Alfa Romeo Giulietta 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 181 of 288

NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in
gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen
u helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen
dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis telefoonnummer
00 800 2532 4200 bellen om het
dichtstbijzijnde Alfa Romeo Servicepunt
te vinden.DE MOTOR STARTEN ....................178
EEN WIEL VERVANGEN .................179
"FIX&GO AUTOMATIC" KIT .............185
EEN LAMP VERVANGEN ................188
BUITENLAMPEN VERVANGEN .......191
LAMPEN BINNENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................194
ZEKERINGEN VERVANGEN ............196
ACCU OPLADEN ............................205
OPHEFFEN VAN HET VOERTUIG ...205
SLEPEN VAN DE AUTO ..................206
177

Page 182 of 288

DE MOTOR STARTEN
Neem onmiddellijk contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwetwerk als
het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel continu blijft
branden.
STARTEN MET
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor
gestart worden met een hulpaccu met
dezelfde of een iets hogere capaciteit
dan de lege accu.
24) 25)112)
Ga als volgt te werk om te starten:
❒verbind de plusklem (+) fig. 138 van
de hulpaccu alleen op het door de
pijl aangegeven punt van de
autoaccu (OK-aanduiding) en
nergens anders;
❒sluit met een tweede startkabel de
minklem(−)vandehulpaccu aan
op een massapunt
op de motor of
de versnellingsbak/transmissie van
de auto die gestart moet worden;
❒start de motor, maak als de motor
gestart is, de kabels in omgekeerde
volgorde los.Lees voor versies met het Start&Stop
systeem, in geval van starten met
een hulpaccu, de paragraaf
“Start&Stop systeem” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, contact opnemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten door
de auto te duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden.
BELANGRIJK
24) Verbind de minklemmen van de
twee accu’s niet rechtstreeks met
elkaar! Als de hulpaccu in een
ander voertuig is gemonteerd,
vermijden dat er per ongeluk
contact gemaakt wordt tussen de
metalen delen van beide
voertuigen.
25) Gebruik nooit een accusnellader
om de motor te starten, aangezien
dit kan leiden tot beschadiging
van de elektronische systemen en
de regeleenheden van de
ontsteking en de
brandstoftoevoer.
138A0K0247
178
NOODGEVALLEN

Page 183 of 288

BELANGRIJK
112) Deze procedure moet
uitgevoerd worden door
gekwalificeerd personeel
aangezien onjuiste handelingen
kunnen leiden tot zeer sterke
elektrische ontladingen.
Bovendien is accuvloeistof giftig
en corrosief: vermijd contact
met huid en ogen. Houd open
vuur uit de buurt van de accu.
Rook niet. Veroorzaak geen
vonken.
EEN WIEL
VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
De auto is uitgerust met de kit "Fix&Go
Automatic": zie de paragraaf “Fix&Go
automatic kit” voor de beschrijving van
de werking van de kit.
Als alternatief voor de “Fix&Go
Automatic kit” kan de auto uitgerust
worden met een noodreservewiel: zie
de aanwijzingen op de volgende
pagina's om een wiel te vervangen.
113) 114) 115) 116) 117)
KRIK
Ter informatie herinnert men eraan dat:
❒de krik weegt 1,76 kg;
❒de krik behoeft geen afstelling;
❒de krik niet kan worden gerepareerd:
in geval van defect moet de krik door
een origineel exemplaar worden
vervangen;
❒afgezien van de slinger mag geen
enkel ander gereedschap op de
krik gemonteerd worden.
Ga als volgt te werk om een wiel te
vervangen:❒stop het voertuig op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar
het wiel op veilige wijze vervangen
kan worden. De ondergrond moet zo
vlak mogelijk en voldoende stevig
zijn;
❒zet de motor af, trek de handrem aan
en schakel de 1
steversnelling of de
achteruit in. Doe het reflecterende
veiligheidsvest (wettelijk verplicht) aan
voordat u uit de auto stapt;
❒open de achterklep, til de
vloerbedekking op met het handvat A
fig. 139;
❒neem sleutel A fig. 140 uit de
gereedschapshouder, draai de
blokkeerschroef los, neem de
gereedschaphouder B uit en plaatst
hem naast het te vervangen wiel.
Neem het noodreservewiel C;
139A0K0648
179

