Hyundai Santa Fe 2010 Handleiding (in Dutch)
Page 231 of 409
Rijden met uw auto
22
5
Type A
1. Druk op de ontgrendelknop van de
schakelblokkering.
2. Verzet de selectiehendel.
3. Laat uw auto direct controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Type B
1. Verwijder voorzichtig het afdekkapje (1) van de opening voor het
uitschakelen van de
schakelblokkering.
2. Steek een schroevendraaier (of sleutel) in de opening en druk de
schroevendraaier (of sleutel) naarbeneden.
3. Verzet de selectiehendel.
4. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur.
E060103AUN
Sleutelblokkeersysteem
(indien van toepassing) De sleutel kan alleen uit het contact
worden genomen als de selectiehendel
in stand P staat. Als de selectiehendel ineen andere stand staat, kan de sleutel
niet worden verwijderd. E060200AFD
Goede rijgewoonten
Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als
de selectiehendel van stand P of N in
een andere stand wordt gezet.
Zet de selectiehendel nooit in stand P als de auto nog niet volledig tot
stilstand is gekomen.
Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat stand R
of D wordt ingeschakeld.
Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is bijzonder
gevaarlijk. Laat de auto bij het rijden
altijd in een versnelling staan.
Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt. Hierdoor
kunnen de remmen oververhit raken
en dienst gaan weigeren. Schakel in
plaats daarvan bij het afrijden van een
lange helling terug naar een lagere
versnelling. Hierdoor remt de auto af
op de motor.
Vertraag de snelheid voordat u terugschakelt. Anders kan de lagere
versnelling misschien niet worden
ingeschakeld. Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw
niet uitsluitend op stand P van de
transmissie om de auto op zijn plaatste houden.
Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde ondergrond. Let in dat
geval vooral op bij het remmen,
gasgeven en schakelen. Op een glad
wegdek kan een abrupte
snelheidsverandering leiden tot verlies
van grip van de aangedreven wielen,
waardoor u de controle over uw auto
kunt verliezen.
Voor de beste prestaties en een zo laag mogelijk brandstofverbruik moethet gaspedaal met een gelijkmatige
beweging worden ingetrapt en wordenlosgelaten.
Page 232 of 409
523
Rijden met uw auto
E060203ACM
Vanuit stilstand een steile hellingoprijden
Trap het rempedaal in en zet de
selectiehendel in stand D (Drive) om
vanuit stilstand een steile helling op te
rijden. Kies de juiste versnelling
afhankelijk van de mate waarin de auto
belast is en de steilheid van de helling en
ontgrendel de parkeerrem. Trap hetgaspedaal geleidelijk in terwijl u het
rempedaal op laat komen.
Bij het vanuit stilstand accelereren op een steile helling kan de auto de
neiging hebben om achteruit te rollen.Door de selectiehendel in stand 2
(tweede versnelling) te zetten
voorkomt u dat de auto achteruit gaat
rollen.
WAARSCHUWING
Draag altijd uw veiligheidsgordel! Bij een aanrijding lopen inzittenden die hun
veiligheidsgordel niet dragen een
veel grotere kans op ernstigletsel dan inzittenden die hun
veiligheidsgordel wel dragen.
Pas uw snelheid aan voordat u een bocht aansnijdt of gaat keren.
Maak geen plotselinge stuurbewegingen bij het wisselen
van rijbaan of bij het nemen van
snelle, scherpe bochten.
De kans dat de auto over de kop slaat wanneer u de macht over
het stuur verliest, is veel groter
bij hogere snelheden.
Meestal verliest de bestuurder de macht over de auto wanneer twee
of meer wielen van de weg raken
en de bestuurder het stuuromgooit om de auto weer de wegop te sturen.
Gooi het stuur niet om wanneer uw auto van de weg raakt. Minder
in plaats daarvan snelheid
voordat u de auto terug de weg
op stuurt.
Houd u altijd aan de snelheidslimieten.WAARSCHUWING
Als u met u auto vast komt te zitten
in de sneeuw, modder, zand, enz.,
kunt u proberen de auto weer los te
krijgen door afwisselend voor- en
achteruit te rijden. Doe dat echterniet als er mensen of obstakels in
de directe nabijheid van de auto
aanwezig zijn. Tijdens het voor- of
achteruitrijden kan de auto
plotseling naar voren of naar
achteren bewegen als de
aangedreven wielen weer grip
krijgen, waardoor personen letsel
kunnen oplopen of schade kanontstaan.
Page 233 of 409
Rijden met uw auto
24
5
E170000AEN
Voor maximale tractie kan de
vierwielaandrijving worden ingeschakeld.
