Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)
Page 61 of 377
343
Veiligheidsysteem van uw auto
Airbag bestuurder en
voorpassagier
Uw auto is uitgerust met een aanvullend
veiligheidssysteem (SRS) en
driepuntsgordels voor zowel de
bestuurder als de voorpassagier.
Dat uw auto voorzien is van een dergelijk
systeem blijkt uit de letters AIR BAG die
in reliëf aanwezig zijn op het stuurwiel en
op het paneel boven het
dashboardkastje.
Het aanvullend veiligheidssysteem
bestaat uit airbags die zich bevinden in
het stuurwiel en boven het
dashboardkastje.
WAARSCHUWING
Als de airbag geactiveerd wordt, is er een luide knal hoorbaar en
komt er fijn stof vrij in de auto.
Dit is normaal en niet gevaarlijk -
het fijne poeder wordt gebruikt bij
het vouwen van de airbags. Het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag kan huid- of
oogirritatie veroorzaken en
astmatische klachten bij
daarvoor gevoelige personen
verergeren. Was de huid die in
aanraking gekomen is met het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag altijd af met
handwarm water en een milde
zeepoplossing.
Het aanvullend veiligheidssysteem werkt allenals het contact in stand ON staat.
Als het waarschuwingslampje air
bag niet gaat branden of als het
ook blijft branden als er na het in
stand ON zetten van het contact 6
seconden verstreken zijn of de
motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, werkt
het aanvullend veiligheidsysteemniet goed.
(Vervolg)(Vervolg)Laat in dat geval uw auto direct
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zet voor het vervangen van een zekering of het losnemen van een
accukabel het contact eerst instand LOCK en verwijder de
contactsleutel. Vervang of
verwijder een zekering die aan
het airbagsysteem gerelateerd isnooit als het contact in stand ON
staat. Het niet opvolgen van deze
waarschuwing zal ertoe leiden
dat het waarschuwingslampje air
bag zal gaan branden.
OBK039020
Airbag bestuurder
Page 62 of 377
Veiligheidsysteem van uw auto
44
3
Het doel van de airbag is om de
bestuurder en/of de voorpassagier een
aanvullende bescherming te bieden
naast de bescherming die geboden
wordt door de veiligheidsgordel.
WAARSCHUWING
Maak altijd gebruik van de
veiligheidsgordels en, indien van
toepassing, van kinderzitjes -
iedere keer, bij iedere reis en voor
iedereen! De airbags worden met
aanzienlijke kracht in een zeer
korte tijdsspanne gevuld. De
veiligheidsgordel houden de
inzittenden in de juiste positie,
zodat ze optimaal kunnen
profiteren van de airbags. Ook in
een auto met airbags kunnen deinzittenden ernstig letsel oplopen
tijdens het activeren van de airbag
als de inzittenden de gordels niet of
niet op de juiste wijze dragen. Volg
altijd de voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot veiligheidsgordels,
airbags en de veiligheid voor deinzittenden in dit instructieboekje
zorgvuldig op. Om de kans op letsel te beperken
en optimaal te profiteren van het
aanvullend veiligheidssysteem:
Vervoer een kind nooit op de voorstoel in een kinderzitje of op een zitkussen.
(Vervolg)
OBK039021
Airbag voorpassagier (indien van toepassing)(Vervolg)
Vervoer kinderen altijd op deachterbank met de
veiligheidsgordels om. Dat is de
veiligste plaats voor kinderen vanalle leeftijden.
De airbags vóór en de zijairbags kunnen letsel veroorzaken als de
inzittenden voor niet in de juistepositie zitten.
Zet uw stoel zo ver mogelijk naar achteren, waarbij u er wel opmoet letten dat u alle
bedieningsorganen nog goedkunt bereiken.
Ga niet te dicht op de airbag zitten, dat geldt ook voor uw
voorpassagier, en leun niet
onnodig naar voren. Als u of uw
voorpassagier te dicht op de
airbag zit, kan er door het
activeren van de airbag ernstigletsel ontstaan.
Leun ook niet tegen het portier of de middenconsole - zit altijd zo
rechtop mogelijk.
