Hyundai Accent 2008 Handleiding (in Dutch)
Page 211 of 250
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
19
!
SG120E1-FX Remvloeistof bijvullen
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met
remvloeistof. Vermijd contact met de ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Gebruik uitsluitend remvloeistof overeen-komstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie uit een gesloten blik. Laat het blik of het reservoir nietlanger dan nodig onafgesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat vuil of vocht door de remvloeistofwordt opgenomen, hetgeen een nadelige invloed op de werking heeft.
Als remvloeistof wordt bijgevuld, moet
het vuil rond de dop wordenweggeveegd. Draai de dop los en vulhet reservoir langzaam met remvloeistof. Vul niet te veel bij. Breng de dop hierna weer aan.
!
ONDERHOUD AIRCONDITIONING
SG140C1-FX Controle van de werking van de Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboardopeningen stromende lucht niet koud is, moet de installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden. SG140D1-FX Smering Voor de smering van de compressor en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke weektenminste 10 minuten draaien. Dit is vooral van belang bij koude weersomstandigheden als hetairconditioningsysteem niet wordt gebruikt.
SG140A1-FXCondensor schoonhouden De condensor van de airconditioning en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dodeinsecten, bladeren enz. Dit kan de koelcapaciteit nadelig beinvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bijhet verwijderen van vuil voorzichtig te werk om schade aan de ventilator te voorkomen.
LET OP:
Als het airconditioning systeem gedurende langere tijd werkt met een te laag koelmiddelniveau, zalbeschadiging van de compressor plaatsvinden.
!
Page 212 of 250
6EENVOUDIG ONDERHOUD
20
B145A01MC-GXT (Voor verdamper en aanjager) Het luchtfilter bevindt zich voor de
verdamperunit achter het dashboardkastje. Het vermindert dehoeveelheid verontreinigende stoffen die het interieur kunnen bereiken.
1. Open het dashboardkastje en verwijder de stelpennen aan beide zijden van het kastje. 2. Druk de haken aan beide zijden
naar elkaar en trek het luchtfilternaar buiten.
INTERIEURLUCHTFILTER VERVANGEN
B145A01MC
OMC055013OMC055012
!
LET OP:
Zorg ervoor dat de haken niet in de
tegengestelde richting worden gedrukt. 3. Verwijder het luchtfilter en vervang
het filter.
4. Voer voor het monteren de werkzaamheden van het verwijderenin omgekeerde volgorde uit.
Page 213 of 250
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
21ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
SG200A1-FX Een zekering vervangen Een zekering smelt zodra het circuit vanaf de accu overbelast raakt,waardoor schade aan de bedrading wordt voorkomen (dit kan worden veroorzaakt door een kortsluiting inhet systeem). In dit geval moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord, het systeemworden gerepareerd en de zekering worden vervangen. De zekeringen bevinden zich in een houder naast deaccu. LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een zekering altijd een nieuwe zekering met hetzelfde amperage. Gebruiknooit een stuk draad of een zekering met een hoger amper- age. Dit kan ernstige schade enbrand tot gevolg hebben.
! G200B02HP-AXT Zekeringen vervangen
De zekeringenkast voor de verlichting en andere elektrische accessoires bevindt zich onder het dashboard aan de bestuurderszijde. Aan debinnenzijde van de kast is een lijst aangebracht met de beschermde cir- cuits per zekering.Als een lamp of een ander elektrischaccessoire niet meer werkt, dan kandit worden veroorzaakt door een doorgebrande zekering. Een doorgebrande zekering kan wordenherkend aan de onderbroken metalen strip in de zekering. Voer de volgende werkzaamheden uit om te controlerenof een zekering is doorgebrand:
OMC045003
OMC045001
Page 214 of 250
6EENVOUDIG ONDERHOUD
22
4. Vervang de doorgebrande zekeringdoor een nieuwe zekering met hetzelfde ampèrage in de houder tedrukken. De zekering moet vastgeklemd zitten.
G200B02L
Goed Doorgebrand
G200B02MC
1. Schakel het contactslot en alle
andere schakelaars uit.
2. Open de zekeringenhouder en controleer alle zekeringen. Verwijder elke zekering door deze naar u toete trekken (er bevindt zich een kleine "zekeringentrekker" in de zekeringenhouder in de motorruimteom dit makkelijker te maken).
3. Controleer alle zekeringen, ook als reeds een doorgebrande zekering is aangetroffen.
!
Als dat niet het geval is, laat dan de zekeringhouder repareren ofvervangen door een Hyundai dealer.Als er geen reserve-zekeringbeschikbaar is, dan kan mogelijkeen andere zekering van gelijke of een lager ampèrage worden “geleend” van een accessoire waaru tijdelijk geen gebruik van maakt (bijv. de radio of de sigarettenaansteker). Vergeet nietde “geleende” zekering te vervangen. LET OP:
Een doorgebrande zekering is een
indicatie van een storing in eenelektrisch circuit. Als de zekering na het vervangen direct weerdoorbrandt, moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord en verholpen. Eenzekering mag nooit door een zekering met een hoger amperage worden vervangen. De montage vaneen zwaardere zekering kan beschadigingen of brand tot gevolg hebben.
