Alfa Romeo Giulia 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 181 of 204

DIEFSTALBEVEILIGING
Het systeem is uitgerust met een
diefstalbeveiliging die gebaseerd is op
informatie-uitwisseling met de
elektronische regeleenheid (Body
Computer) in het voertuig.
Dit garandeert maximale veiligheid en
voorkomt dat elke keer dat de
stroomvoorziening uitvalt, de geheime
code opnieuw ingevoerd moet worden.
Als de controle een positief resultaat
oplevert, dan begint het systeem te
werken. Als de codes bij de vergelijking
echter niet overeenkomen of als de
elektronische regeleenheid (Body
Computer) wordt vervangen, dan zal het
systeem de gebruiker vragen om de
geheime code in te voeren op de manier
die in de volgende paragraaf is
beschreven.
De geheime code invoeren
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, toont het display, als de
code wordt gevraagd, het opschrift
"Diefstalbeveiligingscode invoeren
a.u.b.", gevolgd door een scherm met een
toetsenbord waarmee de geheime code
kan worden ingevoerd.
De geheime code bestaat uit vier cijfers
van 0 t/m 9: draai voor het invoeren van
het eerste cijfer van de code aan de
rechter Roterende Knop en druk deze inom te bevestigen.
Na het invoeren van het vierde cijfer, de
cursor op "OK" zetten en de Roterende
knop indrukken: het systeem begint te
werken.
Als er een verkeerde code is ingevoerd,
geeft het systeem "Code verkeerd" weer
om de gebruiker te laten weten dat de
juiste code ingevoerd moet worden.
Na 3 mislukte invoerpogingen, verschijnt
op het display "Code verkeerd. Radio
geblokkeerd. 30 min. wachten a.u.b.". Als
dit opschrift is verdwenen, kan de code
opnieuw worden ingevoerd.
Paspoort autoradio
Dit document is het eigendomsbewijs van
het systeem. In het paspoort van de
autoradio staan het model, het
serienummer en de geheime code
aangegeven.
Neem, in geval van zoekraken van het
paspoort van de autoradio, contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk,
neem uw identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van uw auto mee.
BELANGRIJK Bewaar dit
autoradiopaspoort op een veilige plek,
zodat bij diefstal van het systeem de
betreffende informatie aan de bevoegde
instanties gegeven kan worden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Kijk alleen naar het scherm wanneer dit
nodig en veilig is. Als u langere tijd naar
het scherm moet kijken, ga dan de weg af
en parkeer op een veilige plek, zodat u
niet tijdens het rijden wordt afgeleid.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem in geval van een storing.
Anders kan het systeem beschadigd
raken. Neem zo snel mogelijk contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
het systeem te laten repareren.
179

Page 182 of 204

BELANGRIJK
161)Volg onderstaande
veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond raken
of kan het systeem beschadigd raken.
162)Als het volume te hoog staat, kan dat
gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat
omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog
hoorbaar zijn.
BELANGRIJK
75)Maak het frontpaneel en het display
alleen schoon met een zachte, schone, droge,
anti-statische doek. Reinigings- en
polijstmiddelen kunnen het oppervlak
beschadigen. Gebruik geen alcohol of
dergelijke producten om het paneel of het
display schoon te maken.
76)Gebruik het display niet als basis voor
steunen met zuignappen of kleefmiddelen
voor externe navigatiesystemen,
smartphones of dergelijke apparaten.
180
MULTIMEDIA

Page 183 of 204

BEDIENINGSELEMENTEN
BEDIENINGEN OP DE TUNNEL
Samenvattende tabel knoppen op de tunnelconsole
ON/OFF-knop en Volume (1)
Actie Functie
LANGE DRUK Schakelt het Connectsysteem in of uit.
ROTATIE Rechtsom
neemt het volume toe, linksom neemt het volume af.
KORTE DRUKAls het systeem uit is, wordt deze ingeschakeld.
In Radio-modus: activeert/deactiveert de Mute-functie.
In Media-modus: activeert play/pauze.
VERPLAATSING OPZIJIn Radio-modus: selecteer rechts het volgende radiostation, links het
vorige radiostation.
In Media-modus: selecteer rechts de volgende track, links de vorige
track.
15811036S0015EM
181

Page 184 of 204

Toets OPTION (2)
Door op de toets “Option” te drukken, terwijl in de modus (“RADIO”, “MEDIA”, “TELEFOON”, “NAVIGATIE”), gaat u naar het scherm
“Instellingen” van de modus zelf, door er opnieuw op te drukken komt u terug in de modus die u daarvoor geselecteerd had.
Rotary Pad (3)
Actie Functie
ROTATIEIn de menu’s: schuiflangs de menu-items.
In Navigatie-modus (waar aanwezig): zoomfinctie in de kaarten.
DRUK In de menu’s: bevestig de selectie.
VERPLAATSEN NAAR RECHTS KORTIn de menu’s: toegang tot het submenu van de geselecteerde functie.
In Navigatie-modus (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken: om
zich op de kaart naar rechts te verplaatsen.
VERPLAATSEN NAAR LINKS KORTIn de menu’s: terug naar het vorige menu, functie Esc.
In Navigatiemodus (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken: om
zich op de kaart naar links te verplaatsen.
VERPLAATSEN OMHOOG KORTIn de menu’s: gaat naar het menu Multitasking en verlaat de
voorselectiebalk.
In de modus Navigatie (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken:
om zich op de kaart omhoog te verplaatsen.
VERPLAATSEN OMLAAG KORTActiveert de voorselectie radio.
In de menu’s: ga de voorselectiebalk binnen en verlaat het menu
Multitasking.
In Navigatiemodus (waar aanwezig), in de functie Kaart ontdekken: om
zich op de kaart omlaag te verplaatsen.
182
MULTIMEDIA

