ESP Lancia Delta 2010 Instructieboek (in Dutch)

Page 174 of 276

STARTEN EN RIJDEN173
3
Het ABS waarmee de auto kan zijn uitgerust,
werkt niet op het remsysteem van de aan-
hanger. Wees daarom extra voorzichtig op
gladde wegen.
Voer in geen geval modificaties aan het rem-
systeem van de auto uit. Het remsysteem van
de aanhanger moet geheel onafhankelijk van
het hydraulisch remsysteem van de auto worden
bediend.
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de
standaard geleverde banden.
Het Lancia Servicenetwerk kan u adviseren welke band
het meest geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt
gebruiken.
Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en het
type winterbanden exact aan de gegevens die staan vermeld
in de paragraaf „Wielen” in het hoofdstuk „6”. De speci-
fieke eigenschappen van winterbanden verminderen aan-
zienlijk als de profieldiepte minder is dan 4 mm. In dat ge-
val is het veiliger ze te vervangen. Door de specifieke eigenschappen van winterbanden zijn de
prestaties onder niet-winterse omstandigheden of wanneer
er lange afstanden op de snelweg worden gereden, minder
dan die van de standaard gemonteerde banden. Beperk het
gebruik van winterbanden tot die omstandigheden waar-
voor ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt waarvan de
maximum toegestane snelheid lager is dan de topsnelheid
van de auto (met een marge van 5%), dan dient u in het
interieur van de auto een voor de bestuurder duidelijk
zichtbaar waarschuwingsplaatje te plaatsen met de maxi-
mum toegestane snelheid wanneer met die winterbanden
wordt gereden (overeenkomstig de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelfde
merk en profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het rij-
den en remmen en voor een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
Bij winterbanden met de indicatie „Q” mag
niet sneller worden gereden dan 160 km/h; de
geldende snelheidsbeperkingen overeenkom-
stig de nationale wegenverkeerswetgeving moeten
echter altijd worden gerespecteerd.
165-174 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:51 Pagina 173

Page 175 of 276

174STARTEN EN RIJDEN
Beperk de snelheid als u sneeuwkettingen ge-
bruikt; rijd niet harder dan 50 km/h. Vermijd
kuilen, stoepranden en andere obstakels en
rijd, om de auto en het wegdek niet te beschadigen,
geen lange stukken op sneeuwvrije wegen.
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de
voorschriften van het land waar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen ge-
monteerd worden (aangedreven wielen).
Controleer na enkele tientallen meters rijden of de ket-
tingen nog goed gespannen zijn.
BELANGRIJK Op het noodreservewiel kan geen sneeuw-
ketting worden gemonteerd. Als u een lekke voorband hebt,
kunt u het noodreservewiel op de achteras plaatsen en het
achterwiel op de vooras. Zo hebt u op de vooras twee nor-
male wielen waarop u sneeuwkettingen kunt monteren.
AUTO LANGERE TIJD STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de auto enkele maanden
niet wordt gebruikt:
❍zet de auto in een overdekte, droge en goed geventi-
leerde ruimte;
❍schakel een versnelling in;
❍zorg ervoor dat de handrem niet is aangetrokken;
❍maak de minkabel los van de accu en controleer de ac-
culading (zie de paragraaf „Accu – Acculading en elek-
trolytniveau controleren” in hoofdstuk „5”);
❍maak de gespoten plaatdelen schoon en behandel ze
met een beschermende was;
❍reinig en conserveer de glimmende metalen delen met
daarvoor geschikte middelen;
❍smeer de wisserrubbers van de ruitenwissers en ach-
terruitwisser in met talkpoeder en laat ze los van de
ruit staan;
❍zet de ruiten een klein stukje open;
❍dek de auto af met een stoffen of een ademende kunst-
stof hoes. Gebruik geen dichte plastic hoes, omdat het
in en op de auto aanwezige vocht dan niet kan ver-
dampen;
❍breng de bandenspanning 0,5 bar boven de normaal
voorgeschreven spanning en controleer deze regelmatig;
❍tap het koelsysteem van de motor niet af.
165-174 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:51 Pagina 174

