CITROEN DS5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 141 of 348

Zicht





Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichting wordt afhankelijk van dedoor de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheidlicht geactiveerd om op donkere plaatsen het
lokaliseren van de auto en het instappen te
vergemakkelijken.

Inschakelen

Uitschakelen


De instapverlichting buitenzijde gaat na een
bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het
afzetten van het contact of het vergrendelen
van de auto.
Programmeren

De duur van het branden
van de instapverlichting kan
worden geselecteerd via het configuratiemenu van de auto.
De duur van het branden van de instapverlichting is gekoppeld en gelijkaan die van de automatische follow mehome verlichting.
) Druk op het geopende hangslot
van de afstandsbediening of op
de portierhandgreep met het
Keyless entry and star t-systeem.








Ver lic ht ing
buitenspiegels

Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld:


- bij het ontgrendelen,

- bij het ver wijderen van de elektronischesleutel uit de lezer,

- bij het openen van een portier,

- bij het lokaliseren van de auto via de
afstandsbediening.

Uitschakelen

De verlichting dooft na een bepaalde tijdautomatisch.
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken,
worden de volgende delen verlicht:


- het opper vlak naast het bestuurders- en
het passagiersportier,

- het oppervlak voor de buitenspiegels en
achter de voorportieren.
Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.

Page 142 of 348








Halogeen
koplampen
handmatig verstellen





Automatische koplamphoogteverstelling bij
xenonlampen
Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen. 0.1 of 2 personen op de voorstoelen. -.Tussenstand. 1. 5 personen + maximaal toegestane belading.-.Tussenstand. 2.Bestuurder + maximaal toegestane belading.-.Tu s s enstand. 3.5 personen + maximaal toegestane
belading in de koffer.
Stand "0"
: basisinstelling.In het
geval van een storing
verschijnt dit pictogram ophet instrumentenpaneel,in combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Het systeem zet in dat geval de koplampen in
de lage stand.
Om verblinding van andere weggebruikers
te voorkomen corrigeert dit systeem bij
stilstaande auto automatisch de hoogte van de lichtbundel van de xenonlampen, afhankelijk
van de belading van de auto.

Raak in het geval van een storing dexenonlampen niet aan. Raadpleeghet CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 143 of 348

141Zicht
Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld,
vol
gen de lichtbundels van de meedraaiende
koplampen de richting van de weg.
Deze functie is alleen mogelijk in combinatiemet xenonlampen en zorgt voor een aanzienlijk beter zicht in bochten.








Meedraaiende koplampen
met meedraaiende koplampen
zonder meedraaiende ko
plampen

Programmeren

Storin
g
U kunt deze functie
desgewenst uitschakelen viahet configuratiemenu op het multifunctionele display.Standaard is deze functie ingeschakeld.
Bij het afzetten van het contact
blijven de instellingen gehandhaafd.

Deze functie werkt niet:


- bij stilstand of zeer lage snelheden,

- als de achteruit is ingeschakeld.
In het
geval van een storing knippert
dit pictogram op het display incombinatie met een melding op het multifunctionele display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.

Page 144 of 348









Statische bochtverlichting
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om de binnenkant
van de bocht extra te verlichten bij snelheden tot
40 km/h (handig in de stad, op bochtige wegen,
kruispunten, parkeergarages enz.).
met statische bochtverlichting
zonder statische bochtverlichting

Statische bochtverlichting
ingeschakeld

De bochtverlichting wordt in de volgendegevallen ingeschakeld:


- bij het inschakelen van een
richtingaanwijzer, of

- als het stuur wiel ver genoeg wordt verdraaid.


Statische bochtverlichting werkt
niet
De verlichting werkt in de volgende gevallenniet:


- bij een geringe stuuruitslag,

- bij snelheden boven 40 km/h,

- als de achteruit is ingeschakeld.

Programmeren
U kunt de statische bochtverlichtingdesgewenst uitschakelen via het configuratiemenu van de auto.Standaard is de statische
bochtverlichting ingeschakeld.

Page 145 of 348

143Zicht








Ruitenwisserschakelaar


Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers mogelijk:


- automatische werking van de ruitenwissers vóór,

- automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen
van de achteruitversnelling.

Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers handmatig in.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.

Ruitenwissers vóór

Wissnelheid:
ho
ge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid
(matige regenval),
interval
(wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid),
uit,
automatisch
(omlaag duwen en
loslaten),
één keer
(de hendel even naar u toe trekken).

