FIAT DUCATO 2012 Instructieboek (in Dutch)

Page 221 of 288

217
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0253mfig. 229F0N0254mfig. 230
Als het filter vol is, dan springt de indicator B-fig. 230 in de
rode stand, ook bij uitgeschakelde motor. Om de werking
van de sensor te herstellen, moet het filterelement worden
gereinigd of vervangen zoals bij normale luchtfilters; druk
vervolgens op de knop C-fig. 230 om de indicator te
resetten.
ATTENTIE Reinig het filter d.m.v. perslucht, gebruik geen
water of schoonmaakvloeistoffen.
Dit filter is speciaal voor uitvoeringen die overwegend over
stoffige wegen rijden; het is daarom raadzaam het filter door
het Fiat Servicenetwerk te laten vervangen.
POLLENFILTER
Laat het pollenfilter vervangen door het Fiat Servicenetwerk.LUCHTFILTER/POLLENFILTER
Laat het luchtfilter vervangen door het Fiat Servicenetwerk.
LUCHTFILTER – STOFFIGE WEGEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het speciale luchtfilter voor een stoffige omgeving heeft een
optische sensor
A-fig. 229 die aangeeft wanneer het filter verstopt is. Daarom
moet de sensor regelmatig worden gecontroleerd (zie het
“Geprogrammeerd Onderhoudsschema” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”).

Page 222 of 288

218
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ACCU
De accu van de auto is “onderhoudsarm”: onder normale
omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te worden
met gedestilleerd water.
De werking moet echter regelmatig en uitsluitend door het
Fiat Servicenetwerk of gespecialiseerd personeel
gecontroleerd worden.
De accu is in de cabine voor de pedalen geplaatst. De accu is
bereikbaar nadat het beschermdeksel is verwijderd.
Bij werkzaamheden aan de accu of in de
buurt van de accu, moet u uw ogen altijd
beschermen met een speciale bril.
ATTENTIE!
De vloeistof in de accu is giftig en corrosief.
Voorkom contact met de huid en de ogen.
Houd open vuur en vonkvormende apparaten
verwijderd van de accu: brand- en
ontploffingsgevaar.
ATTENTIE!
Als de accu werkt met een zeer laag
vloeistofniveau, ontstaat onherstelbare
schade aan de accu en kan de accu openbarsten.
ATTENTIE!
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met
dezelfde specificaties worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een accu met andere
specificaties, vervallen de onderhoudsintervallen die in het
“Geprogrammeerd Onderhoudsschema” staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de nieuwe accu dient u zich strikt
te houden aan de aanwijzingen van de fabrikant van de accu.
Onoordeelkundige montage van elektrische
en elektronische apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto. Als u na
aanschaf van uw auto accessoires wilt
monteren (diefstalalarm, mobiele telefoon enz.),
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk, dat kan u de
meest geschikte installaties aanraden en controleren
of het noodzakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren.
Accu's bevatten zeer schadelijke stoffen voor
het milieu. Het verdient aanbeveling een
defecte accu door het Fiat Servicenetwerk te
laten vervangen, omdat het beschikt over de
uitrusting voor het op milieuvriendelijke wijze en
conform de wettelijke bepalingen, verwerken van
defecte accu's.

