CITROEN C3 PICASSO 2015 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 301 of 312

11
Praktische informatie
9


Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd

Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is gesignaleerd.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.


U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.

In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem. De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.

Als een storing wordt gesignaleerd

Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van de
storing permanent wordt weergegeven), gaan de
verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje UREA
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog met de resterende
hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.

Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100 km en 0 km)

Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Star ten
geblokkeerd".

Star ten geblokkeerd

Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.

Page 302 of 312

Praktische informatie
10







Bevriezing van het additief AdBlue
®



Het additief AdBlue
®
bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorver warmingssysteem voor het
AdBlue
® -reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Het AdBlue
®
-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reser voir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reser voir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.






Bijvullen van het additief AdBlue ®


Het additief AdBlue ®
is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
ver volgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).



Gebruiksvoorschriften


Bewaar AdBlue ®
buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
®
niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
Gebruik uitsluitend additief AdBlue
®
dat aan de
norm ISO 22241 voldoet.

Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.

Vul nooit AdBlue
®
bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.


De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89 liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.

Page 303 of 312

11
Praktische informatie
11

Bewaar de flacons AdBlue ®
niet in uw
auto.
AdBlue
®
bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.


Voorschriften voor opslag

Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reser voir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul ver volgens het
reser voir bij.




Procedure voor bijvullen




)
Til voor toegang tot het AdBlue ®
-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en ver wijder ver volgens het reser vewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering).





)
Draai de zwarte dop een kwart
omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
ver wijderen.




)
Draai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.

)
Trek de knop omhoog om hem te
ver wijderen.



)
Zet het contact af en ver wijder de sleutel.

Page 304 of 312

Praktische informatie
12



)
Pak een flacon AdBlue ®
. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
® -reservoir van uw auto giet.



Belangrijk:
als het AdBlue
®
-
reser voir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten -
moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8 liter additief (twee flacons
van 1,89 liter).
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met
een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.

Belangrijk: als u additief hebt
bijgevuld nadat het reser voir
leeg is geraakt
, dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen en de sleutel in
het contactslot te steken
.
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.


Voer de lege AdBlue
®
-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.






)
Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.




)
Breng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reser voir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.

)
Breng de zwarte dop aan en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg er voor dat
het merkteken op de dop in lijn staat met
merkteken op de steun.

)
Leg het reser vewiel en/of de opbergbak
(volgens uitvoering) terug op de bodem van
de bagageruimte.

)
Plaats de vloerbekleding van de
bagageruimte terug en sluit de achterklep.

Page 305 of 312

11
Praktische informatie
13




Wiel verwisselen


*
Stand R
bij de elektronisch gestuurde
versnellingsbak.








Demonteren van het wiel


Stilzetten van de auto

Zet de auto op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
ervoor dat de auto op een horizontale,
stabiele en niet-gladde ondergrond
staat.
Trek de handrem aan, zet het contact af
en schakel de eerste versnelling * in om
de wielen te blokkeren.
Plaats indien nodig een wielblok onder
het wiel kruislings tegenover het te
ver wisselen wiel.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik een
bok.

Gebruik nooit een andere krik dan door
de fabrikant is geleverd en is voorzien
van een artikelnummer.

)
Ver wijder de dop van de wielbouten met
het gereedschap 3
(alleen bij lichtmetalen
velgen).

)
Bevestig de dop 4
op de wielsleutel 1
en
draai de slotbout (voor zover de auto
ermee uitgerust is) een omwenteling los.

)
Draai de overige wielbouten een
omwenteling los met alleen de wielsleutel 1
.


Procedure

Page 306 of 312

Praktische informatie
14

)
Plaats het voetstuk van de krik 2
op de
grond en controleer of deze zich loodrecht
onder het steunpunt A
aan de voorzijde of
het steunpunt B
aan de achterzijde bevindt.
Gebruik het steunpunt dat zich het dichtste
bij het te ver wisselen wiel bevindt.
)
Draai de krik 2
uit tot de kop van de krik
het gebruikte steunpunt A
of B
raakt; het
contactvlak van het steunpunt A
of B
van
de auto moet goed in het centrale gedeelte
van de kop van de krik steken.

)
Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het
(niet lekke) reservewiel te monteren.
)
Ver wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.

)
Ver wijder het wiel.


