Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 551 of 670

Kenmerken van uw auto
108
4
WAARSCHUWING
Schade aan de auto en persoonlijk
letsel, ontstaan vanwege het
onjuist functioneren van de
parkeerhulp, vallen niet onder de
garantie. Rijd altijd veilig en
voorzichtig.
(knippert)
wordt weergegeven.
(indien van toepassing)
Zelfdiagnose
Wanneer u stand R (achteruit) inschakelt
en als minstens een van de
onderstaande zaken optreedt, dan kan er
een storing zijn in het parkeerhulp
-systeem achter.
U hoort geen waarschuwingsgeluid of
als de zoemer met tussenpozen klinkt.
Als dit gebeurt adviseren we u het systeem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.

Page 552 of 670

4109
Kenmerken van uw auto
Het Smart Parking Assist-Systeem helpt
bestuurders hun auto te parkeren door
middel van sensoren die de afmetingen
van de parkeerplaats bepalen, bediening
van het stuurwiel om de auto
halfautomatisch te parkeren en het
geven van instructies via het LCD-
display.
✽✽AANWIJZING

Page 553 of 670

Kenmerken van uw auto
110
4
Werking Het systeem helpt de auto tussen of
achter geparkeerde auto's te parkeren.
Gebruik het systeem wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan.
Wanneer de parkeerplaats recht is
Bij fileparkeren
Wanneer een auto geparkeerd staat
Wanneer er voldoende ruimte is om de
auto te manoeuvreren Gevallen waarbij het systeem niet werkt
Gebruik het Smart Parking Assist- systeem nooit onder de onderstaandeomstandigheden.
Wanneer de parkeerplaats niet recht is
Op een helling
Wanneer u lading vervoert die buiten
de auto steekt
Bij schuin inparkeren
Wanneer zich vuil, gras of obstakels op de parkeerplaats bevinden
Wanneer het hevig sneeuwt of regent
Wanneer een paal nabij de parkeerlijn staat
Op een hobbelige weg
Wanneer de auto is uitgerust met sneeuwkettingen of een reservewiel
Bij een te lage of te hoge bandenspanning
Wanneer een aanhanger is aangekoppeld
Op gladde of oneffen wegen
Als er grote voertuigen, zoals een bus of vrachtwagen, op de parkeerplaats staan
Als de sensor is bedekt met vuil, zoals sneeuw of water
Als er ijs op de sensor zit Als er een motorfiets of fiets op de
parkeerplaats staat
Als er een vuilnisbak of obstakel in de buurt staat
Bij storm
Als er banden met een onjuiste maat onder de auto zijn gemonteerd
Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
Naast een tuin of bosjes
OLM041271
■ Modus rechts fileparkeren ■Modus links fileparkeren

Page 554 of 670

4111
Kenmerken van uw auto
WAARSCHUWING
Gebruik het Smart Parking Assist-
systeem onder de volgende
omstandigheden niet, omdat dit
anders onbedoelde gevolgen kan
hebben, met een ongeval tot
gevolg.
1. Parkeren op een helling
Wanneer op een helling wordt
geparkeerd, moet de bestuurder hetgaspedaal en rempedaal bedienen.
Als de bestuurder het gaspedaal en
rempedaal niet op de juiste wijze
bedient, kan een ongeval het
gevolg zijn.
(Vervolg)
OLM041290
(Vervolg)
2. Parkeren in de sneeuw
Sneeuw kan de werking van de
sensor negatief beïnvloeden of het
systeem wordt mogelijk
uitgeschakeld bij parkeren op een
glad wegdek. Als de bestuurder hetgaspedaal en rempedaal niet op de
juiste wijze bedient, kan een
ongeval het gevolg zijn.(Vervolg)(Vervolg)
3. Parkeren op een smalleparkeerplaats
Mogelijk zoekt het systeem niet naar een parkeerplaats als de
plaats te smal is. Wees altijd
voorzichtig, zelfs wanneer hetsysteem wel werkt. (Vervolg)
OLM041292
OSL040144

Page 555 of 670

Kenmerken van uw auto
112
4
(Vervolg)
4. Bij schuin inparkeren
De parkeerhulp is een aanvullend
systeem voor fileparkeren. Schuin
inparkeren wordt niet ondersteund.
Bedien zelfs als de auto de plaats
kan inrijden het Smart Parking
Assist-systeem niet. Het systeem
zal proberen te fileparkeren.
(Vervolg)(Vervolg)
5. Parkeren op een oneffen weg
Wanneer de auto op een oneffen
weg wordt geparkeerd, moet de
bestuurder de pedalen (koppeling,gaspedaal of rempedaal) op de
juiste wijze bedienen. Anders wordt
het systeem mogelijk
uitgeschakeld wanneer de auto
slipt en kan zich een ongeval
voordoen.
(Vervolg)(Vervolg)
6. Parkeren achter een vrachtwagen
Er kan zich een ongeval voordoen
wanneer u achter een voertuig
parkeert dat hoger is dan het uwe.
Bijvoorbeeld een bus,
vrachtwagen, enz.(Vervolg)
OSL040145OLM041274OLM041291

