CITROEN DS4 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 251 of 408

249Praktische informatie

2. Op spanning brengen
)
Breng de band met behulp van decompressor op de voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar B
in stand "I"; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "O"en knop C
indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in deportieropening aan bestuurderszijde.
Als de bandenspanning sterk daalt, is het lek niet goed gedicht; neem contact op met hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
) Ver wijder de set en berg deze op. )
Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder
dan 200 km.
)Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning".
)Rol de zwar te slang H
volledig uit.)Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van
de gerepareerde band.
) Sluit de stekker van de compressor weer
aan op de 12V-aansluiting in de auto.
) Star t de motor opnieuw en laat de motor draaien.
)Neem zo snel mogelijk contact opmet het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Vertel de technicus direct dat ugebruik hebt gemaakt van de bandenreparatieset. Na nadereinspectie kan de technicus u ver tellenof de band gerepareerd kan worden of dient te worden ver vangen.

Page 252 of 408

Uitnemen van de flacon
)Berg de zwarte slang op. )Neem het gebogen aansluitstuk van de
witte slang los.)Houd de compressor rechtop. )Draai de flacon aan de onderzijde los.

Controle / aanpassen
bandenspannin
g

Let op dat er geen afdichtmiddel uit de flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de patroon vermeld.De patroon met afdichtmiddel kan slechts één keer gebruikt worden enmoet daarna worden ver vangen, ookals hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het CITROËN-netwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe patroon metafdichtmiddel te kopen.

U kunt de compressor, zonder inspuitin
g van
het afdichtmiddel, ook gebruiken om:


- uw bandenspanning te controleren of uw
banden op spanning te brengen,

- andere opblaasbare voor werpen op te
pompen
(ballen, fietsbanden...).
)Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto. )Start de auto en laat de motor draaien.)Breng de band op spanning met behulp
van de compressor
(op spanning brengen:schakelaar Bin stand "I"; leeg laten lopen:schakelaar Bin stand "O"
en druk op de
knop C), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto of het
opblaasbare voor werp.)Verwijder de set en berg deze op.


)
Draai de schakelaar A
in destand "Op spanning brengen". )
Rol de zwarte slang Hvolledig uit.)
Sluit de zwar te slang aan op het ventiel van de band of van de accessoire.
Breng indien nodig eerst een van de
mee
geleverde verloopstukken aan.

Page 253 of 408

251Praktische informatie














Wiel verwisselen In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap verwisselen volgens de onderstaande procedure.

Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
van de bagageruimte:
)open de achterklep,)til de vloerplaat op,)bevestig het koord van de vloerplaat met
de haak aan de steun van de hoedenplank,
)bij een volwaardige reservewiel: maak de houder met het gereedschap in het midden
van het wiel los,
of )bij een noodreservewiel: trek het wielaan de achterzijde naar u toe om bij het
boordgereedschap te komen.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto. Gebruik het niet voor andere doeleinden.

Wiel met wieldop
Demonteren: verwijder eerst dewieldop
door deze met behulp van de wielsleutel 1bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.Monteren: plaats de wieldop
met deinkeping over het ventiel en druk dewieldop vervolgens rondom met de hand vast.
3.Gereedschap voor het ver wijderen vansierdoppen.
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
ver wi
jderd.4.Dop voor het ver wijderen van slotbouten(in het dashboardkastje).
Hiermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
ver wi
jderd. 1
.Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden ver wijderd en kunnen de wielbouten wordenlosgedraaid.2. Krik met geïntegreerde slinger.Hiermee kan de auto worden opgekrikt.

Page 254 of 408

Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Afhankelijk van de uitvoering is er een
volwaardig, een plaatstalen of een aluminium reservewiel aanwezig, in sommige landen een
"thuiskomer".
Zie de paragraaf "Toegang tot hetgereedschap" op de vorige bladzijde voor meer
informatie over hoe u het reservewiel kuntbereiken.
Toegang tot het reservewiel
Detectie te lage bandenspanning
Het reservewiel is niet voorzien vaneen bandenspanningssensor. Laat het repareren van de lekke band uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.


Verwijderen van het volwaardige
reservewiel
)Draai de gele centrale bout los.)Til het reservewiel aan de achterzijde op en trek het naar u toe. )Verwijder het wiel uit de bagageruimte.

