CITROEN C-ELYSÉE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 257

129
9
Praktische informatie
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto

Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale,stabiele en stroeve ondergrond staat.

Trek de handrem aan, zet het contact af en schakel de eerste versnelling *
in omde wielen te blokkeren.
Controleer of de verklikkerlampjesvan de parkeerrem op het instrumentenpaneel branden. Controleer of de inzittenden de autohebben verlaten en zich op een veiligeplaats bevinden.
Zorg er voor dat de krik goed op één van dedaarvoor bestemde plaatsen wordt gezet. Als de krik verkeerd wordt gebruikt,wordt de auto niet voldoendeondersteund en kan deze vallen.
Ga nooit onder een auto liggen diealleen op de krik steunt; gebruik een bok.


Procedure
)
Ver wijder de sierdop van de wielbouten met het gereedschap 3(volgens
uitvoering).) Draai de wielbouten een omwenteling losmet alleen de wielsleutel 1.
Gebruik:
- de krik uitsluitend voor het opkrikken van de auto,- geen andere krik dan de door de fabrikant geleverde krik.




*

Stand R
van de gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak of stand Pvan de
automatische transmissie.

Page 132 of 257

130
Praktische informatie
)Plaats de krik 2 onder één van de tweesteunpunten aan de voorzijde Aof achterzijde B(bij het te ver wisselen wiel).
)Ver wijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.)Ver wijder het wiel.


)
Draai de krik 2uit tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk
zich loodrecht onder het gebruikte steunpunt Aof B bevindt. )
Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het
(niet lekke) reservewiel te monteren.

Page 133 of 257

131
9
Praktische informatie

Monteren van het wiel
Bevestiging van het reservewiel
Indien uw auto is voorzien vanlichtmetalen velgen is het normaal datbij het monteren van het reservewiel de
ringen van de bouten de velg niet raken.Als de bouten volledig zijn aangedraaid,zorgt het conische draagvlak van debouten voor de bevestiging van hetreservewiel.
Na het verwisselenvan het wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel om het op de juiste manier in de bagageruimte op te bergen.Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reser vewielcontroleren door het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en ver wissel hem met het reservewiel.

Procedure
)
Plaats het wiel op de naaf. )
Draai de wielbouten met de hand vast. )
Draai de wielbouten enigszins vast metalleen de wielsleutel 1.

Page 134 of 257

132
Praktische informatie
Laat de krik zakken.)Vouw de krik 2 op en ver wijder hem.)
Draai de wielbouten uitsluitend vast met de
wielsleutel 1.) Bevestig de doppen op de overige
wielbouten (volgens uitvoering). ) Berg het gereedschap op in de houder.

Page 135 of 257

133
9
Praktische informatie











Een lamp vervangen

Verlichting vóór
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijdevan de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.

De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale vernislaag: )reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek engebruik geen oplosmiddelen,)
gebruik een spons met zeepwater of een pH-neutraal product, )
wanneer u met eenhogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houdde straal dan nooit langdurig opde koplampen, de achterlichten en de randen er van gericht, ombeschadiging van de vernislaag en de afdichtrubbers te voorkomen, )
raak de lamp niet met de vingers aan, maar gebruik een niet-pluizende doek.
Bij het ver vangen van lampen moet deverlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn (risico van ernstigeverbranding).In verband met het behoud van de kwaliteit van de koplampen mogen uitsluitend anti-UV-lampen worden gebruikt. Vervang een kapotte lamp altijd door een nieuwe lamp met dezelfde specificaties. 1
.Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).2.Grootlicht (H1- 55W).3.Dimlicht (H7-55W).4.Dagrijverlichting / Parkeerlicht(W21/5W)of Parkeerlicht (W5W).5.Mistlampen (H11- 55W).

Page 136 of 257

134
Praktische informatie
De amberkleurige lampen, zoals dievan de richtingaanwijzers, moetenworden vervangen door lampen met dezelfde kleur en specificaties.
Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldigde beschermkap om ervoor te zorgen dat de lampunit goed wordt afgedicht.

