Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)
Page 631 of 729
Onderhoud
16
7
Als het peil zich bij of op de L bevindt,
moet u olie bijvullen tot de F. Vul niet te
veel olie bij.
Gebruik een trechter om morsen van
olie op motoronderdelen te
voorkomen.
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie. (Zie "Aanbevolensmeermiddelen en hoeveelheden" inhoofdstuk 8.)Motorolie verversen en filter
vervangen
We adviseren u de motorolie en het
oliefilter te laten vervangen door een
officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Gebruikte motorolie kan irritatie of
huidkanker veroorzaken indien de
huid langdurig in contact komt met
de olie. De stoffen die in gebruikte
motorolie aanwezig zijn, hebben bij
laboratoriumproeven geleid tot
kanker bij proefdieren. Was uw
handen zorgvuldig met zeep en
warm water als ze in contact zijn
geweest met gebruikte motorolie.
ODM076060L
OXM079005
■ Type A
■Type B
Page 632 of 729
717
Onderhoud
Het hogedruk-koelsysteem is voorzien
van een reservoir dat gevuld is met een
koelvloeistof die ook voldoende
bescherming biedt tegen bevriezing. Het
reservoir is in de fabriek gevuld.
Controleer de vorstbescherming en het
koelvloeistofpeil ten minste één keer per
jaar, aan het begin van het winterseizoen
en voordat u naar een kouder klimaatreist.Koelvloeistofpeil controleren
KOELVLOEISTOF
WAARSCHUWING
Losdraaien van de
radiateurdop
Verwijder de radiateurdop nooit terwijl de motor draait of nog een
hoge temperatuur heeft.
Daardoor kan er schade aan het
koelsysteem en de motor
ontstaan; bovendien kunt u
ernstig letsel oplopen doordat er
hete koelvloeistof of stoomontsnapt.
(Vervolg)
(Vervolg)
Zet de motor uit en wacht tot dezeis afgekoeld. Verwijder de
radiateurdop uiterst voorzichtig.
Wikkel een dikke doek rond de
dop en draai hem voorzichtig
linksom tot de eerste aanslag. Ga
een stukje achteruit wanneer de
druk van het koelsysteem af gaat.
Pas als u zeker weet dat er geen
overdruk meer is, drukt u de dopmet de doek in en draait u hem
verder linksom om hem teverwijderen.
Verwijder de radiateurdop of de aftapplug niet als de motor en de
radiateur nog heet zijn, zelfs niet
als de motor niet loopt. Er kan
nog steeds hete koelvloeistof en
stoom ontsnappen, waardoor erernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Rijd niet zonder koelvloeistof.
Anders kan de waterpompbeschadigd raken, de motor
vastlopen, enz.
Wanneer de motor oververhit raakt door te weinig koelvloeistofkan het plotseling bijvullen van
koelvloeistof barsten in de motorveroorzaken. Vul koelvloeistof langzaam en in kleinehoeveelheden bij om schade tevoorkomen.
Page 633 of 729
Onderhoud
18
7
Controleer de toestand en de
aansluitingen van alle slangen van het
koelsysteem en van de verwarming.
Vervang beschadigde en slechteslangen.
Het koelvloeistofpeil in het expansievat
dient tussen de merktekens F en L te
liggen als de motor koud is.
Vul als het peil laag is voldoende
gedestilleerd (gedemineraliseerd) waterbij.
Vul bij tot de F (MAX), maar vul niet te
veel bij.
Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Aanbevolen koelvloeistof
Vul het koelsysteem alleen bij met
gedestilleerd water en vul het
koelsysteem niet bij met gewoon
kraanwater. Een onjuist
koelvloeistofmengsel kan storingen en
schade aan de motor veroorzaken.
De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen. Gebruik daarom een
koelvloeistof op ethyleen-glycolbasis
ter voorkoming van corrosie en
bevriezing.
Gebruik GEEN koelvloeistof op ethanol- of methanol-basis; meng ook
geen ethanol- of methanol-antivries
met de voorgeschreven koelvloeistof.
Gebruik geen mengsel met meer dan 60% of minder dan 35% antivries; in
dat geval is een optimale koelende
werking niet gewaarborgd.
ODM073006
WAARSCHUWING
De elektromotor
(koelventilator) wordt
aangestuurd op basis
van de
koelvloeistoftemperatuur, de
koudemiddeldruk en de rijsnelheid.De ventilator kan soms gaan
draaien ook al is de motor uit. Wees
extra voorzichtig bij
werkzaamheden in de buurt van de
koelventilator zodat u niet geraakt
wordt door de ronddraaiende
ventilatorbladen. Als de
koelvloeistoftemperatuur daalt,
wordt de elektromotor automatisch
uitgeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel.