Permanente 4WD is handig als extra
tractie noodzakelijk is op het wegdek
zoals wanneer gereden wordt op gladde,
modderige, natte of besneeuwde wegen.
Deze auto is echter niet bedoeld voor
zwaar terreinrijden.
De auto kan ook worden gebruikt op
normaal begaanbare onverharde wegen
en paden. De bestuurder dient wel altijd
een veilige snelhed aan te houden. Over
het algemeen heeft de auto op onverhard
terrein minder grip en een langere
remweg. De bestuurder moet vooral zeer
goed opletten bij het rijden op hellingen
waarbij de auto naar één kant overhelt.
Bij terreinrijden dient hier rekening mee
te worden gehouden. Het is onder dezeomstandigheden altijd de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
om de auto in contact met de grond en
onder controle te houden, om zo te
zorgen voor de veiligheid van zichzelf ende andere inzittenden. E170201ACM
Wringen in de bochten
Wringen in de bochten is een uniek
kenmerk van vierwielaangedreven auto's
dat wordt veroorzaakt door het verschil in
draaisnelheid van de vier wielen en de
nulgraden uitlijning van de voorwielen enophanging.
Scherpe bochten moeten met lage
snelheid voorzichtig worden genomen.
VIERWIELAANDRIJVING (4WD) (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
-
Rijden op onverhard terrein
Deze auto is met name bedoeld
voor gebruik op de weg maar kan
ook op onverhard terrein goed
gebruikt worden. De auto is echter
niet ontworpen voor het rijden in
zwaar terrein. Rijden onder
omstandigheden waarvoor de auto
en de capaciteiten van de
bestuurder ongeschikt zijn, kan
leiden tot ernstig letsel van deinzittenden.
OPMERKING - 4WD
Scherpe bochten op verharde
wegen met lage snelheid in vierwielaandrijving maken hetsturen moeilijk.
Page 234 of 409
525
Rijden met uw auto
✽✽AANWIJZING
Zorg er als u op normale wegen rijdt voor dat de stand 4WD LOCK is uitgeschakeld door op de toets 4WD LO CK te drukken
(het controlelampje dooft). Als de stand 4WD LOCK is ingeschakeld terwijl u op normale wegen rijdt, kunnen er (met name
bij het nemen van bochten) mechanische bijgeluiden en trillingen worden geprod uceerd. De bijgeluiden en trillingen
verdwijnen als de stand 4WD LOCK wordt uitgeschakeld. Sommige onderdelen in de aandr ijflijn kunnen beschadigd raken
als er langdurig met bijgeluiden en trillingen wordt gereden.
Als de stand 4WD LOCK wordt gedeactiveerd kan een schok worden gevoeld als de aandri jfkracht weer alleen aan de
voorwielen wordt geleverd. Deze schok is geen mechanisch defect.
E170200AEN
Selecteren van de vierwielaandrijving (4WD)
Deze stand wordt gebruikt om bij het op- en afrijden van steile
hellingen, het terreinrijden, het rijden op zanderige of modderige
ondergrond, enz. te zorgen voor een maximale tractie.
Deze stand wordt automatisch langzaam gedeactiveerd bij
snelheden boven 30 km/h en schakelt over naar 4WD AUTO
bij snelheden boven 40 km/h Maar als de snelheid lager
wordt dan 30 km/h wordt de stand 4WD LOCK weer
ingeschakeld.
4WD AUTO
(4WD LOCK is
gedeactiveerd)
(Controlelampje brandt niet)
Stand tussenbak Selectietoets Controlelampje Omschrijving
Tijdens het rijden in stand 4WD AUTO werkt de auto net alsnormale 2WD-auto's onder normale
bedrijfsomstandigheden. Maar als het systeem bepaalt dat
de stand 4WD noodzakelijk is wordt de aandrijfkracht van de
motor verdeeld over alle vier wielen zonder tussenkomst van
de bestuurder.
Tijdens het rijden op normale wegen en asfalt rijdt de auto net zo als normale 2WD-auto's.
4WD LOCK
(Controlelampje brandt)
Page 235 of 409
Rijden met uw auto
26
5
E170300AEN
Veilig gebruik van de vierwielaandrijving
Ga niet rijden in diep water of modder
want dan kan de motor afslaan en
kunnen de uitlaatpijpen verstopt raken.
