airbag Alfa Romeo Brera/Spider 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: Brera/Spider, Model: Alfa Romeo Brera/Spider 2010Pages: 263, PDF Size: 3.91 MB
Page 9 of 263
7
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
A0G0056m
Afb. 1
1.Verstelbare en richtbare uitstroomopeningen aan zijkant – 2.Uitstroomopeningen voor ontwasemen/ontdooien zijruiten voor –
3.Bedieningshendel buitenverlichting – 4.Instrumentenpaneel – 5.Airbag bestuurderszijde en claxon – 6.Bedieningshendel ruitenwissers –
7.Verstelbare uitstroomopening in het midden – 8.Middelste verstelbare en regelbare uitstroomopeningen 9.Brandstofmeter/motortempera-
tuurmeter/motorolietemperatuurmeter (benzine-uitvoering) of turbodrukmeter (dieseluitvoeringen) – 10.Airbag passagierszijde – 11.Knie-air-
bag passagierszijde (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) – 12.Dashboardkastje – 13.Autoradio – 14.Bedieningsorganen klimaatre-
geling – 15. START/STOP-knop voor starten van motor – 16.Startsysteem – 17.Knie-airbag bestuurderszijde – 18.Bedieningsorganen
op stuur voor autoradio (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) – 19.Bedieningshendel Cruise Control (voor uitvoeringen/markten, waar
voorzien) – 20.Hendel motorkapontgrendeling – 21.Klep voor zekeringen- en relaiskast onder dashboard – 22.Schakelaargroep buitenver-
lichting, op nul zetten dagteller en koplampverstelling.
Page 14 of 263
WAARSCHUWING Laat de elektronische
sleutel niet vallen: dit kan beschadigingen ver-
oorzaken.
WAARSCHUWINGDe frequentie van de
afstandsbediening kan gestoord worden door
radiogolven van niet aan de auto gebonden ap-
paratuur (bijv. mobiele telefoons, 27 MC-ap-
paratuur enz.). In dat geval kan de afstands-
bediening onjuist werken.
In de elektronische sleutel Afb. 6 bevindt zich
bovendien een metalen baard A; deze kan wor-
den uitgeklapt door op knop B te drukken.
Met de metalen baard kunnen worden bediend:
❒het centraal ver-/ontgrendelen van de por-
tieren via het bestuurdersportierslot (als de
accu leeg is, wordt alleen het bestuurder-
sportier ontgrendeld);
❒de ruiten openen/sluiten;
❒de schakelaar (voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien) voor het uitschakelen van
de airbag voor en voor de knieën (voor uit-
voeringen/markten, waar voorzien) aan
de passagierszijde;
❒het safe lock-systeem (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien);
❒de noodontgrendeling van de elektronische
sleutel van het startsysteem.Batterij van de elektronische sleutel
vervangen
Als op een van de knoppen
Ë,Áof`
wordt gedrukt en het commando wordt gewei-
gerd of niet uitgevoerd, kan het nodig zijn de bat-
terij door een nieuwe gelijkwaardige, in de nor-
male handel verkrijgbare, batterij te vervangen.
Druk, om er zeker van te zijn dat de batterij moet
worden vervangen, op de knoppen
Ë,Áof
`van een andere elektronische sleutel.
Als de bagageruimte wordt vergrendeld, wor-
den de controlefuncties weer uitgevoerd en
knipperen de richtingaanwijzers 1 keer.
12
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0022mAfb. 6
Laat de elektronische sleu-
tel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand (dit
geldt in het bijzonder voor kinderen)
per ongeluk op de knop B-Afb. 6
drukt.
OPGELET
A0G0021mAfb. 7
Page 119 of 263
117
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
, ,
V V
E E
I I
L L
I I
G G
H H
E E
I I
D D
VEILIGHEIDSGORDELS....................................... 118
SBR-SYSTEEM ................................................. 118
GORDELSPANNERS............................................ 119
KINDEREN VEILIG VERVOEREN ............................ 122
FRONTAIRBAGS................................................ 126
ZIJ-AIRBAGS (sidebag)...................................... 130
Page 124 of 263
122
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
De resultaten van het onderzoek over de opti-
male bescherming van kleine kinderen zijn op-
genomen in de Europese ECE/R44-voorschrif-
ten die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn
onderverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht: tot 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke overlapping
tussen de groepen; daarom zijn er in de han-
del systemen verkrijgbaar die geschikt zijn voor
verschillende gewichtsgroepen.
