Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2016, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2016Pages: 729, PDF Size: 67.42 MB
Page 611 of 729

Wat te doen in een noodgeval
36
6
SLEPEN
Slepen
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door
een officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur of een erkend
bergingsbedrijf. De juiste procedures
voor het slepen zijn noodzakelijk ombeschadigingen aan uw auto te
voorkomen. Wij bevelen het gebruik vandollies aan.
Zie hoofdstuk 5 "Trekken van een aanhanger" voor meer informatie overhet rijden met een aanhanger.
Auto's met vierwielaandrijving moeten
gesleept of vervoerd worden met alle vier
wielen van de grond. Dit kan met behulp
van een bril en dollies of met behulp van
een auto-ambulance. Auto's met tweewielaandrijving mogen
gesleept worden met de achterwielen op
de grond (zonder dollies) en de
voorwielen van de grond.
Als een van de aangedreven wielen of de
wielophanging voor beschadigd is of als
de auto wordt gesleept met de
voorwielen van de grond, plaats dan een
dolly onder de voorwielen.
Als er geen dollies worden gebruikt,
moet de auto worden gesleept met de
voorwielen van de grond.
OXM069028
wielplatform
wielplatform
OPMERKING
4WD-auto's mogen niet worden
gesleept met de wielen op degrond. Dit kan de transmissie en het4WD-systeem ernstig beschadigen.
WAARSCHUWING - indien uitgerust met
koprolsensor
Zet het contact in de stand OFF
of ACC wanneer de auto gesleept
wordt als de auto voorzien is van
zij- en gordijnairbags.
De zij- en gordijnairbags kunnen
worden geactiveerd wanneer hetcontact in de stand ON staat en
de koprolsensor de situatie
interpreteert als over de kopslaan.
Page 612 of 729

637
Wat te doen in een noodgeval
Slepen in noodgevallen zonder dollies:
1. Zet het contact in stand ACC.
2. Zet de transmissie in stand N(neutraal).
3. Ontgrendel de parkeerrem. Afneembare trekhaak
(indien van toepassing)
1. Open de achterklep en verwijder het
sleepoog uit de gereedschapsset.
2. Verwijder het afdekkapje in de bumper door op het onderste deel van het
kapje te drukken.
OPMERKING
Als de selectiehendel niet in stand
N wordt gezet, kan dit inwendigeschade in de transmissie tot gevolg hebben.
OPMERKING
Sleep de auto nooit achteruit met de voorwielen op de grond.
Hierdoor kan de auto beschadigdraken.
Sleep de auto nooit met een takelwagen. Gebruik alleen een
auto-ambulance of een bril.
OUN046030
OCM054034
ODM066012L
ODM066013L
■ Voor
■ Achter
Page 613 of 729

Wat te doen in een noodgeval
38
6
3. Plaats het sleepoog door het rechtsom
te draaien totdat het volledig vastzit.
4. Verwijder het sleepoog na gebruik en plaats het afdekkapje. Slepen in een noodgeval
Als er nauwelijks beweging in de auto
zit, ga dan niet onnodig door met
slepen. We raden u aan contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-dealer of een deskundig
bergingsbedrijf voor hulp. Als dit niet mogelijk is, mag de auto
tijdelijk worden gesleept met een
sleepkabel of -ketting die aan het
sleepoog aan de voor- of achterzijde van
de auto is bevestigd. Wees voorzichtig bij
het slepen van de auto. Laat een ervarenbestuurder in de gesleepte auto achterom te sturen en de remmen te bedienen.
Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand
en met lage snelheid. Bovendien moeten
de wielen, aandrijfassen, transmissie,
stuurinrichting en remmen in orde zijn.
Gebruik de sleepogen niet om een
andere auto weg te slepen die vastzit
in de modder of iets dergelijks waar hij
niet op eigen kracht uit kan komen.
Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt gesleept.
De bestuurders van beide auto’s dienen goed met elkaar te
communiceren.
ODM066014L
ODM066015L
■Voor
■ Achter
Page 614 of 729

