Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 361 of 564

5-42
Rijden met uw auto
De tweede waarschuwing wordtmogelijk geactiveerd.
- Uitschakelen van dewaarschuwingszoemer:
Instrumentenpaneel type AGa naar 'User Settings'
(gebruikersinstellingen) 'Driving
Assist' (rijbegeleiding) 'Rear
Collision Warning' (waarschuwing
aanrijding van achteren) endeselecteer 'Blind Spot DetectionSound' (Blind Spot Detection-
zoemer) op het LCD-display. Instrumentenpaneel type BGa naar 'User Settings'
(gebruikersinstellingen) 'Driving
Assist' (rijbegeleiding) endeselecteer 'Blind Spot DetectionSound' (Blind Spot Detection-
zoemer) op het LCD-display.
Informatie
De waarschuwingszoemerfunctie
helpt de bestuurder te waarschuwen.
Deactiveer deze functie alleen als dat
noodzakelijk is. - Inschakelen van de
waarschuwingszoemer:
Instrumentenpaneel type A Ga naar 'User Settings'
(gebruikersinstellingen) 'Driving
Assist' (rijbegeleiding) 'Rear
Collision Warning' (waarschuwing
aanrijding van achteren) enselecteer 'Blind Spot DetectionSound' (Blind Spot Detection-
zoemer) op het LCD-display. Instrumentenpaneel type BGa naar 'User Settings'
(gebruikersinstellingen) 'Driving
Assist' (rijbegeleiding) en selecteer'Blind Spot Detection Sound' (Blind
Spot Detection-zoemer) op het
LCD-display.Detectiesensor
De sensoren bevinden zich in de
achterbumper. Om het systeem goed te kunnen
laten werken, moet de achterbumperte allen tijde schoon zijn.
i
OAE056065

Page 362 of 564

5-43
Rijden met uw auto
5
Waarschuwingsmelding
Blind Spot Detection disabled.
Radar blocked. (BSD uitgeschakeld.
Radar geblokkeerd.)
Deze waarschuwingsmeldingverschijnt mogelijk als:
- Eén of beide sensor(en) op deachterbumper geblokkeerd is/zijn
door vuil of sneeuw o.i.d.
- Op het platteland wordt gereden waar de BSD-sensor gedurende
een langere periode geen ander
voertuig signaleert.
- In slecht weer, bijvoorbeeld bij hevige sneeuw of regen. Als een van deze omstandigheden
zich voordoet, dooft het lampje in de
BSD-schakelaar en wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de waarschuwingsmelding
"BSD canceled" (BSD uitgeschakeld)
in het instrumentenpaneel wordt
weergegeven, controleer dan of het
gebied waar de sensor op de
achterbumper is geplaatst vrij is van
vuil of sneeuw. Verwijder vuil, sneeuw
e.d. die de werking van de
radarsensoren kan hinderen.
Nadat het vuil e.d. is verwijderd, zou
het BSD-systeem na ongeveer 10
minuten rijden weer normaal moeten
werken.
Laat uw auto nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer als het
systeem nog steeds niet normaal
werkt.
Check BSD system
(Storing BSD-systeem)
Als er een probleem in het BSD-
systeem aanwezig is, wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven
en gaat het lampje in de schakelaar
uit. Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld. We adviseren u deauto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.

Type A■Type B
OTLE055040/OAE056043L
■ Type A■ Type B
OAE056040L/OAE056041L

Page 363 of 564

5-44
Rijden met uw auto
RCTA (Rear Cross Traffic
Alert) (indien van toepassing)
De Rear Cross Traffic Alert-functie
houdt verkeer van links en rechts in
de gaten wanneer uw auto
achteruitrijdt.
Werking
Inschakelen: Instrumentenpaneel type AGa naar 'User Settings'
(gebruikersinstellingen) 'Driving
Assist' (rijbegeleiding) 'Rear
Collision Warning' (waarschuwing
aanrijding van achteren) en
selecteer 'Rear Cross Traffic Alert' op
het LCD-display Instrumentenpaneel type BGa naar 'User Settings'
(gebruikersinstellingen) 'Driving
Assist' (rijbegeleiding) en selecteer
'Rear Cross Traffic Alert' op het LCD-
display. Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld en in de stand-
bymodus gezet om te worden
geactiveerd. Het systeem wordt
geactiveerd als de rijsnelheid lager isdan 10 km/h en de selectiehendel in
stand R (achteruit) staat.
Informatie
Het detectiebereik van de Rear Cross
Traffic Alert (RCTA) is ongeveer 0,5
m - 20 m. Een naderende auto wordt
gesignaleerd als de rijsnelheid ervan
tussen 4 km/h en 36 km/h is.
Het detectiebereik is mogelijk
afhankelijk van de omstandigheden.
Rijd altijd voorzichtig en houd uw
omgeving goed in de gaten wanneer u
achteruitrijdt.
Type waarschuwing
Als de auto die door de sensoren is
gesignaleerd uw auto nadert, klinkt
de waarschuwingszoemer, knippert
het waarschuwingslampje in de
buitenspiegel en verschijnt er een
melding in het LCD-display.
i
■ Links
■ Rechts


