contacten tussen banden
en stoepranden, kuilen en andere obstakels.
Het langdurig rijden op een slecht wegdek kan
de banden beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op scheuren
in de wangen en bulten of slijtplekken op het
loopvlak. Wend u zich in dit geval tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hier-
door kunnen de banden en de velgen ernstig
beschadigd worden; stop bij een lekke band on-
middellijk en vervang de band om verdere be-
schadiging van de band, de velg, de wielop-
hanging en de stuurinrichting te voorkomen;
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het
noodreservewiel, moet regelmatig, om de twee
weken en voor een lange rit, worden gecon-
troleerd: de bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning
toe; zie voor de juiste waarde van de banden-
spanning de paragraaf „Wielen” in het hoofd-
stuk „Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een
onregelmatige slijtage van de banden Afb. 14:
Ajuiste spanning: gelijkmatige slijtage van
het loopvlak.
Bte lage spanning: te grote slijtage aan de zij-
kanten van het loopvlak.
Cte hoge spanning: te grote slijtage in het
midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de pro-
fieldiepte van het loopvlak minder is dan
1,6 mm. Houd u zich echter altijd aan de voor-
schriften van het land waarin u rijdt.
A0G0120mAfb. 14
Banden verouderen, ook als ze weinig worden
gebruikt. Scheurtjes in het loopvlak en op de
wangen geven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar onder een au-
to gemonteerd zijn, moeten dan ook door een
specialist worden gecontroleerd. Dit geldt in het
bijzonder voor het noodreservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of banden,
waarvan de herkomst onbekend is.
Bij de montage van een nieuwe band moet ook
het ventiel vernieuwd worden; om een gelijke
slijtage van de banden op de vooras en de ach-
teras te verkrijgen, is het raadzaam de banden
om de 10 000/15 000 km van as te verwis-
selen. Hierbij moeten de banden aan dezelfde
zijde van de auto gemonteerd blijven, zodat
een omkering van de draairichting wordt voor-
komen.
Bedenk dat ook de weglig-
ging afhankelijk is van een
juiste bandenspanning.
OPGELET
Page 222 of 263
220
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Door een te lage spanning
wordt de band te warm,
waardoor de band ernstig kan wor-
den beschadigd.
OPGELET
Voer bij lichtmetalen velgen
geen spuitwerkzaamheden
uit die een temperatuur vereisen bo-
ven 50°C. De mechanische eigen-
schappen van de wielen kunnen
hierdoor in gevaar worden gebracht.
OPGELET
Verwissel de banden niet
kruislings – vervang de
banden links niet door die van rechts
en andersom.
OPGELET
RUITENWISSERS
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon met
een schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA
PROFESSIONAL SC 35aan. Vervang de
wisserbladen als het rubber vervormd of versle-
ten is. Het verdient aanbeveling ten minste één
maal per jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatregelen is
het mogelijk beschadigingen van het rubber
te voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder 0 °C is ge-
daald, moet gecontroleerd worden of er
geen ijs tussen wisserblad en ruit zit. Maak
de wissers zo nodig vrij met een anti-
vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte sneeuw
van de ruit: om de wisserbladen te be-
schermen en oververhitting van de ruiten-
wissermotor te voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers niet in op een
droge ruit.
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het rem- en
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de voor-
schriften van het „Onderhoudsschema” in dit
hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedurende
langere tijd ontbreken van vloeistof in een sys-
teem zorgen ervoor dat de slangen uitdrogen
en scheuren, waardoor het betreffende systeem
kan gaan lekken. Daarom is zorgvuldige con-
trole noodzakelijk.
Rijden met versleten rui-
tenwisserbladen is gevaar-
lijk, omdat hierdoor het zicht onder
slechte atmosferische omstandighe-
den aanzienlijk wordt beperkt.
OPGELET
Page 223 of 263
RUITENSPROEIERS
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan
eerst het niveau in het ruitensproeiertankje (zie
de paragraaf „Niveaus controleren” in dit hoofd-
stuk).
Controleer vervolgens of de ruitensproeier-
monden niet verstopt zijn. Deze kunnen zo no-
dig met een speld worden doorgeprikt.
De sproeiermonden van de ruitensproeiers moe-
ten op ongeveer 1/3 van de bovenkant van
de ruit worden gericht. Ruitenwisserbladen vervangen
Afb. 15
Aanwijzingen voor het losmaken van het
wisserblad:
– plaats de ruitenwisserarm Aomhoog van de
voorruit;
– draai het blad B90
°rond de pen Cop het
uiteinde van de arm;
– trek het blad van de pen C.
Aanwijzingen voor het plaatsen van het
wisserblad:
– plaats de pen Cin de opening in het midden
van het blad B;
– plaats de arm met het blad op de voorruit.
A0G0080mAfb. 15
KOPLAMPSPROEIERS
Controleer regelmatig of de koplampsproeiers
schoon en in goede staat zijn.
De koplampsproeiers schakelen automatisch in
als de ruitensproeiers worden ingeschakeld en
het dimlicht brandt.
