BMW M2 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 251 of 286

Accuopladen
Algemeen
Erop letten dat de accu voldoende opgeladen is,
om de volle levensduur van de accu te garandej
ren.
In de volgende gevallen kan het opladen van de accu noodzakelijk zijn:'xBij frequente korte trajecten.'xBij standtijden van meer dan een maand.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Bij acculaders voor de voertuigaccu kunnen
hoge spanningen en stromen optreden, waarj door het 12V-boordnet overbelast of beschaj
digd kan raken. Er bestaat gevaar voor schade.
Acculaders voor de voertuigaccu alleen op de
starthulp-aanklempunten in de motorruimte
aansluiten.
Aanklempuntenstarthulp
Alleen met afgezette motor via de starthulp-aanj klempunten, zie pagina 256, in de motorruimte
laden.
Acculader
Speciaal voor de auto ontwikkelde en op het boordnet afgestemde acculaders zijn verkrijgbaarbij een Service Partner van de fabrikant of eenandere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Stroomonderbreking Na een tijdelijke stroomonderbreking moeten
sommige uitrustingen opnieuw worden ge

Page 252 of 286

Afdekkingverwijderen1.Met het boordgereedschap de drie schroejven, pijl 1, van de afdekking losdraaien.2.Bevestiging samendrukken en naar boventrekken, pijl 2.3.Afdekking zijdelings wegnemen, pijl 3.4.De vier bevestigingen indrukken en deksel
wegnemen.
Afdekkingenaanbrengen
1.Bij het aanbrengen van het deksel erop letten dat alle vier bevestigingen worden vastgeklikt.2.Afdekking onder rubberlip aanbrengen en
vervolgens tussen de verbindingsstukken steken.3.Bevestiging naar beneden drukken en de drieschroeven aandraaien.
Indebagageruimte
De bagageruimtebodem omhoogklappen.
Het zekeringenoverzicht en evt. de positie vanverdere zekeringdozen staan op een aparte fichein de zekeringdoos.
;ekeringenvervangen De fabrikant van de auto beveelt aan de zekerinj
gen door een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner ofspecialist te laten vervangen.
Seite 252MOBILITEITVervangenvanonderdelen252
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 253 of 286

HulpingevalvanpechUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Waarschuwingsknipperlich t
De toets bevindt zich in de middenconsole.
Gevarendriehoek
De gevarendriehoek is aan de binnenzijde van
het kofferdeksel ondergebracht.
Om deze te verwijderen de houders losmaken.
EHBO-tas
Algemeen
De houdbaarheid van enkele artikelen is beperkt. Houdbaarheidsdatum van de inhoud regelmatig
controleren en eventueel aflopende artikelen tijj dig vervangen.
Locatie
De EHBO-tas bevindt zich rechts in de bagagej
ruimte in het opbergvak.
Seite 253HulpingevalvanpechMOBILITEIT253
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 254 of 286

Noodoproep
IntelligentenoodoproepPrincipeVia dit systeem kan in noodsituaties automatischof manueel een noodoproep worden gestart.
Het intelligente noodoproepsysteem maakt verj
binding met de noodoproepcentrale van BMW.
Algemeen
SOS-toets uitsluitend bij noodgevallen gebruij
ken.
Ook als er geen noodoproep via het intelligente
noodoproepsysteem van BMW mogelijk is,
wordt er een noodoproep naar een openbaar
alarmnummer tot stand gebracht. Dit is onder
andere afhankelijk van het mobiele netwerk en
de nationale wetgeving.
De noodoproep kan om technische redenen onj
der ongunstige omstandigheden niet worden gej
garandeerd.
Overzicht
SOS-toets in de dakhemel.
Voorwaardenvooreencorrecte werking
'xNoodoproepsysteem is bedrijfsklaar.'xContact is ingeschakeld.'xBij uitvoering met intelligente noodoproep: inde auto ge

