CITROEN C4 CACTUS 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 101 of 328
99
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
snelheden opslaan
Opslaan
Met behulp van deze functie kunt u snelheden opslaan die u vervolgens kunt gebruiken voor de configuratie van de twee functies snelheidsbegrenzer 
(maximumsnelheid) en snelheidsregelaar (kruissnelheid).
u
 kunt voor beide functies zes snelheden opslaan in het geheugen van het systeem.  e
r z
 ijn standaard al snelheden opgeslagen.
F
 
D
 ruk op de secundaire pagina op 
" Inst. snelheden  ".
Voer deze handelingen omwille van de 
veiligheid alleen uit als de auto stilstaat.
F
  s
e
 lecteer de functie waarvoor u nieuwe 
snelheden wilt opslaan:
F
  s
e
 lecteer het menu  
" Rijhulpsysteem  ".
F
 
V
 oer de nieuwe waarde in met de 
nummertoetsen en bevestig.
F
  b
e
 vestig om de wijzigingen op te slaan en 
sluit het menu af.
●	 snelheidsbegrenzer
of
●	 snelheidsregelaar.
F
 
D
 ruk op de toets van de snelheid die u wilt 
wijzigen. Als u op deze toets drukt, worden de 
fabrieksinstellingen weer teruggezet.
Deze functie kan worden ingesteld via het 
touchscreen tablet.
5 
rijden  
Page 102 of 328
100
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Deze functie signaleert met behulp van 
sensoren in de bumper obstakels in de 
nabijheid van de auto (personen, auto's, 
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het 
detectiebereik vallen.
be
paalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.) 
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd, 
worden door dode hoeken in het detectiebereik 
mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich 
vlak bij de auto bevinden.
Parkeerhulp
Deze functie is een hulpsysteem: de 
bestuurder dient altijd alert te blijven. De functie wordt geactiveerd zodra de 
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij 
klinkt een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt 
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken 
geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van 
obstakels. De frequentie van het geluidssignaal 
neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via de 
luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan 
welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het 
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter, 
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Parkeerhulp achter
Grafische weergave
De grafische weergave is een aanvulling 
op het geluidssignaal. 
op h et display of op 
het instrumentenpaneel worden blokjes 
weergegeven die het pictogram van de auto 
steeds dichter naderen. Als de auto het 
obstakel zeer dicht genaderd is, verschijnt het 
symbool "Gevaar". 
rijden  
Page 103 of 328
101
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Parkeerhulp vóór
Aan de hand van het geluid dat via 
de luidspreker (voor of achter) wordt 
weergegeven, is te herkennen of het 
obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld 
zodra een aanhanger wordt aangekoppeld 
of een fietsendrager op de trekhaak wordt 
gemonteerd (auto's voorzien van een 
trekhaak die volgens de voorschriften van 
de fabrikant is gemonteerd).Controleer bij slecht weer of in winterse 
omstandigheden of de sensoren soms 
bedekt zijn met modder, ijs of sneeuw. 
b
ij
  
het inschakelen van de achteruitversnelling 
geeft een geluidssignaal (lange pieptoon) 
aan dat de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen geven 
als reactie op bepaalde omgevingsgeluiden 
(motoren, vrachtwagens, drilboren, enz.).
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op 
de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd 
zodra er bij een wagensnelheid van maximaal 
10
  km/h vóór de auto een obstakel wordt 
gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra 
de auto langer dan drie seconden stilstaat met 
een ingeschakelde versnelling vooruit, als er geen 
obstakel meer wordt gedetecteerd of wanneer de 
wagensnelheid hoger wordt dan 10
  km/h.
Uitschakelen/activeren van de 
parkeerhulp vóór en achter
Storing
Als er een storing optreedt bij het 
inschakelen van de achteruitversnelling 
schakelt het pictogram van de toets 
over op de waarschuwingsmodus en 
knippert het verklikkerlampje enige tijd 
waarna het permanent blijft branden.
er
 wordt een melding weergegeven in combinatie 
met een geluidssignaal (kort piepsignaal).
ra
adpleeg het CI
t
 ro
Ën-
 netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
F
 
