BMW X6 M 2016 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 268

nen alle service partners en andere bevoegde
en gekwalificeerde specialisten de in de elek‐
tronische onderhoudsgeschiedenis opgesla‐
gen gegevens inzien.
De autobezitter kan bij zijn Service Partner of
een gekwalificeerde specialist bezwaar maken
tegen de invoer in de elektronische onder‐
houdsgeschiedenis met de daarmee gepaard
gaande opslag van de gegevens in de auto en
de gegevensoverdracht aan de autofabrikant
gedurende de tijd dat de auto in zijn bezit is. Er
vindt dan geen invoer in de elektronische on‐
derhoudsgeschiedenis van de auto plaats.
Ingevoerd onderhoud op het Control Display
weergeven, zie pagina 96.
Aansluiting voor On-Board
Diagnose OBD
Opmerking ATTENTIE
Ondeskundig gebruik van de contact‐
doos voor de On-Board-Diagnose kan tot sto‐
ringen aan de auto leiden. Er bestaat gevaar
voor schade. De contactdoos voor de On-
Board-Diagnose alleen door een Service Part‐
ner, een gekwalificeerde specialist of andere
geautoriseerde personen laten gebruiken.◀
Positie
Aan bestuurderszijde bevindt zich een OBD-
aansluiting voor het testen van onderdelen die
voor de emissiesamenstelling bepalend zijn.
Emissiewaarden▷Het waarschuwingslampje knip‐
pert:
Motorstoring die tot beschadiging
van de katalysator kan leiden. Auto
onmiddellijk laten controleren.▷Het waarschuwingslampje brandt:
Verslechtering van de emissiewaarden.
Auto zo spoedig mogelijk laten controle‐
ren.
Terugname van de auto
De fabrikant van uw auto adviseert de auto aan
het eind van zijn levenscyclus in te leveren bij
een door de fabrikant aangeduid terugname‐
punt. Voor de terugname zijn de betreffende
nationale wettelijke voorschriften van toepas‐
sing. Meer informatie is verkrijgbaar bij een
Service Partner of een gekwalificeerde specia‐
list.
Seite 231OnderhoudMobiliteit231
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 232 of 268

Vervangen van onderdelenUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Boordgereedschap1.Bagageruimtebodem omhoogklappen.2.Boordgereedschap wegnemen.Vervangen van de
wisserbladen
Aanwijzingen ATTENTIE
Als de ruitenwisserarm zonder gemon‐
teerd wisserblad op de voorruit valt, kan deze
worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. Ruitenwisserarm bij het vervangen van
de wisserbladen vasthouden en de wissers
niet op de ruit klappen zolang er geen wisser‐
bladen zijn aangebracht.◀
ATTENTIE
Opgeklapte wissers kunnen bij het ope‐
nen van de motorkap worden ingeklemd. Er
bestaat gevaar voor schade. Voor het openen
van de motorkap erop letten dat de wissers
met gemonteerde wisserbladen op de voorruit
liggen.◀
Voorwisserbladen vervangen1.Voor het vervangen de wissers in uitge‐
klapte stand brengen, zie pagina 80.2.Wissers volledig optillen van de voorruit.Seite 232MobiliteitVervangen van onderdelen232
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 233 of 268

3.De houder openklappen.4.Wisserblad langs de wisserarm afnemen.5.Nieuwe wisser bevestigen en naar bene‐
den drukken totdat deze vastklikt in de
houder.6.Wissers inklappen.
BMW X5 M: achterste wisserblad
vervangen
1.Wisserarm uitklappen.2.Wisserblad tot de aanslag naar achteren
draaien.3.Wisserblad tegen de aanslag verder
draaien en daarmee uit de bevestiging
drukken.4.Nieuw wisserblad tot hoorbaar vastklikken
in de bevestiging drukken.5.Ruitenwisser inklappen.
Vervangen van lampen
Aanwijzingen
Lampen en verlichtingen Alle lampen en lichten zijn van LED-techniek
voorzien.
GEVAAR
Bij de verlichting kunnen hoge spannin‐
gen aanwezig zijn. Er bestaat levensgevaar.
Werkzaamheden aan de verlichtingsinstallatie
met inbegrip van het vervangen van lampen
door een Service Partner of een gekwalifi‐
ceerde specialist laten uitvoeren.◀
LED-lampen
Sommige uitrustingsvarianten hebben achter een afdekking LED-lampen als lichtbron.
Deze zijn verwant met de gewone lasers en
worden als lichtemitterende diode van klasse 1
gekenmerkt.
WAARSCHUWING
Te intensieve helderheid kan het netvlies
van de ogen irriteren of beschadigen. Er be‐ staat kans op letsel. Nooit gedurende langere
tijd direct in de koplamp of andere lichtbron‐ nen kijken. Afdekkingen van LED's niet verwij‐
deren.◀
Koplampglazen
Bij koel of vochtig weer kunnen de voertuigver‐
lichtingsunits aan de binnenzijde beslaan. Bij
rijden met ingeschakeld licht verdwijnt de
wasem na korte tijd. Het koplampglas hoeft
niet te worden vervangen.
Als de koplampen ondanks rijden met inge‐
schakeld licht niet ontdooien en er zich in toe‐
nemende mate vocht vormt, bijv. waterdrup‐
Seite 233Vervangen van onderdelenMobiliteit233
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 234 of 268

