Hyundai Accent 2006 Handleiding (in Dutch)
Page 181 of 227
6EENVOUDIG ONDERHOUD
18OLIEPEIL IN VERSNELLINGS- BAK CONTROLERENRUITENSPROEIERRESERVOIR BIJVULLEN
HLC5007 G100A03A-GXT (Handgeschakeld) De versnellingsbakolie moet worden
ververst overeenkomstig het onderhoudsschema in hoofdstuk 5.
Aanbevolen versnellingsbakolie Gebruik uitsluitend versnelling-sbakolie
HYUNDAI GENUINE PARTS 75W/85 (API GL-4).
Inhoud handgeschakelde versnel-
lingsbak De inhoud van de versnellingsbak
bedraagt 2,15 liter.
G100B02A-AXT Oliepeil in de versnellingsbak controleren Plaats de wagen met afgezette motor op een vlakke ondergrond. WAARSCHUWING:
Controleer het oliepeil in de versnellingsbak bij koude motor. Bij warme motor bestaat de kansop brandwonden.
!
SG090A1-FX
Gebruik voor het ruitensproeierre- servoir een goede kwaliteitreinigingsvloeistof. Controleer het vloeistofpeil regelmatig; vooral als de ruitensproeiers veel worden gebruikt.De inhoud van het reservoir bedraagt circa 3 liter. LET OP:
o Gebruik geen antivries voor het koelsysteem in het sproeierre- servoir omdat dat de lak aantast.
o Gebruik de ruitensproeiers niet als het reservoir leeg is. Dit kande sproeierpomp beschadigen.
!
HXGS506
Aftapplug
Vulplug
G100B01L
Page 182 of 227
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
19
G110A01E-AXT VLOEISTOFPEIL AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
CONTROLEREN
De vloeistof in de automatische
transmissie moet worden ververst overeenkomstig het onderhoud- sschema in hoofdstuk 5.
N.B.: Normaal is de automatische
transmissie olie rood van kleur . Naar verloop van tijd verandert de kleur rood naar grijs/rood. Dit isnormaal, de kleur is geen indicatie voor het verversen van de olie.
De verversingstermijn van de
transmissieolie is aangegeven in het onderhoudschema in hoofdstuk5.
1. Draai de olievulplug met een
geschikte sleutel linksom los enverwijder de plug met de hand.
2. Houd uw vinger in de opening. De
olie moet tot aan de onderkant vande vulopening reiken. Is dit niet het geval, controleer dan of de versnellingsbak lekt voordat u oliebijvult.Vul langzaam de voorgeschrevenolie bij tot het juiste peil is bereikt. Vul niet te veel olie bij.
3. Breng de plug met de ring aan en draai hem met de hand aan. Zetdaarna de plug met een sleutel goed vast. G110B03A-GXT Aanbevolen vloeistof Uw Hyundai automatische transmissie
is speciaal ontworpen voor het gebruik
van DIAMOND ATF SP-III of SK
ATF SP-III. Schade die door het gebruik van niet voorgeschreven vloeistoffen is veroorzaakt valt nietonder de garantie. G110C02A-GXT Inhoud automatische trans- missie De vloeistofinhoud voor de automatische transmissie bedraagt 6,1 liter.
LET OP:
Het vloeistofpeil moet wordengecontroleerd als de motor op de normale bedrijfstemperatuur is. Datbetekent dat de motor, de radiateur, het uitlaatsysteem enz. warm zijn waardoor er kans opbrandwonden bestaat.
!
Page 183 of 227
6EENVOUDIG ONDERHOUD
20
!
3. Als het vloeistofpeil te laag is moet
via de geleidebuis van de peilstaaf olie worden bijgevuld tot de "HOT"- merktekens op de peilstaaf. Vulniet te veel vloeistof bij.
WAARSCHUWING:
Afhankelijk van de motortem-peratuur wordt de koelventilator automatisch in en uitgeschakeld. Blijf bij deze controle uit de buurtvan de koelventilator omdat deze op elk moment in werking kan treden.
G110D02A-GXT Vloeistofpeil automatische
transmissie controleren Plaats de wagen met aangetrokken
handrem op een vlakke ondergrond. Bij het controleren van het vloeistofpeil moet de transmissie op de normale bedrijfstemperatuur zijn en moet demotor stationair draaien. 1. Open de motorkap let op de
draaiende onderdelen (kleding enhanden).
Druk bij stationair draaiende motor
het rempedaal in en plaats de keuzehandel vanuit stand "P" naar elk van de overige standen "R", "N","D", "2", "L". Zet de keuzehandel vervolgens weer in stand "N" of "P". 2. Verwijder de peilstaaf uit de
automatische transmissie en veeghem schoon. Druk de peilstaaf tot aan de aanslag op zijn plaats enverwijder hem opnieuw. Het peil op de peilstaaf moet tussen de "HOT" merktekens staan.
Het vloeistofpeil moet tussen deze merktekens staan.
