BMW 7 SERIES 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: 7 SERIES, Model: BMW 7 SERIES 2016Pages: 349, PDF Size: 5.97 MB
Page 91 of 349

Het proces wordt afgebroken als een schake‐
laar van de stoelverstelling of een van de toet‐
sen wordt ingedrukt.
De comfortfunctie is tijdens het rijden niet be‐
schikbaar voor de bestuurdersstoel.
Veiligheidsfunctie
Tijdens het rijden kan voor de bestuurders‐
stoel een bestuurdersprofiel worden opgeroe‐
pen:
Gewenste toets 1 of 2 ingedrukt houden tot de
instelprocedure is voltooid.
BMW Touch Command
De geheugenfunctie kan op de passagiersstoel
en achterin ook via BMW Touch Command
worden bediend.
Massagefunctie Principe
De massagefunctie zorgt afhankelijk van het
programma voor ontspannen en beter door‐
bloede spieren en kan vermoeidheidsver‐
schijnselen vermijden.
Algemeen
Er zijn acht verschillende massageprogram‐
ma's beschikbaar:▷Activering van het bekken.▷Activering van het bovenlichaam.▷Activering van het hele lichaam.▷Rugmassage.▷Schoudermassage.▷Lendenmassage.▷Bovenlichaam trainen.▷Gehele lichaam trainen.Overzicht
Voorin
Massagefunctie
Achterin
Massagefunctie
Inschakelen
Via iDrive
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Stoelcomfort"4.Gewenste stoel selecteren.5."Stoelmassage"6."Stand"7.Intensiteit 1–3 selecteren.
Met toetsen De massagefunctie wordt gestart.
Seite 91InstellenBediening91
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 92 of 349

Toets afhankelijk van de massagestand een‐
maal indrukken.
Hoogste stand bij drie brandende LED's.
Uitschakelen
Via iDrive1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Stoelcomfort"4.Gewenste stoel selecteren.5."Stoelmassage"6."Stand"7."Uit"
Met toetsen Toets ingedrukt houden, tot de LED's
doven.
Massageprogramma instellen Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Stoelcomfort"4.Gewenste stoel selecteren.5."Stoelmassage"6.Gewenste instelling selecteren.
BMW Touch Command
De bediening van de massagefunctie is ook via
BMW Touch Command mogelijk.
Captain's Chair
Principe De Captain’s Chair biedt de achterpassagier
aan passagierszijde maximale beenruimte en
vergroot het reiscomfort.
Algemeen
Bij het inschakelen van het systeem worden
automatisch de volgende instellingen uitge‐
voerd:▷De passagiersstoel beweegt naar voren,
waarbij evt. de hoogte wordt aangepast.▷De rugleuning en de hoofdsteun van de
passagiersstoel worden naar voren gekan‐
teld.▷De hellingshoek van het beeldscherm ach‐
terin wordt aangepast aan de rugleuning‐
hoek van de passagiersstoel.▷De voetsteun aan de rugleuning van de
passagiersstoel klapt uit.▷De rugleuning van de achterstoel kantelt
naar achteren.
De ingestelde eindstand kan handmatig gewij‐
zigd worden, zie pagina 80, en indien nodig via
de geheugenfunctie, zie pagina 90, opgesla‐
gen worden.
Opmerking WAARSCHUWING
Bij geactiveerde Captain’s Chair kan het
zicht op de rechter buitenspiegel aan passa‐
gierszijde beperkt zijn. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. De passagiersstoel zo instellen dat
het zicht op de buitenspiegel vrij is.◀
Overzicht
Captain's Chair
Seite 92BedieningInstellen92
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 93 of 349

InschakelenToets indrukken.
Basisstand instellen
Toets indrukken om naar de basis‐
stand terug te keren.
De wordt afgebroken als de toets opnieuw in‐
gedrukt wordt.
Vitality programma's Principe
Met het vitaliseringsprogramma achterin kun‐
nen verschillende spiergroepen getraind wor‐
den. De actieve bewegingen helpen daarbij om
vermoeidheidsverschijnselen te voorkomen.
Algemeen
Na het starten van het vitaliseringsprogramma
wordt elke keer een kalibratie-run uitgevoerd.
Daarbij wordt de intensiteit van de oefeningen
individueel ingesteld.
Animaties op de betreffende beeldschermen
achterin laten zien welke bewegingen moeten
worden uitgevoerd. Een display geeft de reste‐
rende tijd van elke oefening aan. Er vindt een
directe terugmelding voor de uitgevoerde oe‐
fening plaats door middel van sterren en een
gekleurde balk:
▷Groen: de oefening wordt correct uitge‐
voerd.▷Grijs: de uitgeoefende druk is te laag.▷Rood: de uitgeoefende druk is te hoog.
Doel van de oefeningen is om de balk zo lang
mogelijk in het groene bereik te houden. Na
elke oefening vindt een algemene beoordeling
plaats door het toekennen van sterren.
Inschakelen
Op de beeldschermen achterin:
1."Mijn auto"2."Stoelcomfort"3."BMW vitaliseringsprogramma"
Uitschakelen
Op de beeldschermen achterin:
1.Pijltoets links op de afstandsbediening
achterin indrukken.2."Stoppen"
BMW Touch Command
De bediening van het vitaliseringsprogramma
is ook via BMW Touch Command mogelijk.
Stoel- en
armsteunverwarming
Algemeen
Het systeem verwarmt indien gewenst de
stoelen en armleuningen. De stoelverwarming
kan ook zonder de armsteunverwarming wor‐
den gebruikt.
Seite 93InstellenBediening93
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 94 of 349