Rijd niet van een steile helling af want
het vereist bijzonder veel vaardigheidom de auto onder controle te houden. Als u hellingen op of af rijdt, volg dan
zo goed mogelijk de rechte lijn omhoog
of omlaag. Wees zeer voorzichtig bij
het rijden op steile hellingen want uw
auto kan kantelen afhankelijk van het
hellingspercentage, het terrein en de
water/modderomstandigheden.
WAARSCHUWING -
Rijden met vierwielaandrijving
De omstandigheden op de weg of
in het terrein die vragen om
vierwielaandrijving zorgen eroor
dat aan alle functies van uw auto
hogere eisen worden gesteld dantijdens het rijden op normale
wegen. Ga langzamer rijden en
bereid u voor op de andere vorm en
samenstelling van het
wegoppervlak onder uw wielen. Als
u op enigerlei wijze twijfelt aan de
veiligheid van de omstandigheden
waarmee u te maken hebt, stop dan
en denk na over hoe u het beste
verder kunt gaan. Overschat uw
eigen mogelijkheden en die van uwauto niet.
WAARSCHUWING - Heuvels
Het rijden langs steile hellingen kan
zeer gevaarlijk zijn. Dit gevaar kan
worden veroorzaakt door kleine
wijzigingen in de stuurwielhoek diede auto kunnen destabiliseren enals de auto wel stabiliteit behoudt
tijdens het rijden kan deze de
stabiliteit verliezen zodra hij niet
meer beweegt. Uw auto kanplotseling zo snel kantelen en
omrollen dat u geen tijd meer hebt
om uw fout te corrigeren hetgeen
ernstig letsel kan veroorzaken.
HILL1HILL2
Page 236 of 409
527
Rijden met uw auto
U dient er bewust op te oefenen hoe uin een vierwielaangedreven auto de bochten neemt.
Vertrouw niet op uw ervaring in
normale 2WD-auto's als u de snelheid
bepaalt waarmee u in 4WD de bocht
neemt. Om te beginnen dient u in 4WD
langzamer te rijden.
Rijd in het terrein voorzichtig omdat uw auto beschadigd kan raken door
stenen of boomwortels. Zorg dat u
weet hoe de omstandigheden in het
terrein zijn voordat u er gaat rijden.
Pak altijd de buitenkant van hetstuurwiel stevig vast wanneer u op
onverhard terrein rijdt.
Verzeker u er van dat alle passagiers veiligheidsgordels dragen. Als u door water moet rijden, stop de
auto dan, stel de stand 4WD LOCK in
en rijd niet sneller dan 8 km/h.
WAARSCHUWING - 4WD
Minder snelheid als u bochten
neemt. Het zwaartepunt van 4WD-
auto's ligt hoger dan bij normale
2WD-auto's waardoor ze
makkelijker omslaan als u de bochtte snel neemt.
WAARSCHUWING - Stuurwiel
Steek uw arm niet in het stuurwiel
tijdens het rijden in het terrein. U
kunt uw arm verwonden door een
plotselinge stuurbeweging of door
schokken van het stuur als gevolg
van voorwerpen op de grond.
U kunt dan de controle over het
stuurwiel verliezen.
WAARSCHUWING - Gevaarlijke wind
Als u rijdt terwijl het erg hard waait,
zorgt het hogere zwaartepunt van
de auto ervoor dat de controle over
het sturen moeilijker wordt zodat ulangzamer moet gaan rijden.
WAARSCHUWING - Rijden door water
Rijd langzaam. Als u te snel rijdt in het water kan opspattend water in
de motorruimte terechtkomen
waardoor het ontstekingssysteem
nat wordt zodat uw auto plotseling
stilstaat. Als dit gebeurt terwijl uw
auto op een helling staat, kan deauto omslaan.
OCM050059
Page 237 of 409
Rijden met uw auto
28
5
✽✽
AANWIJZING
Rijd niet in water dat hoger staat dan de onderzijde van de auto.
Controleer de werking van de
remmen nadat u door modder of
water bent gereden. Trap het
rempedaal tijdens het rijden licht in
totdat u voelt dat de remmen weer
normaal werken.
Verkort het onderhoudsinterval als u
op onverhard terrein, zoals in zand,
modder of water rijdt (zie
"Onderhoud bij gebruik onder zware
gebruiksomstandigheden" in
hoofdstuk 7). Was uw auto altijd
grondig na gebruik in het terrein, met
name de onderkant van de auto moet
schoongemaakt worden.
De prestaties van een auto met vierwielaandrijving zijn in hoge mate
afhankelijk van de toestand van de
banden, aangezien het aandrijfkoppel
altijd wordt overgebracht op de vier
wielen. Zorg ervoor dat op alle wielen
banden van hetzelfde type en met
dezelfde maat zijn gemonteerd.