(Vervolg)
Page 63 of 377
345
Veiligheidsysteem van uw auto
(Vervolg)
Er mogen geen objecten op of inde buurt van de airbags in het
stuurwiel, op hetinstrumentenpaneel of op het
dashboardpaneel boven het
dashboardkastje worden
geplaatst omdat dergelijke
voorwerpen letsel kunnen
veroorzaken als de airbags bij
een aanrijding geactiveerd
worden.
Stel de onderdelen van het airbagsysteem niet bloot aan
schokken en neem de bedrading
van het airbagsysteem ook niet
los. Als u dat wel doet kunt u
letsel oplopen omdat de airbags
onverwacht geactiveerd kunnen
worden of juist niet geactiveerd
worden wanneer dat wel nodig is.
Als het waarschuwingslampje AIRBAG “ ” blijft branden of
knippert tijdens het rijden, moet
het airbagsysteem zo spoedig
mogelijk worden gecontroleerd
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
(Vervolg)(Vervolg)
Een airbag kan slechts één keergebruikt worden - laat een
geactiveerde airbag direct
vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Het aanvullend veiligheidssysteemis zodanig ontworpen dat de
airbags vóór alleen geactiveerd
worden als de kracht van deaanrijding een bepaalde drempel
overschrijdt en de aanrijdingplaatsvindt onder een hoek die
kleiner is dan 30° ten opzichte
van de lengteas van de auto.
Verder kunnen de airbags maar
één keer gevuld worden. Draag te
allen tijde de veiligheidsgordel.
De airbags vóór zijn niet ontworpen om geactiveerd te
worden bij een aanrijding van
opzij, van achteren of bij het over
de kop slaan van de auto.
Verder zullen de airbags vóór niet
worden geactiveerd als de kracht
van de aanrijding de
drempelwaarde niet overschrijdt.
(Vervolg)
OBK039044
OBK039045
OBK039050
Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij
Over de kop slaan
Page 64 of 377
Veiligheidsysteem van uw auto
46
3
C040600ABK
Zijairbag (indien van toepassing)
Beide voorstoelen van uw auto zijn
uitgerust met een zijairbag. Het doel vande airbag is om de bestuurder en/of de
voorpassagier een aanvullende
bescherming te bieden naast de
bescherming geboden door de
veiligheidsgordel.
(Vervolg)
Een onjuiste zithouding of
zitpositie kan bij een aanrijding
ernstig letsel veroorzaken. Alle
inzittenden moeten rechtop
zitten, met de rugleuning zo
rechtop mogelijk, midden op dezitting en met de
veiligheidsgordel om, de benen
comfortabel gestrekt en de
voeten op de vloer, totdat de auto
geparkeerd is en de
contactsleutel verwijderd is.
Het airbagsysteem vult de airbags uitermate snel om in
geval van een aanrijding een
maximale bescherming tekunnen bieden. Als een inzittende niet in de juiste positie zit omdat hij of zij de
veiligheidsgordel niet draagt, kan
de airbag teveel kracht op de
inzittende uitoefenen, waardoor
deze ernstig letsel zou kunnenoplopen.(Vervolg)
Een kinderzitje dient op deachterbank geplaatst te worden. Het kind kan ernstig letsel
oplopen als de airbag bij een
aanrijding wordt geactiveerd.
Kinderen tot en met 12 jaar moeten altijd plaatsnemen op de
achterbank en de gordel op de
juiste manier dragen. Laatkinderen nooit op de
passagiersstoel meerijden. Als
een kind van 12 jaar of ouder op
de voorpassagiersstoel vervoerd
moet worden, moet hij of zij de
veiligheidsgordel op de juiste
manier dragen en moet de stoel
zover mogelijk naar achteren
worden gezet.
Voor een maximale bescherming bij alle soorten aanrijdingen
moeten alle inzittenden, inclusief
de bestuurder, hun
veiligheidsgordel dragen,
ongeacht het feit of er voor hun
positie een airbag aanwezig is.
Ga tijdens het rijden niet dichter
bij de airbag zitten dan nodig isen leun ook niet onnodig
voorover.
(Vervolg)
OBK039022
OBK039038
Bestuuder
Page 65 of 377
347
Veiligheidsysteem van uw auto
De zijairbags zijn ontworpen om alleen
tijdens bepaalde aanrijdingen van opzij
geactiveerd te worden, afhankelijk van
de ernst van de aanrijding, de hoek, de
snelheid en de plaats van de impact.