Page 255 of 286

Algemeen
Het brandblusapparaat bevindt zich aan de voorj
kant van de passagierszetel.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij onreglementair gebruik van het brandblusj
apparaat kunnen letsels ontstaan. Er bestaat kans op letsel. Bij gebruik van het brandblusapj
paraat moeten de volgende punten in acht worj
den genomen.
'xInademing van het blusmiddel vermijden. Als het blusmiddel werd ingeademd, moet
de getroffen persoon naar buiten worden
gebracht. Bij ademhalingsproblemen moet
onmiddellijk een arts worden geraadj
pleegd.'xContact van het blusmiddel met de huid
vermijden. Langdurig contact met het
blusmiddel kan tot uitdroging van de huid
leiden.'xContact van het blusmiddel met de ogen
vermijden. Bij contact met de ogen moej
ten de ogen onmiddellijk met veel water
worden gespoeld. Bij aanhoudende proj
blemen moet een arts worden geraadj
pleegd.
Hetbrandblusapparaatuitnemen
De spanningssloten aan de bevestigingsband
openen.
Brandblusapparaatgebruiken Voor het gebruik van het brandblusapparaat
moeten de fabrikantgegevens op het brandblusj
apparaat en de bijgevoegde informatie in acht worden genomen.
Brandblusapparaatopbergen
1.Brandblusapparaat in de houder plaatsen.2.Spansloten hangen en sluiten.Onderhoudennieuwevulling Het brandblusapparaat om de 2 jaar bij een Serjvice Partner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
De datum voor het volgende onderhoud van het
brandblusapparaat in acht nemen.
Het brandblusapparaat na gebruik vervangen of
opnieuw laten vullen.
Starthulp
Algemeen
Bij een lege accu kan de motor met de accu van andere auto met behulp van twee startkabels
worden gestart. Gebruik hiervoor alleen startkaj bels met volledig ge

Page 256 of 286

Voorbereiding1.Controleer of de batterij van de andere auto
een spanning van 12 volt heeft. Informatie over de spanning bevindt zich op de accu.2.Motor van de stroomleverende auto afzetten.3.Stroomverbruikers in de beide auto's uitschaj
kelen.
Aanklempuntenstarthulp
Het starthulp-aanklempunt in de motorruimte
dient als accupluspool.
Het deksel van het starthulp-aanklempunt opej nen.
Als accuminpool dient de carrosseriemassa of
een speciale moer.
Kabelaansluiten
Om lichamelijk letsel of schade aan de beide auj
to's te voorkomen, niet van de onderstaande handelwijze afwijken.1.Afdekkap van het BMW starthulp-aanklemj
punt verwijderen.2.Een poolklem van de plus-startkabel aansluij ten op de accupluspool of op een overeenjkomstig starthulp-aanklempunt van destroomleverende auto.3.Tweede poolklem op de accupluspool of opeen overeenkomstig starthulp-aanklempuntvan de te starten auto bevestigen.4.Een poolklem van de min-startkabel aansluijten op de accuminpool of op de overeenj
komstige motor- of carrosseriemassa van de
stroomleverende auto.5.Tweede poolklem op de accuminpool of op
de overeenkomstige motor- of carrosseriej
massa van de te starten auto bevestigen.
Motorstarten
Voor het starten van de motor geen startspray gebruiken.
1.Motor van de stroomleverende auto starten
en enkele minuten met verhoogd stationair toerental laten draaien.2.Start de motor van de te starten auto zoalsgebruikelijk.
Als dit niet lukt, de startpoging pas na enkele
minuten herhalen, om de ontladen accu in
staat te stellen stroom op te nemen.3.Beide motoren enkele minuten laten draaien.4.Startkabels in omgekeerde volgorde weer
losmaken.
Zo nodig de accu laten controleren en opladen.
Seite 256MOBILITEITHulpingevalvanpech256
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 257 of 286

Aan-enwegslepen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej
pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Handversnelling
Voertuiglatenslepenofduwen
Een voertuig dat is stilgevallen kan worden wegj
gesleept of geduwd.
De auto rollen of duwen, zie pagina 119.
Neem de volgende aanwijzingen in acht:
'xErop letten dat het contact ingeschakeld is,
anders functioneren dimlicht, achterlichtlamj pen, richtingaanwijzers en ruitenwissers nietmeer.'xDe auto niet met omhooggebrachte achteras
wegslepen, anders kunnen de voorwielen
gaan sturen.'xBij niet-draaiende motor is geen rem- en stuurbekrachtiging beschikbaar. Hierdoor is
voor het remmen en het sturen meer kracht nodig.'xGrotere stuurbewegingen zijn vereist.'xDe trekkende auto mag niet lichter zijn dan
de te slepen auto, anders kunt u de controle
over de voertuigen verliezen.'xEen sleepsnelheid van 50 km/h niet overj schrijden.'xEen sleepafstand van 50 km niet overschrijjden.Takelwagen
Metaangedrevenachteras
De auto door een bergingswagen met een zogej
naamd hefplateau of op een laadplatform laten
vervoeren.
OPMERKING
Bij het omhoogbrengen en bevestigen van de
auto kan de auto beschadigd raken.
Er bestaat gevaar voor schade.
'xDe auto met geschikt gereedschap omj
hoogbrengen.'xDe auto niet aan het sleepoog en delen van de carrosserie of het onderstel omj
hoogbrengen of bevestigen.
Mversnellingsbakmetdubbele
koppeling:autovervoeren
Algemeen
De auto mag niet worden weggesleept.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Bij het slepen van de auto met alleen een opj
getilde voor- of achteras kan de auto worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor schade. De
auto alleen laten transporteren op een oprijwaj gen.
Seite 257HulpingevalvanpechMOBILITEIT257
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 258 of 286