De auto met permanente vierwielaandrijving kan niet op een
normale manier gesleept worden. Als
de auto verplaatst moet worden dient
dit op een autoambulance te
gebeuren. WAARSCHUWING - Rijden in 4WD
Vermijd hoge snelheid in de bochten.
Maak geen plotselinge stuurbewegingen bij het wisselen
van rijbaan of bij het nemen van
snelle, scherpe bochten.
De kans dat de auto over de kop slaat wanneer u de macht over
het stuur verliest, is veel groter
bij hogere snelheden.
De kans dat een persoon die zijn of haar veiligheidsgordel niet
draagt bij een aanrijding zeer
ernstig gewond raakt, is
aanmerkelijk groter dan bij een
persoon die zijn of haar
veiligheidsgordel wel draagt.
Meestal verliest de bestuurder de macht over het voertuig wanneer
twee of meer wielen van de weg
raken en de bestuurder het stuuromgooit om de auto weer de weg
op te sturen. Gooi het stuur niet
om wanneer uw auto van de weg
raakt. Minder in plaats daarvan
snelheid voordat u de auto terug
de weg op stuurt.OPMERKING - Modder en sneeuw
Als één van de voor- of
achterwielen doorslipt in de
modder, in sneeuw, enz. kan de autosoms loskomen door het gaspedaal verder in te trappen. Voorkom datde motor gedurende een langere
periode met een hoog toerentaldraait, om schade aan de vierwielaandrijving te voorkomen.
Page 238 of 409
529
Rijden met uw auto
Verkleinen van de kans op over
de kop slaan
Dit type personenauto, dat geschikt is
voor meerdere doeleinden, wordt een
Sports Utility Vehicle (SUV) genoemd.
Een SUV heeft een grotere
bodemvrijheid en een kleinere
spoorbreedte. Dit maakt de inzetbaarheid
op vele terreinen mogelijk. Door het
specifieke ontwerp ligt het zwaartepunt
hoger dan bij normale personenauto's.
Een voordeel van de grotere
bodemvrijheid is dat u een beter overzicht
over de weg hebt. Hierdoor kunt u beter
anticiperen. Net zo min als sportauto's
zijn ontworpen om op onverhard terrein te
rijden is uw auto ontworpen om snelle
bochten mee te rijden.
Vanwege dit risico, raden wij de
bestuurder en passagiers sterk aan om
hun veiligheidsgordel vast te maken. Dekans dat een persoon die zijn of haar
veiligheidsgordel niet draagt zeer ernstig
gewond raakt als de auto over de kop
slaat, is aanmerkelijk groter dan bij een
persoon die wel zijn of haar
veiligheidsgordel draagt. Er zijn stappen
die een bestuurder kan ondernemen om
de kans op over de kop slaan te
verkleinen.Neem scherpe bochten zo voorzichtig
mogelijk en voer geen abrupte
manoeuvres uit, laad geen zwarebagage op het dak en breng geenmodificaties aan uw auto aan.
WAARSCHUWING -
Over de kop slaan
Een onjuiste bediening van de auto
kan ertoe leiden dat u de macht
over het stuur kwijtraakt of dat de
auto over de kop slaat.
SUV's hebben bij een ongeval een grotere kans op over de kop slaan dan andere typen
personenauto's.
Door het specifieke ontwerp (grotere bodemvrijheid, kleinere
spoorbreedte, enz.) ligt het
zwaartepunt hoger dan bij
normale personenauto's.
Een SUV is niet ontworpen om met dezelfde snelheid als
conventionele auto's bochten tenemen.
(Vervolg)
(Vervolg)
Neem scherpe bochten zovoorzichtig mogelijk en voer
geen abrupte manoeuvres uit.
De kans dat een persoon die zijn of haar veiligheidsgordel niet
draagt zeer ernstig gewond raakt
als de auto over de kop slaat, is
aanmerkelijk groter dan bij een
persoon die wel zijn of haar
veiligheidsgordel draagt. Zorg
ervoor dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordel goed dragen.
Page 239 of 409
Rijden met uw auto
30
5
E170400AEN E170600AEN
E170700AEN
Auto's met permanente vierwielaandrijving moeten worden getest op een speciale 4WD-rollenbank.
✽✽ AANWIJZING
Trek tijdens het uitvoeren van deze tests
nooit de parkeerrem aan.