Alle systemen moeten zijn voorzien van de
typegoedkeuring en van een goed vastgehecht
plaatje met het controlemerk, dat absoluut niet
mag worden verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer dan 1,50 m
worden, met betrekking tot de veiligheids-
systemen, gelijkgesteld met volwassenen en
moeten dan ook normaal de veiligheidsgor-
dels omleggen.In Lineaccessori Alfa Romeo zijn kinderzitjes op-
genomen voor elke gewichtsgroep. Wij raden
het gebruik van deze kinderzitjes aan, omdat
ze speciaal zijn ontworpen en ontwikkeld voor
de modellen van Alfa Romeo.KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moe-
ten alle inzittenden zittend reizen en beschermd
worden door goedgekeurde veiligheidssyste-
men. Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn
2003/20/EU in alle lidstaten van de
Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding
met de rest van het lichaam groter en zwaar-
der dan dat van volwassenen, terwijl spieren
en botstructuur nog niet volledig zijn ontwik-
keld. Daarom moeten kleine kinderen door an-
dere systemen beschermd worden dan door de
veiligheidsgordels.
Monteer absoluut geen kin-
derzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de air-
bag aan passagierszijde is inge-
schakeld. Als de airbag bij een on-
geval in werking treedt, kan dit ern-
stig letsel en zelfs de dood tot ge-
volg hebben, ongeacht de zwaarte
van het ongeluk.
OPGELET
Page 125 of 263
123
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENGROEP 0 / 0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes wor-
den vervoerd die achterstevoren Afb. 5zijn
geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt ge-
steund en bij plotseling remmen de nek niet
wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden gehou-
den door de veiligheidsgordel, zoals in de af-
beelding is aangegeven, en het kind moet op
zijn beurt worden beschermd door de gordel van
het wiegje zelf.
ZEER GEVAARLIJK Als het
absoluut noodzakelijk is
een kind op de passagiers-
stoel voor te vervoeren, in
een kinderzitje dat achter-
stevoren is geplaatst, moeten de air-
bags aan passagierszijde (frontair-
bag, knie-airbag, waar voorzien, en
zij-airbags) met de sleutelschakelaar
worden uitgeschakeld (voor uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien).
Controleer de uitschakeling met be-
hulp van het lampje
Fop het pa-
neel van het plafondlampje voor (zie
paragraaf „Frontairbag aan passa-
gierszijde”). Bovendien moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren
zijn geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in aanra-
king komt met het dashboard.
OPGELET
A0G0106mAfb. 5
De afbeeldingen dienen
alleen ter illustratie
van de bevestiging. Houdt u
voor de montage van het kin-
derzitje aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren. Er zijn
ook kinderzitjes met Isofix-
beugels die stevig aan de stoel
kunnen worden bevestigd,
zonder gebruik te maken van
de veiligheidsgordels van de
auto.
OPGELET
Afb. 6
GROEP 1 Afb. 6
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg
moeten in de rijrichting worden vervoerd.
Page 128 of 263
126
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
❒controleer altijd of de gordel niet langs de
nek van het kind loopt;
❒zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen
afwijkende houding aanneemt of de gor-
dels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit in uw armen, ook
geen pasgeboren kinderen. Niemand is
sterk genoeg om ze bij een ongeval vast
te kunnen houden;
❒na een ongeval moet het zitje door een
nieuw exemplaar worden vervangen. Hierna zijn de richtlijnen voor een vei-
lig vervoer van kinderen aangegeven:
❒als de frontairbag aan passagierszijde bui-
ten werking wordt gesteld, moet er altijd
worden gecontroleerd of de airbag daad-
werkelijk is uitgeschakeld: het betreffende
lampje
Fmoet continu branden;
❒houd u zich bij de montage van het kin-
derzitje strikt aan de instructies. De fabri-
kant is verplicht deze instructies bij te le-
veren. Bewaar de instructies samen met
het instructieboekje in de auto. Monteer
geen gebruikte kinderzitjes waarvan de ge-
bruiksaanwijzingen ontbreken;
❒controleer of de gordels goed zijn vastge-
maakt door aan de gordelband te trekken;
❒ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor
slechts één kind: vervoer nooit twee kin-
deren in een systeem;
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met meertraps-frontairbags
(„Smart bags”) aan bestuurders- en passa-
gierszijde en knie-airbags aan bestuurders- en
passagierszijde (voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien).