OAE056150L/OAE056046L
OAE056151L/OAE056047L

Page 364 of 564

5-45
Rijden met uw auto
5
Informatie
 De waarschuwingszoemer wordt uitgeschakeld wanneer de
gesignaleerde auto het
detectiebereik verlaat of als uw auto
wegrijdt van de gesignaleerde auto.
 Het systeem werkt mogelijk niet goed door andere factoren of
omstandigheden. Let altijd op uw
omgeving.
 Als het detectiegebied in de buurt van de achterbumper wordt
geblokkeerd door een muur,
barrière of geparkeerde auto, wordt
het detectiebereik mogelijk
verkleind.i(Vervolg)
Het Blind Spot Detection-
systeem (BSD) en Rear Cross
Traffic Alert (RCTA) zijn geen
vervanging voor een juist en
veilig rijgedrag. Rijd
altijd veilig en wees
voorzichtig bij het wisselen
van rijstrook of
achteruitrijden. Het Blind SpotDetection-systeem (BSD)
signaleert mogelijk niet alleobjecten naast de auto.
Het waarschuwingslampje in
de buitenspiegel gaatbranden wanneer er door het
systeem achteropkomend
verkeer wordt gesignaleerd.
Vertrouw niet alleen op het
waarschuwingslampje maar
houd ook de omgeving rond
de auto goed in de gaten, om
aanrijdingen te voorkomen.
Rijd veilig, ook al is de auto
uitgerust met het Blind SpotDetection-systeem (BSD) en
Rear Cross Traffic Alert
(RCTA). Vertrouw niet
blindelings op het systeem,
maar controleer altijd de
omgeving bij het wisselen van
rijstrook of achteruitrijden.
Het systeem waarschuwt de
bestuurder mogelijk niet in
alle gevallen, dus houd uw
omgeving tijdens het rijdenaltijd goed in de gaten.
(Vervolg)
WAARSCHUWING

Page 365 of 564

5-46
Rijden met uw auto
Het systeem werkt mogelijk nietgoed wanneer de achterbumper
beschadigd is of als hij is
vervangen of gerepareerd.
Het detectiebereik is deels afhankelijk van de breedte van
de weg. Als de weg smal is, kan
het systeem mogelijk andere
voertuigen signaleren op de
naastliggende rijstrook.
Het systeem wordt mogelijk uitgeschakeld ten gevolge van
elektromagnetische golven.
Gevallen waarbij het systeem
niet mag worden gebruikt
Het controlelampje BSD in de
buitenspiegel werkt mogelijk niet
goed wanneer:
Het buitenspiegelhuis beschadigd is.
De spiegel bedekt is met vuil, sneeuw e.d.
De ruit bedekt is met vuil, sneeuw e.d.
De ruit getint is.
Beperkingen van het system
De bestuurder dient in onderstaande
situaties voorzichtig te zijn omdat hetsysteem onder bepaalde
omstandigheden andere voertuigen
of objecten mogelijk niet signaleert
De auto rijdt op een bochtige weg of door een tolpoort.
De sensor is bedekt met water, sneeuw, modder, enz.
De achterbumper waar de sensor is geplaatst, wordt bedekt door een
object, zoals een bumpersticker,
een bumperbeschermer, een
fietsendrager, enz.
De achterbumper is beschadigd of de sensor bevindt zich niet meer in
zijn oorspronkelijke positie.
De voertuighoogte is lager of hoger dan normaal door zware
lading in de bagageruimte, een
abnormale bandenspanning, enz.
De auto rijdt in slecht weer, zoals hevige regen of sneeuw.
AANWIJZING

