JEEP GRAND CHEROKEE 2013 Instructieboek (in Dutch)

Page 11 of 416

7

Page 12 of 416

WAARSCHUWINGEN VOORZICHTIGDeze handleiding bevatWAARSCHUWINGEN
voor handelingen die kunnen leiden tot een
aanrijding of lichamelijk letsel. In het boekje
wordt ook duidelijk aangegeven waar u VOOR-
ZICHTIG moet zijn bij handelingen die kunnen
leiden tot schade aan uw auto. Als u deze
handleiding niet in zijn geheel leest, kan het zijn
dat u belangrijke informatie over het hoofd ziet.
Let op als er in de tekst Waarschuwing of
Voorzichtig staat.
CHASSISNUMMERHet chassisnummer of voertuigidentificatie-
nummer (VIN) van uw auto treft u aan op een
label, dat zich op de linkervoorhoek van het
dashboard bevindt en van buiten zichtbaar is
door de voorruit. Dit nummer is ook rechtsvoor
in de carrosserie ingeslagen, achter de rech-
tervoorstoel. Verplaats de rechtervoorstoel in
voorwaartse richting om het ingeslagen VIN-
label beter te kunnen bekijken. OPMERKING:
Het is verboden om het VIN te verwijderen of
te wijzigen.
VOERTUIGWIJZIGINGEN/-
AANPASSINGEN
WAARSCHUWING!
Aanpassingen aan of wijzigingen van deze
auto kunnen de geschiktheid en veiligheid
ervan in ernstige mate beïnvloeden en leiden
tot ongevallen die ernstig letsel of de dood
veroorzaken.
Plaats van het VIN
Locatie VIN-label rechtsvoor in carrosserie
8

Page 13 of 416

2
WAT U MOET WETEN VOOR U UW AUTO
START
•UW SLEUTELS ............................ 13
• Draadloos ontstekingscontact (WIN) .............. 13
• Sleutelhouder ........................... 13
• De sleutelhouder uit het contact verwijderen ......... 14
• Waarschuwingssysteem contactsleutel ............ 15
• STUURSLOT — INDIEN AANWEZIG ................ 15
• Handmatig het stuurwiel vergrendelen ............ 16
• Het stuurwiel ontgrendelen ................... 16
• SENTRY KEY ............................. 16
• Reservesleutels .......................... 16
• Zelf nieuwe sleutels programmeren .............. 17
• Algemene informatie ....................... 17
• ALARMSYSTEEM — INDIEN AANWEZIG ............. 17
• Systeem activeren ........................ 17
• Het systeem deactiveren ..................... 18
9

Page 14 of 416

•Sabotage-alarm .......................... 19
• INSTAPVERLICHTING ........................ 19
• AFSTANDSBEDIENING ........................ 19
• De portieren ontgrendelen .................... 19
• De portieren vergrendelen .................... 20
• Extra afstandsbedieningen programmeren .......... 20
• Vervanging batterij afstandsbediening ............ 20
• Algemene informatie ....................... 21
• PORTIERVERGRENDELING ..................... 22
• Centrale portiervergrendeling .................. 23
• Kindersloten — achterportieren ................ 24
• KEYLESS ENTER-N-GO ....................... 24
• RAMEN ................................. 27
• Elektrisch bediende ruiten .................... 27
• Rijwinddruk ............................ 29
• ACHTERKLEP ............................. 29
• Openslaande achterruit ..................... 29
• Elektrisch bediende achterklep - indien aanwezig ...... 30
• VEILIGHEIDSGORDELSYSTEMEN ................. 32
• Driepuntsgordels ......................... 33
• Gebruiksinstructies voor driepuntsgordels .......... 34
• Corrigeren van gedraaide driepuntsgordel .......... 36
10

