CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 324

159Rijden

















"SensoDrive"-versnellingsbak
R.
Achteruit )
Trap het rempedaal in en beweeg deselectiehendel naar voren om deze standte selecteren.
N
. Neutraalstand. )
Tr ap het rempedaal in en selecteer dezestand om de motor te kunnen starten.A.
Automatische stand. )
Beweeg de selectiehendel naar achteren om deze stand te selecteren. M + / -.Handmatig schakelen.)
Beweeg de selectiehendel naar achteren en ver volgens naar links om deze stand te selecteren en:
- beweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen,
- of beweeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.
Selectiehendel
+.Opschakelen.) Druk op de achterzijde van de stuurkolomschakelaars "+"om op teschakelen. -.
Te r ugschakelen.
)
Druk op de achterzijde van de stuurkolomschakelaars "-"om terug te schakelen.


Stuurkolomschakelaars
Het selecteren van de neutraalstand en het in- en uitschakelen van deachteruitversnelling is niet mogelijk metde stuurkolomschakelaar.
Bij de gestuurde handgeschakelde
versnellin
gsbak met vijf versnellingen kunt
u kiezen tussen automatische bediening en handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft driegebruiksmogelijkheden:


-
een automatischestand om automatischte schakelen,

- een handmatige
stand om zelf teschakelen,

- een auto-sequentiële stand
, waarmee u
in de automatische stand op ieder moment
zelf kunt schakelen, bi
jvoorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre.

Page 162 of 324

Weergave op het
instrumentenpaneel
Standen van de selectiehendel
N. Neutral (neutraalstand) R.Reverse (achteruitversnelling)1 2 3 4 5.
Ingeschakelde versnellingAUTO.
Verschijnt bij de selectie van de automatische stand en verdwijnt weer als de handbediende stand wordt geselecteerd.7
Als in de automatische stand dit pictogram
verschijnt, geeft dit aan dat de versnellingsbak
detecteert dat de wielen onvoldoende grip hebben.
)Trap het rempedaalin als dit pictogram knippert (bijv.: star ten
van de motor).
Bij het inschakelen van deachteruitversnelling klinkt eengeluidssignaal.


Starten van de auto
)
Selecteer de stand N
. )
Houd het rempedaal stevig ingetrapt.)
Start de motor.
De aanduidin
g N
wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
De aanduiding N op het displayknippert als u de motor probeert testarten zonder dat de selectiehendel inde stand N
staat.
)
Selecteer de eerste versnelling (stand Mof A
) of de achteruitversnelling (stand AR
).R)
Zet de handrem los. )
Neem uw voet van het rempedaal en geef gas.

De aanduidingen AUTO
en 1
of R
worden weergegeven op hetinstrumentenpaneel.


Stoppen - Wegrijden op een
helling
Gebruik nooit het gaspedaal om de auto opeen helling stil te laten staan, maar gebruik daarvoor de handrem.

Geef bij het wegrijden op een helling geleidelijkgas terwijl u de handrem loszet.



Handbediende stand
)Beweeg na het starten van de auto de selectiehendel in de stand Mom dehandbediende stand in te schakelen.
De aanduidin
g AUTO
verdwijnt en
de ingeschakelde versnellingen
verschijnen achtereenvolgend op het
instrumentenpaneel.
Het schakelen naar een andere versnellin
g is
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en het motortoerental dit toestaan.
Als de auto vrijwel geheel tot stilstand is gekomen, bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, schakelt de versnellingsbak automatisch terug naar de eerste versnelling.

Automatische stand
)Selecteer vanuit de handbediende stand de stand A
om terug te keren naar deautomatische stand.

Op het instrumentenpaneel
verschijnen de aanduiding AUTOen
de ingeschakelde versnelling.

De versnellingsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:


- de ri
jstijl,

- het profiel van de weg,

- de belading van de auto.