Page 366 of 564

5-47
Rijden met uw auto
5
Er bevindt zich een vast voorwerpin de buurt van de auto, zoals een
vangrail.
Als er met de auto gereden wordt in de buurt van gebieden met
metalen constructies, zoals bij
wegwerkzaamheden, spoorwegen,enz.
Er is een groot voertuig in de buurt, zoals een bus of vrachtwagen.
Er is een (motor)fiets in de buurt.
Er bevindt zich een platte aanhanger in de buurt.
Als uw auto gelijktijdig weggereden is met de auto naast u en geaccelereerd heeft.
Als het andere voertuig met zeer hoge snelheid passeert.
Tijdens het wisselen van rijstrook.
Tijdens het op- of afrijden van een steile weg waar de hoogte van de
rijstroken verschillend is.
Als het andere voertuig zeer dicht nadert.
Er hangt een aanhanger of fietsendrager achter de auto. Als de temperatuur in de buurt van
de achterbumper hoog of laag is.
Als de sensoren geblokkeerd worden door andere voertuigen,
wanden of pilaren rond de
parkeerplaats.
Wanneer het gesignaleerde voertuig ook achteruitrijdt terwijl
uw auto achteruitrijdt.
Als er zich kleine objecten binnen het detectiebereik bevinden, zoals
een winkelwagen of een
wandelwagen.
Bij een auto met een geringe hoogte, zoals een sportauto.
Als andere voertuigen zich dicht bij uw auto bevinden.
Als het voertuig op de naastliggende rijstrook één
rijstrook opschuift ten opzichte van
u OF als het voertuig op de tweede
rijstrook naast u opschuift naar de
naastliggende rijstrook.
Bij het rijden op een nat wegdek.

Page 367 of 564

5-48
Rijden met uw auto
Het AEB-systeem (Autonomous
Emergency Braking) (indien van
toepassing) is ontworpen om de
voorligger te signaleren en in de gaten
te houden of om een voetganger op
de weg te signaleren door middel van
radarsignalen en cameraherkenning.
De bestuurder wordt gewaarschuwd
dat een aanrijding zeer waarschijnlijk
is en, indien nodig, wordt een
noodstop uitgevoerd.Systeeminstelling en - activering
Systeeminstelling
De bestuurder kan de AEB activeren door het contact in stand ON te
zetten en het volgende te selecteren: Instrumentenpaneel type A
'User Settings' (gebruikersinstellingen)
'Driving Assist' (rijbegeleiding)
Forward Collision Warning
Autonomous Emergency Braking
AA UU TTOO NNOO MM OOUUSS EE MM EERR GG EENN CCYY BB RRAA KKIINN GG (( AA EEBB )) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van Autonomous
Emergency Braking (AEB):
Het systeem dient slechts als
hulpmiddel en vermindert niet
de noodzaak om zeer
voorzichtig en oplettend te
rijden. Het bereik van de
parkeersensoren is beperkt
en niet alle objecten worden
even goed gesignaleerd. Lette allen tijde op dewegomstandigheden.
Rijd NOOIT harder dan de wegomstandigheden of de
bochten toelaten.
Rijd altijd voorzichtig om
onverwachte en plotselinge
situaties te voorkomen. AEB
brengt de auto niet volledig
tot stilstand en voorkomt
geen aanrijdingen.
WAARSCHUWING
■Type A■Type B
OAE056095L/OAE056022L

