BMW 7 SERIES 2016 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 349

Bestuurdersprofiel importerenBestaande instellingen van het momenteel ge‐
bruikte bestuurdersprofiel worden overschre‐
ven met de instellingen van het geïmporteerde
bestuurdersprofiel.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"
Het met dit symbool gemarkeerde be‐
stuurdersprofiel kan worden overschreven.
3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."Bestuurdersprofiel importeren"5.Medium selecteren waarmee het bestuur‐
dersprofiel is geëxporteerd.▷USB-opslagapparaat: "USB apparaat"
Evt. USB-opslagapparaat selecteren.▷ConnectedDrive.6.Bestuurdersprofiel selecteren.
Met de afstandsbediening
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Personen of huisdieren in de auto kun‐
nen de portieren van binnenuit vergrendelen en zichzelf insluiten. De auto kan dan niet van
buitenaf worden geopend. Er bestaat kans op
letsel. Afstandsbediening meenemen, zodat de
auto van buitenaf kan worden geopend.◀
Ontgrendelen Toets van de afstandsbediening in‐
drukken.
Afhankelijk van de instellingen, zie pagina 68,
worden de volgende toegangen ontgrendeld:
▷Het bestuurdersportier en de tankdopklep.▷Alle portieren, de kofferklep en de tank‐
dopklep.Daarnaast worden de volgende functies uitge‐
voerd:▷De in het bestuurdersprofiel, zie pagina 58,
opgeslagen instellingen worden uitge‐
voerd.▷De interieurverlichting wordt ingeschakeld,
als deze niet handmatig uitgeschakeld
werd. Interieurverlichting handmatig in- en
uitschakelen, zie pagina 140.▷De begroetingsverlichting wordt ingescha‐
keld; als het donker is worden tevens de
portierbuitenhandgreepverlichting en het
Welcome Light Carpet ingeschakeld. Deze
functies moeten in de instelling, zie pa‐
gina 136, worden geactiveerd.
Afstandsbedieningstoets opnieuw indruk‐
ken, om Welcome Light Carpet bij reeds
ontgrendelde auto in te schakelen.▷De via comfortsluiten ingeklapte buiten‐
spiegels worden uitgeklapt.▷Het achterste schuifpaneel wordt in de
stand gebracht waarin dit zich vóór het
ontgrendelen bevond.▷De installatie voor diefstalbeveiliging wordt
uitgeschakeld.▷De alarminstallatie, zie pagina 70, wordt
uitgeschakeld.
Na het openen van het bestuurdersportier is
de auto gebruiksklaar, zie pagina 18.
Comfortopenen Toets afstandsbediening na ontgren‐delen ingedrukt houden.
De ruiten en het glazen dak worden geopend
zolang de toets op de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
Vergrendelen WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is het ont‐
grendelen van binnenuit alleen mogelijk met
speciale kennis.
Seite 61Openen en sluitenBediening61
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 62 of 349

Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn. Toets van de afstandsbediening indruk‐
ken.▷Alle portieren, de bagageruimteklep en de
tankdopklep worden vergrendeld.▷Het achterste schuifpaneel wordt gesloten.▷De installatie voor diefstalbeveiliging wordt
ingeschakeld. Deze voorkomt, dat de por‐
tieren via de vergrendelingsknoppen of de
portieropener ontgrendeld kunnen worden.▷De alarminstallatie, zie pagina 70, wordt
ingeschakeld.
Comfortsluiten
Toets afstandsbediening na vergrende‐
ling ingedrukt houden.
De ruiten en het glazen dak worden gesloten
zolang de toets op de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
De buitenspiegel worden ingeklapt.
Bij ingeschakelde waarschuwingsknipperlicht
worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaams‐
delen worden ingeklemd. Er bestaat kans op
letsel. Bij het comfortsluiten erop letten dat het
bewegingsgebied vrij is.◀
Buitenverlichting inschakelen Toets van de afstandsbediening bij ver‐
grendelde auto indrukken.
▷De interieurverlichting wordt ingeschakeld,
als deze niet handmatig uitgeschakeldwerd. Interieurverlichting handmatig in- en
uitschakelen, zie pagina 140.▷Als het donker is worden de portierbuiten‐
handgreepverlichting en het Welcome
Light Carpet ingeschakeld, als deze func‐
ties geactiveerd zijn. Instellingen, zie pa‐
gina 68.
Wordt de toets binnen 10 seconden na het
vergrendelen opnieuw ingedrukt, dan worden
de interieurbeveiliging en hellingshoeksensor
van de alarminstallatie, zie pagina 71, uitge‐
schakeld. Na het vergrendelen 10 seconden
wachten, alvorens de toets opnieuw in te druk‐
ken.
Kofferklep openen en sluiten ATTENTIE
Het kofferdeksel kantelt bij het openen
naar achteren en naar boven. Er bestaat gevaar
voor schade. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van het koffer‐
deksel vrij is.◀
Toets van de afstandsbediening ca.
één seconde ingedrukt houden.
Het kofferdeksel opent zich, ongeacht of de
auto vergrendeld of ontgrendeld was.
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
De geopende bagageruimteklep wordt geslo‐
ten, zolang de toets van de afstandsbediening
wordt ingedrukt.
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
kan ingesteld worden of ook de portieren ont‐
grendeld worden. Instellingen uitvoeren, zie
pagina 68.
Als de portieren niet ontgrendeld werden,
wordt de kofferklep weer vergrendeld zodra
deze gesloten wordt.
Seite 62BedieningOpenen en sluiten62
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 63 of 349

Thuiskomverlichting inschakelenToets van de afstandsbediening in‐
drukken.
De duur kan op het Control Display worden in‐
gesteld.
Storing
De herkenning van de afstandsbediening door
het voertuig kan o.a. door de volgende om‐
standigheden worden verstoord:▷De batterij van de afstandsbediening is
leeg. Batterij vervangen, zie pagina 55.▷Storing in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zend‐
vermogen.▷Afscherming van de afstandsbediening
door metalen objecten.▷Storing in de verbinding door mobiele tele‐
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving.
Transporteer de afstandsbediening nooit sa‐
men met metalen voorwerpen of andere elek‐
trische apparatuur.
In geval van storing kan het voertuig ook zon‐
der afstandsbediening, zie pagina 63, van
buitenaf worden ont- c.q. vergrendeld.
Zonder afstandsbediening
Van buitenaf WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is het ont‐
grendelen van binnenuit alleen mogelijk met
speciale kennis.
Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
ATTENTIE
Het portierslot is vast met het portier ver‐
bonden. De portierhandgreep kan worden be‐
wogen. Als bij aangebrachte geïntegreerde
sleutel aan de portierhandgreep word getrok‐
ken, kan de lak of de sleutel worden bescha‐
digd. Er bestaat gevaar voor schade. Alvorens
aan de portierhandgreep aan de buitenzijde te
trekken, de geïntegreerde sleutel verwijde‐
ren.◀1.Met één hand de portierhandgreep naar
buiten trekken en vasthouden.2.Een vinger van de andere hand vanaf de
achterzijde onder de afdekkap steken, de
hier voelbare ontgrendeling naar buiten
drukken en de afdekkap verwijderen.Seite 63Openen en sluitenBediening63
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 64 of 349