Page 163 of 324

161Rijden
Als het gaspedaal tot voorbij hetzware punt wordt ingetrapt, schakelt de versnellingsbak terug om sneller te kunnen accelereren.

Houd bij het starten van de motor altijd het rempedaal ingetrapt.
Zet de selectiehendel tijdens het rijdennooit in de stand N
(neutraalstand). Zet de selectiehendel alleen in destand R(achteruit) als de auto volledigstilstaat en het rempedaal is ingetrapt.
Trek altijd de handrem aan om de autovolledig stil te zetten.


Auto-sequentiële stand

In de automatische stand kan de bestuurder
altijd zelf ingrijpen door gebruik te maken van de stuurkolomschakelaar.
De stuurkolomschakelaar kan gebruikt
worden in omstandigheden waarbij sneller
terugschakelen gewenst is (naderen van een
rotonde, verlaten van een parkeergarage met een steile helling, inhalen...).
De versnellingsbak wordt dan in de
desbetreffende versnelling geschakeld, als de snelheid van de auto en het motortoerental dit
toestaan. De aanduiding AUTOblijft op het
display staan.
Na enige tijd gaat de versnellingsbak weer over
op de automatische stand.
Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u deselectiehendel in de stand N
bewegen om deneutraalstand te selecteren.Trek altijd de handrem aan om de auto volledig stil te zetten.
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest, moet de
versnellingsbak gereset worden.) Zet het contact aan.
Op het instrumentenpaneel
verschijnen de aanduidingenAUTOen -.
) Selecteer de stand N.)
Trap het rempedaal in. )
Wacht ongeveer 30 seconden tot op het
instrumentenpaneel de aanduiding N
of deingeschakelde versnelling verschijnt.)
Laat het rempedaal los.
De versnellingsbak werkt dan weer normaal.

Storing

Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat brandenen de aanduiding AUTO
gaat knipperen incombinatie met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele display, duidtdit op een storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.

Page 164 of 324

Bij de automatische versnellingsbak met vier
versnellingen kunt u kiezen uit automatisch
schakelen, aangevuld met de programma'sSpor t en Sneeuw, en handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft dus vier
gebruiksmogelijkheden: -automatisch schakelen:
het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd door de
versnellingsbak, -programma Sport:dit schakelprogramma maakt een meer dynamische rijstijl mogelijk,
- programma Sneeuw:dit
schakelprogramma vereenvoudigt het rijden op een ondergrond met weinig grip,-handmatig schakelen: deze stand maakt het zelf schakelen met de selectiehendel mogelijk.















Automatische versnellingsbak
1.Selectiehendel.
2. Toets "S"(sport)
. 3.
Toets "7"(sneeuw)
.



Schakelpatroon
P.
Parkeerstand.


- Stilzetten van de auto, met of zonder aangetrokken handrem.

- Starten van de motor.
R.Achteruitversnelling.


- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N. Neutraalstand.


- Stilzetten van de auto, met aangetrokkenhandrem.

- Starten van de motor. D.
Automatische werking.M + / -. Zelf schakelen tussen de vier versnellingen. )Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om één versnelling op te schakelen. of )Beweeg de selectiehendel kort naar achteren om één versnelling terug te schakelen.


Selectiehendel

Page 165 of 324

163Rijden
Wanneer u de selectiehendel door hetschakelpatroon beweegt, verschijnt het
desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel. P. Parking (parkeerstand)R.Reverse (achteruitversnelling) N.
Neutral (neutraalstand)D.Drive (automatisch schakelen)
S.Programma Sport7.Programma Sneeuw1 2 3 4
. Ingeschakelde versnelling bijhandmatig schakelen-.
Ongeldige waarde bij handmatig schakelen


Weergave op het
instrumentenpaneel

Intrappen van het rempedaal
)
Als dit pictogram op het
instrumentenpaneel verschijnt,
trap dan het rempedaal in (bijv.: starten van de motor).
Wegrijden
Als tijdens het rijden per ongeluk destand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de stand D
en trap het gaspedaal weer in.