Page 177 of 276

176NOODGEVALLEN
MOTOR STARTEN
Als het lampje Yop het instrumentenpaneel constant
blijft branden, wendt u dan onmiddellijk tot het Lancia
Servicenetwerk.
STARTEN MET EEN HULPACCU fig. 1
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een
hulpaccu, die ten minste dezelfde capaciteit moet heb-
ben als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk:
❍verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de
beide accu’s met een startkabel;
❍sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van
de hulpaccu en op de massakabel E
op de motor of de
versnellingsbak van de auto die gestart moet worden;
❍start de motor;
❍neem als de motor draait, de startkabels in de omge-
keerde volgorde los.
fig. 1L0E0074m
Gebruik voor een noodstart beslist nooit een
accusnellader: de elektronische systemen
kunnen beschadigen; in het bijzonder de re-
geleenheden van de ontsteking en de inspuiting.
Laat deze procedure door gespecialiseerd
personeel uitvoeren. Onjuiste handelingen
kunnen leiden tot vonken. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd het contact met
de huid en de ogen. Kom ook niet dicht bij een accu
met open vuur of een brandende sigaret en veroor-
zaak geen vonken.
175-214 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:53 Pagina 176

Page 184 of 276

NOODGEVALLEN183
4
ALLEEN VOOR HET CONTROLEREN
EN HERSTELLEN VAN DE SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt voor het her-
stellen van de bandenspanning. Maak de snelkoppeling
los en verbind de koppeling direct met het ventiel van de
band fig. 6; op deze manier wordt de spuitbus niet met de
compressor verbonden en wordt de afdichtvloeistof niet in
de band gespoten.
fig. 6L0E0079m
175-214 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:53 Pagina 183

Page 198 of 276

NOODGEVALLEN197
4
Met gasontladingslampen (Xenon)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
GROOTLICHT
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het beschermdeksel A-fig. 15;
❍haak de borgveer van de lamp A-fig. 17 los;
❍maak de stekker B los;
❍trek de lamp C uit de houder en vervang hem;
❍monteer de nieuwe lamp; hierbij moet de nok van het
metalen deel vallen in de uitsparing in de reflector; sluit
vervolgens de stekker B weer aan en haak de borg-
veer A vast;
❍monteer het beschermdeksel A-fig. 15 op de juiste
wijze.
fig. 17L0E0156m
Door de hoge voedingsspanning mogen de-
fecte gasontladingslampen (Xenon) uitslui-
tend vervangen worden door gespecialiseerd
personeel: levensgevaar! Wendt u tot het Lancia Ser-
vicenetwerk.
Met gasontladingslampen (Xenon)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Door de hoge voedingsspanning mogen de-
fecte gasontladingslampen (Xenon) uitslui-
tend vervangen worden door gespecialiseerd
personeel: levensgevaar! Wendt u tot het Lancia Ser-
vicenetwerk.
175-214 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:53 Pagina 197

Page 208 of 276

NOODGEVALLEN207
4
Zekeringenkast motorruimte fig. 39 en 40
Een tweede zekeringenkast bevindt zich rechts in de mo-
torruimte naast de accu. Om deze te bereiken moet u de
lippen aan de zijkant losmaken en het deksel L verwij-
deren. De nummers die op de binnenzijde van het deksel
zijn aangebracht, geven de elektrische componenten aan
die door de betreffende zekering worden beveiligd.
fig. 40L0E0089mfig. 39L0E0088m
Als de motorruimte moet worden uitgespo-
ten, zorg dan dat de waterstraal niet direct
op de zekeringenkast in de motorruimte
wordt gericht.
175-214 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:53 Pagina 207

Page 230 of 276

ONDERHOUD EN ZORG229
5
De remvloeistof is giftig en zeer corrosief. Als
per ongeluk remvloeistof wordt gemorst, moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk worden
gewassen met water en neutrale zeep en daarna met
veel water worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.
Voorkom contact tussen de zeer corrosieve
remvloeistof en de lak. Als remvloeistof wordt
gemorst, moet de lak onmiddellijk met water
worden afgespoeld.
Het symbool πop het reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik
van minerale vloeistoffen moet absoluut worden ver-
meden, omdat de rubbers in het remsysteem door
deze vloeistoffen worden beschadigd.
De remvloeistof is giftig en zeer corrosief. Als
per ongeluk remvloeistof wordt gemorst, moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk worden
gewassen met water en neutrale zeep en daarna met
veel water worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.
Het symbool πop het reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik
van minerale vloeistoffen moet absoluut worden ver-
meden, omdat de rubbers in het remsysteem door
deze vloeistoffen worden beschadigd.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 229