D
ruk op " Parkeerhulp  ".
 H
et lampje van deze toets gaat 
branden.
F
  s
e
lecteer het menu  
" Rijhulpsysteem  ".
Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto het 
uiteinde van de hogedrukspuit op minimaal 
30
 
centimeter van de sensoren.
Door deze toets opnieuw in te drukken wordt de 
functie weer geactiveerd. Het lampje dooft. Het uitschakelen van de parkeerhulp kan 
worden geconfigureerd via het touchscreen 
tablet. De parkeerhulp is uitgeschakeld 
wanneer de functie Park Assist bezig 
is de beschikbare ruimte van een 
parkeerplaats te meten.
Zie de rubriek "Park Assist".
5 
rijden  
Page 104 of 328
102
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Achteruitrijcamera
Maak de achteruitrijcamera regelmatig 
schoon met een zachte, droge doek.
De achteruitrijcamera wordt automatisch 
geactiveerd wanneer de versnellingsbak in de 
achteruit staat.
De beelden worden op het touchscreen tablet 
weergegeven.
De afstand tussen de blauwe strepen 
correspondeert met de breedte van uw auto 
zonder de buitenspiegels.
De blauwe strepen geven de rijrichting van de 
auto weer.
De rode steep geeft een ruimte van 30
 
cm 
direct achter de achterbumper van uw auto 
w e e r.
De groene strepen geven een afstand van circa 
1
 
en 2
 
meter weer achter de achterbumper van 
uw auto.
De turquoise gebogen lijnen geven de 
maximale draaicirkels weer.
De achteruitrijcamera is een hulpmiddel 
voor de bestuurder die desondanks 
waakzaam moet blijven. Als de achterklep wordt geopend, 
verdwijnen de beelden van de camera.
De achteruitrijcamera is gecombineerd 
met het parkeerhulpsysteem. Wassen met een hogedrukreiniger
be
waar een afstand van minimaal 30   cm 
tussen de lans van de hogedrukreiniger en de 
lens van de camera. 
rijden  
Page 105 of 328
103
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Park Assist
Dit systeem assisteert u actief bij het parkeren door een parkeerplek te detecteren en vervolgens het sturen van u over te nemen bij het inparkeren.
Het systeem bedient de stuurinrichting ter wijl de bestuurder het gaspedaal, het rempedaal, de versnellingsbak en de koppeling (handgeschakelde 
versnellingsbak) bedient. t
i
 jdens het in- en uitparkeren informeert het systeem de bestuurder met beelden op het scherm en geluidssignalen, zodat hij 
erop kan toezien dat de manoeuvre veilig wordt uitgevoerd. 
b
i
 j het parkeren kan het noodzakelijk zijn dat u enkele keren moet steken.
Het Park Assist-systeem is een 
hulpmiddel voor de bestuurder die 
desondanks waakzaam moet blijven.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat de 
auto tijdens de manoeuvre onder controle 
blijft en geen obstakels kan raken.
ond
er bepaalde omstandigheden 
detecteren de sensoren mogelijk geen 
kleine obstakels die zich in hun dode 
hoeken bevinden.
Als de gemonteerde banden een 
andere maat hebben dan de originele 
banden (extra brede banden, 
winterbanden enz.), kan de werking 
van het parkeerhulpsysteem negatief 
worden beïnvloed.
ti
jdens de manoeuvres draait het 
stuur wiel snel rond: houd daarom het 
stuur wiel niet tegen, steek niet uw 
handen tussen de spaken en zorg dat 
ook uw kleding, uw sjaal, een handtas 
en dergelijke niet tussen de spaken 
terechtkomen. 
u
 z
 ou hierdoor letsel 
kunnen oplopen. Het systeem meet bij het fileparkeren 
geen parkeerruimtes op waarvan de 
afmetingen aanmerkelijk groter of kleiner 
zijn dan het model van de auto.
De functie "Parkeerhulp" wordt tijdens de 
manoeuvres automatisch geactiveerd. 
Het is dus mogelijk dat in combinatie met 
een geluidssignaal een pictogram op het 
scherm verschijnt, wat geen gevolgen 
heeft voor de parkeermanoeuvre.
Door het type parkeermanoeuvre te 
selecteren (fileparkeren: inparkeren of 
uitparkeren) gaat het 
s
t
 op &  s
t
 art-
systeem niet over op de 
sto
P
 -stand.
In de 
sto
P
 -stand wordt bij deze 
selectie de motor weer gestart.
De bestuurder kan op elk gewenst moment het stuur zelf weer overnemen.
Het systeem assisteert u bij het fileparkeren, 
zowel bij inparkeren als bij uitparkeren.
5 
rijden  
Page 106 of 328
104
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Fileparkeren - inparkeren
F Verminder als u een lege parkeerplek ziet uw snelheid tot maximaal 20   km/h.
F
 