Als de motor stationair draait, hetrempedaal is losgelaten en de stand R ,
D
of Mis geselecteerd, zet de auto zich zelfs al in beweging als het gaspedaalniet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen kinderen alleen in de auto achter.
Trek de handrem aan en selecteer de stand P
indien er onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij draaiende motor.
)
Trek de handrem aan.)
Selecteer de stand Pof N.)
Start de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaardenwordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het multifunctionele
display. ) Tr a p b ij draaiende motor het rempedaal in.)
Zet de handrem los. )
Selecteer de stand R, D
of M . )
Laat het rempedaal geleidelijk los. De auto begint te rijden.

Page 166 of 324

Automatisch
schakelpro
gramma
) Selecteer de stand Dom automatisch
te laten schakelen tussen de vier versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-adaptievestand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl, hetprofiel van de weg en de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand
van de selectiehendel te wijzigen, moet hetgaspedaal volledig worden ingetrapt (kickdown).
De versnellingsbak schakelt automatisch terugof handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de motor het maximumtoerental bereikt.Bij het remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnellingals u het gaspedaal plotseling loslaat.
Zet de selectiehendel nooit in de stand Nals de auto rijdt. Zet de selectiehendel nooit in de stand Pof R
als de auto niet volledig stilstaat.


Programma's Sport en
Sneeuw
Deze twee specifieke programma's vullen de
automatische werking aan onder bijzondererijomstandigheden.

Programma Sport "S"
)
Druk op de toets "S"
als de motor isgestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch een dynamische rijstijl mogelijk.

Op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding S.

Programma Sneeuw "7
"
)
Druk op de toets " 7" als de motor isgestart.
De versnellingsbak past zich aan voor het rijden op gladde wegen.
Het schakelprogramma zorgt er voor dat u gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weinig grip.

Op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding 7 .



Te r ugkeren naar het
automatische programma
)Om terug te keren naar het automatischeprogramma kunt u het programma Spor t
of Sneeuw op elk gewenst moment
uitschakelen door opnieuw op dedesbetreffende toets te drukken.

Page 167 of 324

165
Rijden

Handmatig schakelen
Op het instrumentenpaneel verdwijnt
de aanduiding Den verschijnen achtereenvolgens de ingeschakelde
versnellingen.
Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele seconden en vervolgens wordt de werkelijk ingeschakelde versnelling weergegeven.
Er kan elk moment van de stand D(rijden in de
automatische stand) naar de stand M (rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
versnellingsbak automatisch de stand M1 .
De programma's Sport en Sneeuw kunnen niet
worden in
geschakeld in de handbediende stand.
Onjuiste waarde bij handmatigebediening
)Selecteer de stand Mom sequentieel
teschakelen tussen de vier versnellingen.)Duw de selectiehendel naar het symbool +
om één versnelling op te schakelen. )Trek de selectiehendel naar het symbool -om één versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnelling
kan alleen als de snelheid van de auto enhet toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de
automatische bediening. Dit s
ymbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld (de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).
Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u deselectiehendel in de stand P of N
bewegen om de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto stil te zetten. Als bi
j aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden incombinatie met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele display, duidtdit op een storing in de versnellingsbak. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma en blijft de 3e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok voelen
bij het selecteren van R vanuit de stand RP , of PPR vanuit Rde stand N . Dit beschadigt de versnellingsbak niet.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Storing
Als de selectiehendel niet in de stand Pstaat, verschijnt bij het openen vanhet bestuurdersportier of na ongeveer 45 seconden een melding op het multifunctionele display.)Zet de selectiehendel in de standP; de melding verdwijnt.


De automatische versnellingsbak kan beschadigd raken:


- als u gelijktijdig het gas- en hetrempedaal intrapt,

- als u, wanneer de accu geen stroom lever t, de selectiehendelgeforceerd in de stand P
of een andere stand zet.