Wanneer het controlelampje van derichtingaanwijzer (rechts of links) met een hogere frequentie dan normaal knipper t, duidt dit op een defecte lampaan de desbetreffende zijde.
Lamp van richtingaanwijzer vervangen
)Draai de lamphouder een achtste
omwenteling linksom en ver wijder hem.
)Ver wijder de lamp en ver vang hem.
Verricht voor het monteren van de lamp deze
handelingen in de omgekeerde volgorde.
Lampen grootlicht vervangen
)Trek aan de borglip om de beschermkap te
ver wijderen. )Neem de stekker van de lamp los.)Duw de veer opzij om de lamp te kunnen
ver wijderen. )Trek de lamp uit de lamphouder en ver vangde lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.

Page 137 of 257

135
9
Praktische informatie
Lampen dimlicht vervangen
)Trek aan de borglip om de beschermkap te
ver wijderen. )Til de stekker van de lamp op en neemdeze los . )Trek de lamp uit de lamphouder en ver vangde lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Lampen dagrijverlichting / parkeerlicht of parkeerlicht vervangen
) Trek aan de lamphouder terwijl u aan beide kanten op de beide borglippen drukt.)
Ver wijder de lamp en vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.

Page 138 of 257

136
Praktische informatie
Mistlampen vóór vervangen
)Via de opening onder de voorbumper kuntu de mistlampen vóór bereiken.
Draai, indien nodig, de afdekkap helemaal los en verwijder deze ver volgens. )Draai de lamphouder een kwartslag linksom en ver wijder deze. )Neem de stekker van de lamp los.)Ver wijder de lamp en ver vang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor vragen over het ver vangen van deze lampen kunt u terechtbij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Zijknipperlichten vervangen
)Steek ter hoogte van het midden van het
zijknipperlicht een schroevendraaier tussenhet zijknipperlicht en de carrosserie.)Wip het zijknipperlicht met de schroevendraaier los.)Neem de stekker van het zijknipperlicht los.)Ver vang de zijknipperlichtunit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Een nieuwe zijknipperlichtunit isverkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 139 of 257

137
9
Praktische informatie
Lampen vervangen
Deze lampen kunnen van binnenuit de bagageruimte worden ver vangen:
) open de achterklep, )
ver wijder het rooster in de bekleding aan
de desbetreffende zijkant, ) draai de moer los en verwijder deze,)
neem de stekker van de lamp los,)
maak de lampunit los door de lip naar beneden te duwen en verwijder deze
voorzichtig door de unit in een rechte beweging naar u toe te trekken,
)ver wijder de vier bouten in en trek de fitting los, )draai de defecte lamp een kwar t slag en
ver vang deze.
Voer het monteren uit in de om
gekeerde
volgorde.
Druk de lichtunit goed in de steungoot in delengteas van de auto.Draai de moer zodanig vast dat een goedeafdichting is gewaarborgd en de lichtunit niet
beschadigd raakt. 1
.Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).2.Achteruitrijlicht (R10W).3.Mistachterlicht (P21W).4.Parkeerlicht (P21/5W).5.Remlicht / parkeerlicht (P21/5W).
Achterlichten

Page 140 of 257

138
Praktische informatie
Lamp derde remlicht vervangen (5 lampen W5W)Vervangen van dekentekenplaatverlichting (W5W)
)Steek een kleine schroevendraaier ineen van de buitenste openingen van het lampglas.)Duw de schroevendraaier naar buiten om het lampglas los te maken en verwijder hetlampglas.)Verwijder de defecte lamp en ver vang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. Zorg ervoor dat het deksel goed op de steun is geplaatst alvorens het deksel vast te klikken. Om deze lampen te ver van
gen is hetnoodzakelijk het deksel op de hoedenplank te
ver wijderen vanaf de achterbank van de auto:)trek het deksel naar u toe en ver volgens
omhoog om het te verwijderen,
) neem de stekker van de lichtunit los, )
maak de lamphouder los door de twee
nokken op te tillen en verwijder delamphouder, ) ver vang de defecte lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 260 next >