G110D03A
C090A01A G110D04A
Page 184 of 227
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
21HET REMSYSTEEM CONTROLEREN
!WAARSCHUWING (alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten
aan het injectiesysteem wanneer de motor draait of binnen 30 seconden nadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers enverstuiverleidingen staan onder hoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal dieontstaat door brandstoflekkage kan ernstige verwondingen veroorzaken wanneer deze met het lichaam in aanraking komt. Mensen met een pacemaker mogen nietbinnen 30 cm van de ECU of de bedrading in de motorruimte komen als de motor draait,aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail-systeem werkt een groot magnetisch veldveroorzaakt. SG120A1-FX
LET OP:
Het remsysteem is van essentieelbelang voor de rijveiligheid. Het is aan te bevelen het remsysteem door uw Hyundai dealer te latencontroleren. Het remsysteem moet worden gecontroleerd overeen- komstig het onderhoudsoverzichtin hoofdstuk 5.!
SG120B1-FX Remvloeistofpeil controleren
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met remvloeistof. Vermijd contact met de ogen omdat dit ernstigegevolgen kan hebben. Verwijder gemorste remvloeistof direct omdat remvloeistof de lak van dewagen aantast.
!
SG120D1-FX Remvloeistofpeil controleren Het remvloeistofpeil moet regelmatig worden gecontroleerd. Het peil moet tussen het "MAX" en "MIN" merkteken op de zijkant van het reservoir staan.Staat het peil op of onder het "MIN"merkteken, dan moet vloeistof tot aanhet "MAX" merkteken worden bijgevuld. Vul niet te veel vloeistof bij. SG120C2-FXAanbevolen remvloeistof Gebruik uitsluitend remvloeistof
overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificaties. Volg de instructies vande fabrikant op.
HLC5035
Page 185 of 227
6EENVOUDIG ONDERHOUD
22VLOEISTOF VOOR DE KOPPE- LINGBEDIENING CONTROLEREN
ZG130B2-AX Vloeistof verversen Gebruik uitsluitend remvloeistof overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie. Zet de dop van het res-ervoir goed vast zodat wordt voorkomen dat vuil het reservoir binnendringt. N.B.: Let erop dat remvloeistof niet met minerale producten wordt vermengd. Dit heeft defecte afdichtingen tot gevolg.
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk metremvloeistof. Vermijd contact metde ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Verwijder gemorste remvloeistof directomdat dit het lakwerk van de wagen aantast.
!
SG120E1-FX Remvloeistof bijvullen
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met
remvloeistof. Vermijd contact met de ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Gebruik uitsluitend remvloeistof overeen-komstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie uit een gesloten blik. Laat het blik of het reservoir nietlanger dan nodig onafgesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat vuil of vocht door de remvloeistofwordt opgenomen, hetgeen een nadelige invloed op de werking heeft.
Als remvloeistof wordt bijgevuld, moet
het vuil rond de dop worden weggeveegd. Draai de dop los en vul het reservoir langzaam metremvloeistof. Vul niet te veel bij. Breng de dop hierna weer aan.
!
ZG130A1-HX Vloeistofpeil controleren Het peil in het hoofdreservoir van de koppeling moet worden gecontroleerd bij werkzaamheden onder de motorkap.Controleer het systeem hierbij tegelijkertijd op lekkage. Controleer of het vloeistofpeil zich tussen het "MAX"en het "MIN" merkteken op het vloeistofreservoir bevindt. Vul eventueel vloeistof bij. Het dalen vanhet vloeistofpeil duidt op een lekkage in het systeem. Laat in dit geval het koppelingsysteem door uw dealer controleren en repareren.
HLC5036
Page 186 of 227
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
23ONDERHOUD AIRCONDITIONING
SG140C1-FX Controle van de werking van de
Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboardopeningen stromende lucht niet koud is, moet de installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden. SG140D1-FX Smering Voor de smering van de compressor en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke weektenminste 10 minuten draaien. Dit is vooral van belang bij koude weersomstandigheden als hetairconditioningsysteem niet wordt gebruikt.
SG140A1-FXCondensor schoonhouden De condensor van de airconditioning en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dodeinsecten, bladeren enz. Dit kan de koelcapaciteit nadelig beinvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bijhet verwijderen van vuil voorzichtig te werk om schade aan de ventilator te voorkomen.
LET OP:
Als het airconditioning systeem gedurende langere tijd werkt met een te laag koelmiddelniveau, zalbeschadiging van de compressor plaatsvinden.
! G140D01A-GXT Aandrijfriem van compressor
controleren Bij regelmatig gebruik van de airconditioning moet de spanning van de aandrijfriem van de compressor tenminste één maal per maandworden gecontroleerd. Controleer de spanning door de riem in het midden tussen de krukas en de compressorpoelie met een vinger naarbeneden te drukken. De speling mag niet meer dan 8mm bedragen. Als u over het juiste gereedschap beschikt mag despeling onder een druk van 98N niet meer bedragen dan 8 mm. Is de riem niet strak genoeg gespannen, laat hem dandoor uw Hyundai dealer afstellen.
Krukaspoelie G140D01A
Spanpoelie 8mm (0,315 in.)