Z
 et uw auto stil vóór de lege parkeerplek. Activeren van het Park Assist-systeem:
o
F
er v
erschijnt een melding op het scherm.
F
  s
e
 lecteer de functie voor het inparkeren in 
een fileparkeervak.
 H
et lampje van de schakelaar gaat 
branden. F
  s
c
 hakel de richtingaanwijzer in om aan te 
geven aan welke zijde u gaat parkeren.
F
  r
i
 jd langs de parkeerplek met een snelheid 
lager dan 20
  km/h om de beschikbare 
ruimte te meten en zorg er daarbij voor 
dat u een afstand van 0,5
  tot 1,5   meter 
tussen de geparkeerde auto's en uw auto 
aanhoudt.
Zodra de meting voltooid is en de gemeten 
ruimte voldoende groot is, geeft een melding 
aan dat de parkeermanoeuvre kan beginnen.
F
  s
e
 lecteer het menu  
" Rijhulpsysteem  " van het 
touchscreen tablet.
F
 
D
 ruk op de secundaire pagina op 
" Park Assist  ".
F
 
D
 ruk op deze schakelaar.
Het lampje van de schakelaar blijft uit. 
rijden  
Page 107 of 328
105
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
De geassisteerde inparkeermanoeuvre is nu 
begonnen.
ri
jd stapvoets (max. 8   km/h) en ga door met 
de manoeuvre op basis van de aanwijzingen 
van de functie "Parkeerhulp" tot er een melding 
verschijnt die aangeeft dat de manoeuvre is 
voltooid.
Het lampje van de schakelaar gaat uit en er 
klinkt een geluidssignaal. De bestuurder kan nu het stuur weer 
overnemen.
F
  ri
jd vooruit tot een nieuwe melding 
verschijnt.
F
 
Z
et de auto in de achteruitversnelling en 
laat het stuurwiel los.
5 
rijden  
Page 108 of 328
106
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Fileparkeren - uitparkeren
Activeren van het Park Assist-systeem,  
bij stilstaande auto: F  s
t
 art de motor wanneer u de parkeerplek 
wilt verlaten.
De geassisteerde uitparkeermanoeuvre is nu 
begonnen.
ri
 jd stapvoets (max. 5   km/h) en ga door met de 
manoeuvre op basis van de aanwijzingen van de 
functie "Parkeerhulp" tot er een melding verschijnt 
die aangeeft dat de manoeuvre is voltooid.
De manoeuvre is voltooid zodra de voor wielen van 
de auto zich buiten de parkeerplek bevinden.
Het lampje van de schakelaar gaat uit en er klinkt 
een geluidssignaal.
De bestuurder moet nu het stuur weer 
overnemen.
o
 F
er v
erschijnt een melding op het scherm. F
  s
e
 lecteer de functie voor het uitparkeren 
uit een fileparkeervak.
 H
 et lampje van de schakelaar gaat 
branden.
F   s
c
 hakel de richtingaanwijzer in om aan te 
geven dat u de parkeerplek gaat verlaten.
 H
 et verklikkerlampje van de 
richtingaanwijzer blijft gedurende 
de manoeuvre knipperen op het 
instrumentenpaneel, ongeacht de stand 
van de hendel.
F   sc hakel de 1e versnelling of de 
achteruitversnelling in en laat het stuur wiel 
vervolgens los.
F
 