„SMARTBAGS”
(MEERTRAPS-
FRONTAIRBAGS)
De frontairbags (bestuurder en passagier) en
de knie-airbags (bestuurder en passagier) be-
schermen de inzittende en treden onmiddel-
lijk in werking bij een middelzware frontale bot-
sing; hierbij wordt een luchtkussen tussen de
inzittende en het stuurwiel of het dashboard
opgeblazen.
Bij een botsing regelt een elektronische rege-
leenheid zo nodig dat de kussens onmiddellijk
opblazen, waardoor het lichaam van de inzit-
tenden wordt opgevangen en de kans op letsel
beperkt wordt. De kussens lopen onmiddellijk
leeg.
Page 129 of 263
127
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
De frontairbags (bestuurder en passagier) en de
knie-airbag (bestuurder en passagier) zijn geen
vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-
vendien is het dragen van veiligheidsgordels wet-
telijk verplicht in Europa en in de meeste landen
daarbuiten.
Bij een ongeval kan een inzittende die geen
veiligheidsgordel heeft omgelegd, in contact ko-
men met een airbag die nog niet volledig op-
geblazen is. Hierdoor wordt de inzittende min-
der door de airbag beschermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de vol-
gende gevallen niet worden geactiveerd:
❒bij frontale botsingen, met een ander deel
van de auto dan de voorkant, tegen mak-
kelijk vervormbare objecten (bijvoorbeeld als
het voorspatbord tegen de vangrail komt);
❒als de auto onder andere auto's of veilig-
heidsvoorzieningen schuift (bijvoorbeeld
onder vrachtwagens of de vangrail);
❒omdat geen enkele aanvullende bescherming
wordt geboden op de veiligheidsgordels. Als
de airbags in deze gevallen niet geactiveerd
worden, betekent dit niet dat het systeem
niet goed functioneert.
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in
een daarvoor bestemde ruimte in het midden
van het stuur is geplaatstAfb. 9.
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met
een groter volume dan dat aan bestuurderszij-
de. Het kussen is in een daarvoor bestemde
ruimte in het dashboard Afb. 10 geplaatst.
Plaats geen stickers of an-
dere objecten op het stuur-
wiel, op het deksel van de airbag aan
passagierszijde of op de zijkant van
de hemelbekleding. Plaats geen voor-
werpen op het dashboard aan de
passagierszijde (bijv. een mobiele te-
lefoon), omdat deze het correct ope-
nen van de airbag aan passagierszij-
de kunnen hinderen en de inzittenden
ernstig kunnen verwonden.
OPGELET
A0G0077mAfb. 9A0G0078mAfb. 10
Page 130 of 263
128
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Monteer absoluut geen kin-
derzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de fron-
tairbag aan passagierszijde is inge-
schakeld. Als bij een ongeval de air-
bag in werking treedt (opblaast),
kan dit ernstig letsel en zelfs de
dood tot gevolg hebben.
OPGELET
Als de passagiersairbags
(front, knie (voor uitvoerin-
gen/markten,waar voor-
zien) zij-airbags) bij de auto
kunnen worden uitgescha-
keld, moeten deze worden uitge-
schakeld als er een kinderzitje op de
voorstoel wordt gemonteerd.
Bovendien moet de passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Ook als
het niet wettelijk is verplicht, raden
wij u aan de airbag onmiddellijk
weer in te schakelen zodra er geen
kinderen meer worden vervoerd,
voor een optimale bescherming van
de volwassenen.
OPGELET
KNIE-AIRBAG
BESTUURDERS- EN
PASSAGIERSZIJDE
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Deze bestaan uit een snel opblazend kussen in
een ruimte onder het stuur aan de bestuur-
derszijdeAfb. 11en onder het dashboard aan
de passagierszijde Afb. 12. Deze airbags bie-
den een extra bescherming bij een frontale aan-
rijding.