Page 368 of 564

5-49
Rijden met uw auto
5
Instrumentenpaneel type B
'User Settings' (gebruikersinstellingen)
'Driving Assist' (rijbegeleiding)
Autonomous Emergency Braking
De AEB wordt gedeactiveerd als de bestuurder de systeeminstellingongedaan maakt.
Het waarschuwingslampje
in het LCD-display gaat
branden als u het AEB-
systeem uitschakelt. De
bestuurder kan de AAN/UIT-status
van de AEB aflezen in het LCD-
display. Als het waarschuwingslampje
AAN blijft terwijl de AEB geactiveerd
is, adviseren we u het systeem te
laten nakijken door een officiële
HYUNDAI-dealer. De bestuurder kan de
waarschuwingstijd instellen op het
LCD-display. Ga naar 'User Settings'
(gebruikersinstellingen)
'Driving
Assist' (rijbegeleiding) Forward
Collision Warning
'Late/Normal/Early' (laat/normaal/vroeg) Dit zijn de opties voor Forward
Collision Warning:
Early (vroeg):
Bij deze keuze wordt Forward
Collision Warning eerder
geactiveerd dan normaal. Deze
instelling hanteert een maximale
afstand tussen het voorgaande
voertuig of een voetganger voordat
de eerste waarschuwing wordt
geactiveerd.
Normal (normaal): Bij deze keuze wordt ForwardCollision Warning op de
standaardwijze geactiveerd. Deze
instelling hanteert eenstandaardafstand tussen het
voorgaande voertuig of een
voetganger voordat de eerste
waarschuwing wordt geactiveerd.
Late (laat):
Bij deze keuze wordt het ForwardCollision Warning later geactiveerd
dan normaal. Deze instelling
hanteert een geringere afstand
tussen het voorgaande voertuig of
een voetganger voordat de eerste
waarschuwing wordt geactiveerd.■ Type A■Type B
OAE056096L/OAE056023L

Page 369 of 564

5-50
Rijden met uw auto
Voorwaarden voor activeren
De AEB kan worden geactiveerd als AEB is geselecteerd in het LCD-
display en als aan de volgende
voorwaarden is voldaan.
- De ESC (elektronische
stabiliteitsregeling) is geactiveerd.
- De rijsnelheid moet 8 km/h - 70 km/h zijn om ervoor te zorgen dat
het systeem voetgangers vóór deauto kan signaleren.
- De rijsnelheid moet 8 km/h - 180 km/h zijn om ervoor te zorgen dat het
systeem voorliggers kan signaleren.
Wanneer u harder dan 80 km/h rijdt,
zorgt het AEB-systeem ervoor dat er
slechts gedeeltelijk wordt geremd.
Dit voorkomt dat u onbedoeld
midden op de snelweg tot volledige
stilstand komt.
AEB-waarschuwingsmelding
en systeemregeling
De AEB geeft
waarschuwingsmeldingen en
waarschuwingsalarmen
overeenkomstig het risico op een
aanrijding, zoals bij het plotseling
stoppen van de auto vóór u, een te
korte remafstand of het signaleren
van een voetganger. Verder regelthet systeem het remsysteem
overeenkomstig het risico op een
aanrijding. De bestuurder kan in de 'User
Settings' (gebruikersinstellingen) op
het LCD-scherm de
waarschuwingstijd instellen. De opties
voor de waarschuwingstijd voor de
Forward Collision Warning zijn 'Early'
(vroeg), 'Normal' (normaal) en 'Late'(laat).
Breng de auto op een veilige
plaats volledig tot stilstand
voordat u de schakelaar op hetstuurwiel bedient om het AEB-
systeem in/uit te schakelen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
(Vervolg)
De AEB wordt automatisch
geactiveerd nadat de
startknop in stand ON is gezet.
De bestuurder kan de AEBdeactiveren door desysteeminstelling in het LCD-
display uit te schakelen.
De AEB wordt automatisch
gedeactiveerd als de ESC
(elektronische
stabiliteitsregeling) wordt
uitgeschakeld. Als de ESC is
uitgeschakeld, kan de AEB
niet worden geactiveerd in het
LCD-display.

Page 370 of 564

5-51
Rijden met uw auto
5
Forward Warning (Waarsch. Voorz.)
(1e waarschuwing)
Deze eerste waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer.
Collision Warning (Botsing waarsch.)
(2e waarschuwing)
Deze waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer.
Daarnaast grijpt het
motormanagementsysteem in in
sommige voertuigsystemen om deauto te helpen decelereren. - Als er een auto wordt
gesignaleerd, neemt uw
rijsnelheid mogelijk enigszins af.
- Als uw auto rijdt met een snelheid lager dan 70 km/h en er wordt
een voetganger gesignaleerd in
de Forward Collision Warning-
fase (2e waarschuwing), neemt
uw rijsnelheid mogelijk iets af. Als
u harder rijdt dan 70 km/h en er
voor de auto een voetganger
wordt gesignaleerd, werkt deAEB niet.
■ Type A■Type B
OAE056026L/OAE056027L
■ Type A■Type B
OAE056024L/OAE056025L

Page:   < prev 1-10 ... 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 ... 570 next >