JEEP GRAND CHEROKEE 2013 Instructieboek (in Dutch)
Page 141 of 420
Wanneer een auto verandert van een plaats
waar het verkeer links rijdt naar een plaats waar
het verkeer rechts rijdt, detecteert de ACC
automatisch de rijrichting van het verkeer. In dat
geval is de inhaalhulp alleen actief bij het rechts
inhalen van de doelauto. Deze extra acceleratie
wordt geactiveerd wanneer de bestuurder de
richtingaanwijzer naar rechts inschakelt. In
deze situatie zorgt het ACC-systeem niet meer
voor inhaalhulp bij het links inhalen totdat het
vaststelt dat het voertuig weer is teruggekeerd
naar een plaats waar het verkeer links rijdt.
Menu van de adaptieve
cruisecontrol (ACC)
Het EVIC toont de huidige instellingen van het
ACC-systeem. Het EVIC bevindt zich in het
midden van de instrumentengroep. De ge-
toonde informatie is afhankelijk van de status
van het ACC-systeem.
Druk op de toets AAN/UIT van de ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC) (op het stuur), totdat
een van de volgende meldingen wordt weerge-
geven in het EVIC:Adaptive Cruise Control OFF (adaptieve
cruisecontrol uitgeschakeld)
Als ACC is uitgeschakeld, verschijnt op het
scherm de melding
"Adaptive Cruise Control
OFF (adaptieve cruisecontrol uitgeschakeld).
Adaptive Cruise Control (ACC) Ready
(adaptieve cruisecontrol gereed)
Als ACC is ingeschakeld, maar de rijsnelheid
niet is ingesteld, verschijnt op het scherm de
melding "Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready" (adaptieve cruisecontrol gereed).
Druk op de toets SET + of de SET- (op het
stuur), en de volgende meldingen worden weer-
gegeven in het EVIC:
ACC ingesteld
Als ACC is ingesteld, blijft de ingestelde snel-
heid zichtbaar in de rechteronderhoek van de
instrumentengroep.
Het ACC-scherm wordt opnieuw getoond wan-
neer een ACC-activiteit plaatsvindt, zoals bij-
voorbeeld:
• Wijzigen van de ingestelde volgafstand •
Annuleren van het systeem
• Ingreep door de bestuurder
• Uitschakelen van het systeem
• Naderingswaarschuwing van ACC
• Waarschuwing ACC niet beschikbaar
• Als het ACC-scherm langer dan 5 seconden
niet actief is, toont het EVIC het laatst geko-
zen scherm.
Waarschuwingen en
onderhoudsaanwijzingen op het
scherm
Waarschuwing Wipe Front Radar Sensor
In Front Of Vehicle (veeg radarsensor aan
voorzijde af)
De waarschuwing "ACC / FCW Unavailable
Wipe Front Radar Sensor" (ACC/FCW niet be-
schikbaar Veeg radarsensor aan voorzijde af)
wordt weergegeven en ook een geluidssignaal
geeft aan wanneer de functionaliteit van het
systeem tijdelijk door omstandigheden wordt
beperkt.
137
Page 142 of 420
Dit komt vooral voor bij slecht zicht, zoals
tijdens sneeuwval of zware regenbuien. Het
ACC-systeem kan ook tijdelijk niet beschikbaar
zijn doordat de sensor is bedekt met modder,
vuil of ijs. In dergelijke gevallen wordt in het
EVIC"ACC / FCW Unavailable Wipe Front
Radar Sensor" (ACC/FCW niet beschikbaar
Veeg radarsensor aan voorzijde af) weergege-
ven en wordt het systeem uitgeschakeld.
De melding "ACC / FCW Unavailable Wipe
Front Radar Sensor" (ACC/FCW niet beschik-
baar Veeg radarsensor aan voorzijde af) wordt
soms weergegeven als u rijdt in omgevingen
met veel reflectie (zoals in tunnels met reflecte-
rende tegels of op plaatsen met ijs en sneeuw).
Het ACC-systeem herstelt zich nadat de auto
deze omgevingen heeft verlaten. In zeldzame
gevallen, wanneer de radar geen voertuigen of
objecten vóór zich detecteert, kan deze waar-
schuwing tijdelijk worden weergegeven.
