CITROEN C6 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: C6, Model: CITROEN C6 2012Pages: 216, PDF Size: 10.44 MB
Page 171 of 216

7.21
88
2
33
11
VERWIJDER
OKJUKEBOX
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE en selecteer de functie JUKEBOX.
Druk op de toets LIST.
Draai aan de knop om de bestandente selecteren.
Druk op de toets ESC om terug te keren naar het eerstebestandsniveau.
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer om de nummers van een album te hernoemen de te hernoemen nummers en volg dezelfde procedure. Gebruik de toets ESC om de lijst met nummers te verlaten.
Selecteer de functie VERWIJDER om een album of een nummer uit de Jukebox te verwijderen.
FUNCTIE JUKEBOX
AFSPELEN VAN DE JUKEBOX
Page 172 of 216

7.22
11
22
11
33
22
Druk op de toets MENU en selecteer achtereenvolgens de functies CONFIGURATIE, GELUID en ACTIVEREN EXTERNE GELUIDSBRON om de AUX-ingang van de autoradio te activeren.
Sluit het externe apparaat (MP3-speler…) aan op de JACK-aansluiting of op de audioaansluitingen (wit en rood, typeRCA) in het dashboardkastje met eengeschikte kabel.
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om AUX te selecteren.
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe apparatuur zelf.
Het is niet mogelijk om bestanden vanaf de externe apparatuur naar de harde schijf te kopiëren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
JACK-/RCA-AUDIOKABEL NIET BIJGELEVERD
AUDIO-CD-WISSELAAR
EEN CD AFSPELEN
Plaats de CD's één voor één in een CD-wisselaar met meerdere openingen (zonder MP3-afspeelmogelijkheid). Druk, bij een wisselaar met éénopening (met MP3-afspeelmogelijkheid), op LOAD, kies het nummer van de CD en plaats de CD vervolgens of druk lang op LOAD en plaats de CD's één voor één.
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE en selecteer de CD-WISSELAAR.
Druk op een van de toetsen van hetalfanumerieke toetsenbord om de desbetreffende CD te selecteren.
Druk op een van de toetsenom een nummer van de CDte selecteren.
Het is niet mogelijk om de bestanden vanaf een CD in deCD-wisselaar naar de harde schijf te kopiëren.
CD-WISSELAAR.
Page 173 of 216

7.23
11
22
33
44
55
66
77
INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE
PARAMETERS VIDEO
U kunt op de drie audio-/videoaansluitingen in het dashboardkastje een videoapparaat (camcorder, digitale camera, DVD-speler...) aansluiten.
Draai aan de knop en selecteer defunctie VIDEO.
Druk op de toets MENU nadat u hetvideoapparaat hebt aangesloten.
Draai aan de knop en selecteer de functie INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE om de videofunctie in of uit te schakelen.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
Druk herhaalde malen op de toets "SOURCE" om een anderegeluidsbron te selecteren dan het videoapparaat.
Druk op de toets "DARK" om de videoweergave te onderbreken.
Draai aan de knop en selecteer de functie PARAMETERS VIDEO om het formaat van de weergave, de lichtsterkte, het contrast en de kleurenin te stellen.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
MENU VIDEO
De videoweergave is uitsluitend mogelijk als de auto stilstaat.
Page 174 of 216

7.24
11
22
33
11
22
06
GEÏNTEGREERDE TELEFOON
INVOEREN VAN DE PIN-CODE
Open de lade door de knop in te drukken met de punt van een pen.
Plaats de SIM-kaartin de houder ensteek deze in de lade.
Voer stap 1 nogmaals uit om de SIM-kaart weer teverwijderen.
Verwijder of plaats uw SIM-kaart pas nadat u de NaviDrive hebt uitgeschakeld en het contact hebt afgezet.
Voer de PIN-code in met behulp van het toetsenbord.
Druk op de toets # om de PIN-code te bevestigen.
PIN-code
Selecteer bij het invoeren van uw PIN-code de optie PIN-CODE OPSLAAN om de telefoon te kunnen gebruiken zonder telkens dePIN-code te hoeven invoeren.
INSTALLEREN VAN UW SIM-KAART
(NIET BIJ DE AUTO GELEVERD)
Page 175 of 216

7.25
33
22
11
44
06
De beschikbare functies van de telefoon zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit met de gebruikte Bluetooth-apparatuur. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON
EEN BLUETOOTH TELEFOON
KOPPELEN
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set van het systeem mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt,uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon. De laatst gekoppelde telefoon wordt automatisch opnieuw gekoppeld.
Selecteer WIJZE VAN ACTIVEREN BLUETOOTH en vervolgens ACTIEFEN ZICHTBAAR. Druk op dedraaiknop om iedere handeling tebevestigen.
Druk op de toets MENU, selecteer TELEMATICA en vervolgensFUNCTIES BLUETOOTH. Druk op de draaiknop om iedere handeling tebevestigen.
Selecteer op uw telefoon de naam van de CITROËN-radiotelefoon.Voer de toegangscode in(standaard 0000).
Herhaal, om de naam van de CITROËN-radiotelefoonn te kennen ente wijzigen, stap 2 en selecteer NAAM VAN DE RADIOOTELEFOON WIJZIGEN.
Page 176 of 216

7.26
06
de radiotelefoon vanuit de auto.
Als de telefoon is gekoppeld kan het systeem het adresboek en degesprekkenlijst synchroniseren. Herhaal stap 2 en selecteer WIJZE VAN SYNCHRONISEREN INDEX. Selecteer de synchronisatie van uw keuze en druk op de draaiknop om te bevestigen.
De synchronisatie kan enkele minuten duren.
Herhaal, om de gekoppelde telefoon te wijzigen, stap 2, selecteer LIJST GEKOPPELDE TELEFOONS en druk op ok om te bevestigen. De lijst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 10) verschijnt.Selecteer de telefoon van uw keuze, bevestig, selecteer KOPPELEN en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Herhaal, om de toegangscode te wijzigen, stap 2, selecteer TOEGANGSCODE en sla de code van uw keuze op.
BLUETOOTH TELEFOON
EEN BLUETOOTH TELEFOON
KOPPELEN
Page 177 of 216