Page 184 of 288

❒draai de wielbouten ongeveer een
slag los met de sleutel A fig. 141.
Bij versies met lichtmetalen velgen,
de auto schudden om de velg
makkelijker van de wielnaaf
te verwijderen.
❒plaats de krik onder de auto, nabij
het te verwisselen wiel. Let bijzonder
op zodat de spoilers/miniskirts (indien
voorzien) niet beschadigd raken;❒gebruik het toestel A fig. 142 om de
krik te verlengen tot de bovenkant
van de krik B fig. 143 in de rand
C van de chassisbalk komt;
❒waarschuw de passagiers/
omstanders dat de auto wordt
opgekrikt; zorg dat niemand in de
nabijheid van de auto komt tot de
auto weer helemaal op grond staat;❒plaats de slinger D in de zitting in
voorziening A en krik de auto op
tot het wiel zich enkele centimeters
boven de grond bevindt;
❒voor versies met wieldeksel, verwijder
het wieldeksel na de 4 wielbouten te
hebben losgedraaid en draai
vervolgens de vijfde wielbout los om
het wiel te verwijderen;
❒zorg dat de contactvlakken van het
noodreservewiel en de velg schoon
zijn om het loskomen van de
wielbouten te voorkomen;
❒monteer het noodreservewiel door de
eerste wielbout twee slagen aan te
draaien in het gat dat zich het dichtst
bij het ventiel bevindt;
❒neem de sleutel A fig. 140 en draai
de wielbouten volledig vast;
❒draai aan de slinger van de krik D om
de auto omlaag te brengen. Verwijder
de krik;
❒gebruik de sleutel A om de
wielbouten kruiselings vast
te draaien, in de volgorde die is
aangegeven in fig. 144;
❒het is raadzaam om bij vervanging
van een lichtmetalen velg het wiel
ondersteboven te plaatsen, met het
versierde gedeelte naar boven
gericht.
140A0K0649
141A0K0650
142A0K0651
143A0K0652
180
NOODGEVALLEN

Page 185 of 288

Herstel de normale band zo snel
mogelijk, want als hij in het vak van het
reservewiel geplaatst is, maakt hij de
laadvloer van de bagageruimte
ongelijkmatig omdat hij breder is dan
het reservewiel.
26)
SUBWOOFER
VERWIJDEREN (versies
met Bose HI-FI systeem)
(voor bepaalde versies/markten)
BELANGRIJK De onderstaande
procedure is alleen van toepassing voor
auto's voorzien van een Bose HI-FI
systeem met subwoofer (voor bepaalde
versies/markten).Subwoofer en
noodreservewiel
Bij deze versies is het gereedschap
voor het verwisselen van een wiel
opgeborgen in een speciale houder aan
de linkerkant van de bagageruimte (zie
fig. 145).
Ook de krik bevindt zich aan de
linkerkant van de bagageruimte, in een
speciaal vak (zie fig. 146).Ga als volgt te werk om de subwoofer
te verwijderen:
❒open de bagageruimte, trek aan het
lipje A fig. 147, til de mat op en
verwijder het vulstuk van de
laadruimte;
❒draai de bevestiging A los, verwijder
de bevestigingsklem B van de kabel
en til vervolgens de subwoofer op;
❒plaats de subwoofer naast de
bagageruimte en neem het
noodreservewiel;
❒vervang het wiel zoals voorheen is
beschreven.
Ten slotte:
❒plaats de subwoofer op de juiste
manier (zie aanwijzingen op de
keuringslabel op de subwoofer zelf),
het woord “BOSE” moet rechts
leesbaar zijn;
144A0K0040
145A0K0235
146A0K0228
147A0K0654
181

