CITROEN C6 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 216

129
IV
ZEKERINGTABEL
ZEKERINGEN ONDER HET DASHBOARD (KAST C)
NummerStroomsterkteFunctie
F 1––
F 2––
F 35 AAirbags
F 410 ARemsysteem – Actieve motorkap – Snelheidsregelaar/-begrenzer – Binnenspiegel met antiverblinding – Diagnoseaansluiting –Motor voor kantelen multifunctioneel displayyy
F 530 ARuitbediening achterin
F 630 AVerlichting zonneklep – Verlichting dashboardkastje – Plafonniers – Aansteker achterin
F75 ABedieningstoetsen op het stuur – Display – Openen ruiten (Kierstand) – Alarm – Radio
F 820 ACommandes au volant – Affi cheur ñ Ouverture des vitres (Micro descente) ñ Alarme ñ Autoradio
F 930 AAansteker voorin
F 1015 AKofferbakmodule – Aanhangermodule
F1115 AStuurslot
F1215 AControlelampje veiligheidsgordels voorin – Openen ruiten (Kierstand) – Elektrisch bediende stoelen – Parkeerhulp –JBL audiosysteem
F 135 AActieve motorkap – Regen-/lichtsterktesensor – Ruitenwissers vóór – Voeding BSM
F 1415 AZijwaartse trajectcontrole – Airconditioning – Instrumentenpaneel – Head-up display – Airbags – Bluetooth®(Hands free set) – Relais BHIjjjj
F 1530 AElektrische vergrendeling – Kinderbeveiliging
F 16SHUNT–
F1740 AAanjager

Page 132 of 216

130
IV
ZEKERINGEN
ONDER DE MOTORKAP
ZEKERINGKAST
Draai de schroeven 1/4 slag los
om bij de zekeringen in de motor-ruimte te komen.
Sluit de ka
p na afl oop van de
werkzaamheden zorgvuldig.
L'intervention sur les MAXI fusibles de protection supplémentaire,situés dans les boîtiers, est réservée au réseau CITROËN ou à un ppp
atelier qualifi é.
NummerStroomsterkteFunctie
F120 AMotormanagement – Koelventilator
F215 AClaxon
F 310 ARuitensproeierpomp
F 420 AKoplampsproeiers
F 515 ABenzinepomp – Voorgloeien – Dieselinspuiting
F 610 ARemsysteem
F710 AAutomatische versnellingsbak
F 820 AStartmotor
F 910 AActieve motorkap – Meedraaiende xenonkoplampen
F 1030 AVerstuivers – Bobines – Elektrokleppen (benzine) –Motormanagement – Brandstoftoevoer (Diesel)((
F 1140 AAirconditioning (Aanjager)
F 1230 ARuitenwissers vóór
F 1340 ABSI
F 14–
ZEKERINGEN IN DE MOTORRUIMTE

Page 133 of 216

131
IV
53412
G36G37G38G39G40
ZEKERINGEN IN DE BAGAGERUIMTE
ZEKERINGKAST
Om bij de zekeringkast in de baga-
geruimte te komen gaat u als volgt
t
e werk:1. Verwijder de linker zijbekleding.
Zie "12-volts accu: Accu
vervangen".2. Duw de bedrading opzij.3. Open de zekeringkast.
StroomsterkteFunctie
F 115 ABrandstoftankklep
F 2––
F 3––
F 415 ABeweegbare spoiler
F 540 AAchterruitverwarming
G 3615 A / 25 AElektrisch verwarmde stoel linksachter (Pack Lounge) / Achterbank
G 3715 A / 25 AElektrisch verwarmde stoel rechtsachter (Pack Lounge) / Achterbank
G 3830 AElektrisch bediende stoelen achter (Pack Lounge)
G 3930 AAansteker – Accessoireaansluitingen achterin
G 4025 AElektrische parkeerrem

Page 134 of 216

132
IV
INHOUD RESERVOIRS
TYPE MOTORV6 HDi
Carterinhoud (l)(1)5,55
(1) Verversen en oliefi lter vervangen.
Inhoud sproeireservoir voor voorruit en koplampen (in l)6,5

Page 135 of 216

133
VA
A
BRANDSTOF TANKEN
Als er bij vergissing de verkeerde brandstofsoort is getankt,moet de brandstoftank beslist worden afgetapt voordat u demotor weer start.
De brandstoftank mag alleengevuld worden bij afgezet con-
tact.
Stop met tanken als het vulpi-
stool al drie keer is afgeslagen,
aangezien er anders storingen
in de werking van uw auto kun-
nen optreden.
Als u minder dan 5 liter brand-
stof tankt, ziet de brandstofme-
ter
geen verschil en veranderter niets aan de weergegevenbrandstofvoorraad.
Druk op knop A om de brand-
stoftankklep te openen. Draai de
brandstoftankdop los en hang deze
aan de klep.
Wanneer u de brandsto
fdop verwij-dert kan daardoor onderdruk ont-
staan. Het geluid dat u dan hoort
wordt veroorzaakt door de afdich-
ting van het brandstofcircuit.Let op: als u de auto met de afstandsbediening vergrendelt, wordt ook de brandstoftankklep afgesloten.
BRANDSTOFSOORT
Tegen de binnenkant van de
brandstoftankklep zit een sticker met informatie over de toegestanebrandstofsoort.
De kwaliteit van brandstof die gebruikt wordt voor die-
selmotoren
Dieselmotoren zijn volledig geschikt
voor biodiesel conform de huidige en
toekomstige Europese normen (die-sel die voldoet aan de norm EN 590vermengd met biodiesel volgens denorm EN 14214) die verkrijgbaar is
aan de pomp (kan 0 à 7% vetzuur-methylesters bevatten).
Het gebruik van elke andere vorm
van (bio)brandstof (plantaardige
of dierlijke oliën, huisbrandolie…)is offi cieel verboden (risico vanbeschadiging van de motor en het
brandstofcircuit).