Zorg er voor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik
wegschuiven of wegzakken: kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A
of B
onder de auto en controleer of het
contactvlak van het steunpunt correct in de kop van de krik steekt. Zo niet, dan kan de auto
beschadigd raken en/of de krik wegzakken: kans op letsel!

Page 307 of 312

11
Praktische informatie
15

Monteren van het wiel


Na het verwisselen van het
wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel
om het op de juiste manier in de
bagageruimte op te bergen.
Rijd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80 km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reser vewiel
controleren door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en ver wissel hem met het
reservewiel.

)
Plaats het wiel op de naaf.

)
Draai de wielbouten met de hand vast.

)
Draai de slotbout (voor zover de auto
ermee uitgerust is) met de wielsleutel 1
en
de dop 4
iets vast.

)
Draai de overige wielbouten iets vast met
alleen de wielsleutel 1
.


Procedure

Page 308 of 312

Praktische informatie
16

)
Laat de krik zakken.

)
Vouw de krik 2
op en ver wijder hem.
)
Draai de slotbout (voor zover de auto
ermee uitgerust is) vast met de wielsleutel
1
en de dop 4
.

)
Draai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1
.

)
Bevestig de doppen op de wielbouten
(alleen bij lichtmetalen velgen).

)
Berg het gereedschap op in de houder.

Page 309 of 312


Technische gegevens
18
Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht dient
voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatselijk geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90 km/h).
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C
bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd.
Gewichten en aanhangergewichten (kg)


BENZINEMOTOREN


VTi 95



Pure Tech
110 S&S



VTi 115

*


VTi 120



VTi 115 *



VTi 120



Versnellingsbak




Handgeschakeld
(5 versnellingen)

Handgeschakeld
(5 versnellingen)

Handgeschakeld
(5 versnellingen)
ETG 6 (elektronisch gestuurd
6 versnellingen)

Variant van uitvoering:
SH...


8FP0

HNZ6/S

5FJ0 *



5FS0


5FJ8/P *



5FS8/P



- Ledig gewicht
1201
120 5
120 4
120 5


- Gewicht rijklaar
1276
128 0
1279
128 0


- Nuttig laadvermogen
546
555
549
564


- Maximum technisch toegestane massa
totaal
1747
176 0
175 3
176 9


- Maximum toegestaan treingewicht
helling max. 12%
2597
2610
2603
2619



- Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht) helling max. 10% of 12%

850
850
850
850



- Aanhanger geremd ** (met verminderde belading
auto, binnen max. toegestaan treingewicht)

11 0 0
11 0 0
11 0 0
11 0 0


- Aanhanger ongeremd
635
620
635
640


- Aanbevolen kogeldruk
54
36
54
54

* Alleen voor Rusland.
**

Het totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt verminderd.
Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het weggedrag.

Page 310 of 312

12
Technische gegevens
17

*
Alleen voor Rusland.

**
Het maximumvermogen betreft de waarde die voor de typegoedkeuring op de testbank is gemeten, onder meetomstandigheden voorgeschreven
door Europese richtlijnen (1999/99/EG).

















Motoren en versnellingsbakken


BENZINEMOTOREN


VTi 95



Pure Tech
110 S&S



VTi 115

*


VTi 120



VTi 115 *



VTi 120



Versnellingsbak



Handgeschakeld
(5 versnellingen)
Handgeschakeld
(5 versnellingen)

Handgeschakeld
(5 versnellingen)
ETG 6 (elektronisch gestuurd
6 versnellingen)

Variant van uitvoering:
SH...


8FP0

HNZ6/S

5FJ0
*


5FS0


5FJ8/P *



5FS8/P

Cilinderinhoud (cm
3)
13 97
11 9 9
159 8
159 8
Boring x slag (mm)
77 x 75
75 x 90,5
77 x 85,8
77 x 85,8
Max. vermogen: ECE-norm (kW) **
70
81
84 *

88
84 *

88
Toerental bij max. vermogen (t /min)
6000
5500
5200 *

6000
5200 *

6000
Max. koppel: ECE-norm (Nm)
13 6
205
160
160
Toerental bij max. koppel (t /min)
4000
150 0
4250
4250
Brandstof
Loodvrij
Loodvrij
Loodvrij
Loodvrij
Katalysator
Ja
Ja
Ja
Ja
Inhoud carter (in liter) van de motor (met
ver vangen filter)
4,25
3,5

4,25
4,25

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 next >