3.Portierslot met de geïntegreerde sleutel,
zie pagina 54, ontgrendelen of vergrende‐
len.
In dit geval moeten de andere portieren van
binnenuit worden ont- of vergrendeld.
Alarminstallatie
De alarminstallatie wordt niet geactiveerd wan‐
neer de auto met de geïntegreerde sleutel
wordt vergrendeld.
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
het portier, als via het portierslot wordt ont‐
grendeld.
Om dit alarm te beëindigen, de auto met de af‐
standsbediening ontgrendelen, eventueel door
noodherkenning van de afstandsbediening, zie
pagina 55.
Van binnenuit
Ontgrendelen en vergrendelen
Met de toetsen voor de centrale vergrendeling.
▷Door op de toets te drukken,
wordt de auto ontgrendeld.▷Door op de toets te drukken,
wordt de auto bij gesloten voor‐
portieren vergrendeld.
Bij het vergrendelen wordt de auto niet be‐
veiligd tegen diefstal.
De klep van de tankdop blijft ontgrendeld.
Bij een ernstig ongeval wordt de auto automa‐
tisch ontgrendeld. Waarschuwingsknipper‐
lichtinstallatie en interieurverlichting worden
ingeschakeld.
Ontgrendelen en openen
▷Toets voor de centrale vergrende‐
ling indrukken om alle portieren
tegelijk te ontgrendelen en vervolgens aan
de portieropener boven de armsteun trek‐
ken.
Portieren
Soft Close Automatic Voor het sluiten de portieren licht aandrukken.
Het sluiten geschiedt automatisch.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van de portieren kunnen
lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat
kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van de portie‐
ren vrij is.◀
Kofferklep Opmerking
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
Openen
Het kofferdeksel kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Erop letten dat vol‐
doende ruimte aanwezig is.
Seite 64BedieningOpenen en sluiten64
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 65 of 349

▷Knop aan de buitenzijde van de kofferklep
indrukken.▷Toets van de afstandsbediening
ca. één seconde ingedrukt hou‐
den.
Zo nodig worden de portieren tevens ont‐
grendeld. Openen met de afstandsbedie‐
ning, zie pagina 62.▷Toets in het opbergvak van het
bestuurdersportier indrukken.
Het openen wordt afgebroken:
▷Door opnieuw indrukken van de toets.▷Bij het starten van de motor.▷Als de auto zich in beweging zet.▷Door indrukken van de toets aan de bin‐
nenzijde van de kofferklep.
Sluiten
Zonder comforttoegang:
▷Toets aan de binnenzijde van de kofferklep
indrukken.
Kofferklep sluit automatisch.
Bij comforttoegang:
▷Toets, pijl 1, aan de binnenzijde van de kof‐
ferklep indrukken.▷Toets, pijl 2, indrukken.
De auto wordt vergrendeld zodra het kof‐
ferdeksel is gesloten. Hiervoor moet het
bestuurdersportier gesloten zijn en de af‐
standsbediening moet zich buiten het
voertuig binnen het bereik van het koffer‐
deksel bevinden.▷Toets van de afstandsbediening
ingedrukt houden.
Bij het loslaten van de toets stopt de be‐
weging.▷Blijven trekken aan de toets in het
opbergvak van het bestuurders‐
portier. Door de toets los te laten stopt de
beweging.
Voor deze functie moet de afstandsbedie‐
ning zich in het interieur bevinden.
Het kofferdeksel wordt gesloten.
Het sluiten wordt afgebroken:
▷Door opnieuw indrukken van de toets.▷Bij het starten van de motor.▷Bij abrupt wegrijden.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het kofferdeksel
kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er
bestaat kans op letsel. Bij het openen en slui‐
ten erop letten dat het bewegingsgebied van
het kofferdeksel vrij is.◀
Seite 65Openen en sluitenBediening65
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 66 of 349

Handmatige bediening
Bij een elektrisch defect het ontgrendelde kof‐
ferdeksel langzaam en zonder abrupte bewe‐
ging handmatig bedienen.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het kofferdeksel
kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er
bestaat kans op letsel. Bij het openen en slui‐
ten erop letten dat het bewegingsgebied van
het kofferdeksel vrij is.◀
Afzonderlijk blokkeren
Met de schakelaar in het dashboardkastje kan
de kofferklep afzonderlijk worden vergrendeld.
Wanneer het dashboardkastje vergrendeld is,
kan de kofferklep niet worden geopend.▷Kofferklep geblokkeerd,
pijl 1.▷Kofferklep ontgrendeld,
pijl 2.
Schakelaar in positie pijl 1 zetten. Zo is het kof‐
ferdeksel geblokkeerd en afgekoppeld van de
centrale vergrendeling.
Dat is handig als de auto door een parkeer‐
dienst geparkeerd wordt. Dan kan de afstands‐
bediening zonder de geïntegreerde sleutel
worden overhandigd.
Noodontgrendeling
Aan handgreep in de bagageruimte trekken.
Het kofferdeksel wordt ontgrendeld.
Comforttoegang
Opmerking
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
Principe Toegang tot de auto is zonder gebruik van de
afstandsbediening mogelijk.
Het volstaat de afstandsbediening bij zich te
dragen, bijv. in de broekzak.
De auto herkent automatisch de afstandsbe‐
diening in de nabijheid of in het interieur.
Comforttoegang ondersteunt de volgende
functies:▷Ontgrendelen/vergrendelen van de auto.▷Comfortsluiten.▷Kofferklep afzonderlijk openen/sluiten.▷Kofferklep zonder aanraking openen/slui‐
ten.▷Motor starten.
Voorwaarden voor een correcte
werking
▷Er zijn geen externe storingsbronnen in de
buurt.▷Voor het vergrendelen moet de afstands‐
bediening zich buiten de auto in de buurt
van de portieren bevinden.▷Het opnieuw ontgrendelen en vergrende‐
len is pas na ca. 2 seconden mogelijk.▷Starten van de motor is alleen mogelijk als
de afstandsbediening zich in de auto be‐
vindt.Seite 66BedieningOpenen en sluiten66
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 67 of 349