Page 186 of 288

❒plaats de kabel van de subwoofer op
de juiste manier zonder dat hij
bekneld raakt. Maak vervolgens de
klem B vast en draai de bevestiging A
vast. Plaats tenslotte het vulstuk van
de laadruimte op de juiste manier
en laat de mat van de bagageruimte
zakken.
❒plaats de subwoofer op de juiste
manier (zie aanwijzingen op de
keuringslabel op de subwoofer zelf),
het woord “BOSE” moet rechts
leesbaar zijn;
❒plaats de kabel van de subwoofer op
de juiste manier zonder dat hij
bekneld raakt. Maak vervolgens de
klem B vast en draai de bevestiging A
vast. Plaats tenslotte het vulstuk van
de fig. 145 laadruimte op de juiste
manier en laat de mat van de
bagageruimte zakken.
Subwoofer en "Fix&Go
Automatic Kit"
Ligging van de Automatic Fix&Go Kit:
❒open de bagageruimte, trek aan
het lipje A en til de mat op;
❒pak de "Fix&Go Automatic Kit"
geplaatst aan de linkerkant van de
bagageruimte ( fig. 148);
❒pomp de band op (zie de paragraaf
"Fix&Go Automatic").BELANGRIJK Raadpleeg de instructies
op het plaatje fig. 148 op de subwoofer
voor een juiste montage.
EEN NORMAAL WIEL
MONTEREN
Volg de eerder beschreven procedure,
krik de auto op en verwijder het
noodreservewiel.
Ga als volgt te werk:
❒zorg dat de contactvlakken van het
standaard wiel en de velg schoon
zijn om het loskomen van de
wielbouten te voorkomen;
❒voor versies met stalen velgen:
maak het wieldeksel vast aan de
velg, lijn het gat met de bout die u
gemonteerd hebt uit, plaats
vervolgens de andere 4 bouten;
❒draai de bevestigingsbouten vast met
de sleutel A fig. 139;❒breng de auto omlaag en verwijder
de krik;
❒draai de wielbouten volledig vast met
de sleutel A in de volgorde
aangegeven in fig. 144
Ten slotte
Ga als volgt te werk:
❒plaats het noodreservewiel in het
daarvoor bestemde vak in de
bagageruimte;
❒berg de krik en de andere werktuigen
in de gereedschapshouder op;
❒plaats de gereedschaphouder en de
werktuigen op het noodreservewiel;
❒leg de mat van de bagageruimte
weer goed op zijn plaats.
148A0K0178
182
NOODGEVALLEN

Page 187 of 288

BELANGRIJK
113) Het noodreservewiel is
specifiek voor deze auto bestemd.
Monteer het niet op andere
automodellen. Monteer ook geen
reservewielen van andere
modellen op uw auto. Gebruik het
noodreservewiel alleen in
noodgevallen. Het
noodreservewiel mag alleen zo
kort mogelijk en niet bij hogere
snelheden dan 80 km/h gebruikt
worden. Op het noodreservewiel
is een oranje etiket aangebracht
met de belangrijkste
waarschuwingen en
gebruiksbeperkingen. Verwijder
dit etiket nooit en dek het niet af.
Monteer nooit een wieldeksel
op het noodreservewiel.114) Gebruik de alarmknipperlichten,
de gevarendriehoek etc., om de
stilstaande auto aan te geven. Alle
inzittenden moeten de auto
verlaten, vooral als de auto zwaar
beladen is, en uit de buurt van
gevaarlijk verkeer wachten tot het
wiel is verwisseld. Leg wiggen of
ander geschikt materiaal onder de
wielen om de auto op een helling
of ongelijkmatig wegdek te
blokkeren.
115) De rijeigenschappen van de
auto veranderen bij een
gemonteerd reservewiel. Vermijd
bruusk optrekken en remmen,
scherpe stuurbewegingen en
snelle bochten. De totale
levensduur van het
noodreservewiel is ongeveer 3000
km. Hierna moet de band
vervangen worden door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type.
Monteer nooit een standaard
band op de velg van een
noodreservewiel. Zorg ervoor dat
het verwisselde wiel zo snel
mogelijk wordt gerepareerd en
gemonteerd. Het gebruik van
twee of meer noodreservewielen
is verboden. Smeer de
schroefdraad van de wielbouten
niet met vet voordat ze
gemonteerd worden: ze kunnen
hierdoor losraken.116) De krik mag alleen gebruikt
worden om wielen te vervangen
van de auto waarbij de krik
geleverd is of van auto's van
hetzelfde mode Gebruik de krik
niet voor andere doeleinden, zoals
het opkrikken van andere auto’s.
Gebruik de krik nooit voor het
uitvoeren van reparaties onder de
auto. Door een verkeerde
plaatsing van de krik, kan de auto
van de krik vallen. Gebruik de
krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje
op de krik. Monteer nooit
sneeuwkettingen op het
noodreservewiel. In geval van een
lekke voorband, kan het
reservewiel op de achteras en het
achterwiel op de vooras worden
geplaatst. Zo heeft de vooras
twee normale wielen waarop
sneeuwkettingen kunnen worden
gemonteerd.
117) Als het wieldeksel niet goed
gemonteerd is, kan het tijdens het
rijden losraken. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel
uit. Steek nooit gereedschap
tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de
spanning van de banden en het
noodreservewiel (zie hoofdstuk
"Technische gegevens").
183