Page 223 of 288

219
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als u de auto langere tijd stalt in extreem
koude omstandigheden moet, om bevriezing
te voorkomen, de accu worden verwijderd en
op een verwarmde plaats worden bewaard.
PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR
VAN DE ACCU TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen
nauwkeurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de
portieren, deuren van de laadruimte en de motorkap
goed gesloten zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de
interieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de auto is in ieder geval
uitgerust met een systeem voor automatische
uitschakeling van de interieurverlichting;
❒voorkom zoveel mogelijk het gebruik van
stroomverbruikers als de motor uitstaat (autoradio,
waarschuwingsknipperlichten enz.);
❒maak voordat werkzaamheden aan de elektrische
installatie van de auto worden uitgevoerd, eerst de klem
los van de minpool op de accu;
❒de klemmen moeten altijd goed zijn bevestigd.
BELANGRIJK Een accu die gedurende langere tijd minder dan
50% geladen is, raakt door sulfatering beschadigd. Hierdoor
loopt de capaciteit en het startvermogen terug.Ook is de accu dan gevoeliger voor bevriezing (reeds bij
temperaturen van circa −10°C). Als u de auto langere tijd
niet gebruikt, zie dan “Auto langere tijd stallen” in het
hoofdstuk “Starten en rijden”.
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die
constante voeding nodig hebben (diefstalalarm enz.), of
accessoires die de elektrische installatie zwaar belasten,
raden wij u aan contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk. Deze kan u de meest geschikte installaties
uit het Fiat Lineaccessori-programma aanraden en
controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt
is voor het extra stroomverbruik of dat het noodzakelijk is
een accu met een grotere capaciteit te monteren.
Enkele van deze stroomverbruikers blijven continu stroom
verbruiken ook bij een uitgezette motor, waardoor de accu
geleidelijk ontlaadt.
BELANGRIJK Als een tachograaf in de auto geïnstalleerd is
en de auto langer dan 5 dagen niet wordt gebruikt, is het
raadzaam de minpool van de accu los te koppelen om te
acculading te behouden.
Als de auto is uitgerust met een hoofdstroomschakelaar
(voor loskoppeling van de accu), zie dan voor het
loskoppelen van de accu de beschrijving in de paragraaf
“Bedieningsknoppen” in het hoofdstuk “Wegwijs in uw auto”;

Page 224 of 288

F0N0111mfig. 231
BELANGRIJKE TIPS
❒Voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen
optrekken, harde contacten tussen banden en
stoepranden, kuilen en andere obstakels. Het langdurig
rijden op een slecht wegdek kan de banden beschadigen;
❒controleer de banden regelmatig op scheuren in de
wangen en bulten of slijtplekken op het loopvlak. Als u
deze gebreken constateert, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk;
❒rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hierdoor
kunnen de wielen en de banden ernstig beschadigd
worden;
❒stop zo snel mogelijk bij een lekke band en verwissel het
wiel om beschadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting te voorkomen;
❒banden verouderen, ook als zij weinig of nooit gebruikt
zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op de wangen geven
aan dat de band verouderd is. Banden die langer dan zes
jaar onder een auto gemonteerd zijn, moeten dan ook
door een specialist worden gecontroleerd. Dit geldt in
het bijzonder voor het reservewiel;
❒monteer nooit gebruikte banden of banden, waarvan de
herkomst onbekend is;
❒bij de montage van een nieuwe band moet ook het ventiel
vernieuwd worden;
❒om een gelijke slijtage van de banden op de vooras en de
achteras te verkrijgen, is het raadzaam de banden om de
10.000 / 15.000 km van as te verwisselen. Hierbij moeten
de banden aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd
blijven, zodat een omkering van de draairichting wordt
voorkomen.
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het noodreservewiel,
moet regelmatig, om de twee weken en voor een lange rit,
worden gecontroleerd: de bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd. Tijdens het rijden neemt de
bandenspanning toe; zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”. Een onjuiste bandenspanning
veroorzaakt een onregelmatige slijtage van de banden fig. 231:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak.
B te lage spanning: te grote slijtage aan de zijkanten van het
loopvlak.
C te hoge spanning: te grote slijtage in het midden van het
loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de profieldiepte van
het loopvlak minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan
de bepalingen van het land waarin u rijdt.
220
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 225 of 288

RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het rem- en
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de voorschriften van het
“Geprogrammeerd Onderhoudsschema” in dit hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedurende langere tijd
ontbreken van vloeistof in een systeem zorgen ervoor dat de
slangen uitdrogen en scheuren, waardoor het betreffende
systeem kan gaan lekken.
Daarom is zorgvuldige controle noodzakelijk.
221
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bedenk dat ook de wegligging afhankelijk is
van een juiste bandenspanning.
ATTENTIE!
Door een te lage bandenspanning wordt de
band te heet, waardoor er onherstelbare
inwendige schade aan de band kan ontstaan.
ATTENTIE!
Verwissel de banden niet kruiselings, waarbij
de banden van de rechterzijde aan de
linkerzijde en omgekeerd worden gemonteerd.
ATTENTIE!
Voer bij lichtmetalen velgen geen
spuitwerkzaamheden uit die een
temperatuur vereisen boven 150 °C. De
mechanische eigenschappen van de wielen kunnen
hierdoor in gevaar worden gebracht.
ATTENTIE!

