Alfa Romeo MiTo 2013 Instructieboek (in Dutch)

Page 181 of 312

Flanken
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒gebruik lampenglas A fig. 135 om de veer B in te drukken, trek
daarna de eenheid naar buiten;
❒draai lamphouder C linksom, verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer lamphouder C in het lampenglas en draai hem rechtsom;
❒monteer de unit, controleer of de inwendige borgveer B goed
vastzit.
MISTLAMPEN VOOR(voor bepaalde versies/markten)
Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk om deze lampen te laten
vervangen.ACHTERLICHTUNITSOm toegang te krijgen tot de verlichtingseenheid, de bekleding van de
bagageruimte aan de zijkant verplaatsen (zie fig. 136). Deze bevatten
de lampen voor de parkeerverlichting, richtingaanwijzers en het
remlicht.PARKEER-/REMLICHTENDit zijn led lampjes. Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om deze lampen te laten vervangen.
fig. 135
A0J0042
fig. 136
A0J0043
177WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 182 of 312

MISTLICHTEN/MISTACHTERLICHTENVoor het vervangen van de lampen van het mistachterlicht A fig. 137
of achteruitrijlicht B fig. 137, contact opnemen met het Alfa Romeo
Service Netwerk.3e
REMLICHT
Deze zitten in de achterklep en bestaan uit led lampjes. Neem voor het
vervangen van de lampjes contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
KENTEKENVERLICHTINGGa als volgt te werk om een lamp te vervangen:
❒verwijder de lichtunits van de kentekenverlichting fig. 138;
❒draai de lamphouder B fig. 139 linksom, verwijder de lamp C en
vervang hem;
fig. 137
A0J0044
fig. 138
A0J0046
fig. 139
A0J0045
178WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 183 of 312

BINNENLAMPEN VERVANGENPLAFONDVERLICHTING VOORGa als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒verwijder het plafondlampje A fig. 140 door het op de pijl
aangegeven punten los te trekken;
❒open de klep B fig. 141, verwijder de lampen C uit de zijdelingse
veercontacten en vervang de lampen. Zorg dat de nieuwe lampen
goed vastzit tussen de veercontacten;
❒sluit de klep B fig. 141 en monteer het plafondlampje A fig. 140 in
de zitting en controleer of het goed gesloten is.BAGAGERUIMTEVERLICHTINGGa als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒open de achterklep en verwijder het lampje A fig. 142 vanaf het
punt dat met de pijl is aangegeven;❒open het deksel B fig. 143 en vervang de lamp;
❒dek het lampenglas af met de beschermkap B;
❒monteer het plafondlampje A fig. 142 door eerst het lampje aan
een zijde correct te monteren en vervolgens de andere zijde ervan
aan te drukken, zodat het hoorbaar vastklikt.
fig. 140
A0J0120
fig. 141
A0J0121
fig. 142
A0J0119
179WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 184 of 312

DASHBOARDKASTVERLICHTINGGa als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒open het dashboardkastje en verwijder het lampje A fig. 144;
❒vervang lamp B door hem uit de zijcontacten los te maken;
controleer of de nieuwe lamp correct tussen de contacten wordt
vastgeklemd;INSTAPVERLICHTING(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒zet de zonneklep naar beneden en verwijder instapverlichting A fig.
145, door deze los te maken op het met de pijl aangegeven punt;
❒verwijder bescherming B, door hem los te maken uit de borglippen
C, vervang vervolgens lamp D fig. 146 door hem naar buiten te
trekken en los te maken uit de contacten aan de zijkant;
fig. 143
A0J0118
fig. 144
A0J0122
fig. 145
A0J0123
180WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 185 of 312