De zijairbags zijn niet ontworpen om bij
alle aanrijdingen van opzij opgeblazen te
worden.(Vervolg)
Het gebruik van stoelhoezen kande werking van het systeem in
negatieve zin beïnvloeden.
Plaats geen accessoires op of in de buurt van de zijairbag.
Plaats geen voorwerpen op de airbag of tussen de airbag en
uzelf.
Plaats geen voorwerpen (paraplu, tas, enz.) tussen het voorportier
en de voorstoel. Dergelijke
voorwerpen kunnen gevaarlijke
projectielen worden en letsel
veroorzaken wanneer de zijairbag
geactiveerd wordt.
Sla niet op de zijairbagsensor wanneer het contact in stand ON
staat. Hierdoor kan de airbag
onverwacht geactiveerd worden,
waardoor persoonlijk letsel kanontstaan.
Als de stoel of de bekleding beschadigd is, laat deze danrepareren door een officiële
HYUNDAI-dealer. Vertel daarbij
dat uw auto is uitgerust met
zijairbags.WAARSCHUWING
De zijairbag vormt een aanvulling op de gordelsystemen voor de
bestuurder en de voorpassagier
en geen vervanging voor deze
systemen. Draag daarom tijdenshet rijden altijd een
veiligheidsgordel. De airbags
worden alleen geactiveerd bij een
aanrijding van opzij of die
krachtig genoeg is om letsel bij
de inzittenden te veroorzaken.
Voor de beste bescherming van de zijairbags en om letsel te
voorkomen, dienen de
bestuurder en de voorpassagier
rechtop te zitten en de
veiligheidsgordel op de juiste
manier vast te maken. De
bestuurder moet zijn handen in
de tien voor twee stand op het
stuurwiel plaatsen. De passagier
moet zijn handen op de schoothouden.
Gebruik geen stoelhoezen. (Vervolg)
WAARSCHUWING
Laat passagiers niet met het hoofd
of andere delen van het lichaam
tegen het portier leunen, steek dearmen niet uit het raam en plaats
geen voorwerpen tussen de
passagier en de portieren als de
auto is uitgerust met zijairbags
en/of curtain airbags.
Page 66 of 377
Veiligheidsysteem van uw auto
48
3
C040700ABK
Curtain airbag
(indien van toepassing)
De gordijnairbags bevinden zich aan
beide zijden langs de rand van het dak
boven de portieren. Ze zijn ontworpen
om bij bepaalde aanrijdingen van opzij
de hoofden van de voorste inzittenden te
beschermen. De curtain airbags zijn ontworpen om
alleen tijdens bepaalde aanrijdingen van
opzij geactiveerd te worden, afhankelijk
van de ernst van de aanrijding, de hoek,
de snelheid en de plaats van impact.
De curtain airbags zijn niet ontworpen
om bij alle aanrijdingen van opzij.
WAARSCHUWING
De zijairbags en curtain airbags bieden een optimale
bescherming als de inzittenden
zo ver mogelijk rechtop zitten en
hun gordel op de juiste manier
dragen. Vooral voor kinderen is
het belangrijk dat ze in een
geschikt kinderzitje op de
achterbank plaatsnemen.
Laat passagiers niet met het hoofd of andere delen van het
lichaam tegen het portier leunen,steek de armen niet uit het raam
en plaats geen voorwerpen
tussen de passagier en de
portieren als de auto is uitgerust
met zijairbags en/of curtain
airbags.
Probeer nooit de onderdelen van de zijairbags en curtain airbags
te openen of te repareren. Laat dit
altijd over aan een officiële
HYUNDAI-dealer.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan ertoeleiden dat de inzittenden bij eenaanrijding letsel oplopen.
OBK039039
OBK039040
Page 67 of 377
349
Veiligheidsysteem van uw auto
C040800ABK
Waarom werd de airbag bij een
aanrijding niet opgeblazen?
(Voorwaarden voor wel of niet
activeren van de airbags)
Er zijn veel soorten ongevallen
waarbij de airbag geen aanvullende
bescherming biedt.
Voorbeelden hiervoor zijn
aanrijdingen van achter, tweede en
volgende stoten bij een
kettingbotsing en aanrijdingen bij
lage snelheid. Met andere woorden,wees niet verrast wanneer de
airbag(s) niet opgeblazen werd(en)
hoewel uw auto beschadigd of zelfstotal loss is.