Page 226 of 288

F0N0137mfig. 232
Ruitenwisserbladen vervangen fig. 232
Ga als volgt te werk:
❒til de wisserarm A van de voorruit en plaats het
wisserblad onder een hoek van 90° ten opzichte van de
arm;
❒verwijder het geklemde wisserblad B van de arm A;
❒monteer het nieuwe wisserblad en controleer of het
geborgd is.
RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers) fig. 233
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst het
niveau in het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf “Niveaus
controleren” in dit hoofdstuk).
RUITENWISSERS
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon met een
schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA PROFESSIONAL SC
35 aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber vervormd of
versleten is. Het verdient aanbeveling ten minste één maal
per jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatregelen is het mogelijk
beschadigingen van het rubber te voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder 0°C is gedaald, moet
gecontroleerd worden of er geen ijs tussen wisserblad en
ruit zit. Maak de wissers zo nodig vrij met een anti-
vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte sneeuw van de ruit: om
de wisserbladen te beschermen en oververhitting van de
ruitenwissermotor te voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers niet op een droge ruit in.
222
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Rijden met versleten ruitenwisserbladen is
gevaarlijk, omdat hierdoor het zicht onder
slechte atmosferische omstandigheden aanzienlijk
wordt beperkt.
ATTENTIE!

Page 227 of 288

F0N0112mfig. 233
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
luchtverontreiniging, zoutgehalte in de lucht en
luchtvochtigheid (gebieden aan zee, warm en vochtig klimaat)
en omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen, zoals stoffige
omgeving, opwaaiend zand, modder en steenslag op de lak en
de onderzijde moet niet worden onderschat. Fiat heeft voor
uw auto de beste technologische oplossingen toegepast om
de carrosserie efficiënt tegen roest te beschermen.
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuittechnieken en
lakproducten die de auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbehandelde) plaatdelen
met een hoge corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten beschermende waslaag
op de onderzijde, in de wielkuipen, in de motorruimte en
verschillende holle ruimtes, met een hoog beschermend
vermogen;
❒het aanbrengen van een beschermende kunststof laag op
kwetsbare delen: onderzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes om condensvorming
te voorkomen en binnendringend water af te voeren,
waardoor roest van binnenuit wordt voorkomen. Controleer vervolgens of de ruitensproeiermonden niet
verstopt zijn. Deze kunnen zo nodig met een speld worden
doorgeprikt.
De stralen van de ruitensproeiers kunt u richten door de
sproeiermonden af te stellen met behulp van een platte
schroevendraaier.
De stralen moeten op ongeveer
1/3van de bovenkant van de
ruit worden gericht.
KOPLAMPSPROEIERS
Controleer regelmatig of de koplampsproeiers schoon en in
goede staat zijn.
De koplampsproeiers schakelen automatisch in als het
dimlicht brandt en de ruitensproeiers worden ingeschakeld.
223
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 228 of 288

❒was de auto met een zachte spons met een oplossing van
neutrale zeep; spoel daarbij de spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water en droog de auto met
warme lucht of een schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de randen van de portieren,
de deuren van de laadruimte, motorkap en de
koplampranden moeten tijdens het drogen niet vergeten
worden, omdat daar water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen niet onmiddellijk binnen te
zetten, maar de auto nog even buiten te laten staan, zodat
waterresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de motorkap nog warm is:
de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde wijze
worden gewassen als de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aangezien harsdruppels
bij langere inwerking de lak kunnen beschadigen, waardoor
de kans op roestvorming wordt vergroot.
Voor een goede bescherming van de lak, moet de lak af en
toe behandeld worden met een speciale beschermende was;
als de lak dof is geworden door smog, behandel de lak dan
met polishwas, die de lak niet alleen beschermd maar ook
licht polijst.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed
mogelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door de
agressieve bestanddelen de lak kan beschadigen. CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van alle
originele componenten van de carrosserie en van alle
dragende delen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze garantie wordt
verwezen naar de “Service- en garantiehandleiding”.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie ook een
beschermende functie. Daarom moeten beschadigingen van
de laklaag, zoals krassen, onmiddellijk worden bijgewerkt om
roestvorming te voorkomen. Het bijwerken dient met de
originele lak te worden uitgevoerd (zie “Plaatje met
informatie over de carrosserielak” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”). Het normale onderhoud van de auto
beperkt zich tot wassen, waarbij de frequentie afhankelijk is
van het gebruik van de auto en van de omgeving. Het is
raadzaam de auto vaker te wassen bij sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over wegen met
strooizout.
De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als u de auto in een
wastunnel wast, om te voorkomen dat deze beschadigt;
❒spoel de auto eerst met een waterstraal onder lage druk af;
224
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 229 of 288

INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen
water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan
schoenen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor roestvorming
op de bodem veroorzaakt zou kunnen worden.
225
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het
water. Daarom moet de auto bij voorkeur
worden gewassen op een plaats waar het
afvalwater direct wordt opgevangen en
gezuiverd.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daarvoor
geschikt schoonmaakmiddel. Gebruik een schone, zachte
doek om krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit op dat de elektrische weerstandsdraden
van de achterruitverwarming niet worden beschadigd. Veeg
voorzichtig in de richting van de draden.
Motorruimte
Laat de motorruimte na het winterseizoen zorgvuldig
uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal niet direct op de
elektronische regeleenheden worden gericht en moeten de
bovenste ventilatie-openingen goed beschermd worden, om
beschadiging van de ruitenwissermotor te voorkomen. Laat
deze werkzaamheden verzorgen door een gespecialiseerd
bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet
de contactsleutel in stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschillende
beschermingen (rubber kappen, deksels enz.) nog op hun
plaats zitten en niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het kunststof
lampenglas van de koplampen geen aromatische producten
(bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton).
Gebruik nooit ontvlambare producten zoals
petroleum of wasbenzine voor het reinigen
van de interieurdelen van de auto. De
elektrostatische lading die tijdens het reinigen door
het wrijven ontstaat, kan brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Bewaar nooit spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet
worden blootgesteld aan temperaturen boven 50°C.
In de zomer kan de temperatuur in het interieur ver
boven deze waarde oplopen.
ATTENTIE!

Page 230 of 288

KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieurdelen op de
normale manier te reinigen met een doek bevochtigd met
water en een neutrale zeep zonder schuurmiddel. Voor het
verwijderen van vet- of hardnekkige vlekken moeten speciale
schoonmaakmiddelen zonder oplosmiddelen worden
gebruikt, die geschikt zijn voor het reinigen van kunststof en
die het visuele effect en de kleur van de componenten niet
wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of benzine om het glas
van het instrumentenpaneel schoon te maken.
LEREN STUURWIEL/POOKKNOP
Reinig deze componenten uitsluitend met water en neutrale
zeep.
Gebruik nooit alcohol of producten op basis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt voor het reinigen van
de interieurdelen, moet u eerst de aanwijzingen op het etiket
van het product lezen en controleren of het geen alcohol
en/of substanties op basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit met speciaal daarvoor
bestemde producten, per ongeluk druppels op het leer van
het stuurwiel of de pookknop terechtkomen, moeten deze
onmiddellijk worden verwijderd en het betreffende gebied
met water en neutrale zeep worden afgenomen.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij het gebruik van
mechanische diefstalbeveiligingen op het stuurwiel om
beschadiging van de leren bekleding te voorkomen. STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger.
Voor een nog betere reiniging van de stoffen bekleding raden
wij u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons en een oplossing
van water en een neutrale zeep.
226
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De stoffen bekleding van uw auto is langdurig
bestand tegen slijtage die ontstaat bij een
normaal gebruik van de auto. Hevig en/of
langdurig wrijven met kledingaccessoires
zoals metalen gespen, sierknopen en
klittenbandsluitingen, moet echter absoluut worden
vermeden omdat hierdoor grote druk ontstaat op een
bepaalde plek op de bekleding, waardoor deze plek
kan slijten en de bekleding beschadigd wordt.

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 290 next >