Page 15 of 416

•Verstelbaar ankerpunt schoudergordel ............ 37
• Veiligheidsgordels op passagierszitplaatsen ......... 37
• Functie vergrendelrolautomaten (ALR) — Indien
aanwezig .............................. 38
• Spankrachtbegrenzer ....................... 38
• Gordelspanners .......................... 38
• Extra actieve hoofdsteunen (AHR) ............... 39
• Geavanceerd autogordelwaarschuwingssysteem
(BeltAlert) ............................. 41
• Vergrendelde veiligheidsgordel ................. 42
• Veiligheidsgordels en zwangerschap ............. 42
• Extra beveiligingssysteem (SRS) — Airbags ......... 42
• Kenmerken van de geavanceerde voorairbags ........ 43
• Sensoren en regelknoppen voor activering van de
airbags ............................... 47
• EDR (Event Data Recorder, Gebeurtenisrecorder) ...... 51
• Veiligheidssystemen voor kinderen .............. 52
• AANBEVELINGEN BIJ INRIJDEN VAN DE MOTOR ........ 61
• Aanvullende vereisten voor dieselmotoren — Indien
aanwezig .............................. 61
• VEILIGHEIDSTIPS ........................... 61
• Passagiers meenemen ...................... 61
• Uitlaatgassen ........................... 62
11

Page 16 of 416

•Veiligheidscontroles in de auto ................. 62
• Periodieke veiligheidscontroles aan de buitenzijde ..... 64
12

Page 17 of 416

UW SLEUTELSUw auto werkt met een startcontact zonder
sleutel. Dit systeem bestaat uit een sleutelhou-
der met afstandsbediening (RKE) en een
draadloos ontstekingscontact (WIN) met geïn-
tegreerde contactschakelaar. U kunt de sleutel-
houder in de contactschakelaar steken met
eender welke kant naar boven.
Keyless Enter-N-Go-functie
Deze auto is uitgerust met de Keyless Enter-N-
Go-functie. Raadpleeg “Startprocedures” in
Starten en rijdenvoor meer informatie.
Draadloos ontstekingscontact (WIN)Het draadloos ontstekingscontact (WIN) werkt
op dezelfde manier als een contactschakelaar.
Er zijn vier bedieningsstanden, waaronder drie
met een pal en een met veerbelasting. De
palstanden zijn OFF, ACC en ON/RUN. De
stand START is een veerbelaste contactstand
van zeer korte duur. Bij het loslaten uit de
startstand keert de schakelaar automatisch te-
rug naar de palstand ON/RUN. OPMERKING:
Als uw auto is uitgerust met de functie
Keyless Enter-N-Go, zal het elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC) de stand
van de contactschakelaar (OFF/ACC/RUN)
weergeven. Voor meer informatie raadpleegt
u het
Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC) inDe functies op uw dash-
board.
SleutelhouderMet de sleutelhouder wordt de contactschake-
laar bediend. Steek het vierkante uiteinde van
de sleutelhouder in de contactschakelaar op
het instrumentenpaneel en draai deze in de
gewenste stand. Deze bevat ook een afstands-
bediening en een noodsleutel die achter in de
sleutelhouder wordt opgeborgen.
Met de noodsleutel hebt u aan de bestuurders-
zijde toegang tot de auto wanneer de accu in
de auto of de sleutelhouder met afstandsbedie-
ning leeg is. Met de noodsleutel kan ook het
handschoenvakje worden afgesloten. U kunt
de noodsleutel bij u houden als iemand anders
de auto voor u parkeert.
OPMERKING:
Als u toegang tot de auto wilt verkrijgen met
de noodsleutel terwijl de diefstalbeveiliging
is ingeschakeld, zal het alarm afgaan. Steek
de sleutelhouder (ook als de batterij van de
sleutelhouder leeg is) in de contactschake-
laar om de diefstalbeveiliging uit te schake-
len.
Draadloos ontstekingscontact (WIN)
1 — OFF
2 — ACC (ACCESSOIRESTAND)
3 — ON/RUN
4—START
13

