CITROEN DS5 HYBRID 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 241 of 364

239Onderhoud
Openen van de motorkap
Openen
)
In het interieur
: trek de handgreep links onder het dashboard naar u toe.
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje
Readyuit) als u werkzaamheden onder de motorkap wilt uitvoeren, om letsel door het automatisch starten van demotor te voorkomen.


Sluiten
)Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van de slag in het slot vallen. )Controleer of de motorkap goed vergrendeld is.


)Aan de buitenzijde
: beweeg de hendel
omhoog en til de motorkap op.
Een gasdemper opent de motorkap en houdt
deze omhoo
g.
Raak de oranje "hoogspanningskabels"nooit aan.
Om te voorkomen dat elektrische componenten beschadigd raken, is hetabsoluut verboden met een hogedrukreiniger de motorruimte schoon te maken.

Page 242 of 364

Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren
van de verschillende vloeisto
fniveaus, het
ver vangen van bepaalde onderdelen en hetontluchten van het brandstofcircuit.














Dieselmotor
1.
Reservoir stuurbekrachtiging. 2.
Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 3.
Reservoir koelvloeistof.4.
Reservoir remvloeistof.5.
Accu/zekeringen.
6.Zekeringkast.
7. Luchtfilter. 8.Oliepeilstok. 9.
Motorolie (bij)vullen.10.Handopvoerpomp.11.
Ontluchtnippel.
HDi 160 FAPEGS-6

Page 243 of 364

241Onderhoud
Bij auto's met HDi-motor is het in het geval van
een lege brandstoftank noodzakelijk om het
brandstofsysteem te ontluchten: raadpleeg de
afbeelding van de desbetreffende motorruimte.










Brandstoftank leeg (Diesel)

Als de tank van uw auto is voorzien van een tankbeveiliging, raadpleeg dan de rubriek "Tankbeveiliging (Diesel)".
)
Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel. )
Open de motorkap.)
Ver wijder indien nodig de afdekkap van de motor voor toegang tot de opvoerpomp. )
Draai de ontluchtingsnippel los.)
Bedien de handopvoerpomp tot u brandstof
door de transparante slang ziet stromen. ) Draai de ontluchtingsnippel vast. )
Bedien de startmotor tot de motor aanslaat (als de motor bij de eerste poging niet
aanslaat, wacht dan vijftien seconden
alvorens opnieuw te starten). ) Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en ver volgens de star tmotor opnieuw.
) Breng de afdekkap van de motor aan en controleer vervolgens of deze goed vastzit. )
Sluit de motorkap.
2.0 HDi-motor

Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw star tpoging en herhaal
de procedure.

Zet het contact altijd af (verklikkerlampje Ready
uit) als u werkzaamheden onder de motorkap wilt uitvoeren, om letseldoor het automatisch starten van demotor te voorkomen.

Page 244 of 364







Niveaus controleren


Let bij werkzaamheden onder demotorkap goed op, want bepaaldedelen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet contact worden gecontroleerd via de motorolieniveaumeter op het
instrumentenpaneel, of met de oliepeilstok.
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen. CITROËN adviseer t u om elke 5000 km het olieniveau te controlerenen, indien nodig, olie bij te vullen.Na het bijvullen zal de olieniveaumeter
op het dashboard bij het aanzetten vanhet contact na 30 minuten de juistewaarde aangeven. Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITRO
ËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul deze niveaus indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.






Zet het contact altijd af (verklikkerlampjeReadyuit) als u werkzaamheden onder de motorkap wilt uitvoeren, om letseldoor het automatisch starten van demotor te voorkomen.


Olie verversen

Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje
voor het ver versingsinterval voor uw auto.
Om een verminderde betrouwbaarheid van demotor en de emissieregeling te voorkomen, is het gebruik van additieven in de motorolie niet
toegestaan.


Type motorolie
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen motorolie voor uw auto en motoruitvoering.

De controle van het motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke,horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.

Page 245 of 364

243Onderhoud





Zet het contact altijd af (verklikkerlampjeReady
uit) als u werkzaamheden onder de motorkap wilt uitvoeren, om letsel door het automatisch starten van de motor te voorkomen. H
et remvloeistofniveau dient zichzo dicht mogelijk bij het merkteken"MA XI" te bevinden. Controleer indien
dit niet het geval is of de remblokken
van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau

Remvloeistof verversen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje
voor het voorgeschreven verversingsinterval.

