JEEP GRAND CHEROKEE 2013 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2013, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2013Pages: 420, PDF Size: 2.68 MB
Page 171 of 420

WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van ernstig of zelfs dodelijk
letsel:
•Sluit op de 12 volt-aansluitcontacten al-
leen apparaten aan die geschikt zijn voor
dit type aansluitcontact.
• Raak de aansluitcontacten niet aan met
natte handen.
• Zorg dat het klepje is gesloten tijdens het
rijden en wanneer u het aansluitcontact
niet gebruikt.
•
Onjuist gebruik van dit aansluitcontact kan
leiden tot een elektrische schok en storing.
LET OP!
• Veel accessoires die u op de aansluitcon-
tacten kunt aansluiten, ontvangen ook
voedingsspanning van de accu in de auto
als u ze niet gebruikt (bijv. mobiele tele-
foons). Als u de accessoires te lang aan-
gesloten laat, raakt de accu zo ver ontla-
den dat de levensduur ervan afneemt
en/of de motor niet meer zal starten.
• Accessoires die veel vermogen vergen,
zoals koelers, stofzuigers, lampen, enz.,
zullen de accu nog sneller ontladen. Ge-
bruik deze met mate en wees extra voor-
zichtig.
•
Na het gebruik van accessoires die veel
vermogen vereisen of na een lange periode
dat de auto niet werd gestart (met nog
aangesloten accessoires), moet er lang ge-
noeg met de auto worden gereden, totdat de
dynamo de accu weer op kan laden.
Zekeringlocaties voor aansluitcontacten
1 — F104 zekering 20 A geel voedingsuitgang
opbergruimte console
2 — F90 zekering 20 A geel aansluitcontact rech-
ter achterpaneel
3 — F93 zekering 20 A geel sigarettenaansteker
instrumentenpaneel
167
Page 172 of 420

SPANNINGSOMVORMER —
INDIEN AANWEZIG
Er bevindt zich een aansluitcontact met span-
ningsomvormer van 115 volt en 150 watt op de
achterkant van de middenconsole die gelijk-
stroom omzet naar wisselstroom. Deze aanslui-
ting kan mobiele telefoons, elektronische appa-
raten en andere laagspanningsapparaten tot
150 Watt van spanning voorzien. Bepaalde
game consoles, zoals Playstation3 en XBox360
overschrijden deze limiet, evenals de meeste
elektrische gereedschappen.De spanningsomvormer is uitgerust met een
ingebouwde beveiliging tegen overbelasting.
Als het maximum vermogen van 150 Watt wordt
overschreden, schakelt de spanningomvormer
automatisch uit. Zodra het elektrische apparaat
is losgekoppeld van de aansluiting, schakelt de
spanningomvormer automatisch weer in. Con-
troleer om overbelasting te voorkomen het ver-
mogen op de elektrische apparaten voordat u
deze op de omvormer aansluit.
WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van ernstig of zelfs dodelijk
letsel:
•
Steek geen voorwerpen in de elektrische
aansluitingen.
• Raak de aansluitcontacten niet aan met
natte handen.
• Sluit het deksel indien niet in gebruik.
•
Onjuist gebruik van dit aansluitcontact kan
leiden tot een elektrische schok en storing.
BEKERHOUDERS
In de middenconsole zitten twee bekerhouders
voor de voorpassagiers.
In de neerklapbare middenarmsteun zitten twee
bekerhouders voor de achterpassagiers.
Spanningsomvormer
Bekerhouders voorin
168
Page 173 of 420

OPBERGRUIMTE
HandschoenenkastjeHet handschoenenkastje bevindt zich rechts
van het instrumentenpaneel.Om het handschoenenkastje te openen, trekt u
de vergrendeling van het handschoenenkastje
uit en brengt u de klep van het handschoenen-
kastje omlaag.
Opbergruimten in portierenIn de portierpanelen bevinden zich grote op-
bergruimten die gemakkelijk bereikbaar zijn.
Bekerhouders achterinHandschoenenkastjeGeopend handschoenenkastje
Opbergruimte in portierpaneel
169
Page 174 of 420

MiddenconsoleIn de middenconsole zit zowel boven als onder
een opbergruimte.
Om het bovenste opbergvak te openen, trekt u
de kleine grendel op het deksel omhoog.Trek de grotere grendel omhoog voor toegang
tot het onderste opbergvak.WAARSCHUWING!
Ga niet rijden met de auto als consolevak is
geopend. Tijdens het rijden moeten mobiele
telefoons, MP3-spelers en andere draagbare
apparatuur zijn opgeborgen. Gebruik van
deze apparatuur tijdens het rijden kan uw
aandacht afleiden en ernstig of zelfs dodelijk
letsel veroorzaken door ongevallen.
LAADRUIMTE
Oplaadbare zaklampDe oplaadbare zaklamp is bevestigd aan de
rechterzijkant van de laadruimte. Wanneer u de
zaklamp nodig heeft, klikt u deze eenvoudig uit
de houder. De zaklamp heeft twee heldere
LED-lampjes en wordt gevoed door twee op-
laadbare lithumbatterijen die worden opgeladen
wanneer de zaklamp op zijn plaats wordt ge-
klikt.
Knijp in de zaklamp om deze los te maken.Opbergvak
Vergrendelingen van het opbergvak
Onderste opbergvak
170
Page 175 of 420

Om de zaklamp te gebruiken, moet u de scha-
kelaar één keer indrukken voor veel licht, twee
keer voor minder licht en drie keer om deze uit
te schakelen.Opbergbakken in de laadruimteIn de laadruimte achter bevinden zich vier ver-
wijderbare opbergbakken. Aan elke zijkant in de
laadruimte zitten twee opbergbakken.
OPMERKING:
Als uw auto achterin is uitgerust met een
subwoofer, dan is de laadruimte aan de
passagierszijde niet beschikbaar.Onder het vloerpaneel van de laadruimte zitten
nog twee extra opbergbakken. Voor toegang tot
de onderste opbergbakken, tilt u het vloerpa-
neel van de laadruimte op en bevestigt u de
haak van het riempje (bevestigd op de onder-
kant van het vloerpaneel) aan de achterklep-
opening.
Indrukken en loslatenDrievoudige indrukschakelaarAchterste opbergbak
171
Page 176 of 420

Oprolbaar dekzeil voor de
laadruimte — indien aanwezig
OPMERKING:
Het dekzeil is bedoeld om bagage aan het
zicht te onttrekken, niet om deze vast te
zetten. Het dekzeil voorkomt niet dat bagage
verschuift en beschermt de inzittenden niet
tegen losliggende voorwerpen.
Om de laadruimte af te dekken:
1. Pak het dekzeil vast aan de handgreep in
het midden. Trek het over de laadruimte.
2. Steek de pennen aan de zijkanten van het
dekzeil in de sleuven in het bekledingpaneel
van de achterste stijl.
3. De achterklep kan worden geopend met het
dekzeil over de laadruimte getrokken.
WAARSCHUWING!
Een dekzeil dat niet is bevestigd kan bij een
aanrijding letsel veroorzaken. Bij een nood-
stop kan het door de auto vliegen en een
inzittende raken. Berg het dekzeil niet op in
de bagageruimte of in het interieur. Verwijder
het zeil uit de auto als dit wordt losgemaakt
van de bevestiging. Berg het niet op in de
auto.
Bevestigingsband
Onderste opbergbakken
Dekzeil voor achterste laadruimte
172
Page 177 of 420

Achterste sjorhaken voor bagageDe achterste sjorhaken voor de bagage, in de
vloer van de laadruimte, moeten worden ge-
bruikt om de lading veilig vast te zetten tijdens
het rijden met de auto.WAARSCHUWING!
•Ter bescherming tegen persoonlijk letsel
horen passagiers niet plaats te nemen in
de laadruimte. De laadruimte achterin is
niet bedoeld voor passagiers. Zij horen in
stoelen te zitten en veiligheidsgordels te
dragen.
• De sjorhaken zijn geen veilige verankerin-
gen voor de ankerband van een kinder-
zitje. Bij een noodstop of een ongeval kan
een haak worden losgetrokken en kan het
kinderzitje losraken. Kinderen lopen dan
het risico op ernstig letsel. Gebruik alleen
de ankerpunten die speciaal bedoeld zijn
voor de ankerbanden voor kinderzitjes.
Het gewicht en de positie van lading en
inzittenden is van invloed op de locatie van
het zwaartepunt van de auto en het wegge-
drag. Volg de onderstaande richtlijnen voor
de belading van uw auto, om te voorkomen
dat u de macht over het stuur verliest en
letsel veroorzaakt:
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Vervoer geen lading die zwaarder is dan
het maximum laadgewicht zoals vermeld
op de sticker op het linkerportier of op de
linkermiddenstijl.
• Verdeel bagage altijd gelijkmatig over de
laadvloer. Plaats zwaardere voorwerpen
zo laag en zo ver mogelijk naar voren.
• Plaats zoveel mogelijk bagage vóór de
achteras. Door te veel of verkeerd ge-
plaatst gewicht boven of achter de ach-
teras kan de achterkant van de auto uit-
breken.
• Stapel bagage of lading niet hoger op dan
tot aan de bovenrand van de rugleuning.
Anders kan het zicht naar achteren wor-
den belemmerd of kunnen voorwerpen
worden gekatapulteerd bij een noodstop of
een ongeval.
Achterste sjorhaken voor bagage
173
Page 178 of 420

ACHTERRUITFUNCTIE
Achterruitwisser/-sproeierDe schakelaars voor de bediening van de
ruitenwisser/sproeier van de achterruit bevin-
den zich op de multifunctionele hendel links van
de stuurkolom. De ruitenwisser/sproeier van de
achterruit kan worden bediend door aan de
schakelaar in het midden van de hendel te
draaien.Draai het middendeel van de hendel
naar boven in de eerste stand voor
intervalbedrijf en in de tweede stand
voor continu bedrijf van de achterruitwisser. Als u het middendeel van de hendel
nogmaals naar boven draait, wordt de
sproeierpomp ingeschakeld. Deze
blijft ingeschakeld zolang u de hendel
in deze stand vasthoudt. Zodra u de schakelaar
loslaat, wordt het continue bedrijf van de ach-
terruitwisser hervat. Als deze draaischakelaar in
de stand OFF staat en u de schakelaar naar
beneden draait, wordt de sproeierpomp van de
achterruit ingeschakeld. Deze blijft ingescha-
keld zolang u de hendel in deze stand vast-
houdt. Als u de schakelaar loslaat, dan keert
deze terug in de stand OFF. De ruitenwissers
maken dan een paar slagen en keren vervol-
gens terug in de ruststand.
OPMERKING:
Om het systeem te beschermen, stopt de
pomp automatisch als de schakelaar langer
dan 20 seconden wordt vastgehouden. Als u
de schakelaar loslaat, hervat de pomp het
normale bedrijf.
Als de achterruitwisser is ingeschakeld en de
contactschakelaar in de stand OFF wordt gezet,
keert de ruitenwisser automatisch in de rust-
stand terug. Als het klapraam open is, dan wordt het bedrijf
van de ruitenwisser/sproeier van de achterruit
onderbroken en stopt de ruitenwisser in de
ruststand. Als het klapraam wordt gesloten, dan
wordt het bedrijf van de ruitenwisser/sproeier
van de achterruit na vijf seconden hervat.
Achterruitverwarming
De knop van de achterruitverwarming
bevindt zich op het bedieningspaneel
van de klimaatregeling. Druk op deze
knop om de achterruitverwarming en
de buitenspiegelverwarming (indien aanwezig)
in te schakelen. Een controlelampje in de knop
gaat branden om aan te geven dat de achter-
ruitverwarming is ingeschakeld. De achterruit-
verwarming wordt na ongeveer 10 minuten au-
tomatisch uitgeschakeld. Voor extra werking
van nog eens vijf minuten, drukt u nogmaals op
de knop.
OPMERKING:
Gebruik de achterruitverwarming uitsluitend
wanneer de motor draait, om ontladen van
de accu te voorkomen.
Achterruitwisser/-sproeier bedienen
174
Page 179 of 420

LET OP!
Het negeren van de volgende waarschuwin-
gen kan leiden tot schade aan de verwar-
mingselementen:
•Wees voorzichtig bij het wassen van de
binnenkant van de achterruit. Gebruik
geen schurende schoonmaakmiddelen om
de binnenzijde van de ruit te reinigen.
Gebruik een zachte doek en een mild
schoonmaakmiddel en wrijf evenwijdig
aan de verwarmingselementen. U kunt
stickers verwijderen met warm water.
• Gebruik geen schrapers, scherpe voor-
werpen of schurende schoonmaakmidde-
len om de binnenzijde van de ruit te reini-
gen.
• Zorg ervoor dat alle voorwerpen zich op
veilige afstand van de ruit bevinden.IMPERIAAL — INDIEN
AANWEZIG
De dwarsdragers en de zijrails zijn speciaal
ontworpen om het gewicht te dragen op auto’s
die zijn uitgerust met een imperiaal. De last mag
niet meer dan 68 kg wegen en moet gelijkmatig
worden verdeeld over de dwarsdragers van het
imperiaal.
OPMERKING:
Als het imperiaal niet is uitgerust met dwars-
dragers, dan kan uw erkende dealer MO-
PAR® dwarsdragers bestellen en monteren
die speciaal zijn gemaakt voor het dakdra-
gersysteem.
Verdeel het bagagegewicht gelijkmatig over de
dwarsdragers van de dakdrager. Bij gebruik van
een dakdrager blijft het maximaal toelaatbaar
laadgewicht van de auto ongewijzigd. Let erop
dat het totale gewicht van bagage en inzitten-
den in de auto zelf, plus het gewicht op de
dakdrager, het maximaal toelaatbare laadge-
wicht van de auto niet overschrijdt.
Om de dwarsdragers te verplaatsen, draait u de
bevestigingen boven op de dwarsdragers onge- veer acht slagen los met de antidiefstalsleutel
die bij de MOPAR® dwarsdragers is geleverd.
Stel de dwarsdrager dan af in de gewenste
positie waarbij u de dwarsdragers parallel aan
het frame van het imperiaal houdt. Als de
dwarsdrager zich in de gewenste positie be-
vindt, draai de bevestiging dan opnieuw vast
met de sleutel om de dwarsdrager in deze
positie te vergrendelen.
OPMERKING:
•
Om windgeluid te beperken als de dwars-
dragers niet worden gebruikt, moet u de
dwarsdragers ongeveer 61 cm uit elkaar
plaatsen. U kunt het geluid optimaal be-
perken door de voorste dwarsdrager naar
voren te verplaatsen of naar achteren in
stappen van 2,5 cm.
• Als de achterste dwarsdrager (of andere
metalen voorwerpen) over de antenne van
de satellietradio wordt geplaatst (indien
aanwezig) dan wordt de ontvangst van de
satellietradio mogelijk verstoord. Voor
een goede ontvangst van de satellietradio
175
Page 180 of 420

moet u de achterste dwarsdrager niet
over de antenne van de satellietradio
plaatsen.
• De handgrepen achter op het voertuig
(indien aanwezig) mogen niet voor sleep-
doeleinden worden gebruikt.
LET OP!
•Om schade aan het dak van de auto te
voorkomen, mag u nooit bagage op uw
imperiaal vervoeren zonder dat de dwars-
dragers zijn aangebracht. De bagage moet
op de dwarsdragers worden gezet en hier-
aan worden bevestigd, niet rechtstreeks
op het dak zelf. Als de last op het dak moet
worden vervoerd, plaatst u een deken of
een andere beschermende laag tussen de
last en het dakoppervlak.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
•Overschrijd nooit de maximale dakdrager-
belasting van 68 kg (150 lb), om schade
aan de dakdrager en de auto te voorko-
men. Verdeel zware last altijd zo gelijkma-
tig mogelijk en zet de last stevig vast.
• Langwerpige objecten die voorbij de voor-
ruit steken, zoals houten panelen of surf-
planken, moet u zowel aan de voorzijde
als aan de achterzijde van de auto vast-
maken.
• Rijd met gereduceerde snelheid en neem
bochten voorzichtig als u een grote of
zware lading op het dak hebt bevestigd.
Windstoten, die door passerend vrachtver-
keer of op natuurlijke wijze worden veroor-
zaakt, kunnen plotselinge opwaartse
krachten uitoefenen op de lading. Dit geldt
vooral bij grote en platte objecten. Hier-
door kan schade aan de lading of aan de
auto worden toegebracht.
WAARSCHUWING!
Bind de lading stevig vast voordat u met uw
auto gaat rijden. Onzorgvuldig vastgebon-
den lading kan van de auto afvliegen, vooral
bij hoge snelheden, waardoor letsel en ma-
teriële schade kan ontstaan. Volg de waar-
schuwingen betreffende de dakdrager op
wanneer u lading op uw dakdrager vervoert.
176