Hyundai Santa Fe 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 293

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
41
De veiligheidsgordel met
gordelspanner werkt op dezelfde wijze als de veiligheidsgordel met oprolautomaat ELR (Emergency Lock- ing Retractor = noodblokkering-ssysteem). Als de auto sterk wordt afgeremd of als de inzittende zich te snel naar voren beweegt, blokkeertde veiligheidsgordel. Bij een voldoende zware frontale
aanrijding wordt de gordelspannergeactiveerd, waardoor de veiligheidsgordel strakker tegen het lichaam van de inzittende wordtgetrokken. Als de gordelspanner is geactiveerd
en het systeem een grote spanning op de gordel van de bestuurder of de voorpassagier registreert, vermindertde gordelkrachtbegrenzer in de gordelspanner de spanning op de betreffende gordel.
B180B01CM-GXT Veiligheidsgordel met gordelspanner(Indien gemonteerd) Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en devoorpassagier.De gordelspanner zorgt er bij eenzware frontale aanrijding voor dat deveiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnenworden geactiveerd met de airbags.
OMG035300
Het systeem van veiligheidsgordels met gordelspanner bestaat uit de volgende belangrijke onderdelen. Demontageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met gordelspanner
3. SRS regeleenheid
B180B01O
1
2 3
Airbageenheid voor bestuurderszijde
Airbageenheid voor passa-gierszijde
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
41

Page 52 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
42
N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor debestuurder als de voorpassagier worden onder bepaalde omstandigheden bij een frontaleaanrijding geactiveerd. De gordelspanners kunnen alleen worden geactiveerd, of als defrontale aanrijding ernstig genoeg is, samen met de airbags.
o Bij het activeren van de gordelspanners is er een hardgeluid hoorbaar en komt er fijne stof (dat op rook kan lijken) vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stofgeïrriteerd raken en moet het nietgedurende langere tijd worden ingeademd. Daarom moeten de handen en het gezicht zorgvuldigworden gewassen nadat bij een aanrijding de gordelspanners zijn geactiveerd. LET OP:
o Omdat de sensor voor het activeren van de SRS airbag met de veiligheidsgordel
met
gordelspanner is verbonden, gaat de SRS airbag controlelamp in het instrumentenpaneelgedurende ca. 6 seconden knipperen nadat het contact in de stand "ON" is gezet; daarnamoet de lamp doven.
o Deze lamp gaat ook branden als de werking van de veiligheidsgordels met gordelspanners niet in orde is. Als de SRS airbag controlelamp niet gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordtgezet, als hij na ca. 6 seconden blijft knipperen, of als hij tijdens het rijden gaat branden, moet dewerking van de veiligheidsgordel met gordelspanner of het SRS airbag systeem zo snel mogelijkdoor een Hyundai dealer worden gecontroleerd.
!!WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspan- ner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
42

Page 53 of 293

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
43
!o Tracht niet om onderhoud of
reparaties aan de veiligheidsgordel met gordelspanner uit te voeren.
o Als de gordel met gordelspanner onjuist wordt behandeld en degenoemde waarschuwingen (niet tegen de gordelspanner tikken, de veiligheidsgordel metgordelspanner niet wijzigen, controleren, vervangen, onderhoud of reparaties uitvoeren) niet worden opgevolgd, kan dit een onjuiste werking van gordelspanner tot gevolg hebbenof kan hij ongewild in werking treden en ernstige verwondingen veroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers worden gebruikt.
WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal tewerken. Nadat de gordelspanners zijn geactiveerd, moeten degordels met gordelspanners worden vervangen. Alle veiligheidsgordels, van elk type,moeten altijd worden vervangen als ze tijdens een aanrijding zijn gedragen.
o Het mechanisme van de gordelspanner wordt bij hetactiveren zeer warm. Raak de gordelspanner de eerste minuten na het activeren niet aan.
o Tracht niet om de veiligheidsgordel metgordelspanner zelf te controlerenof te vervangen. Laat dit door een Hyundai dealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheidsgordel met gordelspanner.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
43

Page 54 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
44AIRBAGSYSTEEM
1. Bestuurdersairbag
2. Passagiersairbag voor
3. Zij-airbag
4. Gordijnairbag
B240D01MC-GXT
OCM052146
CM holl-1a(~59).p65
5/20/2008, 8:38 AM
44