A0G0079mAfb. 11
A0G0092mAfb. 12
Page 131 of 263
129
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENHANDMATIG
UITSCHAKELEN
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE, KNIE
PASSAGIERSZIJDE
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
EN DE ZIJ-AIRBAG AAN DE
PASSAGIERSZIJDE
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de
passagiersstoel vóór te vervoeren, moeten de
frontairbag en de knie-airbag (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) aan passagiers-
zijde en de zijairbags worden uitgeschakeld. De airbags worden uitgeschakeld als de elek-
tronische sleutel uit het startsysteem is verwij-
derd, via de sleutelschakelaar (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) op het rechter-
uiteinde van het dashboard Afb. 13. De scha-
kelaar kan alleen worden bereikt als het por-
tier is geopend. Als het portier is geopend, kan
de metalen baard van de sleutel in beide stan-
den uit de sleutelschakelaar worden gehaald of
erin worden gestoken.
WAARSCHUWINGBedien de schakelaar
alleen als de motor is uitgezet en de contact-
sleutel is uitgenomen.
De sleutelschakelaar kan in twee standen wor-
den gezet:
❒frontairbag, knie-airbag (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) en zijair-
bags passagierszijde ingeschakeld (stand
ON
P): het lampje Fop het paneel
van het plafondlampje is uit; het is abso-
luut verboden kinderen op de voorstoel
te vervoeren;
❒frontairbag, knie-airbag (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) en zijair-
bags passagierszijde ingeschakeld (stand
OFF
F): het lampje Fop het paneel
van het plafondlampje brandt; kinderen
kunnen op de voorstoel worden vervoerd
als zij beschermd worden met een daar-
voor bestemd systeem.
A0G0062mAfb. 13
Het lampje Fop het paneel van het pla-
fondlampje blijft constant branden, totdat de
airbags aan passagierszijde weer worden in-
geschakeld.
Page 132 of 263
130
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ZIJ-AIRBAGS
(sidebag)
De auto is uitgerust met zij-airbags voor (sidebags
voor) aan bestuurders- en aan passagierszijde
voor bescherming van borst-bekken.
De zij-airbags beschermen de inzittenden bij
middelzware en zware zijdelingse aanrijdingen,
door het opblazen van een luchtkussen tussen
de inzittende en de interieurdelen aan de zij-
kant van de auto.
Als de zij-airbags niet worden geactiveerd bij
andere soorten botsingen (frontaal, van achter,
over de kop slaan enz.), betekent dit niet dat
het systeem niet goed functioneert.
Bij een zijdelingse aanrijding zorgt de centrale
regeleenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-
sen opblaast. Het kussen blaast onmiddellijk op,
waardoor het lichaam van de inzittenden wordt
opgevangen en de kans op letsel wordt beperkt.
Direct daarna loopt het kussen weer leeg.
De zij-airbags vervangen de veiligheidsgordels
niet, maar zijn een aanvulling op de gordels;
draag dus altijd gordels. Dit is bovendien wet-
telijk verplicht in Europa en in veel landen bui-
ten Europa.
ZIJ-AIRBAGS VOOR
BESCHERMING BORST-
BEKKEN (SIDEBAGS)
Deze bestaan uit twee snel opblaasbare type
kussens in de rugleuning van de voorstoelen
Afb. 14 ; deze kussens beschermen de borst
en het bekken van de inzittenden bij een flank-
botsing met een bepaalde omvang.
WAARSCHUWINGAls de airbag in werking
treedt, ontsnapt een beetje rook. Deze rook is
niet schadelijk en duidt niet op brand; boven-
dien kan het oppervlak van het opgeblazen kus-
sen en het interieur van de auto bedekt zijn met
een laagje poeder: dit poeder kan de huid en
de ogen irriteren. Als u hiermee in aanraking
bent gekomen, moet u zich met neutrale zeep
en water wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnische lading
en die van het spiraalmechanisme zijn vermeld
op het betreffende plaatje op het bestuurder-
sportier. Wend u zich voor het verstrijken van de-
ze termijnen het systeem tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk voor de vervanging.
A0G0093mAfb. 14