Indien uw auto is uitgerust met GDI,
werkt de elektromotor (koel
-ventilator) mogelijk totdat u de
minpool van de accu losneemt.
Page 634 of 729
719
Onderhoud
Zie de volgende tabel voor de
mengverhouding.Koelvloeistof verversen
We adviseren u de koelvloeistof te laten
vervangen door een officiële HYUNDAI-
dealer.
OPMERKING
Leg een flinke doek rond de
vulopening om te voorkomen datals er gemorst wordt, koelvloeistof
terechtkomt of de dynamo of andere onderdelen van de motor.
WAARSCHUWING
- Koelvloeistof
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terecht komt
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen. Bovendien
kan het de lak beschadigen.WAARSCHUWING
Radiateurdop
Verwijder bij een warme motor en
radiateur de radiateurdop niet. Erkan nog steeds gloeiend hete
koelvloeistof en stoom
ontsnappen, waardoor er ernstigletsel kan ontstaan.
ODM072007
-15°C (5°F) 35 65
-25°C (-13°F) 40 60
-35°C (-31°F) 50 50
-45°C (-49°F) 60 40
Buiten-temperatuur Mengverhouding
(hoeveelheid))
Antivries Water
Page 635 of 729
Onderhoud
20
7
REM-/KOPPELINGSVLOEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING)
Controle van niveau
rem-/koppelingsvloeistof
Controleer regelmatig het niveau in het
reservoir. Het vloeistofniveau dient zich
tussen de merktekens MAX en MIN aan
de zijkant van het reservoir te bevinden.
Reinig het gebied rondom de dop van het
reservoir grondig alvorens de dop te
verwijderen en vloeistof bij te vullen, om te
voorkomen dat deze vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het merkteken MAX
wanneer het niveau te laag is. Het niveau
van de remvloeistof zal na verloop van tijd
dalen. Dit is normaal en wordt veroorzaakt
door het slijten van de remblokken. Als het
rem-/koppelingsvloeistof extreem laag is,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Gebruik alleen de voorgeschreven remvloeistof. (Zie "Aanbevolensmeermiddelen en hoeveelheden" inhoofdstuk 8.)
Meng nooit verschillende soortenvloeistof door elkaar.
✽✽ AANWIJZING
Lees voor het verwijderen van de
vuldop van het rem-/
koppelingsvloeistofreservoir eerst de
waarschuwing op de dop.
ODM072009
WAARSCHUWING
- Rem-/koppelingsvloeistof
Wees voorzichtig bij het vervangen
of bijvullen van rem-
/koppelingsvloeistof. Zorg ervoor
dat de vloeistof niet in contact komt
met uw ogen. Spoel uw ogen direct
met een ruime hoeveelheidleidingwater wanneer u
remvloeistof in uw ogen krijgt. Laat
uw ogen zo snel mogelijk
onderzoeken door een dokter.
WAARSCHUWING - Lekkage van rem-
/koppelingsvloeistof
Als u het rem-
/koppelingsvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Reinig de vuldop alvorens hem te
verwijderen. Gebruik alleen DOT3
of DOT4 rem-/koppelingsvloeistof
uit een afgesloten verpakking.
OPMERKING
Zorg ervoor dat rem- /koppelingsvloeistof niet in contact komt met het lakwerk van de auto.De lak kan hierdoor beschadigen.
De kwaliteit van remvloeistof diegedurende lange tijd blootgesteld is aan de buitenlucht kan nietgegarandeerd worden. Vervang
deze. Gebruik het juiste typevloeistof. Slechts een paar druppels minerale olie, bijvoorbeeldmotorolie, in het remsysteem
kunnen de onderdelen van hetsysteem beschadigen.
Page 636 of 729
721
Onderhoud
STUURBEKRACHTIGINGSVLOEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING)
Controleren van vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Controleer regelmatig het niveau van het
reservoir van de
stuurbekrachtigingsvloeistof. Zet de auto
hiervoor op een vlakke ondergrond. Het
vloeistofniveau dient zich bij normale
temperaturen tussen de merktekens
MAX en MIN aan de zijkant van het
reservoir te bevinden.
Reinig het gebied rondom de dop van het
reservoir grondig alvorens
stuurbekrachtigingsvloeistof bij te vullen
om te voorkomen dat deze vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het merkteken
MAX wanneer het niveau te laag is.
✽✽ AANWIJZING
Controleer of het vloeistofniveau zich in
het gebied HOT op het reservoir
bevindt. Als de vloeistof koud is,
controleer dan of het vloeistofniveau
zich in het gebied COLD bevindt.