Als u langere tijd stilstaat met draaiende motor (files...), kuntu, om brandstof te besparen, deselectiehendel in de stand Nzetten ende handrem aantrekken.

Page 168 of 324









Stop & Start-systeem Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart(STA R T- s t a n d) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeur t direct, snel en stil.
Het
Stop & Start-systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand van de motor
Het systeem werkt de eerste secondenna het inschakelen van de achteruitniet. Als de motor door het systeemwordt afgezet, blijven alle andere componenten zoals de remmen ende stuurbekrachtiging enz. normaalfunctioneren.
Tank nooit als de motor door hetStop & Start-systeem is afgezet, zet indat geval altijd het contact af en neem de sleutel uit het contactslot. Het verklikkerlamp
je "ECO"op het instrumentenpaneel gaat branden en
de motor wordt afgezet:
- bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: als bij snelheden
beneden 20 km/h de versnellingshendelin de neutraalstand wordt gezet en hetkoppelingspedaal wordt losgelaten.

M
et een teller wordt de duur
van de momenten dat demotor afgezet is, opgeteld en
weergegeven. Elke keer als u het contact opnieuw aanzet, wordtdeze teller op nul gezet. De
STOP-stand is niet beschikbaar als:


- het bestuurderportier geopend is,

- de veiligheidsgordel van de bestuurder los is,

- de auto sinds de laatste start met de sleutel niet harder dan 10 km/h heeft gereden,

- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,

- de ruitontwasemin
g is ingeschakeld,

- bepaalde bijzondere omstandigheden (laadtoestand accu, motor temperatuur, rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.).


Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar


Het verklikkerlampje "ECO"knippert enkele seconden en gaat dan uit.
Dat het systeem in dergelijke gevallen niet
werkt is volkomen normaal.

Page 169 of 324

167
Rijden

Overgang naar de START-stand van de motor
Het verklikkerlampje "ECO"gaat uit
en de motor wordt weer gestart:


-
bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak:
als het koppelingspedaal
volledigwordt ingetrapt.
Bijzonderheden: automatischinschakelen van de START-stand

Als u het systeem met de motor in deSTOP-stand uitschakelt, dan wordt de motor direct weer gestart. U kunt deze
functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.

Uitschakelen
Vanwege uw veiligheid of comfor t wordt de START-stand automatisch ingeschakeld als:
- het bestuurderpor tier wordt geopend,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is dan 25km/h (handgeschakelde versnellingsbak),
- in bepaalde bijzondere omstandigheden(laadtoestand accu, motortemperatuur,rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.).
Het verklikkerlamp
je "ECO"
knippert enkele seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de motor
wordt gestart, is volkomen normaal.
Als u bij een auto met eenhandgeschakelde versnellingsbak in de STOP-stand een versnelling inschakeltmaar daarbij het koppelingspedaal niet helemaal intrapt, verschijnt er een melding met het verzoek het koppelingspedaalhelemaal in te trappen, omdat anders demotor niet gestart kan worden.

Page 170 of 324

Het systeem wordt automatisch ingeschakeld zodra u het contactopnieuw aanzet.
Inschakelen

Dit systeem heeft specifieke kenmerkenen maakt gebruik van een speciale accu(raadpleeg voor meer informatie het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door CITROËN voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem. Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar "ECO OFF"knipperen en vervolgens constant branden.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storin
g zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat. Zet in dat geval
het contact af en star t de auto dan met behulp
van de sleutel.

Storingen
Onderhoud

Schakel omwille van de veiligheid hetStop & Star t-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wilt uitvoeren.

Het Stop & Start-systeem maaktgebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden aan dit type accu uitsluitend uitvoeren door het CITROËN-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats. Druk no
gmaals op de schakelaar "ECO OFF".Het systeem is dan weer ingeschakeld; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat uit en er
verschijnt een melding op het display.

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 330 next >