Page 185 of 204

Toets MENU (4)
Toegang tot hoofdmenu.
15911036S0060EM
183

Page 186 of 204

BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL
BESCHRIJVING
De bedieningselementen voor de belangrijkste functies van het systeem bevinden zich op het stuurwiel, om het systeem
gemakkelijker te kunnen bedienen.
De inschakeling van de gekozen functie is in sommige gevallen afhankelijk van hoelang de knop wordt ingedrukt (kort indrukken of
ingedrukt houden) zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
SAMENVATTENDE TABEL KNOPPEN AAN HET STUUR
Toets(1)
Actie Functie
KORTE DRUKIn Radio-modus: selecteer hetvolgende radiostation.
In Media-modus: selecteer de volgende track.
LANGE DRUKIn Radio-modus: scan van de hogere frequenties totdat de knop wordt
losgelaten.
In Media-modus: snel vooruitspoelen van track.
16011046S0001EM
184
MULTIMEDIA

Page 187 of 204

Toets(2)
Actie Functie
KORTE DRUKIn Radio-modus: selecteer hetvorige radiostation.
In Media-modus: selecteer de vorige track.
LANGE DRUKIn Radio-modus: scan van de lagere frequenties totdat de knop wordt
losgelaten.
In Media-modus: snel achteruit spoelen van track.
Toets spraakbediening (3)
Actie Functie
KORTE DRUK Activering spraakbediening
LANGE DRUK Onmiddellijke afsluiting spraaksessie.
Telefoontoets (4)
Antwoord/afsluiten oproep of opsommen van de recente oproepen.
Volumebediening (5)
Actie Functie
ROTATIEomhoog: het volume neemttoe.
Omlaag: het volume neemt af.
KORTE DRUKIn Radio-modus: activeert/deactiveert de Mute-functie.
In Media-modus: activeert play/pauze.
185

Page 188 of 204

INLEIDING
Het systeem kan weer worden
ingeschakeld met de Roterende Knop.
Draai eraan om door de menu's te
navigeren, druk erop om de selecties te
activeren/bevestigen, duw hem naar links
om terug te gaan naar het vorige scherm.
RADIOMODUS
Als het gewenste radiostation eenmaal is
geselecteerd op het display
fig. 161 wordt de volgende informatie
weergegeven:
1 - bedieningsbalk:
Favorietenlijst;
Volgende;
Vorige;
Lijst stations;
Handmatig zoeken;
Frequentieband.
2 - naam van het beluisterde radiostation
en het symbool favorieten, als het station
is opgeslagen in die lijst;
3 - logo van de actieve frequentieband;
4 - type uitgezonden programma;
5 - frequentie beluisterd radiostation;
6 - het preselectienummer (als het
ingeschakelde stationopgeslagen is).Audio
Via het “Audio”-menu, in het menu Opties
(toets Option), kunt u de volgende
afstellingen verrichten:
Lage tonen;
Hoge tonen;
Middentonen;
Balans/Fader;
Op snelheid geregeld volume;
Surround geluid;
AUX Volume Compensatie;
Instellingen herstellen.
16111056S0006EM
186
MULTIMEDIA

Page 189 of 204

MEDIA-MODUS
BELANGRIJK Toepassingen die gebruikt
worden op draagbare apparaten kunnen
mogelijk niet compatibel zijn met het
Connect systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde MEDIA
fig. 162 -modus, de knoppen
/kort
indrukken om het vorige/volgende
nummer af te spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel vooruit/achteruit te spoelen.
Bluetooth® BRON
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer de Bluetooth®
ondersteuning;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
door te draaien aan en te drukken op deRoterende Knop in het hoofdmenu
(MENU-knop).
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele telefoon
als de Bluetooth®-verbinding tussen
mobiele telefoon en systeem wordt
verbroken.
16211066S0002EM
187

Page 190 of 204

ONDERSTEUNING
USB/iPod/AUX
Er kunnen maximaal drie USB-poorten
zijn, eentje onder het controlepaneel van
de airconditioning, eentje in het
handschoenenkastje in het tunnelconsole
en eentje (alleen opladen) onder de
ventilatie achter het tunnelconsole. Een
AUX-contact in het handschoenenkastje
in het tunnelconsole.
TELEFOONMODUS
TELEFOONmodus kan worden
geactiveerd vanuit het hoofdmenu
(MENU-knop) door aan de Roterende
knop te draaien en erop te drukken.
Het volgende scherm wordt op het
display weergegeven fig. 163:
Recente gesprekken;
Favorieten;
Contacten;
Kies;
met telefoongesprek in gang:
Uitschakelen microfoon;
Einde oproep.
BELANGRIJK Het geluid van de mobiele
telefoon wordt over het audiosysteem
van het voertuig uitgezonden: het
systeem schakelt automatisch het geluid
van het autosysteem uit wanneer de
TELEFOONfunctie wordt gebruikt.BELANGRIJK Voor compatibele mobiele
telefoonlijst en ondersteuningsoperaties
kunt u contact opnemen met
Klantenservice 00 800 0 426 5337.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
Druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer het Bluetooth®-apparaat;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
wanneer de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
16311106S0002EM
188
MULTIMEDIA

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 next >