Page 556 of 670

4113
Kenmerken van uw auto
Hoe het systeem werkt
1. Activeer het Smart Parking Assist-systeem
2. Selecteer de parkeerhulpmodus
3. Zoek een parkeerplaats: rijd langzaam naar voren
4. Zoeken voltooid: automatisch zoeken met sensor
5. Bedien het stuurwiel (1) Bedien de selectiehendel met
behulp van de instructies op het
LCD-display
(2) Rijd langzaam en bedien hetrempedaal
6. Smart Parking Assist-systeem voltooid
7. Parkeer de auto indien gewenst handmatig op de juiste positie.✽✽ AANWIJZING

Page 557 of 670

Kenmerken van uw auto
114
4
1. Activeer het Smart Parking Assist-
systeem
Druk de toets van het Smart ParkingAssist-systeem in (het controlelampje
in de toets gaat branden). Het Smart Parking Assist-systeem
wordt ingeschakeld (hetcontrolelampje in de toets gaat
branden). Er klinkt een
waarschuwingssignaal wanneer een
obstakel wordt waargenomen.
Druk gedurende ten minste 2 seconden nogmaals op de toets van
het Smart Parking Assist-systeem om
het systeem uit te schakelen.
De standaardinstelling voor het Smart Parking Assist-systeem is UIT als het
contact in stand ON wordt gezet.
2. Selecteer de parkeerhulpmodus
ODMEDR2101
ODMEDR2114
ODMEDR2114HO



■Modus rechts
fileparkeren ■Modus links
fileparkeren
ODM042241
ODM042240
■Type A
■ Type B

Page 558 of 670

4115
Kenmerken van uw auto
Selecteer de parkeerhulpmodus doorde toets van het Smart Parking Assist-
systeem in te drukken met de
selectiehendel in de stand N (vrijstand)
of stand D (rijden) en het rempedaal
ingetrapt.
Wanneer het Smart Parking Assist- systeem wordt geselecteerd, wordtautomatisch de modus rechts
fileparkeren geselecteerd.
Druk nogmaals op de toets van het Smart Parking Assist-systeem om de
modus links fileparkeren in te
schakelen.
Als u de toets nogmaals indrukt, wordt het systeem uitgeschakeld.3. Zoek een parkeerplaats Rijd langzaam naar voren en houddaarbij een afstand aan van ongeveer
50 - 150 cm tot geparkeerde auto's. De
sensoren opzij zoeken naar een
parkeerplaats.
Als de rijsnelheid hoger is dan 30 km/h, verschijnt een melding die
aangeeft om langzamer te rijden.
Als de snelheid hoger is dan 40 km/h, wordt het systeem uitgeschakeld.
✽✽ AANWIJZING

Page 559 of 670

Kenmerken van uw auto
116
4
✽✽
AANWIJZING

Page 560 of 670

4117
Kenmerken van uw auto
4. Zoeken voltooid Wanneer u naar voren rijdt om een
parkeerplaats te zoeken, verschijnt
bovenstaande melding en klinkt een
piepsignaal wanneer het zoeken is
voltooid. Breng de auto tot stilstand en
zet de selectiehendel in stand R
(achteruit).
ODMEDR2104
ODMEDR2145
ODMEDR2145HO



■Modus rechts
fileparkeren ■Modus links
fileparkeren
OPMERKING
Rijd altijd langzaam en bedien het
rempedaal.
Als de parkeerplaats te klein is, wordt het systeem mogelijk
uitgeschakeld tijdens deondersteuning bij het sturen. Parkeer de auto niet als de plaatste klein is.
OPMERKING
Als het Auto Hold-systeem wordt geactiveerd terwijl u het Smart
Parking Assist-systeem gebruikt,verschijnt bovenstaande melding.Schakel het Auto Hold-systeem uit.
Controleer, wanneer u het AutoHold-systeem uitschakelt door hetgaspedaal in te trappen, altijd deomgeving rond uw auto.

Page:   < prev 1-10 ... 511-520 521-530 531-540 541-550 551-560 561-570 571-580 581-590 591-600 ... 670 next >