Page 188 of 288

BELANGRIJK
26) Neem zo snel mogelijk contact
op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om het correcte
aanhaalkoppel van de wielbouten
te laten controleren.
"Fix&Go Automatic"
kit
Deze bevindt zich in de bagageruimte
(de houder van de kit kan per versie
verschillen - zie fig. 149).
De kit bevat tevens een
schroevendraaier en een trekoog.
De kit bevat:❒een busje A fig. 150 met
afdichtmiddel, voorzien van: een
vulleiding B en een sticker C met
daarop het opschrift “max. 80 km/h”
die na reparatie op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats
moet worden aangebracht (bijv. op
het dashboard);
❒een compressor D met drukmeter en
aansluitstukken;
❒een informatiefolder fig. 151 met de
aanwijzingen voor een correct
gebruik van de bandenreparatiekit.
Deze informatiefolder moet worden
overhandigd aan het personeel
dat de band behandeld met deze kit
moet repareren;
❒een paar handschoenen in het zijvak
van de compressor;
149A0K0515
150A0K0516
184
NOODGEVALLEN
❒adapters voor het oppompen van
verschillende elementen.

Page 189 of 288

2)
118) 119) 121)
BELANGRIJK Het afdichtmiddel van de
snelle bandenreparatiekit werkt bij
buitentemperaturen tussen –20 °C en
+50 °C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum.
OPPOMPEN
120) 122) 123) 124) 125) 126)
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan, draai de
ventieldop los, neem de vulleiding A
fig. 152 uit en draai de ringmoer B op
het ventiel van de band vast;❒controleer of de schakelaar A van de
compressor in stand0(uit) staat,
start de motor, steek de stekker in
het stopcontact in de bagageruimte
(zie fig. 154) of op de tunnelconsole
(zie fig. 155) en schakel de
compressor in door de schakelaar A
in standI(aan) te zetten;
❒pomp de band op tot de juiste
bandenspanning, vermeld in de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens", is bereikt.
Controleer de bandenspanning op de
drukmeter B fig. 153; doe dit bij
uitgeschakelde compressor om een
preciezere aflezing te verkrijgen;
151A0K0517
152A0K0518
153A0K0519
154A0K0520
155A0K0128
185

Page 190 of 288

❒als het na 5 minuten nog steeds niet
mogelijk is om minstens 1,8 bar te
krijgen, koppel dan de compressor
van het ventiel en het stopcontact af
en verplaats vervolgens de auto
ongeveer 10 meter naar voren of
naar achteren, zodat de
afdichtvloeistof zich gelijkmatig in de
band kan verdelen; pomp de band
vervolgens weer op;
❒als na deze handeling nog steeds
geen 1,8 bar wordt verkregen binnen
5 minuten na inschakeling van de
compressor, rij dan niet verder maar
neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk;
❒stop na ongeveer 10 minuten en
controleer de bandenspanning
opnieuw; vergeet niet de handrem
aan te trekken;
❒als een spanning van minstens 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de
correcte bandenspanning (bij
draaiende motor en aangetrokken
handrem), ga weer rijden en rijd zeer
voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
garage van het Alfa Romeo
Servicenetwerk.BANDENSPANNING
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN
De compressor kan ook gebruikt
worden voor het controleren en
eventueel herstellen van de
bandenspanning.
Maak de snelkoppeling A fig. 156 los
en verbind deze rechtstreeks met
het ventiel van de op te pompen band.
BUSJE MET
AFDICHTMIDDEL
VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
❒maak de koppeling A fig. 157 en de
leiding B los;
❒draai het te vervangen busje linksom
en trek het omhoog;
❒breng het nieuwe busje aan en draai
het rechtsom;❒plaats koppeling A en leiding B in hun
zittingen.
BELANGRIJK
27) Als de band door vreemde
voorwerpen lek is geraakt, kan de
kit gebruikt worden voor
beschadigingen in het loopvlak of
de schouder met een diameter
van max. 4 mm.156A0K0521
157A0K0041
186
NOODGEVALLEN

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 290 next >