N.B.: Zie bladzijde 6-36 voor de
beschrijving van de zekeringhouder.
Page 215 of 250
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
23
!
ACCU CONTROLEREN
SG210A1-FX
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's oponderstaande voorzorgsmaatre- gelen teneinde verwondingen te voorkomen. De vloeistof in de accu bevat een sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dataccuzuur niet met de huid of met de ogen in aanraking komen, handel dan als volgt:
OMC055018
N.B.:
o Als de voedingsverbinding uit de zekeringenkast omhoog wordt getrokken, dan werken de waarschuwingszoemer, de audio- installatie, de klok en deinterieurverlichting niet. De volgende componenten moeten na terugplaatsing wordengereset.
- Digitale klok
- Tripcomputer
- Automatische verwarming en
airconditioning
- Audio-installatie
o Zelfs als de voedingsverbinding omhoog is getrokken, dan kan de accu nog worden ontladen door ingeschakelde koplampenof andere elektrische systemen.
G200C01CM-GXT Voedingsverbinding
G200F01MC
Uw auto is uitgerust met een voedingsverbinding, zodat kan worden voorkomen dat de accu wordt ontladenals de auto gedurende een langere periode wordt geparkeerd. Voer de volgende handelingen uit als de autogedurende een langere periode wordt geparkeerd.
1. Schakel de motor uit.
2. Schakel de buitenverlichting uit.
3. Open het deksel aan de bestuurderszijde en trek devoedingsverbinding omhoog.
4. Plaats de voedingsverbinding terug door de handelingen in omgekeerdevolgorde uit te voeren.
Page 216 of 250
6EENVOUDIG ONDERHOUD
24
o Als accuzuur op de huid terechtkomt moet de desbetreffende plaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld. Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet
direct een grote hoeveelheid waterof melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw ei of plantaardige olie. Bezoek directeen arts.
Bij het laden van een accu (met een
acculader of in de wagen met eendynamo) produceert de accu eenexplosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed
geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er nietwordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu.
!
G210B01Y-GXT Accu controleren Houd de accu schoon. Verwijder
eventuele corrosie bij de accupolen of-klemmen direct met water waaraansoda is toegevoegd. Smeer de accupolen na het drogen in met wat zuurvrij vet.
WARRSCHUWING:
Volg altijd zorgvuldig de volgende instructies bij de omgang met een accu op. Houd brandende sigaretten, open vuur of vonken van de accuverwijderd.Waterstof, een zeerbrandbaar gas, is altijd in accucellen aanwezig en kan exploderen. Houd accu's buiten het bereik van kinderen, omdat accu's het zeer agressieveZWAVELZUUR bevatten. Zorg ervoor dat accuzuurniet in aanraking komt met de huid, ogen, kleding of de lak van de auto. Als elektrolyt in de ogen komt, de ogen ten minste 15 minuten met schoonwater spoelen en direct medische hulp inroepen. Indien mogelijk blijvenspoelen met een spons of een doek totdat medische hulp is gearriveerd.Als elektrolyt op de huidkomt, de betreffende plekgrondig spoelen.Als u pijn of een brandendgevoel hebt, direct medische hulp inroepen. Draag oogbescherming bij het opladen van of het werken bij een accu. Zorg altijd voor voldoende ventilatie als in een gesloten ruimte wordtgewerkt.
Page 217 of 250
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
25
!
G220B01A-AXT Koelventilator controleren De koelventilator moet automatisch in werking treden zodra een bepaalde koelvloeistoftemperatuur wordtbereikt. G220C01TB-GXT Koelventilator van condensor
controleren
Als de airconditioning is ingeschakeld,
wordt de koelventilator automatischingeschakeld door de ECU.
o Als een accu met een kunststofbehuizing wordt opgetild, dan kan een te grote druk leiden tot lekkage van accuzuur. Hierdoor kunnenverwondingen ontstaan. Til een accu met geschikt gereedschap of met de handen op schuintegenover elkaar gelegen hoeken op.
o Laad een accu nooit op als de accukabels nog zijn aangesloten.
o De ontsteking werkt met hoge spanningen. Raak de betreffendecomponenten nooit aan bij een draaiende motor of als hetcontactslot in de stand "ON" staat.
WERKING VAN ELEKTRISCHE KOELVENTILATOR CONTROLEREN
G220A01A-AXT
WAARSCHUWING:
Het in werking treden van de
koelventilator is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, waar-doorde ventilator ook bij uitgeschakelde ontsteking soms kan blijven draaien. Raak de ventilator niet aantot hij volledig tot stilstand is gekomen.
Zodra de koelvloeistoftemperatuur
daalt wordt de ventilatorautomatisch uitgeschakeld.
Page 218 of 250
6EENVOUDIG ONDERHOUD
26AFTAPPEN VAN WATER IN HET BRANDSTOFFILTER
SG230B1-FX SLANGEN VAN STUURBEKRACHTIGING Het is aan te bevelen de slangen van de stuurbekrachtiging regelmatig op vloeistoflekkage te controleren. Deslangen moeten worden vervangen als ze sporen van scheurtjes, vervorming of beschadiging vertonen.Hierdoor kan de stuurbekrachtiging uitvallen.