Page 55 of 293

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
45
OCM051008L
B240A02NF-GXT Bestuurders- en passagiersairbag Uw Hyundai is uitgerust met een airbagsysteem. Dit is herkenbaar aan het opschrift "SRS Airbag" op de afdekking van de airbag in het stuurwielen de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. De airbags zijn aangebracht onder de afdekking van het stootvlak in hetstuurwiel en de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. Airbageenheid voor bestuurderszijde
De airbag zorgt ervoor dat de bestuurder en/of de voorpassagier bijeen frontale aanrijding meer bescherming wordt geboden dan alleen met behulp van de veiligheidsgordelsmogelijk is. N.B.:
Lees de informatie t.a.v. de airbag
op de stickers aan de achterzijde van de zonneklep.!WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op de driepuntsgordel van de bestuurder en de passagiers en niet als vervanging van de gordels. Daarom moetende veiligheidsgordels altijd worden gedragen, als met de auto wordt gereden. De airbagsworden alleen ingeschakeld bij bepaalde krachtige frontale botsingen, waarbij de inzittendenernstig verwond zouden kunnen raken.
B240A02CM
Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij Over de kop slaan
o Het airbagsysteem is ontworpen
om de airbags te activeren bijeen voldoende krachtige frontalebotsing onder een hoek kleiner dan 30° ten opzichte van de lengte-as van de auto. Hetsysteem treedt niet in werking bij aanrijdingen van opzij of van achteren of als de auto omslaat.Bovendien treedt het airbagsysteem slechts éénmaal in werking. Daarom moeten deveiligheidsgordels altijd worden gedragen.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
45

Page 56 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
46
o De airbags aan de voorzijde zijn
niet bedoeld om in te schakelen bij botsingen van opzij of vanachteren of als de auto omslaat. Daarnaast zullen de airbags niet worden ingeschakeld bij frontalebotsingen met een snelheid onder de drempelwaarde.
o De bestuurder moet zo ver mogelijk naar achteren zitten, waarbij wel de volledige controleover de auto behouden moet blijven. Als u zich te dicht bij de airbag bevindt, dan kan dit dedood of ernstige verwondingen tot gevolg hebben als de airbag wordt ingeschakeld.
o Er mogen zich geen objecten bevinden op of nabij deairbagmodules in het stuurwiel,het instrumentenpaneel en het dashboard boven het dashboardkastje aan depassagierszijde. Deze objecten kunnen verwondingen veroorzaken als bij een krachtigebotsing de airbags worden ingeschakeld. o Als de airbags worden
ingeschakeld, dan moeten ze door een Hyundai dealer wordenvervangen.
o Voer geen werkzaamheden uit aan de kabels van het airbagsysteem of andere componenten van hetairbagsysteem en maak de kabels/componenten niet los. Hierdoor kunnen verwondingenontstaan door het per ongeluk ontsteken van de airbags of omdat de airbags mogelijk nietwerken tijdens een botsing.
o Plaats geen kinderzitje op de voorpassagiersstoel. Eenkinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst. Het kind kan ernstig gewond rakenof worden gedood door een tijdens een ongeval opblazende airbag. o Sta niet toe dat kinderen op de
voorpassagiersstoel plaatsnemenals met de auto wordt gereden.Als oudere kinderen (tieners en ouder) op de voorpassagiersstoel vervoerd moeten worden,zorg er dan voor dat ze de veiligheidsgordel op de juiste wijze dragen en dat de stoel zover mogelijk naar achteren is geplaatst.
o Voor een maximale beveiliging bij alle typen ongevallen, moeten alle inzittenden (waaronder debestuurder) altijd de veiligheidsgordel dragen, ook als de zitplaats wordt beschermdm.b.v. airbags. Op deze wijze wordt de kans op ernstige verwondingen of de dood bij eenbotsing zo klein mogelijk. Kom in een rijdende auto niet onnodig dicht in de buurt van een airbag.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
46

Page 57 of 293

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
47
De SRS service-indicatie (SRI) op het instrumentenpaneel gaat gedurendeongeveer 6 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat de motor is gestart.De indicatie moet vervolgens doven. De airbageenheden bevinden zich in het midden van het stuurwiel en achterde afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. Als het airbagmoduul een frontaleaanrijding van een bepaalde kracht registreert, worden de airbags automatisch geactiveerd.
B240B01MC-GXT Componenten en werking van
airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit de
volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
Het airbagmoduul controleert bij
aangezet contact continu alleomstandigheden om te bepalen of een frontale aanrijding of een aanrijding onder een hoek ernstig genoeg is omde airbag in werking te laten treden.
B240B01L
B240B02L
o Het airbagsysteem moet zo snel
mogelijk worden opgeblazen om voldoende bescherming bij eenongeval te bieden. Als een passagier zich niet op de juiste plaats bevindt, omdat geengordel wordt gedragen, dan kan de airbag met kracht in contact komen met de inzittendewaardoor ernstige of dodelijke verwondingen kunnen ontstaan.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
47