Page 255 of 408

253Praktische informatie

Te r ugplaatsen van hetvolwaardige reservewiel
)
Plaats de houder met het gereedschap
in het hart van het reservewiel en klik de
houder vast.
)Leg het reser vewiel in de reser vewielbak.)Draai de gele centrale bout een aantal
omwentelingen los en plaats de bout in het hart van het reservewiel. )Draai de centrale bout vast tot deze klikt en het reservewiel goed vastzit.

Page 256 of 408

Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Parkeer de auto op een plaats waar u het verkeer niet hinder t en zorg ervoor dat hij op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.Trek de handrem aan (tenzij dezegeprogrammeerd is in de automatische stand), zet het contact af en schakel de eerste versnelling * in om de wielen te blokkeren. Controleer of de controlelampjesvan het remsysteem op hetinstrumentenpaneel constant branden.Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op een veilige plaats bevinden. Plaats indien nodig een wielblok achter het wiel kruislings tegenover het te verwisselen wiel. Ga nooit onder een auto liggen die alleenop de krik steunt; gebruik een bok.


Procedure
)
Ver wijder de chromen sierdop van de
wielbouten met het gereedschap 3(volgens uitvoering).) Bevestig de dop 4op de wielsleutel 1 en draai de slotbout een omwenteling los.)Draai de overige wielbouten een
omwenteling los met alleen de wielsleutel 1.

*
stand Rvan de EGS-versnellingsbak; stand P
van de automatische versnellingsbak
.

Page 257 of 408

255
Praktische informatie
)Plaats de krik 2 onder een van de twee steunpunten aan de voorzijde Aof achterzijde B(bij het te ver wisselen wiel). )Draai de krik 2
uit tot het voetstuk op degrond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk
zich loodrecht onder het gebruikte steunpunt A of Bbevindt. )Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
) Verwijder de wielbouten en leg ze op eenschone plaats weg.)
Verwijder het wiel.

Page 258 of 408


Bevestiging van hetplaatstalen reservewiel of de 'thuiskomer'
Indien uw auto is voorzien vanlichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het reservewiel de ringen van de bouten de plaatstalen velg of 'thuiskomer' niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid,zorgt het conische draagvlak van debouten voor de bevestiging van het reservewiel.


Procedure
)Plaats het wiel op de naaf. )Draai de wielbouten met de hand vast.
)Draai de slotbout met de wielsleutel 1 ende dop4 handvast.)Draai de overige wielbouten handvast met alleen de wielsleutel 1.
Na het verwisselen van het wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel om het op de juiste manier in de bagageruimte op te bergen.Rijd met een noodreser vewiel niet sneller dan 80 km/h.Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reservewielcontroleren door het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en ver wissel hem met het reservewiel.

Page 259 of 408

257
Praktische informatie
)Laat de krik zakken.)Vouw de krik 2 op en verwijder hem. )
Draai de slotbout vast met de wielsleutel 1
en de dop 4.)
Draai de overige wielbouten geheel vast
met alleen de wielsleutel 1 . )
Bevestig de verchroomde doppen op de
overige wielbouten (volgens uitvoering). ) Berg het gereedschap op in de houder.

Page 260 of 408











Een lamp vervangen

De koplampunits zijn voorzien van glasvan polycarbonaat met een speciale vernislaag:)reinig de koplampen nooit meteen droge of schurende doek engebruik geen oplosmiddelen,)gebruik een spons met zeepwater,)wanneer u met eenhogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd de straal dan nooit langdurig opde koplampen, de achterlichten en de randen er van gericht, ombeschadiging van de vernislaag en de afdichtrubbers te voorkomen.
)Raak de lamp niet met de vingersaan, maar gebruik eenniet-pluizende doek. Bij het ver vangen van lampen moet de verlichting minstens enkele minutenuitgeschakeld zijn (risico van ernstige verbranding). In verband met het behoud van dekwaliteit van de koplampen mogenuitsluitend anti-UV-lampen wordengebruikt.Ver vang een kapotte lamp altijddoor een nieuwe lamp met dezelfdespecificaties.

Elektrocutiegevaar
Het ver vangen van een xenonlamp(D1S-35W) moet worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.

Let erbij het monteren van lampen met nokjes (H1, H7 enz.) op dat deze nokjes goed in de uitsparingen komen, zodat het licht in de juiste richting schijnt.

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 410 next >