639
Wat te doen in een noodgeval
Controleer voor het slepen of desleepogen niet gebroken of op een andere manier beschadigd zijn.
Bevestig de kabel of ketting goed aan de sleepogen.
Voorkom schokbewegingen tijdens het slepen. Sleep met een gelijkmatige
kracht.
Trek niet in de dwarsrichting of in verticale richting aan het sleepoog.Anders kan het sleepoog beschadigd
raken. Trek alleen in de lengterichting
van de auto.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het slepen van de auto.
Probeer abrupt accelereren en remmen, alsmede vreemde
manoeuvres te voorkomen, zodatde sleepkabel of -ketting en de
sleepogen niet te zwaar worden
belast. Anders kunnen ze breken,
waardoor ernstig letsel of schadekan ontstaan.
Als er nauwelijks beweging in de auto zit, ga dan niet onnodig door
met slepen. We raden u aancontact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer of een
deskundig bergingsbedrijf voorhulp.
Sleep de auto onder een zo recht mogelijke hoek.
Blijf op veilige afstand van de auto tijdens het slepen.OPMERKING
Bevestig een sleepkabel alleen
aan de sleepogen.
Als de sleepkabel aan een ander onderdeel van de auto wordtbevestigd, kan dit leiden totbeschadigingen.
Gebruik alleen een sleepkabel of - ketting die speciaal bedoeld isvoor het slepen van auto’s.Bevestig de kabel of ketting goed aan de sleepogen.
Page 615 of 729

Gebruik een sleepkabel van maximaal5 meter. Bevestig een rode doek in het midden.
Rijdt voorzichtig tijdens het slepen om te voorkomen dat de sleepkabel slap
komt te hangen.
Voorzorgsmaatregelen bij slepen in
een noodgeval
Zet het contact in stand ACC, zodat het stuurslot niet kan worden
ingeschakeld.
Zet de transmissie in stand N (neutraal).
Ontgrendel de parkeerrem.
Vanwege de verminderde remwerking, moet het rempedaal krachtiger worden bediend.
Het sturen gaat zwaarder omdat de stuurbekrachtiging niet werkt.
Tijdens een afdaling kunnen de remmen oververhit raken, waardoor de
remwerking afneemt. Stop in dat gevalregelmatig om de remmen af te laten
koelen.
OPMERKING -Automatische transmissie
Als de auto gesleept moet worden
met alle wielen op de grond, mag hij
alleen vooruit gesleept worden.Controleer of de transmissie in devrijstand staat. Zorg ervoor dat hetstuurslot niet geactiveerd is door
het contact in stand ACC te zetten.Laat een ervaren bestuurder in de gesleepte auto achter om te sturen
en de remmen te bedienen.
Laat de auto niet met een snelheid hoger dan 15 km/h en niet verderdan 1,5 km slepen, om ernstigeschade aan de automatische
transmissie te voorkomen.
Controleer, voordat de auto gesleept wordt, onder de auto of deze geenautomatische-transmissievloeistof lekt. Als de auto automatische-
transmissievloeistof lekt moet deauto op een auto-ambulance vervoerd of op een dolly gesleeptworden.
OXM069009
640
Wat te doen in een noodgeval
Page 616 of 729

Onderhoud
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-3
Onderhoudswerkzaamheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-5• Verantwoordelijkheid van de eigenaar . . . . . . . . . . . . 7-5
onderhoud uitgevoerd door eigenaar . . . . . . . . . . . . 7-5
motorruimte (dieselmotor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-7
Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-8 onderhoudswerkzaamheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-8
Uitleg bij onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . . . . 7-11
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-15 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-15
. . . . . . . . . . 7-16
Koelvloeistof verbrandingsmotor . . . . . . . . . . . . . 7-17 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-17
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-19
Rem-/koppelingsvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-20 . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-20 Stuurbekrachtigingsvloeistof. . . . . . . . . . . . . . . . . 7-21
stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-21
stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-21
Ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-22 . . . . . . . . 7-22
Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-23 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-23
Brandstoffilter (diesel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-24 . . . . . . . . . . . 7-24
Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-25
Interieurfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-27
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-29 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-29
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-29
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-32 . . . . . . . . . . 7-32
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-34
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-35
7
Page 617 of 729

