CITROEN DS4 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 41 of 408

39Controle tijdens het rijden
1. Toerenteller (x 1.000 t /min of rpm). 2.Opschakelindicator bij een handgeschakelde versnellingsbak of de stand van de selectiehendel en
ingeschakelde versnelling bij een EGS-
versnellingsbak of een automatische
versnellingsbak. 3.Snelheidsmeter (km/h of mph).4. Centraal display.
5. Brandstofmeter en waarschuwingslampjeminimumbrandstofniveau

Meters en displays
6.
Dagteller (km of mijl). 7.
Onderhoudsintervalindicator (bij naderen
of overschrijden van voorgeschreven
onderhoud),kilometerteller. (km of mijl)



Toetsen




















Instrumentenpaneel met kleurinstelling - Type 2
A."COLOR Meters" (kleur van meters):
achtergrondkleur van meters naar eigen
wens instellen. B. "COLOR Displays" (kleur van displays):
achtergrondkleur van displays naar eigen
wens instellen.
C. Lichtsterkteregeling (beschikbaar innachtstand).D.Handmatige test (controle van functies en
weergave van de waarschuwingen).
Resetten van onderhoudsintervalindicator
of dagteller.

Page 42 of 408

Centraal display en bediening van
instrumentenpaneel type 2
1. Instellingen van de snelheidsregelaar of
snelheidsbegrenzer.
2. Motorolieniveaumeter.
Herhaling onderhoudsinformatie.
Bi
j het aanzetten van het contact verschijnt
eerst het opstar tscherm; daarna worden
deze functies na elkaar weer
gegeven,
voordat het overzicht met beschikbarefuncties verschijnt. Op het display kunnen tijdelijk
waarschuwingsmeldingen of informatie wordengetoond.
Met behulp van de toetsen kunt u:

-
bij een stilstaande autode parameters
van de auto, het centrale display en het
instrumentenpaneel instellen (info tijdens
het ri
jden, comfort, taalkeuze, eenheden, geluiden enz.), -bij stilstand of tijdens het rijdende beschikbare actieve functiesachtereenvolgens laten weergeven(boordcomputer, navigatie enz.).
Bediening

Met behulp van een toets en een rolknop kunt u
de functies op het centrale display bedienen: A.toets op het uiteinde van deruitenwisserschakelaar: weergave van
beschikbare functies,B.rolknop links op het stuur,
- draaien (buiten menu om): u scrollt door
de diverse beschikbare actieve functies,
- drukken: toegang tot het algemene menu, bevestigen van uw keuze,
- draaien (in het menu): verplaatsen naar boven of naar beneden in het menu.

Page 43 of 408

41Controle tijdens het rijden
)Druk op de rolknop B voor toegang tot hethoofdmenu en om een van de volgende
functies te kiezen:
- "Parameters auto",- "Display instellen",
- "Geluidkeuze".)Draai de rolknop Bom uw positie
op het centrale display van het
instrumentenpaneel te verplaatsen. )Druk opnieuw op de rolknop Bom dekeuze te bevestigen.Vi
a dit menu kunt u de verschillende
functies voor het rijden en het comfor t in- en uitschakelen:
- "Toegang tot de auto" (zie het hoofdstuk "To egang tot de auto"):



"Afst.bd." (Alleen bestuurdersportier ontgrendelen),


"Alleen a klep ontgrendelen" (Alleen
achterklep ontgrendelen).
- "Hulp bij het rijden":



"Automatische parkeerrem" (Elektrisch
bediende handrem; zie het hoofdstuk"Rijden"),


"Autom. RW achter aan" (Ruitenwisser
achter gekoppeld aan het inschakelen
van de achteruit; zie het hoofdstuk"Zicht"),


"Opgeslagen snelheden" (Opslaan vansnelheden; zie het hoofdstuk "Rijden").

- "Verlichtin
g" (zie het hoofdstuk "Zicht"):

"Bochtverlichting" (Statische
bochtverlichting/meedraaiende
koplampen),

"Dagrijverlichting" (Dagrijverlichting).



- "Comfortverlichting" (zie het hoofdstuk
"Zicht") :

"Foll.-home verlicht." (Automatische
"follow me home"-verlichting),

"Instapverlichting" (Instapverlichtinginterieur/exterieur).
Parameters auto

Hoofdmenu
Het algemene menu en de bijbehorende functies zijn uitsluitend
beschikbaar als de auto stilstaat.Boven een bepaalde snelheid verschijnt een melding op het centrale display van het instrumentenpaneel die aangeeftdat toegang tot het hoofdmenuonmogelijk is.

Page 44 of 408

Dichtbij het maximum toerental: schakel door
naar een hogere versnelling als de streepjes
van de toerenteller rood worden en
gaanknipperen.
Toerenteller
Geluiden instellen
Via dit menu kunt u de weergave van geluiden
instellen. Er zijn 4 verschillende settings die
zi
jn ingedeeld naar aard en omstandigheden(waarschuwingen, bevestigingen, weigeringen,richtingaanwijzers, vergeten verlichting, "sleutel
in slot" enz.).
Instellingen display
Via dit menu kunt u:
- de taal van de weergave van het centrale
display kiezen uit een lijst,
-
de eenheden instellen: temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit) en het verbruik(l/100 km, mpg of km/l),
- de grafische vormgeving van het centrale
display kiezen uit een lijst.