Page 58 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
48
!
OCM051009L
Airbag voor passagierszijde
!
B240B05L
Airbag voor passagierszijde
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard ofaanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd. WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bijhet in werking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na eenaanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondigmet lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.
Bij het in werking treden doorbreekt de airbag de breukpunten in het stootvlak van het stuurwiel, hiernawordt het stootvlak geheel geopend en wordt de airbag volledig opgeblazen.Een volledig opgeblazen airbag incombinatie met een correct gedragenveiligheidsgordel zal de voorwaartse beweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor dekans op verwondingen aan het hoofd of het bovenlichaam wordt verminderd. Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij onmiddellijk weer beginnen metleeglopen, zodat de bestuurder weer naar voren kan kijken en de wagen kan besturen.
B240B03L
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
48

Page 59 of 293

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
49
o Het airbagsysteem kan alleen
worden gebruikt als het contactslot op "ON" staat.Als het airbagsysteem niet juistwerkt, dan:
(1) Gaat de SRI niet branden als het contactslot in de stand"ON" wordt gezet of als de motor is gestart.
(2) Knippert de SRI gedurende één seconde en blijft brandenna de ongeveer 6 seconden die volgen op het inschakelenvan het contactslot ("ON") of het starten van de motor.
(3) Gaat de SRI branden tijdens de rit.
Als dit gebeurt, laat dan de auto onmiddellijk door een Hyundai dealer controleren.
o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel inde stand "LOCK" worden gedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als decontactsleutel in de stand "ON' staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat deonderhoudsindicatie branden.
B990A01CM-GXT AAN/UIT-schakelaar voor
passagiersairbag
(Indien gemonteerd) De passagiersairbag kan worden uitgeschakeld met de AAN/UIT- schakelaar voor de passagiersairbagals een kinderzitje op de passagiersstoel is geplaatst of als er niemand op de passagiersstoel zit.Voor de veiligheid van uw kind moetde passagiersairbag wordenuitgeschakeld, als het onder zeer bijzondere omstandigheden nodig is om een kinderzitje, waarin het kindnaar achteren kijkt, op de passagiersstoel te plaatsen. Passagiersairbag uit- of inschakelen Plaats om de passagiersairbag uit te schakelen de hoofdsleutel in de ON/ OFF-schakelaar aan de rechterzijde van het dashboard en zet deschakelaar in de stand "OFF". De lamp "passagiersairbag OFF" gaat branden en blijft branden, totdat depassagiersairbag weer wordt ingeschakeld. Inschakelen van de passagiersairbag: plaats de hoofdsleutel in de ON/OFF- schakelaar en zet de schakelaar in de stand "ON". De lamp"passagiersairbag OFF" dooft.
B240C01NF
OCM051010L
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
49

Page 60 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
50
!
!
LET OP:
o Als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag niet juist werkt, dan gaat de airbaglamp inhet instrumentenpaneel branden.Als de lamp "passagiersairbagOFF" niet gaat branden, dan schakelt de SRSCM (de regeleenheid van het systeem)de passagiersairbag in en wordt de passagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ookals de AAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat. Als dit gebeurt, laat dan de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag, hetgordelspannersysteem en het airbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren.
o Als de airbaglamp niet gaat branden als het contactslot in destand "ON" wordt gezet of als deze gaat branden tijdens de rit, laat dan de AAN/UIT-schakelaarvoor de passagiersairbag,
N.B.:
o Als de schakelaar van de
passagiersairbag in de stand "ON" staat, dan wordt de passagiersairbag geactiveerd enmag beslist geen kinderzitje waarin het kind naar achteren kijkt op de passagiersstoelaanwezig zijn.
o Als de schakelaar van de passagiersairbag in de stand"OFF" staat, dan wordt de passagiersairbag niet geactiveerd en mag een kinderzitje waarin het kind naar achteren kijkt op de juiste wijze op depassagiersstoel worden geplaatst. de gordelspanners en hetairbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren.
WAARSCHUWING:
o De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste stand van de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag.
o Schakel de passagiersairbag alleen uit bij uitgeschakeldcontactslot. Als dit niet gebeurt kan een storing ontstaan in deSRSCM. Hierdoor is het mogelijk dat de bestuurders- en/of passagiersairbag en/of de zij- enheadbags niet of niet juist ontsteken tijdens een botsing.
o Plaats nooit een kinderzitje waarin het kind naar achteren kijkt op de passagiersstoel. Theinfant or child could be severely injured or killed by an airbag deployment in case of an acci-dent.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
50

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 300 next >