BMW X1 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 331

'yDoor het indrukken van de toets van de afj
standsbediening. Door nog eens te drukj ken, loopt de openingscyclus verder.'yDoor het indrukken van of trekken aan deschakelaar in het opbergvak. Door nogeens te trekken, loopt de openingscyclusverder.
Sluiten
Vanbuitenaf
'yKnop aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.'yToets van de afstandsbediening ingedrukt houden tot de achterj
klep gesloten is.
Vanbinnenuit
Toets in het opbergvak van de bestuurj
dersportier indrukken en ingedrukt houj
den.
Voor deze functie moet de afstandsbediening
zich in het interieur bevinden.
Viadebinnenzijdevandeachterklep
Zonder comforttoegang:
Knop aan de binnenzijde van de achterklep inj
drukken.
Met comforttoegangssysteem:
'yToets aan de binnenzijde van de achterj klep indrukken, pijl 1.'yToets indrukken, pijl 2.
Het voertuig wordt vergrendeld zodra de
achterklep is gesloten. Hiervoor moet het bestuurdersportier gesloten zijn en de afj
standsbediening moet zich buiten de auto binnen het bereik van de achterklep bevinjden.
Afbrekenvandesluitcyclus
De sluitcyclus onderbreekt in de volgende situj
aties:
'yBij het abrupt wegrijden.'yDoor indrukken van de toets aan de binj nenzijde van de achterklep. Door nog eens
te drukken, opent het kofferdeksel weer.'yDoor indrukken van de knop aan de binj
nenzijde van de achterklep. Door nog eens
te drukken, opent het kofferdeksel weer.'yDoor het loslaten van de toets in het opj
bergvak van het bestuurdersportier. Door nog eens te trekken en uitgetrokken te
houden, loopt de sluitcyclus verder.'yDoor het loslaten van de toets van de afj
standsbediening. Door nog eens te drukj ken en ingedrukt te houden, loopt de sluitj
cyclus verder.Seite 61OpenenensluitenBediening61
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 62 of 331

StoringVeiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij het handmatig bedienen van een gej
blokkeerde achterklep kan deze onverwacht
loskomen uit de blokkering. Er bestaat kans op
letsel of schade. Geblokkeerde achterklep niet handmatig bedienen. Door een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalificeerdeService Partner of specialist laten controlejren.'

Page 63 of 331

'yInstrumentenpaneel.'yVoorkeuzetoetsen.'yVolume, klank.'yControl Display.'yNavigatie.'yPark Distance Control PDC.'yAchteruitrijcamera.'yHead-Up Display.'yRijbelevingsschakelaar.'yStoelpositie, spiegelpositie, evt. stuurwielj
stand.
De via het stoelgeheugen opgeslagen poj
sities en de laatst ingestelde positie worj den opgeslagen.'yIntelligent Safety.
Profielbeheer
Bestuurdersprofielselecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstandsjbediening kan een ander bestuurdersprofielworden opgeroepen. Daardoor wordt oproejpen van de persoonlijke instellingen voor deauto mogelijk, ook als de auto niet met de eij
gen afstandsbediening is ontgrendeld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"'yDe in het opgeroepen bestuurdersprofiel
opgeslagen instellingen worden automaj
tisch uitgevoerd.'yHet opgeroepen bestuurdersprofiel wordt
toegewezen aan de momenteel gebruikte
afstandsbediening.'yAls het bestuurdersprofiel reeds aan een
andere afstandsbediening is toegewezen,
geldt dit bestuurdersprofiel voor beide afj
standsbedieningen.Gastprofielgebruiken
Met het gastprofiel kunnen individuele insteljlingen worden uitgevoerd die in geen van dedrie persoonlijke bestuurdersprofielen zijn opj
geslagen.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Gewoon gaan rijden (gast)"4."OK"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de momenteel gebruikte afstandsbediening.
Bestuurdersprofielhernoemen Om te voorkomen dat de bestuurdersprofielen
worden verwisseld, kan aan het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel een persoonlijkenaam worden gegeven.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
De naam van het met dit symbool gej
markeerde bestuurdersprofiel kan worden
gewijzigd.
4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.
Bestuurdersprofielterugzetten
De instellingen van het momenteel gebruikte
bestuurdersprofiel worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.Seite 63OpenenensluitenBediening63
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 64 of 331

Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.4."Bestuurdersprofiel terugzetten"5."OK"
Bestuurdersprofielexporteren
De meeste instellingen van het momenteel gej bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden gejexporteerd.
Het exporteren is handig bij het opslaan en herstellen van persoonlijke instellingen, bijj voorbeeld voor onderhoud in de werkplaats.De opgeslagen bestuurdersprofielen kunnenworden meegenomen naar een andere auto.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden ge

Page 65 of 331

De instellingen worden opgeslagen voor hetmomenteel gebruikte bestuurdersprofiel, ziepagina 62.
Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgrenj deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.'y"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Achterklep Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangeboj den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Achterklep"
Afhankelijk van de uitvoering wordt de
achterklep ontgrendeld of geopend.'y"Achterklep en portier(en)"
Afhankelijk van de uitvoering wordt de
achterklep ontgrendeld of geopend en
de portieren worden ontgrendeld.Laatstestoel-enspiegelpositie
instellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Voor met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan de instelling worden uitgevoerd.
4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersstoel
en buitenspiegels ingesteld.
De laatste positie is onafgankelijk van de via
het stoelgeheugen opgeslagen posities.
Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.Seite 65OpenenensluitenBediening65
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 66 of 331