221
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Page 224 of 263
222
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuittech-
nieken en lakproducten die de auto de be-
nodigde weerstand tegen roest en schu-
rende elementen verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbehan-
delde) plaatdelen met een hoge corrosie-
bestendigheid;
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: onder-
zijde van de portieren, binnenzijde van de
spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van „open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en binnen-
dringend water af te voeren, waardoor
roest van binnenuit wordt voorkomen;
❒het gebruik van speciale beschermende fo-
lie op de onderdelen die het meest aan cor-
rosie blootgesteld zijn (zoals achterste spat-
bord, etc.).
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroes-
ten van alle originele componenten van de car-
rosserie en van alle dragende delen gegaran-
deerd. Voor de specifieke voorwaarden van de-
ze garantie wordt verwezen naar de Service-
en garantiehandleiding.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid
(gebieden aan zee, warm en vochtig kli-
maat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen, zo-
als stoffige omgeving, opwaaiend zand, mod-
der en steenslag op de lak en de onderzijde
moet niet worden onderschat.
Alfa Romeo heeft voor uw auto de beste tech-
nologische oplossingen toegepast om de car-
rosserie efficiënt tegen roest te beschermen.
Page 225 of 263
223
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als u de
auto in een wastunnel wast, om te voor-
komen dat deze beschadigt;
❒spoel de auto eerst met een waterstraal on-
der lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons met een
oplossing van neutrale zeep; spoel daarbij
de spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water en
droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem.
Let bij het drogen vooral op de minder goed
zichtbare delen, zoals portiersponningen, mo-
torkap en achterklep, koplampbehuizingen,
waarin het water makkelijk kan blijven staan.
Het verdient aanbeveling de auto na het was-
sen niet onmiddellijk binnen te zetten, maar de
auto nog even buiten te laten staan, zodat wa-
terresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de motor-
kap nog warm is: de glans van de lak kan
afnemen.
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie
ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de lak-
laag, zoals krassen, onmiddellijk worden bij-
gewerkt om roestvorming te voorkomen. Het
bijwerken dient met de originele lak te worden
uitgevoerd (zie „Plaatje met informatie over de
carrosserielak” in het hoofdstuk „Technische
gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto beperkt
zich tot wassen, waarbij de frequentie afhan-
kelijk is van het gebruik van de auto en van
de omgeving. Het is raadzaam de auto vaker
te wassen in gebieden met een sterke lucht-
verontreiniging of bij het rijden over wegen met
strooizout.
Schoonmaakmiddelen ver-
ontreinigen het water. Daar-
om moet de auto bij voor-
keur worden gewassen op een plaats
waar het afvalwater direct wordt op-
gevangen en gezuiverd.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op de-
zelfde wijze worden gewassen als de gespoten
carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aangezien
harsdruppels bij langere inwerking de lak kun-
nen beschadigen, waardoor de kans op roest-
vorming wordt vergroot.
WAARSCHUWINGVogeluitwerpselen die-
nen zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agressieve
bestanddelen de lak kan beschadigen.
Page 226 of 263
224
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten
een daarvoor geschikt schoonmaakmiddel.
Gebruik een schone, zachte doek om krassen
en beschadigingen te voorkomen.
WAARSCHUWINGLet er bij het schoon-
maken van de binnenzijde van de achterruit op
dat de elektrische weerstandsdraden van de
achterruitverwarming niet worden beschadigd.
Veeg voorzichtig in de richting van de draden.Koplampen
Gebruik voor het reinigen van de koplampen
een zachte vochtige doek met water en au-
toshampoo.
WAARSCHUWING Als de koplampglazen
met een droge doek worden gereinigd, kan
dit krassen veroorzaken, waardoor de presta-
ties achteruitgaan. Door het gebruik van op-
losmiddelen worden de koplampglazen dof,
waardoor de prestaties achteruitgaan.
WAARSCHUWINGAls de koplampglazen
worden gereinigd met een waterstraal, houd
deze dan op ten minste 2 cm van de lamp-
glazen.Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte na
het winterseizoen zorgvuldig te laten uitspui-
ten. Hierbij mag de waterstraal niet direct op
de elektronische regeleenheden worden gericht.
Laat deze werkzaamheden verzorgen door een
gespecialiseerd bedrijf.
WAARSCHUWINGVoor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel zijn uit-
genomen en de motor koud zijn. Controleer na
het reinigen of de verschillende beschermingen
(rubber kappen, deksels enz.) nog op hun
plaats zitten en niet beschadigd zijn.
Page 227 of 263
De stoffen bekleding van uw
auto is langdurig bestand te-
gen slijtage die ontstaat bij
een normaal gebruik van de auto. He-
vig en/of langdurig wrijven met kle-
dingaccessoires zoals metalen gespen,
sierknopen en klittenbandsluitingen,
moet echter absoluut worden verme-
den omdat hierdoor grote druk ontstaat
op een bepaalde plek op de bekleding,
waardoor deze plek kan slijten en de
bekleding beschadigd wordt.
225
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloerbe-
dekking geen water is blijven staan (dooiwa-
ter van sneeuwresten aan schoenen, lekken-
de paraplu's enz.), waardoor roestvorming op
de bodem veroorzaakt zou kunnen worden.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of een
stofzuiger. Voor een nog betere reiniging van
de stoffen bekleding raden wij u aan de borstel
vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons en
een oplossing van water en neutrale zeep.