Banden en wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-36 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-36
. . . . . 7-36
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-38
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-41
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-43
. . . . . . . . . . . . . . . . . 7-43
. . . 7-47
Zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-49
Lampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-66 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-67
. . . . . . 7-76
. . . . . . . . . . . . . . . . 7-76
. . . . . . . . . . . . . 7-79
. . . . 7-80
. . . . . . . . . 7-81
Onderhoud exterieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-82 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-82
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-88 Emissieregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-89
7
Page 618 of 729

73
Onderhoud
MOTORRUIMTE
ODM076100L/ODMNMC2020
■
■
Benzinemotor (Theta II 2,4L) - GDI
■■Benzinemotor (Theta II 2,4L) - MPI
* De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. 1. Expansievat koelvloeistof
2. Vuldop motorolie
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir
4. Luchtfilter
5. Zekeringkast
6. Minpool accu
7. Pluspool accu
8. Radiateurdop
9. Peilstok motorolie
10. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
(indien van toepassing)
11. Sproeierreservoir
Page 619 of 729

Onderhoud
4
7
OXM079100/ODM012005
■■
Dieselmotor (R2,0/R2,2)
■■Benzinemotor (Lambda II 3,3L) - MPI
* De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. 1. Expansievat koelvloeistof
2. Vuldop motorolie
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir
4. Luchtfilter
5. Zekeringkast
6. Minpool accu
7. Pluspool accu
8. Radiateurdop
9. Peilstok motorolie
10. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
(indien van toepassing)
11. Sproeierreservoir
12. Brandstoffilter
Page 620 of 729

75
Onderhoud
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Neem bij het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden en
controles de grootst mogelijke
voorzichtigheid in acht om schade aanuw auto en/of persoonlijk letsel te
voorkomen.
Niet doelmatig, onvoldoende of
gebrekkig onderhoud kan problemen bij
het gebruik van uw auto veroorzaken,
wat kan leiden tot schade aan de auto,
een ongeval of persoonlijk letsel. Verantwoordelijkheid van de
eigenaar
✽✽
AANWIJZING
Het laten uitvoeren van onderhoud en
de registratie daarvan zijn de
verantwoordelijkheid van de eigenaar.
In het algemeen adviseren we u uw auto te laten onderhouden door een officiële
HYUNDAI-dealer. U dient aan te kunnen tonen dat het juiste onderhoud aan uw auto is
uitgevoerd overeenkomstig de
voorgeschreven intervallen zoals
weergegeven op de volgende bladzijden,
dus bewaar alle relevante documenten.
U hebt deze informatie nodig om
aanspraak te kunnen maken op garantie.
De garantievoorwaarden vindt u in het
onderhoudsboekje.
Reparaties en afstellingen die nodig zijn
als gevolg van te weinig of verkeerd
onderhoud vallen niet onder de garantie,
ook al is de garantieperiode voor uw auto
nog niet verlopen. Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud uitgevoerd door
eigenaar
Verkeerd of onvolledig onderhoud kan
problemen opleveren. In dit hoofdstuk
worden alleen aanwijzingen gegeven
voor werkzaamheden die eenvoudig uit
te voeren zijn.✽✽
AANWIJZING
Het verkeerde onderhoud door de
eigenaar tijdens de garantieperiode kan
ertoe leiden dat de garantie vervalt.
Lees voor details het bij de auto
geleverde onderhoudsboekje. Laat in
twijfelgevallen het onderhoud altijd
uitvoeren door een officiële HYUNDAI-
dealer.