Overzicht
Voorin
Stoel- en armsteunverwarming
Achterin
Stoel- en armsteunverwarming
Inschakelen Toets afhankelijk van de temperatuur‐
stand eenmaal indrukken.
Hoogste stand bij weergave van drie balken op
het aircodisplay.
Als de rit binnen ca. 15 minuten wordt voortge‐
zet, dan worden de stoel- en armsteunverwar‐
ming automatisch geactiveerd met de laatst in‐
gestelde temperatuur.
Als ECO PRO, zie pagina 262, geactiveerd is,
wordt de verwarmingscapaciteit verlaagd.
Uitschakelen
Toets ingedrukt houden tot de bal‐
kenweergave op het aircodisplay ver‐
dwijnt.
Temperatuurverdeling Verwarming van zitting en rugleuning kan af‐
zonderlijk worden ingesteld.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Klimaatcomfort"4."Stoel- en armsteunverwarming"5.Gewenste stoel selecteren.6.Controller indrukken en draaien om de
temperatuurverdeling in te stellen.
Armsteunverwarming in-/uitschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Klimaatcomfort"4."Stoel- en armsteunverwarming"5.Gewenste stoel selecteren.6."Armst. met stoel verwarmen"
Actieve stoelventilatie
Principe Via geïntegreerde ventilators worden de zit‐
vlakken en leuningen gekoeld.
De ventilatie dient voor afkoelen, bijv. bij ver‐
warmde auto of voor het duurzaam koelen bij
hoge temperaturen.
Seite 94BedieningInstellen94
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 95 of 349

Overzicht
Voorin
Actieve stoelventilatie
Achterin
Actieve stoelventilatie
Inschakelen Toets afhankelijk van ventilatiestand
eenmaal indrukken.
Hoogste stand bij weergave van drie balken op
het aircodisplay.
Na korte tijd wordt automatisch een stand te‐
ruggeschakeld om onderkoeling te voorko‐
men.
Uitschakelen Toets ingedrukt houden tot de bal‐
kenweergave op het aircodisplay ver‐
dwijnt.
Seite 95InstellenBediening95
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 96 of 349

Kinderen veilig vervoerenUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
De juiste plaats voor kinderen
Opmerking
WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto
in beweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijv. door de volgende hande‐
lingen:▷Indrukken van de start/stop-knop.▷Parkeerrem vrijzetten.▷Portieren of ruiten openen en sluiten.▷Keuzehendelstand N inschakelen.▷Uitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op
letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto ver‐
grendelen.◀
Geschikte zitplaatsen
Informatie over de bruikbaarheid van met vei‐
ligheidsgordels bevestigde kinderzitjes - con‐
form norm ECE-R 16: Zonder comfortstoelen achterinGroepGewicht van
het kindLeeftijd bij be‐
naderingPassagiers‐
stoelAchterbank,
buitenste zit‐
plaatsenAchterbank,
midden0Tot 10 kgTot 9 maan‐
denUUX0+Tot 13 kgTot 18 maan‐
denUUXI9 – 18 kgTot 4 jaarUUXII15 – 25 kgTot 7 jaarUUXSeite 96BedieningKinderen veilig vervoeren96
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 97 of 349