OPMERKING:
Als de waarschuwing ACC / FCW Unavaila-
ble Wipe Front Radar Sensor (ACC/FCW
niet beschikbaar Veeg radarsensor aan
voorzijde af) actief is, is de normale cruise-
control (vaste snelheid) nog steeds beschik- baar. Raadpleeg de paragraaf
Modus Nor-
male cruisecontrol (vaste snelheid) in dit
hoofdstuk voor meer informatie hierover.
Als de weersomstandigheden geen oorzaak
kunnen zijn, dient u de sensor te controleren.
Het kan noodzakelijk zijn een obstakel van de
sensor te verwijderen of deze te reinigen. De
sensor bevindt zich in het midden van de auto,
achter de onderste grille.
Voor een juiste werking van het ACC-systeem
dient u de volgende onderhoudsaanwijzingen
op te volgen:
• Houd de sensor altijd schoon. Veeg de lens
voorzichtig schoon met een zachte doek.
Voorkom beschadiging van de sensorlens.
• Verwijder geen schroeven van de sensor.
Het verwijderen van schroeven kan een sto-
ring in het ACC-systeem tot gevolg hebben of
het opnieuw uitlijnen van de sensor noodza-
kelijk maken.
• Als de sensor of de voorkant van het voertuig
is beschadigd door een aanrijding, neemt u
contact op met uw erkende dealer voor
service. •
Monteer geen accessoires in de nabijheid
van de sensor, ook geen transparant materi-
aal of een andere grille. Dat kan een storing
of defect in het ACC-systeem veroorzaken.
Als de omstandigheid waardoor het systeem werd
uitgeschakeld niet langer aanwezig is, keert het
systeem terug naar de status "Adaptive Cruise
Control OFF (adaptieve cruisecontrol uitgescha-
keld). U kunt het systeem dan opnieuw activeren,
waarna de huidige instellingen weer worden ge-
bruikt.
OPMERKING:
•
Als de melding ACC / FCW Unavailable Wipe
Front Radar Sensor (ACC/FCW niet beschik-
baar Veeg radarsensor aan de voorzijde af)
vaak wordt weergegeven (bijvoorbeeld ie-
dere rit meer dan één keer) zonder enige
sneeuw, regen, modder of andere obstakels,
laat u de radarsensor opnieuw uitlijnen door
uw erkende dealer.
•Het monteren van een sneeuwploeg, be-
scherming of een andere grille of het wijzi-
gen van de grille wordt afgeraden. Hierdoor
kan de sensor worden geblokkeerd en de
werking van het ACC/FCW-systeem worden
belemmerd.
138
Page 143 of 420
WaarschuwingClean Front Windshield
(voorruit reinigen)
De waarschuwing "ACC/FCW Limited Functio-
nality Clean Front Windshield "(ACC/FCW be-
perkte functionaliteit Voorruit reinigen) wordt
weergegeven en ook een geluidssignaal geeft
aan wanneer de functionaliteit van het systeem
tijdelijk door omstandigheden wordt beperkt. Dit
komt vooral voor bij slecht zicht, zoals tijdens
sneeuwval of zware regenbuien en bij mist. Het
ACC-systeem kan ook tijdelijk verblind zijn als
gevolg van obstakels, zoals modder, vuil of ijs
op de voorruit en mist aan de binnenkant van
het glas. In dergelijke gevallen wordt in het
EVIC "ACC/FCW Limited Functionality Clean
Front Windshield" (ACC/FCW beperkte functio-
naliteit Voorruit reinigen) weergegeven en heeft
het systeem verminderde prestaties.
De melding "ACC/FCW Limited Functionality
Clean Front Windshield" (ACC/FCW beperkte
functionaliteit Voorruit reinigen) wordt soms
weergegeven als u rijdt in omgevingen met veel
reflectie (zoals in tunnels met reflecterende
tegels of op plaatsen met ijs en sneeuw). Het
ACC/FCW-systeem herstelt zich nadat de auto
deze omgevingen heeft verlaten. In zeldzame gevallen kan deze waarschuwing tijdelijk wor-
den weergegeven zonder dat de camera een
voertuig of object vóór zich detecteert.