❒plaats de nieuwe lamp, controleer of hij goed op zijn plaats zit en
goed is vastgeklemd tussen de contacten;
❒zet bescherming B fig. 145 terug, door hem goed vast te zetten
tussen de borglippen C;
❒monteer de plafondverlichting weer, door hem eerst vanaf kant E fig.
146 te plaatsen, druk vervolgens op de andere kant tot u borglip F
op zijn plaats hoort klikken.INSTAPLICHTEN IN DE SPIEGELSGa als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒open het portier en verwijder de plafondverlichting door op clip A
fig. 147 te duwen met een schroevendraaier;
❒druk op de zijkanten van bescherming B fig. 147 naast de twee
bevestigingspennen en vervang lamp C;❒zet de bescherming terug, zet hem vast met de twee
bevestigingspennen;
❒monteer de plafondverlichting weer, door hem eerst vanaf kant D te
plaatsen, druk vervolgens op de andere kant tot u borglip F op zijn
plaats hoort klikken.
fig. 146
A0J0124
fig. 147
A0J0125
181WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 186 of 312

ZEKERINGEN VERVANGENALGEMENE INFORMATIEHet elektrische systeem wordt beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem brandt de zekering
door.
Controleer eerst of de zekering is doorgebrand wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de geleidende band A fig. 148 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
B = intacte zekering.
C = zekering met doorgebrande geleidende band.
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
als de zekering opnieuw doorbrandt.
Vervang een doorgrande zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.Vervang een zekering nooit door een exemplaar met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.Alvorens een zekering te vervangen, moet men
controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen
en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
fig. 148
A0J0048
182WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 187 of 312

TOEGANG TOT DE ZEKERINGENDe zekeringen van het voertuig zijn in drie zekeringenkasten
opgenomen; deze regeleenheden bevinden zich in de motorruimte, het
dashboard en in de bagageruimte.
Zekeringenkast in de motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu: om toegang te krijgen tot de
zekeringen fig. 150, schroeven A fig. 149 losdraaien en deksel B
verwijderen.
Op het deksel zijn de identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen overeenkomen aangegeven.
Hermonteer het deksel B op de zekeringenkast na de zekering te
hebben vervangen.
Als de motorruimte moet worden schoongewassen,
voorkom dan dat de waterstraal van de spuit rechtstreeks
op de zekeringenkast in de motorruimte of op de motoren
van de ruitenwissers worden gericht.
fig. 149
A0J0126
fig. 150
A0J0127
183WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 188 of 312

Zekeringenkast in het dashboard
Om bij de zekeringen te kunnen komen fig. 152, klep A fig. 151 naar
beneden zetten, deksel B met een hand vastpakken op de plaats die
aangegeven is in de afbeelding en het deksel verwijderen in de
richting die aangegeven is met de pijl, om eerst de binnenste
bevestigingen C en daarna de borglippen D los te kunnen maken.
fig. 151
A0J0334
fig. 152
A0J0205
184WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 189 of 312

Zekeringenkast in de bagageruimte
Om bij de zekeringenkast fig. 154, die aan de linkerkant van de
bagageruimte zit, te kunnen komen, het betreffende inspectiedeksel
openen (zoals weergegeven in fig. 153).
fig. 153
A0J0264
fig. 154
A0J0175
185WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 190 of 312

ZEKERINGENKAST IN MOTORRUIMTEfig. 150
186WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
Verwarmde voorruitF08 15
Magneetklep interieur
F08
(*)
40
KoplampsproeierpompF09 20
Twee-tonige claxonF10 15
GrootlichtF14 15
Extra verwarming (PTC 1)/regeleenheid “Dynamic Suspension” F15 30
Compressor airconditioningF19 7,5
Achterruitverwarming, ontdooisysteem F20 30
Elektrische brandstofpomp in tank F21 15
MistlampenF30 15
Magneetklep interieurF83 40
Verwarmde voorruit
F83
(*)
20
Stopcontact op tunnelF85 15
Ontdooisysteem buitenspiegel passagiers-/bestuurdersportier, Ontwasemingsysteem op voorste
luchtroosters, Relaisspoelen verwarmde voorruitF87 7,5
(*) Voor bepaalde versies/markten

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 320 next >