pels in de lamp, deze door een Service Partner
of een gekwalificeerde specialist laten contro‐
leren.
Wiel verwisselen
Aanwijzingen Bij gebruik van plakmiddelen is het niet nood‐
zakelijk om de band direct te wisselen bij span‐
ningsverlies in het geval van pech.
Het juiste gereedschap voor het verwisselen
van wielen vindt u als toebehoren bij een Ser‐
vice Partner of een gekwalificeerde specialist.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de aan‐
gegeven posities.
Reservewiel
Veiligheidsmaatregelen
▷De auto zo ver mogelijk uit de buurt van de
verkeersstroom en op een vaste onder‐
grond parkeren. Alarmknipperlichten in‐
schakelen.▷Parkeerrem bedienen en de keuzehendel‐
stand P inschakelen.▷Alle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijv. achter de
vangrails.▷Eventueel gevarendriehoek of waarschu‐
wingsknipperlichten op de betreffende af‐
stand neerzetten.▷Het wiel alleen verwisselen op een effen,
vaste en slipvrije ondergrond. Op een
zachte of gladde ondergrond, bijv. sneeuw,
ijs, tegels enz. kan de auto of de autokrik
naar de zijkant wegglijden.▷Geen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagver‐
mogen niet bereiken wegens de beperkte
hoogte.▷Wanneer de auto opgetild is, niet hieronder
gaan liggen en de motor niet starten, an‐
ders bestaat er levensgevaar.
Opmerking
WAARSCHUWING
De krik is alleen voor het omhoogbren‐
gen van de auto en voor de kriksteunpunten
van de auto bedoeld. Er bestaat kans op letsel.
Geen andere auto of andere lading met de krik
omhoogbrengen.◀
Overzicht
Het reservewiel en het gereedschap bevinden
zich onder de bodem van de bagageruimte.
1Reservewiel2Autokrik3Krikzwengel4WielboutsleutelSeite 234MobiliteitVervangen van onderdelen234
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 235 of 268

Reservewiel verwijderen1.Gereedschaphouder uitnemen.2.Vleugelbout 1 losdraaien.3.Schijf 2 langs de zijkant uitnemen.4.Reservewiel verwijderen.
Verwisselen van het wiel voorbereiden
1.De veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 234,
in acht nemen.2.De wielbouten een halve omwenteling los‐
draaien.
Wielbouten met slot, zie pagina 236.
Voertuig optillen
1.Krik onder het krikpunt plaatsen dat zich
het dichtste bij het wiel bevindt, zodat de
krikvoet loodrecht en vlak onder het krik‐
punt staat.2.De krikkop omhoog zwengelen en de kop
in de rechthoekige inkeping van het krik‐
punt schuiven.3.Zo ver omhoog zwengelen tot het wiel van
de bodem loskomt.Montage van het wiel
Slechts één reservewiel monteren.1.De wielbouten losdraaien en het wiel ver‐
wijderen.2.Het nieuwe wiel of thuiskomertje opzetten
en minstens twee bouten kruiselings in‐
draaien.
Indien geen originele lichtmetalen velgen
van BMW gemonteerd worden, moeten
evt. ook de bijbehorende wielbouten wor‐
den gebruikt.3.De overige wielbouten indraaien en alle
bouten kruiselings goed aandraaien.4.De auto laten zakken en de autokrik verwij‐
deren.
Na het verwisselen van een wiel
1.De wielbouten kruiselings vastdraaien. Het
aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.2.Het defecte wiel opbergen in de bagage‐
ruimte.
Het defecte wiel is te groot om bewaard te
kunnen worden onder de bagageruimtebo‐
dem.3.De bandenspanning bij de volgende gele‐
genheid controleren en zo nodig corrige‐
ren.4.Bandenpechwaarschuwing opnieuw initia‐
liseren.
Reset van de bandenspanningscontrole
uitvoeren.5.Het vastzitten van de wielbouten laten con‐
troleren met een gekalibreerde moments‐
leutel.6.De beschadigde banden zo snel mogelijk
vervangen.
Rijden met reservewiel
WAARSCHUWING
Het reservewiel heeft speciale afmetin‐
gen. Bij het rijden met een reservewiel kunnen
bij hogere snelheden gewijzigde rij-eigen‐
Seite 235Vervangen van onderdelenMobiliteit235
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 236 of 268