Een 4WD-auto mag niet worden getest op een 2WD-rollenbank. Als een 2WD-
rollenbank moet worden gebruikt,
handelt u als volgt: 1. Controleer of de bandenspanning aan
de specificaties voldoet.
2. Plaats de voorwielen op de testbank voor de snelheidsmeting, zoals
aangegeven in de afbeelding.
3. Ontgrendel de parkeerrem.
4. Plaats de achterwielen op de vrij draaiende rollen, zoals aangegeven in de afbeelding.
WAARSCHUWING - Rollenbanktest
Houd afstand tot de voorzijde van
de auto als deze in de versnelling
staat op de rollenbank. Dit is een
gevaarlijke situatie omdat u, als de
auto uit de testbank springt, ernstigletsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING - Opgekrikte auto
Start nooit de motor en laat de
motor de wielen nooit ronddraaienwanneer de auto met permanentevierwielaandrijving op een krikstaat. De kans bestaat dat de
ronddraaiende wielen de grond
raken waardoor de auto van de krik
kan schieten.WAARSCHUWING
Uw auto is voorzien van banden die
ontworpen zijn voor veilige rij- en
stuureigenschappen. Gebruik geen
banden en velgen met een andere
maat of van een ander type dan de
banden en velgen die
oorspronkelijk op de auto zaten. Dit
kan de veiligheid en prestaties van
uw auto nadelig beïnvloeden, wat
kan leiden tot ernstig letsel doordat
de auto onbestuurbaar wordt of
over de kop slaat.
Zorg er bij het vervangen van de
wielen voor dat alle vier wielen
dezelfde velgmaat, dezelfde
bandenmaat, dezelfde profieldikte
en hetzelfde draagvermogen
hebben. Gebruik ook altijd velgen
en banden van hetzelfde merk. Als
u de auto voor terreinrijden toch
voorziet van een niet door
HYUNDAI aanbevolen banden- en
velgencombinatie, dient u deze
banden- en velgencombinatie niet
te gebruiken voor het rijden op de
snelweg.
OCM051044LTestbank (snelheidsmeter)Vrij draaiende rollen
Page 240 of 409
531
Rijden met uw auto
E070100AUN
Rembekrachtiging
Uw auto is voorzien van bekrachtigde
remmen die bij normaal gebruik
automatisch afgesteld worden.
Als de rembekrachtiging uitvalt omdat de motor is afgeslagen of door een andereoorzaak, kunt u de auto alsnog totstilstand brengen door het rempedaal
met een grotere kracht dan normaal in te
trappen. De remweg zal echter langer
dan gewoonlijk zijn.
Als de motor niet draait, wordt de mate
van bekrachtiging steeds minder
naarmate u vaker het rempedaal indrukt.
Als de rembekrachtiging uitvalt, probeer
dan niet “pompend” te remmen.
Rem alleen “pompend” als de wielen
dreigen te blokkeren.E070101AUN
Problemen bij het remmen
Als de bedrijfsremmen tijdens het rijden
uit zouden vallen, kunt u de auto met
behulp van de parkeerrem alsnog tot
stilstand brengen. Houd daarbij dan wel
rekening met een veel langere remweg
dan normaal.
REMSYSTEEM
WAARSCHUWING - Remmen
Laat tijdens het rijden uw voet niet op het rempedaal rusten.
Hierdoor kan de temperatuur vande remmen abnormaal hoog
worden, kunnen de remblokken
en -schoenen overmatig slijten
en kan de remweg vergroot
worden.
(Vervolg)
WAARSCHUWING-
Parkeerrem
Wanneer tijdens het rijden met een normale snelheid de parkeerrem
wordt aangetrokken, kunt u
plotseling de controle over de auto
verliezen. Trek de parkeerrem
voorzichtig aan wanneer u deze
gebruikt om de auto tot stilstand te
brengen.
(Vervolg)
Schakel bij het afrijden van een lange of een steile helling een
lagere versnelling in en vermijd
langdurig achter elkaar remmen.
Door langdurig achter elkaar te
remmen, zullen de remmen
oververhit raken en kan een
tijdelijk verlies van remprestaties
het gevolg zijn.
Als de remmen nat zijn, remt de auto minder dan normaal en kande auto naar één kant trekken
tijdens het remmen. Door het
rempedaal licht in te trappen,
kunt u controleren of het
remvermogen door het nat
worden is verminderd. Controleer
uw remmen altijd op deze maniernadat u door waterplassen bent
gereden. Druk voor het drogen
van de remmen het rempedaal
licht in terwijl u met een lage
snelheid rijdt, totdat het
remvermogen weer op hetnormale niveau is.