Page 45 of 408

43Controle tijdens het rijden
De controlelampjes waarschuwen de
bestuurder in het geval van een storing(waarschuwingslampje) of geven hem
informatie over de werking van een systeem(ingeschakeld of uitgeschakeld).
Controlelampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan sommigewaarschuwingslampjes enkele secondenbranden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.


Bijbehorende waarschuwingen

Sommige lampjes gaan branden (permanent of knipperend) in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display of het centrale display
van het instrumentenpaneel type 2.

Page 46 of 408

Als een van de volgende lampjes bij een
draaiende motor of onder het rijden gaat
branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Het lampje brandt op het instrumentenpaneel
of op het centrale display van het
instrumentenpaneel type 2.
Indien uw auto voorzien is van een display, gaat een waarschuwingslampje altijd branden in combinatie met een aanvullende melding om u te helpen bij het opsporen van de storing. Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
STOP

permanent, alleenof in combinatiemet een ander
waarschuwingslampje,een geluidssignaal en een melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandtbij een ernstige storing in het
remsysteem, de stuurbekrachtiging,
het motoroliecircuit, het koelcircuit en
bi
j een lekke band.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil,
want de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Te hogekoelvloeistoftemperatuur

permanent rood. De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Motoroliedruk
permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 47 of 408

45
Controle tijdens het rijden
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Laadstroom accupermanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Remsysteempermanent, incombinatie met het STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te laa
g. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door CITROËN
voorgeschreven remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.

+permanent, in
combinatie methet storingslampje
van de elektrischeparkeerrem, indien
deze is vrijgezet. Er is een storin
g in het remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats .

+permanent, incombinatie met het STOP-LAMPJE en het
ABS-lampje. Er is een storin
g in de elektronische remdrukregelaar (EBD).Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden. Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde y
werkplaats.

Page 48 of 408

ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Elektrischeparkeerrem knippert. Het aantrekken of vrijzetten van
de elektrische parkeerrem is onderbroken.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een horizonale ondergrond, zet het
contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
+
Storingelektrischeparkeerrem

permanent. Er is een storing in de elektrische
parkeerrem. Het automatisch aantrekken/vrijzetten is niet meer
mogelijk.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden vrijgezet via de speciale noodontgrendeling.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
Een of meer portieren geopend
permanent, bij een
snelheid la
ger dan
10 km/h.
Een
portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent incombinatie met eengeluidssignaal, bij een
snelheid hoger dan
10 km/h.
*
Afhankeli
jk van het land van bestemming.
Gordel los *

permanent,
daarnaknipperend,
vergezeld van een
geluidssignaal. De bestuurder o
f de passagier voorin
heeft zijn gordel niet vastgemaakt .
Rol de gordel uit en steek de gesp in de gordelsluiting.
Dit lampje is een aanvulling op de informatie die door de waarschuwingslampjes in de dakconsole wordt gegeven. Minstens één achterpassagier heeft zijn gordel niet vastgemaakt.

Page 49 of 408

47Controle tijdens het rijden
Servicetijdelijk, in combinatie met een melding. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden. Identi
ficeer de storing met behulp van de melding ophet display, bijvoorbeeld:
- het openen van de portieren, achterklep of
motorkap,
- het motorolieniveau,
- de batteri
j van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- verstopping van het roetfilter op dieseluitvoeringen(zie hoofdstuk "Controles / Roetfilter") .
Raadpleeg bij andere storingen het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met eenmelding en eengeluidssignaal. Er is een ernsti
ge storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden. Identificeer de storin
g met behulp van de melding ophet display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Roetfilter (Diesel)permanent, in combinatie met een geluidssignaalen het bericht "Kans
op verstopping van het
roetfiler".
Geeft aan dat het roetfilter verstopt begint te raken.Ga als de omstandigheden het toelaten het roetfilter regenereren door met een snelheid van meer dan60 km/h te rijden tot het lampje dooft.
permanent, incombinatie met eengeluidssignaal en het
bericht Additiefniveau roetfilter te laag.
Geeft aan dat het minimumniveau van
het brandstofadditief is bereikt. Laat het additiefreser voir zo snel mogelijk bijvullen
door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats.

Page 50 of 408

ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem (ABS) permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijkhet CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamischestabiliteitscontrole
(ESP/ASR)


knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit.

permanent.
Storing in het ESP/ASR of de HillStar t Assist, tenzij dit is uitgeschakeld(schakelaar ingedrukt en lampje in de
schakelaar brandt) .

Laat dit nakijken door het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motor


knippert. Er is een storing in het
motormana
gementsysteem. Kans op beschadi
ging van de katalysator.
Laat dit controleren door het
CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.

permanent. Er is een storing in deemissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.




Laag brandstofniveaupermanent, in combinatie met een geluidssignaal en eenmelding.
Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 6 literbrandstof in dertank.
Vanaf dit moment worden delaatste liters brandstof in de tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt. Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding zolang er niet
voldoende brandstof getankt is.
Dit geluidssignaal en deze melding worden steeds
vaker herhaald naarmate het niveau "0"dichter wordt
genaderd.
Inhoud brandsto
ftank: ongeveer 60 liter.rRijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en hetinjectiesysteem beschadigd raken.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 410 next >