Als de weersomstandigheden geen factor zijn,
dient de bestuurder de voorruit en de camera
aan de achterkant van de achteruitkijkspiegel te
controleren. Het kan noodzakelijk zijn een ob-
stakel van de sensor te verwijderen of deze te
reinigen.
Als de omstandigheid die de beperkte functio-
naliteit veroorzaakte niet meer aanwezig is,
gaat het systeem terug naar volledige functio-
naliteit.
OPMERKING:
Als de melding
ACC/FCW Limited Functio-
nality Clean Front Windshield (ACC/FCW
beperkte functionaliteit Voorruit reinigen)
vaak wordt weergegeven (bijv. meer dan
eenmaal per rit) zonder enige sneeuw, re-
gen, modder of andere obstakels, laat u de
voorruit en de naar voren gerichte camera
controleren door uw erkende dealer. Verwijderen van ACC-sensor voor
terreinrijden
OPMERKING:
Voor terreinrijden is het beter om de ACC-
sensor te verwijderen. De sensor bevindt
zich achter de voorste onderste grille in het
midden van het voertuig. Na het verwijderen
van het bumperpaneel kunt u de onderste
sensor met steun verwijderen.
Volg onderstaande aanwijzingen voor het ver-
wijderen van de sensor:
1. Koppel de connector los door de twee lippen
op de connector in te drukken en de connector
naar buiten te trekken. Niet aan de bedrading
trekken en geen gereedschap gebruiken om de
connector te verwijderen.
2. Verwijder de sparvormige kabelklem uit de
achterkant van de steun.
3. Verwijder de twee M6-bevestigingen waar-
mee de steun op de bumper is bevestigd.
139
Page 144 of 420
OPMERKING:
De stelbevestigingen niet wijzigen en de
sensor niet van de steun trekken. Dit kan tot
een onjuiste uitlijning van de sensor leiden.
Berg de sensor en de steun op een veilige plek
op. De bedrading en de connector moeten goed
worden weggewerkt nadat de sensor en de
steun zijn verwijderd.
Boven op de bumperstang is een connector-
stekker opgeborgen. Breng de bedrading van
de connector aan in de connectorstekker.
OPMERKING:
Als de sensor is verwijderd, zijn adaptieve
cruisecontrol, normale cruisecontrol en For-
ward Collision Warning niet beschikbaar en
blijft de aan/uit-knop voor Forward Collision
Warning branden. Nadat het contact van de
auto is uitgeschakeld en weer ingeschakeld,
wordt het systeem opnieuw ingesteld en de
volledige functionaliteit hervat.
Herhaal bovenstaande procedure in omge-
keerde volgorde om de sensor en de steun
opnieuw aan te brengen. Het vereiste aanhaal-
moment om de steun opnieuw op de stang te
bevestigen is 9 Nm.Waarschuwing onderhoud ACC/FCW
Als het systeem wordt uitgeschakeld en in het
EVIC de melding
"ACC/FCW Unavailable Ser-
vice Required" (ACC/FCW niet beschikbaar,
onderhoud noodzakelijk) of "Cruise/FCW Una-
vailable Service Required" (cruisecontrol/FCW
niet beschikbaar, onderhoud noodzakelijk)
wordt weergegeven, kan er sprake zijn van een
interne systeemstoring of van een tijdelijke sto-
ring die de functionaliteit van ACC beperkt.
Hoewel u nog steeds met de auto kunt rijden,
zal het ACC-systeem tijdelijk niet beschikbaar
zijn. Als dit gebeurt, kunt u proberen ACC later
opnieuw te activeren nadat u de contactscha-
kelaar uit- en weer ingeschakeld heeft. Als het
probleem aanhoudt, breng dan een bezoek aan
uw erkende dealer.
Voorzorg tijdens het rijden met ACCOnder sommige rijomstandigheden kan het
ACC-systeem moeite te hebben met de detec-
tie. In een dergelijk geval kan ACC laat of
onverwacht remmen. U dient als bestuurder
altijd alert te zijn om te kunnen ingrijpen. Een aanhanger trekken
OPMERKING:
Een aanhanger trekken wordt niet aangera-
den tijdens gebruik van de adaptieve cruise
control (ACC).
Verspringend verkeer
Het ACC-systeem kan een voertuig in dezelfde
rijstrook mogelijk niet waarnemen als dat voer-
tuig niet recht voor u rijdt, of invoegt vanaf een
naastgelegen rijstrook. Het kan zijn dat er on-
voldoende afstand is tot uw voorligger. Uw
voorligger kan uw rijtraject onder een hoek
kruisen waardoor uw auto plotseling kan rem-
men of versnellen.
140
Page 145 of 420
Afslaan en bochten nemen
Tijdens het rijden in een bocht terwijl ACC is
ingeschakeld, kan het systeem de rijsnelheid en
acceleratie verlagen omwille van de stabiliteit
zonder dat een doelauto is gedetecteerd. Nadat
de auto door de bocht is gereden, keert het
systeem terug naar de oorspronkelijk inge-
stelde snelheid. Dit maakt deel uit van de
normale werking van het ACC-systeem.
OPMERKING:
In scherpe bochten kunnen de prestaties
van ACC kan worden beperkt.Gebruik van ACC op hellingen
Bij het rijden op hellingen is het mogelijk dat
ACC een voertuig in uw rijstrook niet detecteert.
De prestaties van ACC kunnen onder invloed
van de snelheid, voertuigbelasting, verkeers-
omstandigheden en de hellingshoek worden
beperkt.
Van rijstrook wisselen
ACC merkt een voorligger mogelijk niet op tot
die volledig in dezelfde rijstrook rijdt als uzelf. In
de getoonde afbeelding is het voertuig dat van
rijstrook wisselt nog niet gedetecteerd door
ACC en wordt het voertuig mogelijk niet opge-merkt voordat het te laat is voor het ACC-
systeem om nog actie te kunnen ondernemen.
ACC merkt een voorligger mogelijk niet op tot
die volledig in dezelfde rijstrook rijdt. Het kan
zijn dat er te weinig afstand wordt gehouden tot
het voertuig dat van rijstrook wisselt. Blijf altijd
alert en wees erop voorbereid uw remmen te
gebruiken.
141
Page 146 of 420
Smalle voertuigen
Bepaalde smalle voertuigen die dicht langs de
randen van de rijstrook rijden worden pas ge-
detecteerd als ze zich in volledig in de rijstrook
bevinden. Het kan zijn dat er onvoldoende
afstand is tot uw voorligger.
Stilstaande objecten en voertuigen
ACC reageert niet op stilstaande objecten en
voertuigen. ACC reageert bijvoorbeeld niet in
omstandigheden waarbij de auto vóór u naar
een andere rijstrook gaat of wanneer er op uw
rijstrook een auto stilstaat. Blijf altijd alert en
wees erop voorbereid uw remmen te gebruiken.
Algemene informatie
FCC-eisen voor voertuigradarsystemenClassificatiespecificaties:47 C.F.R. Deel 15
47 C.F.R Deel 15.515
Modus Normale cruisecontrol
(vaste snelheid)
Naast adaptieve cruisecontrol is ook de nor-
male cruisecontrol (vaste snelheid) beschikbaar
voor het rijden met een constante snelheid. De
normale cruisecontrol (vaste snelheid) is be- doeld om een ingestelde snelheid aan te hou-
den, zonder dat het gaspedaal bediend hoeft te
worden. De cruisecontrol kan alleen worden
gebruikt als de auto een snelheid heeft van
meer dan 30 km/u (19 mph).
Om tussen de verschillende typen cruisecontrol
te wisselen, drukt u op de AAN/UIT-knop van de
adaptieve cruisecontrol (ACC) zodat de ACC en
de normale cruisecontrol (vaste snelheid) wor-
den uitgeschakeld. Op de AAN/UIT-knop voor
de normale cruisecontrol (vaste snelheid) druk-
ken, leidt tot het inschakelen van (omschakelen
naar) de normale cruisecontrol (vaste snelheid).
WAARSCHUWING!
In de modus Normale cruisecontrol (vaste
snelheid) zal het systeem niet reageren op
voertuigen die vóór u rijden. Houdt een vei-
lige afstand aan tot het voertuig dat vóór u
rijdt. Zorg dat u zich altijd bewust bent van de
gekozen modus. Het negeren van deze
waarschuwingen kan een aanrijding en ern-
stig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
142
Page 147 of 420
De gewenste snelheid instellen
Schakel de normale cruisecontrol (vaste snel-
heid) in. Wanneer de auto de gewenste snel-
heid heeft bereikt, drukt u kort op de knop SET
(+) of SET (-). Laat het gaspedaal los. De auto
zal nu automatisch de gekozen snelheid hand-
haven. Nadat een snelheid is ingesteld, wordt
een melding CRUISE CONTROL SET TO
MPH/KM (cruisecontrol ingesteld op MPH/KM)
weergegeven dat aangeeft welke snelheid is
ingesteld. Een controlelampje CRUISE wordt
ook weergegeven en blijft branden in de instru-
mentengroep terwijl de snelheid is ingesteld.
Ingestelde snelheid aanpassen
Wanneer de normale cruisecontrol (vaste snel-
heid) is ingesteld, kunt u de snelheid verhogen
door op de knop SET (+) te drukken. Als u de
knop ingedrukt houdt, wordt de ingestelde snel-
heid continu verhoogd totdat u de knop loslaat.
De nieuwe snelheid wordt dan ingesteld.
Als u eenmaal op de knop SET (+) drukt, wordt
de ingestelde snelheid verhoogd met 1 km/u
(1 mph). Telkens wanneer u opnieuw kort op de
knop drukt, wordt de snelheid met 1 km/u
(1 mph) verhoogd.Terwijl de normale cruisecontrol (vaste snel-
heid) is ingesteld, kunt u de ingestelde snelheid
verhogen door de knop SET
+ingedrukt te
houden. Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft
de ingestelde snelheid toenemen in stappen
van 5 km/u (5 mph) totdat u de knop loslaat. Het
EVIC toont de snelheidstoename.
Als u de snelheid wilt verlagen terwijl de cruise-
control (vaste snelheid) is ingesteld, drukt u op
de knop SET (-). Als u de knop SET (-) ingedrukt
houdt, wordt de ingestelde snelheid continu
verlaagd totdat u de knop loslaat. Laat de knop
los zodra de gewenste snelheid is bereikt. De
nieuwe snelheid zal vervolgens worden inge-
steld.
Als u eenmaal op de knop SET (-) drukt, wordt
de ingestelde snelheid verhoogd met 1 km/u
(1 mph). Telkens wanneer u opnieuw kort op de
knop drukt, wordt de snelheid met 1 km/u
(1 mph) verlaagd.
Terwijl de normale cruisecontrol (vaste snel-
heid) is ingesteld, kunt u de ingestelde snelheid
verlagen door de knop SET -ingedrukt te
houden. Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft
de ingestelde snelheid dalen in stappen van 5 km/u (5 mph) totdat u de knop loslaat. Het
EVIC toont de snelheidsafname.
Annuleren
De volgende omstandigheden annuleren de
Normale cruisecontrol (vaste snelheid) zonder
het geheugen te wissen:
•
U trapt het rempedaal (kort) in.
• U op de knop CANCEL drukt.
•
Het elektronisch stabiliteitsregelsysteem/
tractieregelsysteem (ESP/ASR) wordt geacti-
veerd.
• De handrem wordt aangetrokken.
• De temperatuur van de remmen wordt hoger
dan het normale bereik (oververhit).
• De schakelhendel wordt uit de stand Drive
gehaald.
Snelheid hervatten
Als u een eerder ingestelde snelheid opnieuw
wilt aanhouden, drukt u kort op de knop RES.
Deze functie kan worden gebruikt bij snelheden
hoger dan 30 km/u (19 mph).
143
Page 148 of 420
Uitschakelen
Het systeem wordt uitgeschakeld en wist de
ingestelde snelheid uit het geheugen als u:
•Op de knop Normale vaste snelheid ON/OFF
drukt.
• De contactschakelaar in de stand OFF zet.
• Vierwielaandrijving Low inschakelt.
FORWARD COLLISION WARNING
(FCW) MET RISICOBEPERKING -
INDIEN AANWEZIG
Bediening Forward Collision Warning
(FCW) met risicobeperking
Het systeem Forward Collision Warning (FCW)
met risicobeperking geeft de bestuurder hoor-
bare waarschuwingen en visuele waarschuwin-
gen (in EVIC), en kan een remschok toepassen
om de bestuurder te waarschuwen wanneer het
een mogelijke frontale botsing detecteert. De
waarschuwingen en beperkte remwerking zijn
bedoeld om de bestuurder voldoende tijd te
geven om te reageren, een mogelijke botsing te
voorkomen of te beperken. OPMERKING:
FCW bewaakt de informatie vanaf de naar
voren gerichte sensoren en vanaf de elek-
tronische remregeling (EBC), om de waar-
schijnlijkheid te berekenen dat er zich een
frontale botsing voordoet. Wanneer het sys-
teem constateert dat een frontale botsing
waarschijnlijk is, zal de bestuurder geluids-
signalen en visuele waarschuwingen ont-
vangen, en kan het systeem een remschok
als waarschuwing toepassen. Als de be-
stuurder geen actie onderneemt op basis
van deze progressieve waarschuwingen, zal
het systeem in beperkte mate autonoom
remmen om te helpen het voertuig af te
remmen en een mogelijke frontale botsing te
beperken. Als de bestuurder reageert op de
waarschuwingen door te remmen en het
systeem vaststelt dat de bestuurder pro-
beert om de botsing te voorkomen door te
remmen, maar niet voldoende remkracht
heeft uitgeoefend, zal het systeem compen-
seren en extra remkracht leveren voor zover
dat nodig is.Wanneer het systeem bepaalt dat een aanrijding
met het voertuig vóór u niet langer waarschijnlijk is,
worden de waarschuwingen uitgeschakeld.
OPMERKING:
•
De minimumsnelheid voor de activering
van de FCW is 10 km/u (5 mph).
•
De FCW-waarschuwingen kunnen worden
geactiveerd door andere objecten dan voer-
tuigen, zoals vangrails of wegwijzers, op
basis van de voorspelde route. Dit is zoals
verwacht en een normaal aspect van de
activering en functionaliteit van de FCW.
FCW-melding
144
Page 149 of 420
WAARSCHUWING!
Forward Collision Warning (FCW) is niet
bedoeld om zelfstandig een aanrijding te
voorkomen en kan ook niet elke soort moge-
lijke aanrijding herkennen. De bestuurder
blijft verantwoordelijk voor de besturing van
de auto en het voorkomen van een aanrij-
ding. Als u deze waarschuwing niet opvolgt,
kan dit ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
FCW in- of uitschakelen
OPMERKING:
De standaard status van FCW is Aan, hier-
mee kan het systeem u waarschuwen voor
een mogelijke aanrijding met het voorlig-
gende voertuig.
De knop Forward Collision bevindt zich op het
schakelpaneel onder het Uconnect® scherm.
Om het FCW-systeem uit te schakelen, drukt u
eenmaal op de knop Forward Collision om het
systeem uit te schakelen (LED gaat aan). Om het FCW-systeem weer in te schakelen,
drukt u weer op de knop Forward Collision om
het systeem in te schakelen (LED gaat uit).
Door de FCW-status te wijzigen in
"Off"(uit)
waarschuwt het systeem u niet langer voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u.
Door de status van actief remmen te verande-
ren naar "Uit"voorkomt u dat het systeem
slechts beperkt autonoom remt, of extra remon-
dersteuning als de bestuurder niet voldoende
hard remt in het geval van een potentiële fron-
tale botsing.
OPMERKING:
De status van het FCW-systeem blijft in het
geheugen bewaard, ook wanneer de con-
tactschakelaar wordt uit- en weer ingescha-
keld. Als het systeem UIT wordt geschakeld,
blijft het uit nadat de auto weer is gestart. Status van FCW en actief remmen
veranderen
Om de instellingen van FCW en actief rem-
men te wijzigen via het scherm van het
Uconnect® 8.4/8.4A systeem — indien aan-
wezig.
OPMERKING:
De instellingen kunnen alleen worden veran-
derd als de auto in de stand PARK staat.
Volg deze stappen om de FCW en actief rem-
men in te stellen:
1. Kies de schermtoets
"Controls"(bedienings-
elementen) onder in het Uconnect® scherm.
2. Kies de schermtoets "Settings"(instellin-
gen).
3. Kies de schermtoets "Safety & Driving Assis-
tance" (hulpsystemen).
4. Druk bij "FWD Collision Warning" (waar-
schuwing frontale botsing) op de schermtoets
Far (veraf) of Near (dichtbij), overeenkomstig
uw voorkeur.
5. Druk bij "Active Braking" (actief remmen) op
de schermtoets On (aan) of Off (uit).
145
Page 150 of 420
OPMERKING:
In het selectievak wordt een vinkje weerge-
geven om de instelling aan te geven.
Om de instellingen van FCW en actief rem-
men te wijzigen via het scherm van het
Uconnect® 5.0 systeem — indien aanwezig.
OPMERKING:
De instellingen kunnen alleen worden veran-
derd als de auto in de stand PARK staat.
Volg deze stappen om de FCW en actief rem-
men in te stellen:
1. Druk op de toets"+ MORE"die zich rechts-
onder op het Uconnect® systeem bevindt.
2.
Kies de schermtoets "Settings"(instellingen).
3. Kies de schermtoets "Safety/Assistance"
(hulpsystemen).
4. Druk op de eerste schermtoets "FWD Colli-
sion W..." (waarschuwing frontale b...).
5. Druk bij "FWD Collision Warning" (waar-
schuwing frontale botsing) op de schermtoets
Far (veraf) of Near (dichtbij), overeenkomstig
uw voorkeur. Druk vervolgens op de scherm-
toets met de pijl naar links. 6. Druk op de tweede schermtoets
"FWD Col-
lision W..." (waarschuwing frontale b...).
7. Druk bij "Active Braking" (actief remmen) op
de schermtoets On (aan) of Off (uit).
De standaardinstelling van FCW is "Far"(veraf)
en van Actief remmen is "On"(aan). Hierdoor
kan het systeem u waarschuwen voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u
wanneer u nog relatief veraf bent en remt het
slechts beperkt. Dit geeft u de langste reactietijd
om een mogelijke botsing te voorkomen.
Door de FCW-status te wijzigen in "Near"(dicht-
bij), kan het systeem u waarschuwen voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u
wanneer de afstand tot dit voertuig veel korter
is. Met deze instelling heeft u minder reactietijd
dan bij de instelling "Far"(veraf). Hierdoor is
een meer dynamische rijervaring mogelijk.
OPMERKING:
• Het systeem onthoudt de instelling die
het laatst door de bestuurder is gekozen
nadat het contact werd uitgeschakeld. •
FCW reageert mogelijk niet op irrelevante
objecten, zoals objecten hoog boven de
weg, weerkaatsingen van de bodem, ob-
jecten welke zich niet in de rijweg van de
auto bevinden, stilstaande objecten op
grote afstand, tegemoetkomend verkeer,
of voorliggers met een dezelfde of een
hogere snelheid.
• Net als bij ACC, wordt met de schermen
aangegeven dat FCW is uitgeschakeld.
Waarschuwing FCW beperkt
Als het systeem wordt uitgeschakeld en in het
EVIC de melding "ACC/FCW Limited Functio-
nality" (ACC/FCW beperkte functionaliteit) of
"ACC/FCW Limited Functionality Clean Front
Windshield" (ACC/FCW beperkte functionaliteit
Voorruit reinigen) wordt weergegeven, kan er
sprake zijn van een situatie waarin de werking
van FCW wordt beperkt. Hoewel nog steeds
met het voertuig kan worden gereden onder
normale omstandigheden, is actief remmen mo-
gelijk niet volledig beschikbaar. Zodra de situ-
atie die de prestaties van het systeem beperkte
niet meer aanwezig is, herwint het systeem zijn
volledige werking. Als het probleem aanhoudt,
breng dan een bezoek aan uw erkende dealer.
146