Als u het
stuurbekrachtigingsvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen, adviseren weu het systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Gebruik alleen de voorgeschreven
stuurbekrachtigingsvloeistof. (Zie "Aanbevolen smeermiddelen en
hoeveelheden" in hoofdstuk 8.)
Controle van de slangen van de
stuurbekrachtiging
Controleer voor het rijden de slangen van
de stuurbekrachtiging op loszitten,
lekkage, beschadigingen en verdraaiing.
ODMNMC2035OPMERKING
Blijf niet te lang doorrijden met een te laag vloeistofniveau in hetreservoir om schade aan destuurbekrachtigingspomp tevoorkomen.
Start de motor nooit als het reservoir leeg is.
Voorkom bij het bijvullen van vloeistof dat er vuil in hetreservoir komt.
(Vervolg)
(Vervolg) Als het vloeistofniveau te laag is, kan het sturen zwaarder gaan enkunnen er vreemde geluiden tehoren zijn van de
stuurbekrachtiging.
Door niet de voorgeschreven vloeistof te gebruiken, zal destuurbekrachtiging mindereffectief zijn en kan schade aan
de stuurinrichting ontstaan.
Page 637 of 729
Onderhoud
22
7
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
Ruitensproeiervloeistofniveau
controleren
Het reservoir is transparant, zodat het
niveau snel visueel kan wordengecontroleerd. Controleer het vloeistofpeil in het
sproeierreservoir en vul indien nodigvloeistof bij. Als u geen ruitensproeiervloeistof bij de
hand heeft, kunt u het reservoir bijvullen
met gewoon water. Gebruik in koudeklimaten echter speciale
ruitensproeiervloeistof om bevriezing te
voorkomen.
WAARSCHUWING
- Koelvloeistof
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terecht komt
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen. Bovendien
kan het de lak beschadigen.
Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan onder bepaalde
omstandigheden licht
ontvlambaar zijn. Houd open
vuur en vonken uit de buurt van
de ruitensproeiervloeistof en het
sproeierreservoir. De auto kan
beschadigd raken en deinzittenden kunnen letseloplopen.
Ruitensproeiervloeistof is giftig voor mensen en dieren. Drink
geen ruitensproeiervloeistof envermijd contact met
ruitensproeiervloeistof. Hierdoorkan ernstig letsel ontstaan.
ODMNMC2019
ODM072010
■Type A
■Type B
Page 638 of 729
723
Onderhoud
PARKEERREM
Controleer de parkeerrem
Type A
Controleer of de slag van het
parkeerrempedaal volgens de
specificatie is als het wordt ingetrapt met
294 N (30 kg, 66 lb). De parkeerrem
alleen moet de auto veilig op een vrij
steile helling kunnen houden. Als de slag
groter of kleiner is dan voorgeschreven,
adviseren we u het systeem te laten
repareren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Vrije slag : 8-9 tarden
Type B
Controleer de slag van de parkeerrem
door het aantal klikken te tellen wanneer
de hendel volledig wordt aangetrokken.
De parkeerrem alleen moet de auto veilig
op een vrij steile helling kunnen houden.
Als de slag groter of kleiner is dan
voorgeschreven, adviseren we u hetsysteem te laten repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Slag: 5~6 klikjes bij een kracht van 20 kg (44 lbs, 196 N).OCM050015
ODM052015
Page 639 of 729
Onderhoud
24
7
BRANDSTOFFILTER (DIESEL)
Aftappen van water uit het brandstoffilter
De waterafscheider vangt het water uit
de brandstof op.
Het waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het contact in stand ON staat
en water zich in de waterafscheider
verzameld heeft. Als het waarschuwingslampje
brandt, adviseren we u hetsysteem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer. Brandstoffilterelement vervangen
✽✽
AANWIJZING
We adviseren u voor het vervangen van
het brandstoffilterelement vervangende
onderdelen te gebruiken die zijn
geleverd door een officiële HYUNDAI-
dealer.OPMERKING
Als het water in de afscheider niet of niet vaak genoeg wordt afgetapt,kan er schade ontstaan aanbelangrijke onderdelen, zoals hetbrandstofsysteem, doordat er water
in het brandstoffilter komt.
ODM072011
Page 640 of 729
725
Onderhoud
LUCHTFILTER
Filter vervangen
Dit moet indien nodig vervangen worden
en mag niet gereinigd worden.
U kunt het filter schoonmaken wanneer u
het luchtfilterelement controleert.
Reinig het filter met behulp van perslucht. 1. Neem de bevestigingsclips los om het
luchtfilterdeksel te verwijderen. 2. Veeg de binnenkant van het luchtfilter
schoon.
3. Vervang het luchtfilter.
4. Bevestig het deksel met de bevestigingsclips.
ODM072012
ODM072013OXM079014