N.B.:
o Er kan een schurend geluid worden waargenomen dat afkomstig is van de stuurpomp onmiddellijk nadat de motor onder extreem koudeomstandigheden (onder -20°C) is gestart. Als dit geluid verdwijnt tijdens het warmdraaien, danwerkt het systeem normaal. Het wordt veroorzaakt door de specificaties van de vloeistof inde stuurbekrachtiging onder extreem koude omstandigheden.
o Start de motor niet als het oliereservoir van destuurbekrachtiging leeg is. G300A02MC-GXT(DIESELMOTOR) Als de waarschuwingslamp voor het
brandstoffilter tijdens het rijden gaat branden, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld.In dat geval moet het water als volgt worden afgetapt.
N.B.: Het wordt aanbevolen water
verzameld in het brandstoffilter te laten verwijderen door een Hyundai-dealer.VLOEISTOFPEIL STUURBEKRACHTIGING
G230A01MC-GXT (Indien gemonteerd)
Het vloeistofpeil van de
stuurbekrachtiging moet regelmatigworden gecontroleerd. Hierbij moet het contact zijn afgezet. Controleer of hetvloeistofpeil tussen de merktekens "MAX" en "MIN" op het vloeistofreservoir ligt.
OMC0550141JBA7504
Page 219 of 250
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
27
!
KOPLAMPEN AFSTELLEN
5. Open de motorkap.
6. Teken op een lichte wand verticalelijnen (door het midden van elke koplamp) en een horizontale lijn(door het midden van beide koplampen). Trek vervolgens een lijn 30 mm (1,18 in.) onder de eerder getrokkenhorizontale lijn.
7. Stel m.b.v. een kruiskopsch- roevendraaier de horizontalebegrenzing van het dimlicht vanelke koplamp zodanig af dat deze gelijk ligt met de onderste getrokken lijn. - VERTICALE AFSTELLING
G290A03A-GXT Bij het afstellen van de koplampen moet de volgende procedure worden aangehouden.
1. Controleer of de spanning van alle banden correct is.
2. Plaats de auto op een vlakke vloer
en druk de voorbumper en deachterbumper enkele malen naar beneden. Plaats de auto op een afstand van 3 meter van de muur.
3. Zorg ervoor dat de auto niet is
beladen (het peil van dekoelvloeistof en de motorolie moet correct zijn en de brandstoftank gevuld; reservewiel, krik engereedschap moeten zich op hun plaats bevinden). De bestuurder of een voorwerp met een overeenkomstig gewicht moet zich op de bestuurdersstoel bevinden.
4. Reinig de koplampglazen en schakel
het dimlicht in.
WAARSCHUWING:
Verwijder zorgvuldig alle water datuit het filter is afgetapt, omdat de brandstof in het water tot ontbranding zou kunnen komen. Brandstoffilter ontluchten Als u doorgereden bent totdat de tank leeg was, of als het brandstoffiltervervangen is, zorg er dan voor dat er vanuit de brandstoftank brandstof in het filter gepompt wordt, omdat demotor anders moeilijk start.
1) Verwijder de ontluchtingsdop van
het brandstoffilter.
2) Pomp op en neer tot er brandstof
uit de opening komt.
N.B.:
o Vang de brandstof bij het ontluchten op met een doekje.
o Verwijder eventuele
brandstofresten rondom hetbrandstoffilter en de inspuitpomp vóór het starten van de motor, om brand te voorkomen.
o Controleer ten slotte of er nergens brandstof lekt.
Horizontale afstellingVerticale afstelling
G290A03MC
Page 220 of 250
6EENVOUDIG ONDERHOUD
28
G290B01MC-GXT Koplamp na vervanging afstellen Wanneer bij een auto de voorzijde
van de carrosserie is gerepareerd en de koplamp is vervangen, moet de afstelling van de lichtbundel metbehulp van een lichte wand worden gecontroleerd, zoals in de afbeelding wordt getoond. Schakel hierbij hetdimlicht in. 1. Stel de koplampen zodanig af dat
de horizontale lijn van delichtbundel parallel is met de hartlijn van de auto en dat het hoekpunt overeenkomt met het punt "P" inde afbeelding.
2. De streeplijnen in de afbeelding
geven het midden van dekoplampen aan. "H" Horizontale hartlijn van de koplampvanaf de vloer: 665 mm (26,18 in.) "W" Hartafstand tussen de koplampen: Benzinemotor/Dieselmotor : 1.170 mm (46,06 in.) "L" Afstand tussen de koplampen en de wand waarop de lichtbundels worden geprojecteerd : 3.000 mm(118,11 in.)
8. Stel m.b.v. een kruiskopschroe-
vendraaier het punt waar de schuinebegrenzing begint zodanig af dat deze op de verticale lijn - HORIZONTALE AFSTELLING.
G290B01B
LW
H
H Begrenzing- slijn
Basislijn
"P"
Horizontale lijn
Verticale lijn30 mm