Page 18 of 416

Om de noodsleutel te verwijderen schuift u de
mechanische vergrendeling boven op de sleu-
telhouder opzij met uw duim en haalt u de
sleutel er vervolgens met uw andere hand uit.
OPMERKING:
U kunt de tweezijdige noodsleutel in de
slotcilinders steken met eender welke kant
naar boven.
De sleutelhouder uit het contact
verwijderen
Zet de hendel in PARK Draai de sleutel in de
stand OFF en neem de sleutel er uit.Als uw auto is uitgerust met de functie Keyless
Enter-N-Go, zal het EVIC de stand van de
contactschakelaar
OFF/ACC/RUNweerge-
ven. Voor meer informatie raadpleegt u het
Elektronisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC) inDe functies op uw dashboard.
OPMERKING:
• Als u de sleutelhouder probeert te verwij-
deren voordat u de keuzehendel in de
stand PARK hebt gezet, kan de sleutel-
houder tijdelijk vast komen te zitten in de
contactschakelaar. Als dit gebeurt, moet u
de keuzehendel in de stand PARK zetten
en de sleutel voorzichtig naar rechts
draaien. Daarna verwijdert u de sleutel-
houder volgens de beschrijving. Als er
een storing optreedt, zal het systeem de
sleutel vasthouden in de contactschake-
laar om u te waarschuwen dat deze bevei-
liging niet meer werkt. U kunt de motor
starten en uitzetten, maar u kunt de sleu-
telhouder niet verwijderen zolang u de
auto niet hebt aangeboden voor onder-
houd. •
De schakelaars voor elektrische raambe-
diening, de radio, het elektrisch schuifdak
(indien aanwezig) en de aansluitcontac-
ten blijven nog maximaal 10 minuten wer-
ken nadat de contactschakelaar in de
stand OFF is gedraaid. Door het openen
van een voorportier wordt deze functie
uitgeschakeld. De tijdsduur van deze
functie is programmeerbaar. Voor meer
informatie raadpleegt u Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke Instellingen (door de klant te
programmeren functies) inDe functies
op uw dashboard.
LET OP!
• Als uw accu leeg is of het begeeft, komt de
sleutelhouder vast te zitten in de contact-
schakelaar.
• Verwijder de sleutelhouder in dit geval niet,
om schade aan de sleutelhouder of con-
tactschakelaar te voorkomen. Gebruik de
noodsleutel uitsluitend om de portieren te
vergrendelen en te ontgrendelen.
(Vervolgd)Verwijderen van de noodsleutel
14

Page 19 of 416

LET OP!(Vervolgd)
• Laat de sleutelhouder in de contactschake-
laar zitten en voer een van de volgende
instructies uit:
• Start de auto via een hulpaccu.
• Laad de accu op.
WAARSCHUWING!
•Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot
en vergrendel de autoportieren wanneer u
de auto verlaat.
• Laat kinderen nooit alleen achter in een
auto en sluit uw auto altijd af als u hem
onbeheerd achterlaat binnen bereik van
kinderen.
• Kinderen zonder toezicht achterlaten in
een auto is om verschillende redenen ge-
vaarlijk. Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen oplopen.
Waarschuw kinderen dat ze van de hand-
rem, het rempedaal of de keuzehendel
moeten afblijven.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Laat de sleutelhouder niet achter in het
contact of in de buurt van de auto, en laat
de Keyless Enter-N-Go niet achter in de
ACC- of ON/RUN-stand. Een kind zou de
elektrische raambediening of andere scha-
kelaars kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in een
in de zon geparkeerde en afgesloten auto.
De hitte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-vergrendelde auto is een prima uit-
nodiging voor dieven. Verwijder de sleutel-
houder altijd uit de contactschakelaar en ver-
grendel alle portieren wanneer u de auto
onbeheerd achterlaat.
Waarschuwingssysteem
contactsleutel
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl
de sleutelhouder in het contact in de stand OFF
of ACC zit, zal een geluidssignaal u erop attent
maken de sleutelhouder te verwijderen.
OPMERKING:
Het waarschuwingssysteem voor de con-
tactsleutel werkt alleen wanneer de inge-
bouwde contactsleutel in de stand OFF of
ACC staat.
Als uw auto is uitgerust met de functie Keyless
Enter-N-Go en u het bestuurdersportier opent
terwijl de contactschakelaar in ACC of ON/RUN
staat (motor uitgezet), waarschuwt een ge-
luidssignaal dat de sleutel nog moet worden
verwijderd. Raadpleeg “Startprocedures” in
Starten en rijden voor meer informatie.
STUURSLOT — INDIEN AANWEZIGUw auto is mogelijk uitgerust met een passief
elektronisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor dat
de auto zonder contactsleutel niet kan worden
bestuurd. Het stuurslot heeft zes posities (een
per 60 graden). Als het stuurwiel naar een van
15

Page 20 of 416

deze posities wordt bewogen terwijl de sleutel
zich in de off-stand bevindt, wordt het stuurwiel
vergrendeld.
Handmatig het stuurwiel
vergrendelen
Draai het stuurwiel een halve slag bij draaiende
motor. Zet de motor af en verwijder de contact-
sleutel. Draai het stuur een beetje in een wille-
keurige richting tot het vergrendelt.
Het stuurwiel ontgrendelenDraai de contactsleutel en start de motor.
OPMERKING:
Als u het stuur naar rechts hebt gedraaid om
het slot te vergrendelen, moet u het stuur
iets naar rechts draaien om het te ontgren-
delen. Als u het stuur naar links hebt ge-
draaid om het slot te vergrendelen, moet u
het stuur iets naar links draaien om het te
ontgrendelen.
SENTRY KEYHet startblokkeersysteem met Sentry Key
voorkomt ongeoorloofd gebruik van de auto
door derden door de motor te blokkeren. U
hoeft het systeem niet te activeren of in teschakelen. Dit systeem werkt automatisch, on-
geacht of de auto is vergrendeld.
Het systeem werkt met de in de fabriek gepro-
grammeerde sleutelhouder met afstandsbedie-
ning (RKE) en een draadloos ontstekingscon-
tact (WIN) om ongeoorloofd gebruik van de
auto te voorkomen. De auto kan daardoor al-
leen bediend en gestart worden met sleutel-
houders die specifiek voor de betreffende auto
werden geprogrammeerd. Het systeem scha-
kelt de motor na twee seconden uit wanneer
een ongeldige sleutelhouder wordt gebruikt om
de motor te starten.
Nadat de contactschakelaar in de stand ON/
RUN is gedraaid, gaat het indicatielampje van
het alarmsysteem gedurende drie seconden
branden om het gloeilampje te controleren. Als
het lampje blijft branden, treedt er een storing
in de elektronica op. Als na de controle van het
gloeilampje het indicatielampje blijft knipperen,
geeft dat aan dat iemand een valse sleutelhou-
der heeft gebruikt om de motor te starten. Elk
van deze twee condities schakelt de motor na
twee seconden uit.
Als het indicatielampje van het alarmsysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van de
auto (nadat deze langer dan tien seconden
heeft gereden), duidt dat op een storing in de
elektronica. Laat in dat geval het voertuig zo
snel mogelijk repareren door een erkende dea-
ler.
LET OP!
De Sentry Key
startonderbreker is niet com-
patibel met sommige niet-originele afstands-
bedieningen. Dergelijke systemen kunnen
startproblemen veroorzaken en de startblok-
kering van de auto tenietdoen.
Alle sleutelhouders die bij uw nieuwe auto zijn
meegeleverd zijn geprogrammeerd voor de
elektronica van uw auto.
Reservesleutels
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart wor-
den met sleutelhouders die specifiek voor
de betreffende auto werden geprogram-
meerd. Nadat een sleutelhouder voor een
auto is geprogrammeerd, kan deze niet op-
16

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 420 next >