Type remvloeistof

Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof die voldoet aan de DOT3 of DOT4 -norm.
Het stuurbekrachti
gingsvloeistofniveau
dient zich zo dicht mogelijk bij het
merkteken "MAXI" te bevinden. Draai bij koude motor de dop open om het niveau te controleren.
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
Koelvloeistofniveau


Het koelvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden, maar magbeslist niet hoger zijn.

Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de koelventilator. Deze kan ook bij afgezet contact werken.
Bij uitvoeringen voorzien van een roetfilter
kan de koelventilator bij afgezet contact
nog (gaan) werken, zelfs bij koude motor.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het koelsysteem uit te voeren ten
minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat.Draai om brandwonden te voorkomende dop eerst 2 omwentelingen los omde druk te laten dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en vul koelvloeistof bij.


Koelvloeistof verversen

De koelvloeistof behoeft niet te worden ververst.


Type koelvloeistof

Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.

Page 246 of 364

Niveau vloeistof ruitensproeiers/
koplampsproeiers
Als uw auto voozien is van koplampsproeiersen u wilt het niveau controleren of bijvullen, parkeert u de auto en zet u de motor af. )Controleer of de motor geheel is afgezet
voordat u de motorkap opent. )Verwijder de dop van hetruitensproeiervloeistofreservoir.

Bijvullen

Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door
het verklikkerlampje Ser vice in combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van hetinstrumentenpaneel.

Gegevens van de vloeistof
Voor een optimale reiniging en om bevriezing te
voorkomen, mag nimmer water worden gebruikt
voor het ver versen o
f bijvullen van de vloeistof.
) Knijp de pipet af om te voorkomen dat er lucht inkomt. )
Ver wijder de pipet uit het reser voir en lees
via de doorzichtige buitenkant het niveau af. ) Vul indien nodig het niveau bij.)
Plaats de dop terug op het reser voir ensluit de motorkap.

Page 247 of 364

Onderhoud
Vermijd langdurig huidcontact metafgewerkte olie en andere vloeistoffen. De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.

Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffenniet in het riool, in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in dedaarvoor bestemde containers bij het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten








Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven,de bladzijden in het garantie- en
onderhoudsboekje die betrekking hebben op
de motoruitvoering van uw auto voor het laten controleren van bepaalde onderdelen volgenshet onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Zet het contact altijd af (verklikkerlampje Ready
uit) als u werkzaamheden onder de motorkap wilt uitvoeren, om letseldoor het automatisch starten van demotor te voorkomen. Deze sticker, die hoort bi
j het Stop & Start-systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of ver vangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
12V- accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter.
Raadplee
g voordat u de accukabels losneemt de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen.

Page 248 of 364

Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter ver vuild is,wordt u hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van
dit lampje in combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden het toelaten,met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimumbrandstofadditiefniveau bereikt: raadpleegde paragraaf "Niveau brandstofadditief".

Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandluchtruiken; dit is volkomen normaal. Als langdurig met zeer lage snelheidwordt gereden of de motor langdurigstationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op deprestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
Tijdens de regeneratie van het roetfilter is 100% elektrisch rijden niet mogelijk.
Luchtfilter en interieurfilter
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor het
ver van
gingsinterval van dit onderdeel.
Laat de
filters periodiek ver vangen
volgens de in het garantie- en
onderhoudsboekje aangegeven
intervallen.

Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik(veel stadsverkeer...) daar toe aanleiding geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditionin
g verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.

Page 249 of 364

247Onderhoud
Elektronisch gestuurde
versnellingsbak met 6 versnellingen
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie ver versen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds- en
garantieboekje voor het interval vande niveaucontrole.
De sli
jtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel kor teritten. Hierdoor kan het noodzakelijkblijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidteen te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
















Remblokken
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren vande slijtage van de remschijven.
Staat van remschijven
Elektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apartgecontroleerd te worden. Als er
zich toch een probleem voordoet,laat het systeem dan controlerendoor het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
















Gebruik uitsluitend door CITROËNaanbevolen producten of gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organenals het remsysteem te optimaliseren,selecteer t en biedt CITROËN specifieke
producten aan.
Na het wassen kan er zich een laagjevocht, of in de winter ijs, vormen op de remschijven en remblokken: deremwerking kan daardoor afnemen.Rem een paar keer lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij te maken. Raadplee
g voor meer informatie de rubriek "Elektrische parkeerrem - § Storingen".

Page 250 of 364

010
Technische gegevens

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 370 next >