BMW X6 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 305

Het vermogen van de aanhangwagenachterj
lichten mag de volgende waarden niet overj
schrijden:'yRichtingaanwijzers: per zijde 42 watt.'yAchterlichtlampen: per zijde 50 watt.'yRemlichten: samen 84 watt.'yMistachterlichten: samen 42 watt.'yAchteruitrijlamp: samen 42 watt.
Inschakeltijden van de stroomverbruikers bij
het rijden met een caravan kort houden om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Rijdenmeteen
aanhangwagen
Algemeen
Als er iets is aangesloten op een aanhangwaj gencontactdoos, zijn sommige rijhulpsystej
men niet of slechts beperkt beschikbaar. Evt.
wordt er een Check-Control-melding weergej
geven.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Vanaf ca. 80 km/h kan de aanhangwagen,
afhankelijk van de constructie en voertuigbelaj ding, in slingerbewegingen raken. Er bestaat
kans op een ongeval of schade.
Bij het rijden met een aanhanger snelheid aanj passen. Bij slingerbewegingen direct remmen
en de nodige stuurcorrecties zo voorzichtig
mogelijk uitvoeren.'

Page 232 of 305

kan het systeem in extreme verkeerssituatieseveneens in werking treden bijv. bij gebruikvan een fietsendrager met verlichting.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Het systeem werkt bij het trekken van een aanjhanger en gebruikte aanhangercontactdoos
vanaf ca. 65 km/h.
Grenzenvanhetsysteem'yHet systeem kan niet ingrijpen als de aanj
hanger meteen schaart, bijv. op bij gladj
heid of op wegen met een losse onderj
grond.'yAanhangers met een hoog zwaartepunt kunnen kantelen voordat een slingerbewej
ging wordt herkend.'yHet systeem is buiten bedrijf, wanneer de dynamische stabiliteitscontrole DSC gej
deactiveerd of uitgevallen is.
Trekhaakmetelektrisch
draaibarekogelkop
Algemeen
De wegdraaibare kogelkop bevindt zich aan de onderzijde van de auto.
LED in de knop brandt groen als het systeem
bedrijfsklaar is.
De toets voor het uit- en inzwenken van de koj gelkop bevindt zich achter de rechterzijbeklejding in de bagageruimte.
Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
De trekhaak is geschikt voor gebruik met
een aanhangwagen. Een uitgeklapte kogelkop van de trekhaak kan worden vastgedraaid alszonder aanhangwagen of bagagedrager wordt
gereden. Er bestaat gevaar voor schade. De kogelkop inklappen, als zonder aanhangwagen
of bagagedrager wordt gereden.'

Page 233 of 305

3.Wachten tot de kogelkop de eindpositiebereikt heeft.
Automatischonderbrekenofomkerenvandezwenkbeweging
Algemeen
Het naar buiten of binnen zwenken wordt autoj
matisch onderbroken of omgekeerd of niet uitj
gevoerd als de stroomlimietwaarde overschrej
den wordt, bijvoorbeeld bij zeer lage
temperaturen of bij mechanische weerstanj
den.
Zwenkprocedurebijdraaiendemotor
herhalen
1.Motor starten met de Start-/stopknop.2. Toets in de bagageruimte zo lang inj
drukken, tot de kogelkop volledig is in-
of uitgeklapt.
Zo nodig zwenkprocedure bij ingedrukte toets
en draaiende motor herhalen.
De LED in de toets brandt groen als de kogelj
kop een eindstand heeft bereikt.
Als het probleem zich herhaalt, contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist.
Aanhangwagencontactdoos
De aanhangwagencontactdoos bevindt zich
aan de trekhaak.
Afdekking naar beneden klappen.
Oogvoorborgkabel
Er bevindt zich een oog aan de trekhaak voor het vergrendelen van de aanhangwagen-borgjkabel.
Voor meer veiligheid de aanhangwagen-borgj
kabel tijdens het rijden met aanhangwagen in het oog bevestigen.
Let erop dat de beveiligingskabel vrij kan bej
wegen en niet over de grond sleept.
Seite 233RijdenmeteenaanhangwagenRijtips233
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 234 of 305

BrandstofbesparenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Uw auto bevat geavanceerde technologieënvoor het reduceren van de verbruiks- en emisj siewaarden.
Het brandstofverbruik hangt van verschillende factoren af.
Door enkele maatregelen, zoals een gematigde rijstijl en regelmatig onderhoud, kunnen het
brandstofverbruik en de milieubelasting posij tief worden be

Page 235 of 305

Hiervoor voldoende afstand tot voorliggers
houden.
Hogemotortoerentallen
vermijden
Bij rijden met een lager motortoerental nemen
het brandstofverbruik en de slijtage af.
Evt. de schakelpuntindicator, zie pagina 120,
van de auto in acht nemen.
Afremmenopdemotor Ga bij het naderen van een rood verkeerslicht
van het gaspedaal en laat de auto uitrollen.
Bij hellingafwaarts rijden het gaspedaal loslaj
ten en de auto laten uitrollen.
De brandstoftoevoer wordt bij vaart minderen
onderbroken.
Motorbijlangerstoppen
afzetten
Motorafzetten
Motor bij langere stops, bijvoorbeeld bij verj
keerslichten, overwegen of in de file, afzetten.
Automatischestart-stop-functie De automatische start-stop-functie van de
auto zet de motor tijdens een stop automaj
tisch af.
Indien de motor uitgezet en aansluitend opj nieuw gestart wordt, dalen het brandstofverj bruik en de uitstoot in vergelijking met eencontinu draaiende motor. Al bij een motorstop
van enkele seconden zijn besparingen mogej lijk.
Het brandstofverbruik hangt bovendien af van andere factoren zoals rijstijl, toestand van de
weg, onderhoud en omgevingsomstandighej
den.Schakelniet-gebruikte
functiesuit
Functies als bijvoorbeeld stoel- of achterruitj
verwarming vragen veel energie en verkleinen de actieradius, met name in het stadsverkeer
en bij stilstaand en langzaamrijdend verkeer.
Deze functies uitschakelen wanneer zij niet
worden gebruikt.
Onderhoudlatenuitvoeren
Auto regelmatig laten onderhouden om een optimaal rendement en een lange levensduurte bereiken. BMW adviseert onderhoudswerkj
zaamheden door een BMW Service Partner te
laten uitvoeren.
Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie pagina 265, in acht nemen.Seite 235BrandstofbesparenRijtips235
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 236 of 305


Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 237 of 305

Mobiliteit
Om uw mobiliteit altijd te garanderen, krijgt u
hier belangrijke informatie over brandstoffen, wielen en banden, onderhoud en pechhulp.Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 238 of 305

TankenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Voor het tanken eerst de aanwijzingen over debrandstofkwaliteit, zie pagina 240, lezen.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op tijd tanken.'

Page 239 of 305

SluitenWAARSCHUWING
De bevestigingsband van de tankdop kan
bij het vastdraaien worden ingeklemd en platj gedrukt. De dop kan dan niet correct gesloten
worden. Er kunnen brandstof of brandstofdamj
pen naar buiten komen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Erop letten dat de bevestigingsj
band bij het sluiten van de dop niet word ingeklemd of platgedrukt.'

Page 240 of 305

BrandstofUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Brandstofkwaliteit Algemeen
Afhankelijk van de regio wordt bij diverse tankj
stations brandstof verkocht die is aangepast
aan het winter- of zomerseizoen. Brandstof die in de winter wordt aangeboden vereenvoudigtbijv. de koude start.
Benzine
Algemeen
De benzine moet voor een optimaal brandstofj verbruik zwavelvrij of zo mogelijk zwavelarm
zijn.
Brandstoffen die bij de brandstofpomp als mej
taalhoudend zijn aangegeven, mogen niet worj
den gebruikt.
Er kunnen brandstoffen met een maximaal ethanolgehalte van 10 , dus E10, worden gej
tankt.
De motor heeft een pingelregeling. Vandaar
dat verschillende benzinekwaliteiten kunnen
worden getankt.Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Bovendien wordt de katalysator blijvend beschadigd. Er bestaat gevaar voorschade. Bij benzinemotoren het volgende niet
tanken of aan de brandstof toevoegen:'yLoodhoudende benzine.'yMetaalachtige toevoegingen, bijvoorbeeld
mangaan of ijzer.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 310 next >