schappen optreden zoals verminderde koers‐
stabiliteit bij het remmen, langere remweg en
verandering van het stuurgedrag in het grens‐
bereik. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rustig rijden en een snelheid van max. 80 km/h
niet overschrijden.◀
Wielbouten met slot De adapter van de wielbouten met slot bevindt
zich in het boordgereedschap of in een op‐
bergvak bij het boordgereedschap.▷Wielbout, pijl 1.▷Adapter, pijl 2.
Verwijderen
1.Adapter op de wielbout plaatsen.2.Wielbout losschroeven.
Na het vastschroeven de adapter weer verwij‐
deren.
Accu Onderhoud De accu is onderhoudsvrij.
Het zuur waarmee de accu gevuld is volstaat
voor de volledige levensduur van de accu.
Meer informatie over de accu kan bij een Ser‐
vice Partner of een gekwalificeerde specialist
worden opgevraagd.
Vervangen van de accu
ATTENTIE
Accu's die door de fabrikant van de auto
als niet geschikt zijn beoordeeld, kunnen sys‐
temen beschadigen of functies kunnen niet
meer worden uitgevoerd. Er bestaat gevaar
voor schade. Alleen accu's gebruiken die door
de fabrikant van de auto als geschikt zijn aan‐
gemerkt.◀
De voertuigaccu na het vervangen door een
Service Partner of een gekwalificeerde specia‐
list bij de auto laten aanmelden, zodat alle
comfortfuncties onbeperkt beschikbaar zijn en
evt. betreffende Check-Control-meldingen
niet meer worden weergegeven.
Accu opladen
Algemeen Erop letten dat de accu voldoende opgeladen
is, om de volle levensduur van de accu te ga‐
randeren.
In de volgende gevallen kan het opladen van
de accu noodzakelijk zijn:▷Bij frequente korte trajecten.▷Bij lange standtijden van meer dan een
maand.
Aanwijzingen
ATTENTIE
Bij acculaders voor de voertuigaccu kun‐
nen hoge spanningen en stromen optreden,
waardoor het 12V-boordnet overbelast of be‐
schadigd kan raken. Er bestaat gevaar voor
schade. Acculaders voor de voertuigaccu al‐
leen op de starthulp-aanklempunten in de mo‐
torruimte aansluiten.◀
Aanklempunten starthulp Alleen met afgezette motor via de starthulp-
aanklempunten, zie pagina 240, in de motor‐
ruimte laden.
Seite 236MobiliteitVervangen van onderdelen236
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 237 of 268

AcculaderSpeciaal voor de auto ontwikkelde en op het
boordnet afgestemde boordnet afgestemde
acculaders zijn verkrijgbaar bij een Service
Partner of een gekwalificeerde specialist.
Stroomonderbreking
Na een tijdelijke stroomonderbreking moeten
sommige modellen opnieuw geïnitialiseerd
en/of individuele instellingen worden geactuali‐
seerd, bijv.:▷Stoel-, spiegel- en stuurkolomgeheugen:
posities opnieuw opslaan.▷Tijd: instellen.▷Datum: instellen.▷Glazen dak: systeem initialiseren, zie pa‐
gina 50.
Oude accu verwerken
Oude batterijen door een Service Part‐
ner of een gekwalificeerde specialist la‐ ten afvoeren of op een verzamelpunt
afgeven.
Gevulde accu's moeten tijdens het vervoer en
de opslag rechtop staan. Tijdens het transport
tegen omvallen beveiligen.
Zekeringen Aanwijzingen WAARSCHUWING
Door verkeerde of gerepareerde zekerin‐
gen kunnen elektrische kabels en onderdelen
overbelast worden. Er bestaat brandgevaar.
Doorgebrande zekeringen niet repareren of
door een zekering met een andere kleur of am‐
perage vervangen.◀
Een kunststofpincet en gegevens betreffende
de zekeringtoewijzing vindt u bij de zekeringen
in de bagageruimte.
In het interieur
Bevestigingen losmaken, pijlen, en afdekking
openen.
In de bagageruimte
Afdekking van de rechter zijbekleding open‐
klappen, pijl.
Gegevens betreffende het zekeringenoverzicht
vindt u op een afzonderlijk vouwblad.
Seite 237Vervangen van onderdelenMobiliteit237
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 238 of 268