Page 136 of 216

134
V
DEF
ACB
BOVENSTE KOPLAMPUNIT
AZijlichtBDim- en grootlichtC Parkeerlicht
Let op: onder bepaalde weersom-standigheden kan zich een laagjecondens in de delen van de ver-lichting /signalering vormen. Dit is een normaal verschijnsel dat na
verloop van tijd verdwijnt (enkeleminuten nadat de verlichting is
aangezet).Mocht dit niet het geval zijn, raad-pleeg dan het CITROËN-netwerk gj,
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Raadpleeg voor het onderhoud van
de koplampunits en het vervangenvan de bijbehorende lampen hetCITROËN-netwerk of een gekwali-jp
fi ceerde werkplaats. De lampenDenE zitten in dezelfde fi tting.
LAMPEN VERVANGEN
Koplampen met xenonverlichting.
In verband met elektrocutiegevaar adviseren wij u om bijstoringen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerdegjj
werkplaats te raadplegen.
Als een van beide koplampen defect is, verdient het aanbevelingom beide lampen tegelijk te vervangen.
Uw auto is voorzien van een actieve motorkapRaadpleeg,om de goede werking van dit veiligheidssysteem te garanderen,het CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats bij hetgggyg,
vervangen van elementen aan de voorzijde.
ONDERSTE KOPLAMPUNIT
DRichtingaanwijzerEAppèllichtFMistlamp (voor)
ZIJKNIPPERLICHT
Om het zijknipperlicht te vervan-gen duwt u het naar voren of naar achteren zodat het losklikt en raad-pleegt u het CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.

Page 137 of 216

135
V
A
B
lamp.Let op:in de gereedschapset inhet reservewiel vindt u het gereed-schap om de schroeven los tedraaien. Zie "Verwisselen van eenwiel".
MIDDELSTE LICHTUNIT
ACHTERAAchteruitrijlampBMistachterlicht
De lampen AenBzitten in dezelfdefi tting. Raadpleeg het CITROËN-p
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
DERDE REMLICHT
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.De fi ttin
g is bereikbaar door de
achterklep te openen en dan de
vier schroeven uit de carrosserie
te draaien. Sluit daarna de ach-
terklep iets en trek de fi tting uit de klep zonder aan de bedrading te
trekken.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Maak de transparante kap los en ver-
wijder het lampje. Lamp: W 5 W.
Controleer na de werk-zaamheden de werkingvan de lampen.
LAMPEN VERVANGEN

Page 138 of 216

136
V
A
BC
D
LAMPEN VERVANGEN
ACHTERLICHTEN
A Achterlicht.
Lamp: W 5 W.
B Rem- en achterlicht.
Lamp: P21 W/5 W.
C Richtingaanwijzer.
Lamp: P21 W cristal.
DZijlicht.
Lamp: W 5 W.1.
Open het luik aan de linker zijde of de beide luikjes rechtsachter door
de bevestiging 1/4 slag te draaien.

Page 139 of 216

137
V
B
C
D
A
LAMPEN VERVANGEN
2.Draai de bevestigingen van de achterlichtunit met eengeschikt gereedschap los.
3.Trek de lichtunit omhoog zonder de afdichting te raken en draai de unit, zodat de
lampen naar buiten worden
gericht.
5. Steek de voorste nok in de daarvoor bestemde uitsparingen druk de achterlichtunit op zijn plaats.Zorg ervoor dat de afdichtin-
gen van de achterruit en de
achterlichtunits weer op hun
oorspronkeli
jk plaats komen.
6.
Draai de twee bevestigingen
vast.
4.Vervang de defecte lampen.

Page 140 of 216

138
V
A
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Wij adviseren u om de montage of het verwijderen van eentrekhaak over te laten aan het CITROËN-netwerk of eenjgj
gekwalifi ceerde werkplaats.
Als u met deze auto een andere auto trekt, zorg er dan voor dat de versnellingsbak van de getrokken auto in de vrijstandgeschakeld staat.
Afmetingen (in meters):
A:0,971
TREKHAAK
(Boot, caravan, enz.)
Wij adviseren u om de mon-tage of het verwijderen van een trekhaak over te laten aan het
CITROËN-netwerk of een gekwa-lifi ceerde werkplaats.
Wanneer u op een steile helling
rijdt of bij hoog oplopen van de
motortemperatuur kunnen som-
mi
ge systemen (bediening van de
versnellingsbak, airconditioning)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Schakel de parkeerhulp met behulp
van de schakelaar op het dashboard
uit als u een aanhanger achter de auto hangt. Zie "Parkeerhulp".
Verwijder de kogel van de trekhaak zodra deze niet meer nodig is, om
de werking van de parkeerhulp-sensoren niet te hinderen.
ONDERHOUD
Als u een hogedrukreiniger gebruikt:Zorg ervoor dat de verstelbare
achterklepspoiler gesloten is.
Spuit de onderzijde nietschoon, om beschadiging vande elektrische handrem tevoorkomen.Spuit niet direct op de sponningloze portierruiten, om
te voorkomen dat er water inde auto komt.
Richt de straal niet direct op dekoplampen of de achterlichten,
ook niet op de omtrek, aange-zien u hierdoor het risico loopt
de lak of de rubber afdichtingen
te beschadigen.



Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 220 next >