7.27
1
22
33
55
66
44
06TELEFOON
BELLEN MET EEN CONTACTPERSOON
Draai aan de knop om de functie NUMMER KIEZEN te selecteren.
Druk op de toets OPNEMEN om het snelmenu van de telefoon weer tegeven.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
Toets het nummer van uw contactpersoon in op hetalfanumerieke toetsenbord.
Druk op de toets OPNEMEN om naar het gekozen nummer te bellen.
Druk op de toets OPHANGEN om het gesprek te beëindigen.
EEN GESPREK ACCEPTEREN OF
WEIGEREN
Druk op de toets OPNEMEN om eengesprek te accepteren.
Druk op de toets OPHANGEN om een gesprek te weigeren.
Druk langer dan 2 seconden op het uiteinde vande stuurkolomschakelaar om het menu van de telefoon weer te geven: logboek gesprekken, index, voicemail.
Druk op MENU om de gebruikte telefoon te kiezen, selecteer achtereenvolgens TELEMATICA,BLUETOOTH FUNCTIES, WIJZE VAN ACTIVEREN BLUETOOTH. Naar keuze:- NIET ACTIEF: gebruik van de interne telefoon, - ACTIEF EN ZICHTBAAR: gebruik van de bluetooth telefoon, zichtbaar vanaf alle telefoons, - ACTIEF EN NIET ZICHTBAAR: gebruik van de bluetooth telefoon, onzichtbaar vanaf de andere telefoons, aansluiten van een nieuwe telefoon niet mogelijk.
Selecteer LIJST GESPREKKEN of INDEX en druk op OK. Kies het gewenste nummer en bevestig om te bellen.
NUMMER KIEZEN
Page 178 of 216

7.28
11
22
33
CITROËN ASSISTANCE
CUSTOMER CONTACT CENTER
*
Deze diensten en opties zijn gebonden aan voorwaarden enbeschikbaarheid.
OPROEPEN VAN DIENSTEN
Druk op deze toets om toegang te krijgen tot de diensten van CITROËN * . gg
Selecteer "Customer Contact Center"voor een verzoek om informatie over het merk CITROËN.
Selecteer "CITROËN Assistance" omeen pechhulpdienst op te roepen.
*
Onder voorbehoud dat een contract met CITROËN Urgence is afgesloten. Dit contract is gratis en voor onbepaalde tijd. Raadpleeg het CITROËN-netwerk. g
NOODOPROEP
Zodra een contract met CITROËN Urgence is afgesloten, wordt geadviseerd een test uit te voeren door een keer naar de helpdeskCITROËN Urgence te bellen. g
Druk in een noodgeval op de toets SOS tot een geluidssignaal klinkt en het scherm BEVESTIGEN/ANNULEREN verschijnt (als eengeldige SIM-kaart is geplaatst). Er wordt verbinding gemaakt methet alarmnummer (11 2).
In bepaalde landen *
wordt de noodoproep rechtstreeks geactiveerd door de helpdeskCITROËN Urgence die de auto g
lokaliseert en zo snel mogelijk de benodigde hulpdiensten waarschuwt.
Indien noodzakelijk wordt de interne telefoon automattisch geactiveerd om een noodoproep te doen.
Page 179 of 216

7.29
1
2
2
2
07
12
63 9
A Als de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar meermaals wordt ingedrukt, worden de verschillende functies van de boordcomputer achtereenvolgend weergegeven op het display.
Met het tabblad "auto" :
●
de actieradius, het momentele verbruik en de nog af te leggenafstand.
Resetten
Druk de knop langer dan twee seconden in zodra hetgewenste traject wordt aangegeven.
BOORDCOMPUTER
DIAGNOSE AUTO
DIAGNOSE AUTO
WAARSCHUWINGENLOGBOEK
STAT US VAN DE FUNCTIES
RESET CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING
km Boordcomputer
Ogenblikkelijke info.860Actieradius
km l/100
Page 180 of 216

7.30
07
12
63 9
Enkele defi nities
Actieradius: in deze stand geeft de computer aan hoeveel kilometer u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt rijden, berekend op basis vanhet gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde kilometers. De weergegeven waarde kan sterk variëren door een verandering
in dewagensnelheid of het landschap . Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, verschijnen streepjes op hetdisplay. Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven zodra deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk als tijdens het rijden voortdurendgg
streepjes worden weergegeven in plaats van cijfers.
Momenteel verbruik:dit verbruik wordt berekend en weergegeven vanaf 30 km/h.
Gemiddeld verbruik:dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.
Afgelegde afstand:deze afstand wordt berekend sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.
Nog af te leggen afstand:dit is de afstand tot de door de gebruiker ingevoerde eindbestemming. Als het navigatiesysteem in gebruik is, wordtdeze afstand op elk moment tijdens het navigeren opnieuw berekend.
Gemiddelde snelheid: dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatstenulstelling van de boordcomputer (contact aan).
BOORDCOMPUTER
Met het tabblad "1" (traject 1):●
de gemiddelde snelheid, het gemiddelde verbruik en de afgelegde afstand berekend over het traject "1".
Het tabblad "2" (traject 2) met dezelfde gegevens voor een tweede traject.
Boordcomputer
Wegwijser
km
km/h Afstand
l/100
740
6.5
31