Page 146 of 348

Schakel de automatische werking van de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage vaneen fietsendrager op de achterklep. Dit kan worden uitgevoerd via hetconfiguratiemenu. uit,
interval,
wissen en sproeien(gedurende enige tijd).

Achteruitversnelling

Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnellinginschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Deze functie kan worden
geactiveerd
of gedeactiveerd
via het configuratiemenu.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Instellen
)Trek de ruitenwisserschakelaar naar u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.

De koplampsproeiers worden alleengeactiveerd als de dimlichten branden.
Ruitensproeiers vóór en
ko
plampsproeiers Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:

Page 147 of 348

145
Zicht
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteer t. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag.

Inschakelen

Duw de hendel één keer omlaag.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en
er verschijnt een melding.
Duw de hendel nog een keer omlaag of zet de hendel in een andere stand (Int., 1 of 2).
Dit verklikkerlamp
je op het instrumentenpaneelgaat uit en er verschijnt een melding.
Uitschakelen


Elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet ude automatische werking van deruitenwissers opnieuw activeren door de hendel één keer omlaag te duwen.

Page 148 of 348

Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor inhet midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelenvan de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
wer
king van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwisserslos te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen
worden gereinigd of de ruitenwissers worden
ver vangen. In de winter kan deze stand tevens
worden gebruikt om de ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
Om een goede werking van de flat-blade ruitenwissers te behouden, adviseren wij u:


- voorzichtig met de ruitenwissers omte gaan,

- de ruitenwissers regelmatig tereinigen met zeepsop,

- de ruitenwissers niet te gebruikenom een stuk kar ton tegen devoorruit te houden,

- de ruitenwissers te ver vangenzodra ze tekenen van slijtage vertonen.


)
Als de ruitenwisserschakelaar binnen een
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, bewegen de ruitenwissers naar
het midden van de voorruit. ) Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden weer
in de ruststand te zetten.

Page 149 of 348

147Zicht
1.Plafonnier vóór - achter2.Kaartleeslampjesvóór3.Kaartleeslampjes achter4.
Sfeerverlichting







Plafonniers

In deze stand gaat de interieurverlichting geleidelijk branden:
Plafonnier vóór - achter


Zorg ervoor dat er geen voor werpen incontact zijn met de plafonniers.

In de stand "interieurverlichting permanent ingeschakeld", blijft de interieur verlichtingafhankelijk van de omstandigheden gedurende een bepaalde tijd branden: - bij afgezet contact: ongeveer t10 minuten, - in de eco-mode: ongeveer 30 seconden, - bij draaiende motor: onbeperkt.

- als de auto wordt ont
grendeld,
- als de elektronische sleutel uit de lezer
wordt ver wijderd,
- als een por tier wordt geopend,
- als op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om deauto te lokaliseren.
De interieurverlichtin
g gaat geleidelijk uit:
- als de auto wordt vergrendeld,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het laatste
portier.

Permanent uit.
P
ermanent aan.


Kaartleeslampjes vóór -
achter
)
Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.

Page 150 of 348









Sfeerverlichting De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.

Als het buiten donker is, gaat de sfeer verlichting automatisch branden als deparkeerlichten worden ingeschakeld (zo wordt
de middenconsole bijvoorbeeld verlicht door een lichtbundel waarvan de lichtbron in de
dakconsole is ondergebracht).
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Verlichting ingeschakeld: u kunt kiezen uit 7 standen voor de lichtsterkte.
De lichtsterkte wordt elke keer dat op de knopwordt gedrukt trapsgewijs verhoogd en keer t
weer terug naar de laagste stand nadat de
hoogste stand is bereikt.
Houd de knop ingedrukt om direct de maximale lichtsterkte te verkrijgen.

Met deze knop regelt u de lichtsterkte
van de plafonnier, de verlichting van de binnenportiergrepen en de verlichting van de
portiervakken (volgens uitvoering).






Ver lic ht ing
beenruimte

Inschakelen

De werking is gelijk aan die van de plafonniers.
De verlichting gaat branden zodra één van de por tieren wordt geopend. De
gedempte verlichting van de beenruimte
verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere omgeving bevindt.
Inschakelen
Instellen van de lichtsterkte
van de plafonnier

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 350 next >