AutoduwenOm een auto met pech uit het gevarengebied te
brengen, kan deze over een korte afstand worj den geduwd.
De auto rollen of duwen, zie pagina 121.
Takelwagen
De auto alleen laten transporteren op een oprijj
wagen.
OPMERKING
Bij het omhoogbrengen en bevestigen van de
auto kan de auto beschadigd raken.
Er bestaat gevaar voor schade.
'xDe auto met geschikt gereedschap omj
hoogbrengen.'xDe auto niet aan het sleepoog en delen van de carrosserie of het onderstel omj
hoogbrengen of bevestigen.
Slepenvanandereauto's
Algemeen
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen de waarj
schuwingsknipperlichtinstallatie inschakelen.
Als de elektrische installatie is uitgevallen, de
weg te slepen auto herkenbaar maken door bijj voorbeeld een waarschuwingsbord of gevarenj
driehoek achter de achterruit te plaatsen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het toelaatbare totaalgewicht van de trekkende
auto mag niet lager zijn dan dat van de te slej pen auto, anders kunt u de controle over de
voertuigen verliezen. Er bestaat gevaar voor onj gevallen! Erop letten dat het totaalgewicht van
de trekkende auto hoger is dan het gewicht van de gesleepte auto.
OPMERKING
Bij een verkeerde bevestiging van de sleepj
stang of de sleepkabel kunnen andere onderj
delen van de auto worden beschadigd. Er bej
staat gevaar voor schade. Sleepstang of
sleepkabel correct aan het sleepoog bevestij
gen.
Sleepstang
De sleepogen moeten bij beide auto's aan dej zelfde kant zitten.
Wanneer de sleepstang alleen schuin kan worj
den aangebracht moet op het volgende worden
gelet:
'xStuurhoek is bij het rijden in de bochten bej perkt.'xSchuine stand van de sleepstang veroorzaakt
zijdelings gerichte kracht.
Sleepkabel
Erop letten dat de sleepkabel bij het wegrijdenvan de trekkende auto strak staat.
Nylonkabels of -riemen gebruiken, die schokvrij
slepen mogelijk maken.
Seite 258MOBILITEITHulpingevalvanpech258
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 259 of 286

Sleepoog
Algemeen
Het schroefbare sleepoog altijd meenemen. Het sleepoog kan zowel aan de voor- als de achjterkant worden aangebracht.
Het sleepoog bevindt zich samen met het boordj
gereedschap, zie pagina 247, in de bagagej
ruimte.
Gebruik van het sleepoog:
'xAlleen het bij de auto behorende sleepoog
gebruiken en tot de aanslag vastdraaien.'xHet sleepoog alleen gebruiken voor het slej pen over een verharde weg.'xDwarsbelastingen van het sleepoog voorkojmen, de auto bijvoorbeeld niet aan het sleepj
oog optakelen.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Als het sleepoog niet op de juiste manier wordt
gebruikt, ontstaat schade aan de auto of aan
het sleepoog. Er bestaat gevaar voor schade. De aanwijzingen voor gebruik van het sleepoogin acht nemen.
Schroefdraadvoorsleepoog
Op de markering aan de rand van de afdekkingdrukken om deze naar buiten te duwen.
Aanslepen Mversnellingsbakmetdubbele
koppeling
Auto niet aanslepen.
Vanwege de M versnellingsbak met dubbele
koppeling is het starten van de motor door aanj
slepen niet mogelijk.
De oorzaak van de startproblemen door een Serj vice Partner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist laten
verhelpen.
Handversnelling De auto indien mogelijk niet aanslepen, maar demotor starten met de starthulp, zie pagina 255.
Met een katalysator de auto alleen aanslepen bij
een koude motor.
1.Alarmknipperlichten inschakelen, rekening houden met landspecifieke voorschriften.2.Contact, zie pagina 108, inschakelen.3.Naar de 3e versnelling schakelen.4.De auto laten aanslepen met ingedrukt kopj
pelingspedaal en de koppeling langzaam laj ten opkomen. Na het aanslaan van de motor
de koppeling direct weer indrukken.Seite 259HulpingevalvanpechMOBILITEIT259
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 260 of 286

5.Op een geschikte plaats stoppen, sleepstangof -kabel verwijderen, alarmknipperlichten uitjschakelen.6.De auto door een Service Partner van de faj
brikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten controleren.Seite 260MOBILITEITHulpingevalvanpech260
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 290 next >