s
e
 lecteer het menu  
"  Rijhulpsysteem  " van het 
touchscreen tablet.
F
 
D
 ruk op de secundaire pagina  
op " Park Assist  ".
F
 
D
 ruk op deze schakelaar.
Het lampje van de schakelaar blijft uit. 
rijden  
Page 109 of 328
107
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Controleer bij slecht weer en bij winterse 
omstandigheden of de sensoren niet 
worden bedekt met vuil, rijp of sneeuw.
Laat in het geval van een storing 
het systeem controleren door het 
CI
t
ro
Ën-
 netwerk of door een 
gekwalificeerde werkplaats.
Als het systeem tijdens een manoeuvre 
wordt gedeactiveerd, moet de 
bestuurder het systeem weer activeren 
om de meting voort te zetten. Als de ruimte tussen uw auto en de 
parkeerplek te groot is, kan het systeem 
mogelijk de beschikbare ruimte niet meten.
ob
jecten die groter zijn dan de 
afmetingen van de auto, worden bij een 
manoeuvre niet gedetecteerd door het 
Park Assist-systeem.
Deactiveren
er verschijnt een melding op het scherm.
De bestuurder moet nu het stuur weer 
overnemen.u
 kunt het systeem deactiveren door op de 
schakelaar van de Park Assist te drukken (of op 
de toets Park Assist in het menu  
" Rijhulpsysteem  " van de touchscreen tablet),
Het systeem wordt automatisch gedeactiveerd:
-
 a ls het contact wordt afgezet,
-
 
a
 ls de motor afslaat,
-
 
a
 ls er binnen 5   minuten na het selecteren van 
het type manoeuvre niet wordt gestart met een 
manoeuvre,
-
 
a
 ls de auto tijdens de manoeuvre langdurig blijft 
stilstaan,
-
 
a
 ls de antispinregeling (A
s
 r
) i
 n werking treedt,
-
 
a
 ls de maximale wagensnelheid wordt 
overschreden,
-
 
a
 ls de bestuurder het stuur wiel tegenhoudt,
- als de bestuurder de schakelaar van het Park Assist-systeem indrukt (of op de toets 
Park Assist in het menu "Rijhulpsysteem"  
van het touchscreen tablet),
- als het niet mogelijk is om de auto correct in te  parkeren (te veel manoeuvres nodig voor het 
in- of uitparkeren),
-
 
a
 ls het bestuurdersportier wordt geopend,
-
 
a
 ls één van de voor wielen op een ob stakel stuit.
Uitschakelen
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld:
-
 b ij het trekken van een aanhangwagen,
-
 
a
 ls het bestuurdersportier wordt geopend,
-
 
b
 ij een wagensnelheid vanaf 70   km/h.
ra
adpleeg om het systeem voor langere duur 
te laten uitschakelen het CI
t
ro
Ën-
 netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
In het geval van een storing in het 
systeem gaat het pictogram van de 
toets (op de touchscreen tablet ) 
over op de waarschuwingsmodus en 
knippert het lampje even, waarna het 
uitgaat.
ra
adpleeg het CI
t
 ro
Ën-
 netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
5 
rijden  
Page 110 of 328
108
C4-cactus_nl_Chap06_visibilite_ed02-2014
LichtschakelaarMet de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende standen 
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht 
van de bestuurder aan te passen aan de 
omgeving:
- 
p
 arkeerlicht: om gezien te worden,
-
 
d
 imlicht: voor een optimaal zicht zonder 
medeweggebruikers te verblinden,
-
 
g
 rootlicht: voor een optimaal zicht 
op wegen waar het omgevingslicht 
onvoldoende is.
Aanvullende verlichting
uw auto is voorzien van aanvullende verlichting 
voor specifieke rijomstandigheden:
-
 e
en mistachterlicht,
-
 
m
 istlampen vóór met statische 
bochtverlichting,
-
 
d
 agrijverlichting: voor een betere 
zichtbaarheid van uw auto overdag,
-
 
f
 ollow me home-verlichting voor een beter 
zicht na het uitstappen,
-
 
p
 arkeerlichten om de zijkant van de auto te 
markeren als u in het donker parkeert.
Als één of meer lampen defect zijn, geeft 
een melding aan dat u de desbetreffende 
lamp(en) moet controleren. 
Zicht