A/C
Page 187 of 227
6EENVOUDIG ONDERHOUD
24
B145A01A-GXT (Voor verdamper-/aanjagereen-
heid) (Indien gemonteerd)
Het luchtfilter bevindt zich vóór de
verdamper achter het dashboard-kastje. Het dient om vervuilde lucht buiten de auto te houden en om delucht te filteren.
!
4. Vervang de twee filters.
5. Inbouwen in omgekeerde volgorde
van uitbouwen.
LET OP:
Plaats het filter in de pijlrichting.
Als het filter niet correct wordt geplaatst, kan het filter beschadigdraken of bijgeluiden veroorzaken.
1. Open het dashboardkastje
gedeeltelijk en verwijder deafstelpennen aan beide zijden. 2. Verwijder de kabel en de bedrading
van het filterdeksel.
3. Druk de bovenzijde van de filterafdekking in en verwijder deafdekking.
VERVANGEN VAN HET LUCHTFILTER
HLC2096
HLC2097
HLC2098
HLC2099
Page 188 of 227
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
25
HXGS508
SPELING VAN HET STUURWIEL CONTROLEREN
HLC5008
30 mm (1,18 in.)
SG150A1-FX Plaats de wagen met de wielen in de rechtuit stand en draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts. Oefenhierbij niet teveel kracht uit en let op verandering in de weerstand bij het draaien. van het stuur. Als de speling meer bedraagt dan aangegeven in de afbeelding, laat de stuurinrichting dan door uw Hyundai dealer controleren en zonodigrepareren. SG160A1-FX VRIJE SLAG VAN KOPPELINGPEDAALCONTROLEREN Druk het koppelingpedaal bij afgezette
motor zover in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag. De vrijeslag moet binnen de specificatie liggen.
Is dit niet het geval, dan moet de
koppeling door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd worden.
G160A01E
6 ~ 13 mm (0,24 ~ 0,51 in.) SG170A1-FX VRIJE SLAG VAN REMPEDAAL CONTROLEREN Druk het rempedaal bij afgezette motor enkele malen in zodat het vacuüm in de rembekrachtiger wordt opgeheven. Druk met de hand het rempedaal langzaam in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag van het rempedaal. De vrije slag moet binnende specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgestelden zonodig worden gerepareerd. 3 ~ 8 mm(0,12 ~ 0,31 in.)
Page 189 of 227
6EENVOUDIG ONDERHOUD
26V-RIEMEN CONTROLEREN
G180A01L G190B01TB-GXT AANDRIJFRIEMEN CONTROLEREN (Dieselmotor) Bij het geplande onderhoud moeten
de riemen gecontroleerd worden op scheurtjes, slijtage, rafels of andere sporen van slijtage. Indien nodigmoeten ze worden vervangen. De uitlijning van de riemen moet ook
worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de riemen en andere onderdelen van de motor elkaar nietraken.
SG190A1-FX (Benzinemotor)
De spanning van de V-riemen moet regelmatig worden gecontroleerd en zonodig afgesteld. Tegelijkertijd moeten de riemen wordengecontroleerd op scheurtjes, rafels of overmatige slijtage. Vervang de riemen zonodig. Tevens moet wordengecontroleerd of de V-riemen vrij kunnen draaien. Na het vervangen van een riem moet de nieuwe riem na 2 of 3 wekenopnieuw op spanning worden gebracht. Krukaspoelie
Poelie wisselstroom-dynamo
SG180A1-FX Hierbij heeft u hulp nodig. Laat uw
assistent bij draaiende motor het rempedaal enkele malen indrukken om het vervolgens met een krachtvan 50 kg (490 N) ingedrukt te houden. De werkslag van het rempedaal is de afstand tussen debovenzijde van het pedaal en de wagenbodem.
Deze waarde moet binnen de
specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd. 45,1 mm (1,78 in.)
WERKSLAG REMPEDAAL CON- TROLEREN
Waterpomppoelie
5,1~6 mm (0,2~0,24 in.
HTB186
G190B01A
KrukaspoelieWaterpomppoelie
Poelie wisselstroom- dynamo
Compressor poelie
Page 190 of 227
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
27ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
SG200A1-FX Een zekering vervangen Een zekering smelt zodra het circuit vanaf de accu overbelast raakt, waardoor schade aan de bedrading wordt voorkomen (dit kan wordenveroorzaakt door een kortsluiting in het systeem). In dit geval moet de storing door een Hyundai dealerworden opgespoord, het systeem worden gerepareerd en de zekering worden vervangen. De zekeringenbevinden zich in een houder naast de accu. LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een
zekering altijd een nieuwe zekering met hetzelfde amperage. Gebruik nooit een stuk draad of een zekering met een hoger amper-age. Dit kan ernstige schade en brand tot gevolg hebben.
!
G200A01A
Goed
Doorge- brand G200B02A-AXT Zekeringen vervangen
De zekeringhouder voor de verlichting en de overige elektrische accessoires is onder het dashboard aan de bestuurderszijde aangebracht. In dezekeringhouder zijn het amperage en de beveiligde circuits aangegeven. Als de verlichting of andere elektrischeaccessoires uitvallen, moet de zekering worden gecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer demetalen strip in de zekering is gesmolten. Ga in dit geval als volgt te werk:HLC4002