Airbagsensoren
(1) Airbagmodule (2) Airbagsensor vóór(3) Zijairbagsensor (Type-G)
(4) Zijairbagsensor (Type-P)
OBK039023/OBK039024/OBK039025/OBK039055
1234
Page 68 of 377
Veiligheidsysteem van uw auto
50
3
C040801AEN
Voorwaarden voor activeren airbags
Airbags vóór
De airbags vóór worden geactiveerd bij
frontale aanrijdingen, waarbij rekening
wordt gehouden met de botskracht, de
rijsnelheid of hoek waaronder de
aanrijding plaatsvindt.
OBK039041
WAARSCHUWING
Let op dat u niet tegen plaatsen aanstoot waar de airbags of
airbagsensoren zijn ingebouwd.
Anders kan de airbag onverwacht
geactiveerd worden waardoor
ernstig persoonlijk letsel op kantreden.
Als de inbouwpositie van de airbagsensoren wordt gewijzigd,
kan dit ertoe leiden dat de airbags
worden geactiveerd in situaties
waarin dit niet nodig is, of dat de
airbags niet worden geactiveerd insituaties waar het wel nodig is.
Voer daarom geen reparaties uit
aan of in de buurt van de
airbagsensoren. Laat de auto
controleren en repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Er kunnen problemen ontstaan als de hoek waaronder de
sensoren zijn ingebouwd wordt
gewijzigd als gevolg van
vervorming van de voorbumper,
de carrosserie of B-stijl, waar de
airbagsensoren zijn ingebouwd.
Laat de auto controleren enrepareren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
(Vervolg)(Vervolg)
Uw auto is ontworpen om debotsenergie zoveel mogelijk te absorberen en in bepaalde
gevallen de airbag(s) te activeren.
Het monteren van niet-originele
bumpers of accessoires op de
bumper kan een nadelige invloed
hebben op de bescherming bijeen aanrijding.
Page 69 of 377
351
Veiligheidsysteem van uw auto
Zijairbags en curtain airbags (indien van toepassing)
De airbags opzij (zijairbags en curtain
airbags) worden geactiveerd bij een
aanrijding van opzij, waarbij rekening
wordt gehouden met de kracht van debotsing, de botshoek en de zijdelingsesnelheid.Ofschoon de airbags vóór (voor
bestuurder en voorpassagier) ontworpen
zijn voor frontale aanrijdingen, kunnen ze
ook bij andere aanrijdingen, waarbij een
bepaalde vertraging in de lengterichting
optreedt, worden geactiveerd. Ofschoon
de airbags opzij (zijairbags en curtain
airbags) ontworpen zijn voor zijdelingse
aanrijdingen, kunnen ze ook bij andere
aanrijdingen, waarbij een bepaalde
vertraging in de dwarsrichting optreedt,
worden geactiveerd.
De airbags kunnen ook worden
geactiveerd als de auto zware stoten
ondervindt bij het rijden op zeer slechte
wegen. Rijd daarom voorzichtig op
slechte wegen.
C040802AEN
Voorwaarden voor niet-activeren van
de airbags
Bij bepaalde aanrijdingen met lage snelheden worden de airbags niet
geactiveerd. De reden daarvan is datde airbags in die omstandigheden niet
meer bescherming kunnen bieden dan
de veiligheidsgordels al doen.
OBK039045
OBK039038
OBK039043
Page 70 of 377
Veiligheidsysteem van uw auto
52
3
De airbags zijn niet ontworpen om te
worden geactiveerd bij aanrijdingen
van achteren, omdat de inzittenden
dan door de botskracht naar achteren
worden gedrukt. In dergelijke gevallen
biedt het activeren van de airbags
geen extra voordelen. De airbags vóór worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd. De
inzittenden bewegen altijd in de
richting van de aanrijding, waardoor
het activeren van de airbags vóór
overbodig kan zijn.
Als de auto is uitgerust met zijairbags
en curtain airbags kunnen de airbags
wel worden geactiveerd, afhankelijk
van de botskracht, rijsnelheid enbotshoek. Bij een aanrijding op een helling of
onder een hoek kan de kracht van de
aanrijding de inzittenden in een
bepaalde richting verplaatsen, waar de
airbags geen extra bescherming
zouden bieden, een reden waarom desensoren de airbags daarom ook niet
activeren.
OBK039046OBK039045OBK039044