Zonder comfortstoelen achterinGroepGewicht van
het kindLeeftijd bij be‐
naderingPassagiers‐
stoelAchterbank,
buitenste zit‐
plaatsenAchterbank,
middenIII22 – 36 kgVanaf 7 jaarUUXU: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in
deze gewichtsgroep geschikt zijn.
X: niet geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in
deze gewichtsgroep geschikt zijn.Kinderen altijd achterin
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel zonder geschikte aanvul‐
lende veiligheidssystemen niet correct dragen.
De beschermende werking van de veiligheids‐
gordels kan beperkt zijn of wegvallen als deze
verkeerd worden gedragen. Een verkeerd ge‐
dragen veiligheidsgordel kan extra letsel ver‐
oorzaken, bijv. bij een ongeval of bij rem- en
uitwijkmanoeuvres. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. Personen kleiner dan 150 cm
vastzetten in geschikte veiligheidssystemen.◀
Ongevallenanalyse toont aan dat de achter‐
bank de veiligste plek is voor kinderen.
Kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan
150 cm alleen achterin vervoeren in geschikte
kinderveiligheidssystemen die zijn afgestemd
op hun leeftijd, gewicht en lengte.
Kinderen op de bijrijdersstoel
Bij gebruik van een kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel erop letten dat front- en
zij-airbag aan passagierszijde uitgeschakeld
zijn. De deactivering van de passagiersairbag
kan alleen met de Spiegelomschakelaar sleu‐
telschakelaar voor de passagiersairbag, zie pa‐
gina 145, worden uitgevoerd.Opmerking
WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags
kunnen bij het activeren een kind in een kin‐
derveiligheidssysteem verwonden. Er bestaat
kans op letsel. Erop letten dat de passagiers‐
airbags uitgeschakeld zijn en het controle‐
lampje PASSENGER AIRBAG OFF brandt.◀
Montage van
veiligheidssystemen voor
kinderen
Veiligheidssystemen voor kinderen Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij
een Service Partner van de fabrikant of een an‐
dere gekwalificeerde Service Partner of speci‐
alist geschikte kinderveiligheidssysteem ver‐
krijgbaar.
Aanwijzingen Bij het kiezen, inbouwen en gebruiken van kin‐
derveiligheidssystemen de informatie van de
fabrikant van het kinderveiligheidssysteem in
acht nemen.
WAARSCHUWING
Bij beschadigde of door een ongeval
zwaarbelaste kinderveiligheidssystemen inclu‐
sief de bevestigingssystemen kan de bescher‐
mende werking daarvan verminderd of volledigSeite 97Kinderen veilig vervoerenBediening97
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 98 of 349

afwezig zijn. Een kind kan bijv. bij een ongeval
of bij rem- en uitwijkmanoeuvres niet vol‐
doende worden opgevangen. Er bestaat kans
op letsel of levensgevaar. Beschadigde of bij
een ongeval zwaarbelaste kinderveiligheids‐
systemen inclusief de bevestigingssystemen
door de Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of spe‐
cialist laten controleren en eventueel vervan‐
gen.◀
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of on‐
juiste montage van het kinderzitje is de stabili‐
teit van het kinderveiligheidssysteem vermin‐
derd of volledig afwezig. Er bestaat kans op
letsel of levensgevaar. Erop letten dat het kin‐
derveiligheidssysteem strak tegen de leuning
aan ligt. Bij alle betreffende rugleuningen zo
mogelijk de rugleuninghoek aanpassen en de
stoelen correct instellen. Erop letten dat de
stoelen en de leuningen correct vergrendeld
zijn. Indien mogelijk de hoogte van de hoofd‐
steunen aanpassen of deze verwijderen.◀
Op de bijrijdersstoel
Airbags deactiveren WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags
kunnen bij het activeren een kind in een kin‐
derveiligheidssysteem verwonden. Er bestaat
kans op letsel. Erop letten dat de passagiers‐
airbags uitgeschakeld zijn en het controle‐
lampje PASSENGER AIRBAG OFF brandt.◀
Alvorens een veiligheidssysteem voor kinde‐
ren op de passagiersstoel te monteren, moe‐
ten de voor- en zij-airbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld.
Passagiersairbags met sleutelschakelaar deac‐
tiveren, zie pagina 145.Naar achteren gerichte
veiligheidssystemen voor kinderen
GEVAAR
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags
kunnen bij het activeren een kind in een naar
achteren gericht kinderveiligheidssysteem do‐
delijk verwonden. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar. Erop letten dat de passagiersair‐
bags uitgeschakeld zijn en het controlelampje
PASSENGER AIRBAG OFF brandt.◀
De aanwijzing op de zonneklep aan de passa‐
gierszijde in acht nemen.
Stoelpositie en -hoogte Voor de montage van een universeel kindervei‐
ligheidssysteem de passagiersstoel in de ach‐
terste stand zetten en op gemiddelde hoogte
om een optimaal gordelverloop en de beste
bescherming bij een ongeval te verkrijgen.
Als het bovenste bevestigingspunt van de gor‐
del zich vóór de gordelgeleiding van het kin‐
derzitje bevindt, de passagiersstoel voorzichtig
naar voren duwen tot de best mogelijke gelei‐
ding van de gordel wordt bereikt.
Rugleuningbreedte
Bij instelbare rugleuningbreedte: voor mon‐
tage van een veiligheidssysteem voor kinderen
op de passagiersstoel de rugleuningbreedte
op maximaal zetten. De rugleuningbreedte niet
meer wijzigen en geen geheugenpositie meer
oproepen.
Seite 98BedieningKinderen veilig vervoeren98
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 99 of 349