LEREN STOELEN
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Verwijder droog vuil met een zeemleer of een
iets vochtige doek, zonder hard te drukken.
Verwijder vochtige vlekken of vet met een dro-
ge en absorberende doek; maak geen wrijven-
de beweging. Behandel de plek vervolgens met
een doek of zeem bevochtigd met water en een
neutrale zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is, behandel
de vlek dan met een speciaal schoonmaak-
middel, waarbij de instructies op de verpakking
strikt moeten worden opgevolgd.
WAARSCHUWINGGebruik nooit alcohol.
Controleer bovendien of de gebruikte schoon-
maakmiddelen geen alcohol of daarvan afge-
leide producten bevatten, ook niet in geringe
hoeveelheden.
Page 228 of 263
226
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
STOEL/POOKKNOP
VAN ECHT LEER
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Reinig deze componenten uitsluitend met wa-
ter en neutrale zeep. Gebruik nooit alcohol of
producten op basis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt voor het
reinigen van de interieurdelen, moet u eerst de
aanwijzingen op het etiket van het product le-
zen en controleren of het geen alcohol en/of
substanties op basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit met spe-
ciaal daarvoor bestemde producten, druppels
op het leer van het stuurwiel of de pookknop
terechtkomen, moeten deze onmiddellijk wor-
den verwijderd en het betreffende gebied met
water en neutrale zeep worden afgenomen.
WAARSCHUWINGWees zeer voorzichtig
als een vergrendeling om het stuur wordt aan-
gebracht om beschadiging van de lederen stuur-
bekleding te voorkomen.Gebruik nooit ontvlamba-
re producten zoals petro-
leum of wasbenzine voor het reini-
gen van de interieurdelen van de au-
to. De elektrostatische lading die tij-
dens het reinigen door het wrijven
ontstaat, kan brand veroorzaken.
OPGELET
Bewaar nooit spuitbussen
in de auto: ontploffingsge-
vaar. Spuitbussen mogen niet wor-
den blootgesteld aan temperaturen
boven 50 °C. In de zomer kan de
temperatuur in het interieur ver bo-
ven deze waarde oplopen.
OPGELET
KUNSTSTOF
INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieurdelen
te reinigen met een doek bevochtigd met wa-
ter en een neutrale zeep zonder schuurmiddel.
Voor het verwijderen van vet- of hardnekkige
vlekken moeten speciale schoonmaakmidde-
len zonder oplosmiddelen worden gebruikt, die
geschikt zijn voor het reinigen van kunststof en
die het visuele effect en de kleur van de com-
ponenten niet wijzigen.
WAARSCHUWINGGebruik nooit alcohol
of benzine om het glas van het instrumenten-
paneel of andere kunststof onderdelen schoon
te maken.
Page 229 of 263
227
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
T T
E E
C C
H H
N N
I I
S S
C C
H H
E E
G G
E E
G G
E E
V V
E E
N N
S S
IDENTIFICATIEGEGEVENS ................................................ 228
MOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN ................. 230
MOTOR ....................................................................... 231
BRANDSTOFSYSTEEM .................................................... 232
TRANSMISSIE ............................................................... 232
REMMEN..................................................................... 233
STUURINRICHTING........................................................ 233
WIELOPHANGING.......................................................... 233
WIELEN....................................................................... 234
AFMETINGEN ................................................................ 239
PRESTATIES .................................................................. 240
GEWICHTEN ................................................................. 241
VULLINGSTABEL ............................................................ 242
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN ................................ 243
BRANDSTOFVERBRUIK ................................................... 245
CO
2-EMISSIE ................................................................ 246
RADIOGOLF-AFSTANDSBEDIENING:
MINISTERIËLE GOEDKEURINGEN...................................... 247
Page 230 of 263
228
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENTYPEPLAATJE
Dit bevindt zich in de motorruimte nabij de bo-
venste bevestiging van de rechter schokdem-
per geplaatst en bevat de volgende gegevens:
A.Ruimte gereserveerd voor nummer natio-
nale typegoedkeuring
B.Ingeslagen chassisnummer
C.Ruimte gereserveerd voor vermelding van
maximaal toelaatbare gewichten volgens
de nationale wetgeving
IDENTIFICATIEGEGE
VENS
Het verdient aanbeveling kennis te nemen van
de identificatiegegevens van de auto. De iden-
tificatiegegevens zijn ingeslagen of aangebracht
op plaatjes en bevinden zich op de volgende
plaatsenAfb. 1:
1– Typeplaatje
2– Carrosseriecode
3– Identificatieplaatje carrosserielak
4– Motorcode.D.Ruimte gereserveerd voor motortype, uit-
voering en eventuele aanvullende gegevens
E.Ruimte gereserveerd voor correctiewaar-
de voor de uitlaatrookgasmeting (alleen
dieseluitvoeringen)
F.Ingeslagen fabrikantnaam.
A0G0286mAfb. 1A0G0013mAfb. 2