Page 232 of 276

ONDERHOUD EN ZORG231
5
ACCU
De accu F-fig, 1-2-3 van de auto is „onderhoudsarm”: on-
der normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bij-
gevuld te worden met gedestilleerd water.
De werking moet echter regelmatig en uitsluitend door het
Lancia Servicenetwerk of gespecialiseerd personeel ge-
controleerd worden.
De vloeistof in de accu is giftig en corrosief.
Voorkom contact met de huid en de ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten ver-
wijderd van de accu: brand- en ontploffingsgevaar.
Als de accu werkt met een zeer laag vloei-
stofniveau, ontstaat onherstelbare schade aan
de accu en kan de accu openbarsten.
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met
dezelfde specificaties worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een accu met andere
specificaties, vervallen de onderhoudsintervallen die in
het „Geprogrammeerd Onderhoudsschema” staan aan-
gegeven.
Voor het onderhoud van de nieuwe accu dient u zich
strikt te houden aan de aanwijzingen van de fabrikant
van de accu.
Als de accu losgekoppeld is geweest, gaat het lampje á
branden (op het display verschijnt ook een melding) om
aan te geven dat het systeem gereset moet worden. Voer
de volgende initialisatieprocedure uit om het lampje te la-
ten doven:
❍draai de contactsleutel in stand MAR;
❍draai het stuur helemaal naar rechts en vervolgens naar
links (zodat het stuurwiel de rechtuitstand „passeert”);
❍draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens
in stand MAR.
Als na enkele seconden het lampje ániet dooft, wendt
u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 231

Page 240 of 276

ONDERHOUD EN ZORG239
5
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❍luchtverontreiniging;
❍zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid (gebieden
aan zee, warm en vochtig klimaat);
❍omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen, zoals stoffige
omgeving, opwaaiend zand, modder en steenslag op de
lak en de onderzijde moet niet worden onderschat.
Lancia heeft voor uw auto de beste technologische op-
lossingen toegepast om de carrosserie efficiënt tegen roest
te beschermen.De belangrijkste zijn:
❍de toepassing van aangepaste spuittechnieken en lak-
producten die de auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen verlenen;
❍het gebruik van verzinkte (of voorbehandelde) plaat-
delen met een hoge corrosiebestendigheid;
❍het aanbrengen van een gespoten beschermende wa-
slaag op de onderzijde, in de wielkuipen, in de mo-
torruimte en verschillende holle ruimtes, met een hoog
beschermend vermogen;
❍het aanbrengen van een beschermende kunststof laag
op kwetsbare delen: onderzijde van de portieren, bin-
nenzijde van de spatborden, naden, randen enz.;
❍toepassing van „open” holle ruimtes om condensvor-
ming te voorkomen en binnendringend water af te voe-
ren, waardoor roest van binnenuit wordt voorkomen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van alle ori-
ginele componenten van de carrosserie en van alle dra-
gende delen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze garantie wordt
verwezen naar de „Service- en garantiehandleiding”.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 239

Page 242 of 276

ONDERHOUD EN ZORG241
5
De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde wijze
worden gewassen als de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aangezien harsdrup-
pels bij langere inwerking de lak kunnen beschadigen,
waardoor de kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed
mogelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door
de agressieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het wa-
ter. Daarom moet de auto bij voorkeur wor-
den gewassen op een plaats waar het afval-
water direct wordt opgevangen en gezuiverd.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daar-
voor geschikt schoonmaakmiddel.
Gebruik een schone, zachte doek om krassen en bescha-
digingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de bin-
nenzijde van de achterruit op dat de elektrische weer-
standsdraden van de achterruitverwarming niet worden
beschadigd. Veeg voorzichtig in de richting van de draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte na het winter-
seizoen zorgvuldig te laten uitspuiten. Hierbij mag de wa-
terstraal niet direct op de elektronische regeleenheden en
de zekeringen- en relaiskast links in de motorruimte (ge-
zien in de rijrichting) worden gericht. Laat deze werk-
zaamheden verzorgen door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet
de contactsleutel in stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschillende beschermin-
gen (rubber kappen, deksels enz.) nog op hun plaats zitten
en niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het kunst-
stof lampenglas van de koplampen geen aromatische pro-
ducten (bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton).
Om de esthetische eigenschappen van de lak
te behouden, wordt het afgeraden schurende
en/of polijstende producten te gebruiken voor
het reinigen van de auto.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 241

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >