Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Hybrid, Model: Hyundai Ioniq Hybrid 2017Pages: 564, PDF Size: 47.22 MB
Page 371 of 564

5-52
Rijden met uw auto
Emergency braking (Noodremmen)
3e waarschuwing)
Deze waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer. Daarnaast grijpt het
motormanagementsysteem in in
sommige voertuigsystemen om deauto te helpen decelereren.
- Als de gesignaleerde auto vóór ulangzamer rijdt dan 80 km/h
neemt uw rijsnelheid mogelijk
sterk af om een aanrijding te
voorkomen. - Als degesignaleerde auto vóór u harder
rijdt dan 80 km/h neemt uw
rijsnelheid mogelijk enigszins af.
- Als uw auto langzamer rijdt dan 70 km/h en er voor de auto een
voetganger gesignaleerd wordt,
kan de rijsnelheid sterk afnemen.
Als u harder rijdt dan 70 km/h en
er voor de auto een voetganger
wordt gesignaleerd, werkt deAEB niet.
Werking remsysteem
In een noodsituatie bereidt het remsysteem zich voor op een
directe reactie zodra de bestuurder
het rempedaal intrapt.
De AEB zorgt voor extra remvermogen voor een maximale
remvertraging zodra de bestuurder
het rempedaal intrapt.
De regeling van het remsysteem wordt automatisch gedeactiveerdals de bestuurder het gaspedaal
sterk intrapt of het stuurwiel abrupt
verdraait.
De AEB-remregeling wordt automatisch uitgeschakeld als de
risicofactoren verdwijnen.
De bestuurder dient altijd
uiterst voorzichtig te zijn bij het
bedienen van de auto, ongeacht
of het AEB-systeem ervoor
zorgt dat er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven of een alarmklinkt.
OPMERKING
■ Type A■Type B
OAE056029L/OAE056030L
Page 372 of 564

5-53
Rijden met uw auto
5
AEB-radarsensor vóór
Om ervoor te zorgen dat het AEB-
systeem goed werkt, moet de
behuizing van de lens van de
radarsensor schoon zijn en vrij zijn
van vuil, sneeuw, enz. Vuil, sneeuw
e.d. op de lens kan de prestaties van
de radarsensor negatief
beïnvloeden.
Waarschuwingsmelding enwaarschuwingslampje
Auto Emergency Braking disabled.
Radar blocked (Auto Emergency
Braking uitgeschakeld. Radar
geblokkeerd)
Wanneer de behuizing van de lens
van de sensor wordt geblokkeerd door
vuil, sneeuw, e.d., wordt de werking
van het AEB-systeem mogelijk tijdelijk
uitgeschakeld. Als dit gebeurt, wordt
er een waarschuwingsmelding
weergegeven op het LCD-display.
Het AEB-systeem werkt binnen
bepaalde parameters, zoals de
afstand tot de voorligger of
voetganger, de snelheid van de
voorligger en de rijsnelheid.Bepaalde omstandigheden
zoals slecht weer en dewegomstandigheden hebben
mogelijk een negatieve invloed
op de werking van het AEB-systeem.
WAARSCHUWING
OAE056028
OAE056031L
De regeling van het remsysteem kan de auto niet
volledig tot stilstand brengen
noch alle aanrijdingen
voorkomen.
De bestuurder blijft zelf
verantwoordelijk voor het veilig
rijden en het bedienen van deauto.
WAARSCHUWING
Page 373 of 564

5-54
Rijden met uw auto
Verwijder het eventueel aanwezige
vuil, sneeuw e.d en reinig de
behuizing van de lens van de
radarsensor voordat u het AEB-
systeem gebruikt.
De AEB werkt mogelijk niet goed in
een gebied (bijvoorbeeld een open
terrein) waar objecten niet wordengesignaleerd nadat het contact in
stand ON is gezet.
Breng geen vreemdevoorwerpen, zoals een
bumpersticker of
bumperbescherming aan in de
buurt van de radarsensor.
Anders kunnen de prestaties
van de radarsensor negatief
worden beïnvloed.
Houd de radarsensor en de behuizing altijd schoon en vrij
van vuil e.d.
Gebruik alleen een zachte doek voor het wassen van de auto.
Spuit geen water onder hogedruk direct op de sensor of de
behuizing van de sensor.
(Vervolg)(Vervolg)
Oefen geen onnodige kracht uit
op de radarsensor of de
behuizing van de sensor. Als de
sensor met kracht uit zijn juiste
positie wordt bewogen, werkt
het AEB-systeem mogelijk niet
goed. In dit geval wordt er
mogelijk geen
waarschuwingsmelding
weergegeven. Laat de autonakijken door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Als het gedeelte van de voorbumper rondom de
radarsensor beschadigd raakt,
werkt het AEB-systeem mogelijk
niet goed. We adviseren u deauto te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Gebruik alleen originele onderdelen om een
beschadigde sensor of
behuizing van de sensor te
repareren of te vervangen.
Breng geen verf aan op de
behuizing van de sensor.Storing in het systeem
Check AEB system
(Controleer AEB-systeem)
Als de AEB niet goed werkt, gaathet waarschuwingslampje AEB
( ) branden en verschijnt er
gedurende enkele seconden een
waarschuwingsmelding. Nadat de
melding is verdwenen, gaat het
hoofdwaarschuwingslampje ( )
branden. In dat geval adviseren we
u de auto te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Als de AEB-waarschuwingsmelding wordt weergegeven, gaat mogelijk
ook het waarschuwingslampje ESC(elektronische stabiliteitsregeling)
branden.
AANWIJZING
OAE056038L
Page 374 of 564

5-55
Rijden met uw auto
5
De AEB is een aanvullend systeem dat het
gebruiksgemak voor de
bestuurder vergroot. De
bestuurder blijft zelf
verantwoordelijk voor het
bedienen van de auto.
Vertrouw niet blindelings op
het AEB-systeem. Bewaar
altijd voldoende afstand tot de
voorligger, zodat u de autoveilig tot stilstand kunt
brengen en trap indien nodighet rempedaal in om de
rijsnelheid te verlagen.
In bepaalde gevallen en onder bepaalde rijomstandigheden
wordt het AEB-systeem
mogelijk voortijdig
geactiveerd. Deze eerste
waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-displayen er klinkt een
waarschuwingszoemer.(Vervolg)
(Vervolg)Ook wordt in bepaalde
gevallen de voorligger of de
voetganger mogelijk niet
gesignaleerd door de
radarsensor voor of hetcameraherkenningssysteem.
Het AEB-systeem wordt
mogelijk niet geactiveerd en
de waarschuwingsmelding
wordt niet weergegeven.
Als zich een storing voordoet
in het AEB-systeem, wordt
Autonomous Emergency
Braking niet geactiveerd, ookal werkt het remsysteemnormaal.
Als de voorligger plotseling
stopt, hebt u mogelijk minder
controle over het
remsysteem. Bewaar daarom
altijd een veilige afstand tot
uw voorligger. (Vervolg)
(Vervolg)
Het AEB-systeem kan
geactiveerd worden tijdenshet remmen en de auto kanplotseling tot stilstand
worden gebracht, waardoorlosse objecten naar de
passagiers kunnen schuiven.Zet losse objecten altijd goed
vast.
Het AEB-systeem wordt
mogelijk niet geactiveerd als
de bestuurder het rempedaalintrapt om een aanrijding te
voorkomen.
Het AEB-systeem werkt alleen
om voorliggers en
voetgangers voor de auto tesignaleren. Het AEB-systeem werkt niet
wanneer de auto achteruitrijdt. Het AEB-systeem is niet
ontworpen om andere
objecten, zoals dieren, op deweg te signaleren.(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 375 of 564

5-56
Rijden met uw auto
Beperkingen van het systeem
Het AEB-systeem (Autonomous
Emergency Braking) is ontworpen om
de voorligger of een voetganger op de
weg te signaleren door middel van
radarsignalen en cameraherkenning.
De bestuurder wordt gewaarschuwd
dat een aanrijding zeer waarschijnlijk
is en, indien nodig, wordt een
noodstop uitgevoerd.
In bepaalde gevallen wordt de
voorligger of de voetganger mogelijkniet gesignaleerd door de
radarsensor of de camera. In deze
gevallen werkt het AEB-systeem
mogelijk niet goed. In de volgende
situaties wordt de werking van de
AEB mogelijk beperkt en moet de
bestuurder zeer goed opletten.
Signaleren van voertuigen
De werking van de sensor wordt
mogelijk in de volgende gevallen
beperkt:
De radarsensor of camera wordtgeblokkeerd door een vreemd
voorwerp o.i.d.
Slecht weer, zoals hevige regen of sneeuw, hinderen het blikveld van
de radarsensor of camera
Elektromagnetische golven zorgen voor interferentie
De door de radarsensor ontvangen gereflecteerde signalen zijn ergonregelmatig
De herkenning door de radar/camerasensor is beperkt
De voorligger is te smal om door het cameraherkenningssysteem te
worden gesignaleerd (bijvoorbeeld
een motorfiets, fiets, enz.)
De voorligger is te breed om door het cameraherkenningssysteem te
worden gesignaleerd (bijvoorbeeld
de aanhanger van een trekker,enz.)
(Vervolg)
Het AEB-systeem signaleert
geen naderend verkeer van
links en rechts.
Wanneer de bestuurder de
zijkant van een geparkeerde
auto (bijvoorbeeld in een
doodlopende straat) nadert,kan dit niet door het AEB-
systeem worden
gesignaleerd.
Bewaar in deze gevallen altijd
voldoende afstand tot de
voorligger, zodat u de autoveilig tot stilstand kunt
brengen en trap indien nodighet rempedaal in om de
rijsnelheid te verlagen.
Page 376 of 564

5-57
Rijden met uw auto
5
Het zichtveld van de bestuurder isniet goed verlicht (te donker, te
veel reflectie of te veel tegenlicht
waardoor het zichtveld wordtgehinderd)
De voorligger heeft de achterlichten niet ingeschakeld
De helderheid van het omgevingslicht verandert
plotseling, bijvoorbeeld wanneer u
een tunnel in- of uitrijdt
De voorligger rijdt onregelmatig
De auto rijdt op een onverharde of slechte weg of op een weg met
plotselinge veranderingen inhellingshoek
De auto rijdt onder straatniveau of in een gebouw.
De auto rijdt in de buurt van gebieden met metalen
constructies, zoals bij
wegwerkzaamheden, spoorwegen,enz. - Rijden in bochten
De prestaties van het AEB-systeem
worden mogelijk beperkt bij het
rijden op een bochtige weg.
In bepaalde gevallen wordt het AEB-
systeem op een bochtige weg
mogelijk voortijdig geactiveerd.
Ook wordt in bepaalde gevallen op
een bochtige weg de voorliggermogelijk niet gesignaleerd door de
radarsensor voor of het
cameraherkenningssysteem.
Bewaar in deze gevallen altijd
voldoende afstand tot de voorligger,
zodat u de auto veilig tot stilstand
kunt brengen en trap indien nodig
het rempedaal in om de rijsnelheid te
verlagen. Mogelijk herkent het AEB-systeem
bij het rijden op een bochtige weg
een voertuig op de andere rijstrook.
In dit geval alarmeert het systeem de bestuurder mogelijk onnodig en
wordt onnodig geremd.
Let tijdens het rijden altijd op de weg-
en rijomstandigheden. Trap indiennodig het rempedaal in om de
rijsnelheid te verlagen en een veilige
tussenafstand te bewaren.
Trap daarnaast indien nodig het
gaspedaal in om te voorkomen datde auto onnodig door het systeem
decelereert.
OAE056100OAE056101
Page 377 of 564

5-58
Rijden met uw auto
- Rijden op een helling
De prestaties van de AEB nemen af
bij het op- of afrijden van een helling
omdat het systeem een voorligger op
dezelfde rijstrook mogelijk niet
herkent. De AEB kan onnodig een
waarschuwingsmelding of
waarschuwingsalarm geven ofhelemaal geen
waarschuwingsmelding of
waarschuwingsalarm geven. Als de AEB na de top plotseling een
voorligger signaleert, kan er sterk
gedecelereerd worden.
Kijk altijd voor u tijdens het op- of
afrijden van een helling en trap indiennodig het rempedaal in om uw
rijsnelheid te reduceren en een veiligetussenafstand te houden.- Wisselen van rijstrook
Wanneer een voorligger van rijstrook
wisselt, wordt de auto mogelijk nietdirect door het AEB-systeem
gesignaleerd, met name wanneer de
auto plotseling van rijstrook wisselt.
Bewaar in dit geval altijd voldoende
afstand tot de voorligger, zodat u de
auto veilig tot stilstand kunt brengen
en trap indien nodig het rempedaal in
om uw rijsnelheid te verlagen.
Wanneer u in langzaam rijdend en
stilstaand verkeer rijdt en een
voorligger de rijstrook verlaat, wordt
uw nieuwe voorligger mogelijk nietdirect door het AEB-systeem
herkend. Bewaar in dit geval altijd
voldoende afstand tot de voorligger,
zodat u de auto veilig tot stilstand
kunt brengen en trap indien nodig
het rempedaal in om uw rijsnelheid
te verlagen.
OAE056103OAE056109OAE056102
Page 378 of 564

5-59
Rijden met uw auto
5
- Uw voorligger signaleren
Als uw voorligger een grote, naar
achteren uitstekende lading heeft of
een grotere bodemvrijheid heeft dan
uw auto, moet u extra goed opletten.
Mogelijk wordt de naar achteren
uitstekende lading niet door het
AEB-systeem gesignaleerd. Bewaar
in deze gevallen altijd voldoendeafstand tot het object dat het dichtst
voor u is, zodat u de auto veilig tot
stilstand kunt brengen en trap indiennodig het rempedaal in om uw
rijsnelheid te verlagen.
Signaleren van voetgangers(indien van toepassing)
De werking van de sensor wordt
mogelijk in de volgende gevallen
beperkt:
De voetganger wordt niet goed gesignaleerd door het
cameraherkenningssysteem als de
voetganger bijvoorbeeld voorover
buigt of niet volledig rechtop loopt
De voetganger beweegt zeer snel of verschijnt plotseling in het
detectiegebied van de camera
De voetganger draagt kleding die wegvalt tegen de achtergrond,
waardoor deze moeilijk door het
cameraherkenningssysteem kan
worden gesignaleerd
De buitenverlichting is te fel (bijvoorbeeld bij het rijden in fel
zonlicht of de schittering van de
zon) of te donker (bijvoorbeeld 'snachts op het platteland) Het is moeilijk om de voetganger te
signaleren en te onderscheiden
van andere objecten in de buurt,
bijvoorbeeld wanneer er een groep
voetgangers of een grote groepmensen is
Er wordt een object gesignaleerd dat een vergelijkbare vorm heeftals het menselijk lichaam
De voetganger is klein
De voetganger is lichamelijk gehandicapt
De herkenning door de sensor is beperkt
OAE056105
Page 379 of 564

5-60Informatie
In sommige gevallen wordt het AEB-
systeem mogelijk uitgeschakeld
wanneer het systeem wordt
blootgesteld aan elektromagnetische
interferentie.
i
Rijden met uw auto
Gebruik het Autonomous
Emergency Braking-systeem
niet tijdens het slepen van een
auto. Het gebruik van hetAEB-systeem tijdens het
slepen kan de veiligheid van
uw auto of de auto die wordt
getrokken negatief
beïnvloeden
Wees uiterst voorzichtig als
uw voorligger een grote, naar
achteren uitstekende lading
heeft of een groterebodemvrijheid heeft dan uwauto. (Vervolg)
(Vervolg)
Het AEB-systeem is
ontworpen om de voorliggerte signaleren en in de gaten te
houden of om een voetgangerop de weg te signaleren door
middel van radarsignalen en
cameraherkenning. Het is niet
ontworpen om fietsen,motorfietsen of kleinere
objecten op wielen, zoals
bagagetassen, winkelwagens
of kinderwagens tesignaleren.
Probeer nooit de werking van het AEB-systeem te testen.
Anders kunt u ernstig letseloplopen.
WAARSCHUWING
Page 380 of 564

5-61
Rijden met uw auto
5
Het Lane Keeping Assist System
signaleert rijstrookmarkeringen op
de weg en assisteert de bestuurder
bij het besturen van de auto om de
auto in de juiste rijstrook te houden.
Als het systeem signaleert dat de
auto zijn rijstrook dreigt te verlaten,
wordt de bestuurder zichtbaar en
hoorbaar gewaarschuwd, terwijl
tegelijkertijd een lichte
tegenstuurkracht wordt uitgeoefend,
om te proberen te voorkomen dat de
auto buiten de rijstrook terechtkomt.
LLAA NN EE KK EEEEPP IINN GG AA SSSSIISS TT --SS YY SSTT EEEEMM (( LL KK AA SS)) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
OAE056048 Het Lane Keeping Assist-
systeem is geen vervanging
voor een veilig rijgedrag, maar
dient slechts als hulpmiddel.
Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om altijd de
omgeving in de gaten te houdenen het stuurwiel te bedienen.
WAARSCHUWING
Neem bij het gebruik van het
Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS) altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Het stuurwiel wordt niet
continu bediend; als derijsnelheid te hoog is wanneer
u van rijstrook wisselt, wordt
de auto mogelijk niet door hetsysteem bediend.
Bedien het stuurwiel niet plotseling wanneer dit door het
systeem wordt bediend.
Het LKAS voorkomt dat de
bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat door de
besturing te ondersteunen.
(Vervolg)
(Vervolg)De bestuurder dient echter niet
volledig op het systeem te
vertrouwen, maar altijd zelf
controle te houden over het
stuurwiel om op de rijstrook te
blijven.
Let altijd op de wegomstandigheden en de
omgeving en wees voorzichtig
wanneer het systeem wordt
uitgeschakeld, niet werkt of
een storing vertoont.
Het systeem signaleert
rijstrookmarkeringen via eencamera en bedient het
stuurwiel. Als de
rijstrookmarkeringen moeilijk
te signaleren zijn, werkt het
systeem daardoor mogelijkniet goed.
Raadpleeg "Beperkingen van het systeem".
Probeer de LKAS-camera niet te repareren en verwijder de
onderdelen ervan niet.
Plaats tijdens het rijden geen
voorwerpen op het dashboard
die licht reflecteren.
(Vervolg)
WAARSCHUWING