Automatischontgrendelen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het uitschakelen van de motor door het
indrukken van de start-stop-toets wordt de
vergrendelde auto automatisch ontgrenj deld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:
'yOnbevoegd openen van een portier, de motorkap of de achterklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.'yOndeskundig gebruik van de contactdoos
voor de On-Board Diagnose.
Deze veranderingen signaleert de alarminstalj latie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-/uitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en vergrendelen van de auto via de afstandsbejdiening of via het comforttoegangssysteem de
alarminstallatie uit- en ingeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de ge

Page 67 of 331

'yControlelampje blijft na het ontgrendelen
knipperen tot het contact wordt ingeschaj
keld, maximaal echter circa 5 minuten:
Alarm is geactiveerd.
Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijv. bij een poging van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.
InterieurbeveiligingVoor een optimale werking moeten ruiten englazen dak gesloten zijn.
Ongewildalarmvermijden
Algemeen
De hellingshoeksensor en de interieurbeveilij ging kunnen een alarm activeren, hoewel geenonbevoegde handelingen zijn uitgevoerd.
Mogelijke situaties voor een ongewild alarm:
'yIn wasinstallatie of wasstraten.'yIn stapelgarages.'yBij het transport op autotreinen, op zee of op een aanhangwagen.'yBij dieren in de auto.'yAan het tankstation: als de auto na het bejgin van het tanken wordt vergrendeld.
Voor dergelijke situaties kunnen de hellingsjhoeksensor en interieurbeveiliging worden uitj
geschakeld.
Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen
10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en
gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj
deld uitgeschakeld.
Alarmbe

Page 68 of 331

Veiligheidsschakelaar
Openen'y Schakelaar tot het drukpunt indrukj
ken.
De ruit wordt geopend, zolang de schakej
laar ingedrukt wordt gehouden.'y Schakelaar door het drukpunt heen
drukken.
De ruit wordt automatisch geopend. Opj
nieuw indrukken van de schakelaar stopt
de beweging.
Comfortopening met de afstandsbediening, zie
pagina 51.
Sluiten
'y Schakelaar tot het drukpunt indrukj
ken.
De ruit wordt gesloten, zolang de schakej
laar ingedrukt wordt gehouden.'y Schakelaar door het drukpunt heen
drukken.
Bij gesloten portier sluit de ruit automaj
tisch. Opnieuw trekken stopt de beweging.
Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 52.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pagina 56.
Nahetuitschakelenvanhetcontact
De ruiten kunnen nog worden bediend:
'yIn standby-modus van de radio gedurende
langere tijd.'yBij uitgeschakeld contact gedurende circa
1 minuut.Inklembeveiliging
Algemeen
Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een
ruit een bepaalde waarde, dan wordt het sluij ten onderbroken.
De ruit wordt een beetje geopend.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld
antennes, kunnen de inklembeveiliging nadelig
be

Page 69 of 331

Bij een ongeval met een bepaalde zwaarte
wordt de veiligheidsfunctie automatisch uitgej
schakeld.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
LED licht bij ingeschakelde veiligj
heidsfunctie.
Panoramadak Algemeen
Bij een ernstig ongeval wordt het glasdak autoj
matisch gesloten.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej staat kans op letsel. Bij het openen en sluitenerop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.'

Page 70 of 331

Glazendakenzonnescherm
gezamenlijkopenen/sluiten
Schakelaar tweemaal kort na elj
kaar door het drukpunt heen in
de gewenste richting schuiven.
Glazen dak en zonnescherm bej
wegen samen. Naar boven drukj
ken op de schakelaar stopt de beweging.
Comfortopening met de afstandsbediening, zie
pagina 51.
Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 52.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pagina 56.
Comfortpositie Bij sommige modellen zijn de windgeluiden in
het interieur het minst als het glazen dak nog
niet volledig geopend is. Bij deze modellen
wordt het glazen dak door de automatische
functie eerst slechts tot deze comfortstand gej
opend.
Door de schakelaar nog eens te bedienen,
wordt het glazen dak volledig geopend.
Nahetuitschakelenvanhetcontact Het glazen dak kan bij uitgeschakeld contact
nog circa 1 minuut lang worden bediend.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overschrijdt bij het sluiten van het glazen dak de sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordthet sluiten onderbroken vanaf het midden vande dakopening of bij het sluiten uit opgeheven
positie. Het glazen dak wordt geopend.Sluitenzonderinklembescherminguit geopendepositie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:1.Schakelaar door het drukpunt heen naar
voren schuiven en houden.
Het glazen dak wordt met beperkte inklemj
beveiliging gesloten. Overtreft bij het sluij ten van een ruit de sluitkracht een bej
paalde waarde, dan wordt het sluiten
onderbroken.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt
heen naar voren schuiven en ingedrukt
houden, tot het glazen dak zonder inklemj
beveiliging gesloten wordt. Let erop dat
het sluitbereik vrij is.
Sluitenzonderinklembescherminguit verhoogdepositie
Bij gevaar van buiten de schakej
laar door het drukpunt heen naar voor schuiven en zo houden.
Het glazen dak wordt zonder inj
klembeveiliging gesloten.
Initialiserennastroomonderbreking
Algemeen
Na een stroomonderbreking tijdens het opej
nen of sluiten is het glazen dak mogelijk
slechts beperkt te bedienen.
Het systeem kan onder volgende voorwaarden ge

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 340 next >