Hulp in geval van pechUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Waarschuwingsknipperlicht
De toets bevindt zich in de middenconsole.
Intelligente noodoproep
Principe Via dit systeem kan in noodsituaties een nood‐
oproep worden verzonden.
Algemeen
SOS-toets uitsluitend bij noodgevallen gebrui‐
ken.
Ook als er geen noodoproep via BMW mogelijk
is, kan het zijn dat een noodoproep naar een
openbaar alarmnummer tot stand wordt ge‐
bracht. Dit is onder andere afhankelijk van het
mobiele netwerk en de nationale wetgeving.
De noodoproep kan om technische redenen
onder ongunstige omstandigheden niet wor‐
den gegarandeerd.
Overzicht
SOS-toets in de dakhemel
Voorwaarden
▷In de auto geïntegreerde SIM-kaart is ge‐
activeerd.▷Standby-modus van de radio is ingescha‐
keld.▷Noodoproepsysteem is bedrijfsklaar.
Noodoproep versturen
1.Voor het openen licht op afsluitklep druk‐
ken.2.De SOS-toets indrukken tot LED in de
toets groen brandt.▷LED brandt groen: noodoproep geacti‐
veerd.
Als een onderbrekingsvraag op het display
wordt weergegeven, kan de noodoproep
worden afgebroken.
Indien de omstandigheden dit toelaten, in
de auto wachten tot de spraakverbinding
tot stand is gekomen.Seite 238MobiliteitHulp in geval van pech238
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 239 of 268

▷LED knippert groen als de verbinding met
het alarmnummer tot stand is gebracht.
Bij een noodoproep via BMW worden ge‐
gevens aan de alarmcentrale gestuurd, die
dienen voor het bepalen van de vereiste
reddingsmaatregelen. Bijv. de actuele po‐
sitie van de auto, wanneer deze kan wor‐
den bepaald. Als wedervragen van de
noodoproepcentrale onbeantwoord blijven
worden automatisch reddingsmaatregelen
genomen.▷Wanneer de LED groen knippert maar de
alarmcentrale niet meer te horen is via de
luidsprekers, kunt u echter voor de alarm‐
centrale toch nog te horen zijn.
Noodoproep automatisch activeren
Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan,
wordt onmiddellijk na een zwaar ongeval auto‐
matisch een noodoproep verstuurd. De auto‐
matische noodoproep wordt niet beïnvloed
door het drukken op de SOS-toets.
Gevarendriehoek
1.Afdekking van de linker zijbekleding open‐
klappen.2.De waarschuwingsdriehoek voorzichtig op‐
tillen en in de richting van het interieur eruit
trekken.
EHBO-tas
Opmerking De houdbaarheid van enkele artikelen is be‐
perkt.
Houdbaarheidsdatum van de inhoud regelma‐
tig controleren en evt. aflopende artikelen tijdig
vervangen.
Locatie
1.Afdekking van de linker zijbekleding open‐
klappen.Seite 239Hulp in geval van pechMobiliteit239
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page 240 of 268

2.De EHBO-tas eruit nemen.
StarthulpAlgemeen
Bij een lege accu kan de motor met de accu
van andere auto met behulp van twee startka‐
bels worden gestart. Gebruik hiervoor alleen
startkabels met volledig geïsoleerde poolklem‐
men.
Aanwijzingen GEVAAR
Door het aanraken van spanningvoe‐
rende onderdelen bestaat kans op een elektri‐
sche schok. Er bestaat kans op letsel of le‐
vensgevaar. Geen onderdelen aanraken die
onder spanning kunnen staan.◀
Om lichamelijk letsel of schade aan de beide
auto's te voorkomen, niet van de onderstaande
handelwijze afwijken.
Voorbereiding ATTENTIE
Bij carrosseriecontact tussen de beide
auto's kan tijdens de starthulp kortsluiting op‐
treden. Er bestaat gevaar voor schade. Erop
letten dat geen carrosseriecontact bestaat.◀
1.Controleer of de batterij van de andere
auto een spanning van 12 volt heeft. De
gegevens staan ook op de accu.2.Motor van de stroomleverende auto afzet‐
ten.3.Stroomverbruikers in de beide auto's uit‐
schakelen.
Aanklempunten starthulp
WAARSCHUWING
Bij het aansluiten van de startkabel kan
door een verkeerde aansluitvolgorde vonkvor‐
ming optreden. Er bestaat kans op letsel. Cor‐
recte volgorde bij het aansluiten aanhouden.◀
Het zogenaamde starthulp-aanklempunt in de
motorruimte dient als accupluspool.
Als accuminpool dient de carrosseriemassa of
een speciale moer.
Kabel aansluiten
1.Afdekkap van het BMW starthulp-aanklem‐
punt verwijderen.2.Een poolklem van de plus-startkabel aan‐
sluiten op de accupluspool of op een over‐
eenkomstig starthulp-aanklempunt van de
stroomleverende auto.Seite 240MobiliteitHulp in geval van pech240
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 270 next >