Kinderzitjesbevestiging ISOFIXOpmerkingVoor het aanbrengen en gebruiken van ISO‐
FIX-kinderveiligheidssystemen de bedienings-en veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant
van het kinderveiligheidssysteem opvolgen.
Geschikte ISOFIX-kinderzitjes
GroepGewicht van het
kindLeeftijd bij bena‐
deringKlasse/categorie – a)Passa‐
giers‐
stoelAchterbank,
buitenste
zitplaatsenBabydraagtasF - ISO/L1
G - ISO/L2X
XX
X0Tot 10 kgca. 9 maandenE - ISO/R1XIL0+Tot 13 kgca. 18 maandenE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XIL
IL
ILI9 - 18 kgTot ca. 4 jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XIL
IL
IL, IUF
IL, IUF
IL, IUFIL: de stoel is met inachtneming van de bij het kinderzitje gevoegde automodellenlijst geschikt
voor de inbouw van een ISOFIX-kinderzitje van de categorie Semi-Universal.IUF: de stoel is geschikt voor inbouw van een ISOFIX-kinderzitjesbevestiging met de goedkeu‐
ring Universal en bevestiging met de bevestigingsgordel TOP TETHER.X: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.a) Bij toepassing van kinderzitjes op de achterbank evt. de lengte-instelling van de voorstoel
aanpassen.Bevestigingen voor onderste ISOFIX- verankeringen
Opmerking WAARSCHUWING
Als de ISOFIX-kinderveiligheidssyste‐
men niet correct vergrendeld zijn, kan de be‐
schermende werking van de ISOFIX-kindervei‐
ligheidssystemen verminderd zijn. Er bestaatkans op letsel of levensgevaar. Erop letten dat
de onderste verankering correct vergrendeld is
en dat het ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
strak tegen de leuning aan ligt.◀
PositieSeite 99Kinderen veilig vervoerenBediening99
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 100 of 349

Het desbetreffende symbool toont de
bevestigingen voor de onderste ISOFIX
verankeringen.
Bevestigingspunten voor de onderste ISOFIX-
verankeringen zijn achter de stoelbekleding
tussen rugleuning en zitting te vinden.
De ritssluiting openen om toegang te krijgen
tot de verankeringen.
Voor montage van ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
De gordel uit het gebied van de kinderstoelbe‐
vestiging wegtrekken.
Zonder comfortstoelen achterin:
Montage van ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
1.Kinderveiligheidssysteem monteren, zie de
aanwijzingen van de fabrikant.2.Erop letten dat de beide ISOFIX-veranke‐
ringen correct vergrendeld zijn.
Met comfortstoelen achterin: Montage
van ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
1.Voor de montage de basisstand, zie pa‐
gina 82, van de stoelen instellen.2.Voor een betere toegankelijkheid de rug‐
leuning een beetje naar achteren zetten.3.Kinderveiligheidssysteem monteren, zie de
aanwijzingen van de fabrikant.4.Erop letten dat de beide ISOFIX-veranke‐
ringen correct vergrendeld zijn.5.Na de montage de rugleuning weer iets
naar voren brengen, zodat het veiligheids‐
systeem voor kinderen lichtjes tegen de
rugleuning steunt.
Bovenste ISOFIX bevestigingsriem
Bevestigingspunten Dit symbool geeft het bevestigingspunt
voor de bovenste bevestigingsriem
aan.
Afhankelijk van de uitrusting zijn er voor de bo‐
venste bevestigingsriem van ISOFIX-veilig‐
heidssystemen voor kinderen twee of drie be‐
vestigingspunten.
Opmerking ATTENTIE
De bevestigingspunten voor de bovenste
bevestigingsriemen van een kinderveiligheids‐
systeem zijn alleen bedoeld voor deze bevesti‐
gingsriemen. Bij het bevestigen van andere
voorwerpen kunnen de bevestigingspunten
worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. Alleen kinderveiligheidssystemen aan
de bovenste bevestigingsriemen bevestigen.◀
Seite 100BedieningKinderen veilig vervoeren100
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15