Ontgrendelen
Greep van een portier volledig omvatten, pijl.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
Vergrendelen
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
Het geribbelde vlak op de handgreep van een
gesloten autoportier, pijl, met de vinger ca.
1 seconde aanraken zonder de portiergreep
beet te pakken.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
Comfortsluiten WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaams‐
delen worden ingeklemd. Er bestaat kans op
letsel. Bij het comfortsluiten erop letten dat het
bewegingsgebied vrij is.◀
Het geribbelde vlak op de greep van een ge‐
sloten autoportier, pijl, met de vinger aanraken
en er op houden, zonder de portiergreep beet
te pakken.
Komt overeen met het ingedrukt houden van
de toets
van de afstandsbediening.
Naast het vergrendelen worden de ruiten en
het glazen dak gesloten en de buitenspiegel
ingeklapt.
Kofferdeksel afzonderlijk openenKnop aan de buitenzijde van de kofferklep in‐
drukken.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
De toestand van de portieren verandert niet.
Kofferklep zonder aanraking openen
en sluiten
Principe
De bagageruimteklep kan bij meegevoerde af‐
standsbediening zonder aanraking worden ge‐
opend en gesloten. Twee sensoren herkennen
een naar voren gerichte voetbeweging midden
achter en het kofferdeksel gaat open of sluit.
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Bij het contactloos bedienen kunnen on‐
derdelen van de auto worden geraakt, bijv. het
hete uitlaatsysteem. Er bestaat kans op letsel.
Bij de voetbeweging erop letten dat u stevig
staat en dat de auto niet wordt aangeraakt.◀
Seite 67Openen en sluitenBediening67
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 68 of 349

Als de afstandsbediening zich in het detectie‐
gebied van de sensoren bevindt, kan het kof‐
ferdeksel per ongeluk door een onbewuste of
vermeend herkende voetbeweging worden ge‐
opend of gesloten.
Het detectiegebied van de sensoren strekt
zich uit tot ca. 1,50 m achter de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het kofferdeksel
kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er
bestaat kans op letsel. Bij het openen en slui‐
ten erop letten dat het bewegingsgebied van
het kofferdeksel vrij is.◀
ATTENTIE
Het kofferdeksel kantelt bij het openen
naar achteren en naar boven. Er bestaat gevaar
voor schade. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van het koffer‐
deksel vrij is.◀
Uit te voeren voetbeweging1.In het midden achter de auto staan, onge‐
veer een armlengte van de achterzijde van
de auto verwijderd.2.Een voet in rijrichting zo ver mogelijk onder
de auto bewegen en onmiddellijk opnieuw
terugtrekken. Bij deze beweging moet het
been door de bereiken van beide sensoren
gaan.
Het kofferdeksel gaat open, onafhankelijk van
het feit of het was vergrendeld of ontgrendeld.
Voor het openen gaat de waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie knipperen.
Om het kofferdeksel te sluiten, de voetbewe‐
ging opnieuw uitvoeren.
Voor het sluiten gaat de waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie knipperen en klinkt een
akoestisch signaal.
Het sluiten van de kofferklep heeft geen in‐
vloed op de vergrendeling van de auto. De af‐
standsbediening niet in de bagageruimte leg‐
gen om mogelijk insluiten van de
afstandsbediening te vermijden.
Door een nieuwe voetbeweging kan het sluiten
onderbroken worden.
Storing De herkenning van de afstandsbediening door
het voertuig kan o.a. door de volgende om‐
standigheden worden verstoord:▷De batterij van de afstandsbediening is
leeg. Batterij vervangen, zie pagina 55.▷Storing in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zend‐
vermogen.▷Afscherming van de afstandsbediening
door metalen objecten.▷Storing in de verbinding door mobiele tele‐
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving.
Transporteer de afstandsbediening nooit sa‐
men met metalen voorwerpen of andere elek‐
trische apparatuur.
Bij een storing het voertuig met de toetsen van
de afstandsbediening of met de geïntegreerde
sleutel, zie pagina 63, ontgrendelen of ver‐
grendelen.
Instellingen
Algemeen De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Seite 68BedieningOpenen en sluiten68
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 69 of 349

Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:▷"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgren‐
deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.▷"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Kofferklep
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangebo‐
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:▷"Achterklep"
Het kofferdeksel wordt geopend.▷"Achterklep en portier(en)"
Het kofferdeksel wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
Bevestigingssignalen van de auto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatisch vergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:▷"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto auto‐
matisch vergrendeld als na het ont‐
grendelen geen portier wordt geopend.▷"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch
vergrendeld.
Automatisch ontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het beëindigen van rijden-stand-by
door het indrukken van de start-stop-toets
wordt de vergrendelde auto automatisch
ontgrendeld.
Voorstoel-, spiegel- en
stuurwielinstelling oproepen
Bij het ontgrendelen van de auto worden de in
het bestuurdersprofiel opgeslagen standen
voor bestuurdersstoel, buitenspiegels en
stuurwiel automatisch opgeroepen.
Seite 69Openen en sluitenBediening69
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page 70 of 349

WAARSCHUWING
Bij het bewegen van de stoelen bestaat
inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel of
schade. Voor het instellen erop letten dat het
bewegingsgebied van de stoel vrij is.◀
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Instelprocedure wordt afgebroken:
▷Door bedienen van een schakelaar van de
stoelinstelling.▷Door het drukken op een toets van het
stoel-, spiegel- of stuurkolomgeheugen.
Glazen dak automatisch sluiten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Dak automatisch sluiten"
Als de auto met geopend glazen dak wordt
geparkeerd, wordt het glazen dak automa‐
tisch gesloten, zie pagina 76, als het be‐
gint te regenen.
Alarminstallatie
Principe
De alarminstallatie reageert bij een vergren‐
delde auto op:
▷Openen van een portier, de motorkap of de
kofferklep.▷Bewegingen in het interieur.▷Veranderen van de hellingshoek van de
auto, bijv. bij een poging van diefstal van de
wielen of bij het wegslepen.▷Onderbreking van de accuspanning.Onbevoegde handelingen signaleert de alarm‐
installatie kortstondig door:▷Akoestisch alarm.▷Inschakelen van de waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie.
In- en uitschakelen
Tegelijkertijd met het ontgrendelen en ver‐
grendelen van de auto via de afstandsbedie‐
ning of de comforttoegang wordt de alarmin‐
stallatie in- of uitgeschakeld.
Portierslot bij geactiveerde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
het portier, als via het portierslot wordt ont‐
grendeld.
Alarm beëindigen, zie pagina 71.
Kofferdeksel bij ingeschakelde
alarminstallatie
Het kofferdeksel kan ook bij geactiveerde
alarminstallatie worden geopend.
Met het sluiten van de kofferklep wordt deze
weer vergrendeld en bewaakt, mits de portie‐
ren vergrendeld zijn. De waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie knippert eenmaal.
Controlelampje op de binnenspiegel
▷Controlelampje knippert om de 2 secon‐
den:
De alarminstallatie is ingeschakeld.Seite 70BedieningOpenen en sluiten70
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 350 next >