Lancia Flavia 2012 Instructieboek (in Dutch)

Page 61 of 257

 MAKE-UPSPIEGEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
 UCONNECT™ PHONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70  COMPATIBELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . 71
 BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
 FUNCTIES TELEFOONGESPREKKEN . . . . . . . 77
 FUNCTIES VAN UCONNECT™ PHONE . . . . . . 78
 GEAVANCEERDETELEFOONVERBINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . 82
 WAT U MOET WETEN OVER UCONNECT™ PHONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
 SPRAAKHERKENNING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91  WERKING VAN HETSPRAAKBEDIENINGSSYSTEEM . . . . . . . . . . . 91
 OPDRACHTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
 STEMTRAINING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
 STOELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94  ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN . . . . 94
 STOELVERWARMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
 RUGLEUNING VERSTELLEN . . . . . . . . . . . . . 96
 LENDENSTEUN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
 EASY ENTRY-SYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
 HOOFDSTEUNEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
 OPENEN EN SLUITEN VAN DE MOTORKAP . . . . 99
 VERLICHTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100  MULTIFUNCTIONELE HENDEL . . . . . . . . . . 100
 KOPLAMPEN EN PARKEERLICHTEN . . . . . . 100
54

Page 62 of 257

 LICHTVERKLIKKER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
 AUTOMATISCHE KOPLAMPEN . . . . . . . . . . . 101
 KOPLAMPEN AAN BIJ INGESCHAKELDERUITENWISSERS (ALLEEN BESCHIKBAAR
IN COMBINATIE MET AUTOMATISCHE
KOPLAMPEN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
 UITSCHAKELVERTRAGING VAN DE KOPLAMPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
 DIMMER INSTRUMENTENPANEEL . . . . . . . 102
 MISTLAMPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
 Achtermistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
 RICHTINGAANWIJZERS . . . . . . . . . . . . . . . . 103
 LANE CHANGE ASSIST . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
 DIMLICHT/GROOTLICHTSCHAKELAAR . . . 103
 LICHTSIGNAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
 INTERIEURVERLICHTING . . . . . . . . . . . . . . 104
 Hoogteverstelling koplampen . . . . . . . . . . . . . 104
 ACCUSPAARFUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
 RUITENWISSERS EN -SPROEIERS . . . . . . . . . 105  INTERVALSTAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
 RUITENSPROEIERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
 MIST-FUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
 KOPLAMPEN AAN BIJ INGESCHAKELDERUITENWISSERS (ALLEEN BESCHIKBAAR
IN COMBINATIE MET AUTOMATISCHE
KOPLAMPEN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
55

Page 63 of 257

 VERSTELBARE STUURKOLOM . . . . . . . . . . . . 107
 CRUISECONTROL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 INSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
 DE GEWENSTE SNELHEID INSTELLEN . . . . 108
 UITSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
 SNELHEID HERVATTEN . . . . . . . . . . . . . . . . 108
 INGESTELDE SNELHEID AANPASSEN . . . . . 109
 ACCELEREREN OM IN TE HALEN . . . . . . . . 109
 ELEKTRISCHE AANSLUITCONTACTEN . . . . . . 109
 SIGARETTENAANSTEKER EN ASBAK (indien leverbaar) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
 BEKERHOUDERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112  BEKERHOUDER VOORIN . . . . . . . . . . . . . . . 112
 BEKERHOUDERS ACHTERIN . . . . . . . . . . . . 112
 OPBERGRUIMTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112  HANDSCHOENENKASTJE . . . . . . . . . . . . . . . 112
 CONSOLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113  Opbergruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
 ACHTERRUITFUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114  ACHTERRUITVERWARMING . . . . . . . . . . . . 114
56

Page 64 of 257

BEDIENING VAN DAKLET OP!
Het negeren van de volgende waar-
schuwingen kan leiden tot water-
schade, vlekken of schimmel op het
materiaal van het dak:
 Vermijd wasstraten waar auto'sonder hoge druk worden gewas-
sen om beschadiging van het ma-
teriaal van het dak te voorkomen.
Bovendien kan bij een hoge water-
druk water de auto binnendringen
via de afdichtstrippen.
 Voordat u het dak opent, moet u
eerst eventuele waterplassen op
het dak verwijderen en het dak
droogmaken. Als u het dak be-
dient of een portier of raam opent
terwijl het dak nat is, kan er water
in uw auto komen.
 Was de auto altijd voorzichtig. Bij
waterdruk op de afdichtstrippen
kan er water de auto binnendrin-
gen.
WAARSCHUWING!
Het cabrioletdak heeft niet dezelfde
sterke constructie als een vast meta-
len dak. Het is dan ook niet uit te
sluiten dat inzittenden bij een aan-
rijding via het stoffen dak uit de auto
worden geslingerd. Daarom is het
van groot belang dat alle inzittenden
altijd hun veiligheidsgordel dragen.
Wanneer u tijdens een aanrijding uit
de auto wordt geslingerd, kunt u
ernstig of zelfs dodelijk letsel oplo-
pen.
U kunt het cabrioletdak vanuit de
auto openen en sluiten. U kunt het
dak ook openen met de afstandsbe-
diening. Het openen of sluiten duurt
ongeveer 30 seconden. Het hele pro-
ces, inclusief het vergrendelen en ont-
grendelen van het dak op de voorruit,
is automatisch.
Het geopende dak neemt enige baga-
geruimte in. Er blijft echter ruim vol-
doende ruimte over voor uw bagage.
Tijdens de bediening van het cabrio-
letdak draait het kofferdeksel naar de
achterkant van de auto. Het koffer-
deksel zwaait open bij de achterruit en zwenkt vervolgens naar achteren.
Zo ontstaat ruimte in de bagage-
ruimte om het dak in en uit te vou-
wen.
Bij het openen van het dak schuift het
systeem de hoedenplank uit, die han-
dig onder het kofferdeksel wordt op-
geborgen. De hoedenplank sluit het
gebied tussen de achterbank en het
kofferdeksel af om het ingevouwen
dak af te dekken.
Bij het sluiten van het dak trekt het
systeem de hoedenplank weer in on-
der het kofferdeksel.
Na iedere handeling wordt het koffer-
deksel weer in zijn uitgangspositie
vergrendeld.
Veerbelaste luiken, die ruimte bieden
voor het stangenstelsel, sluiten nok-
ken af in de bekledingspanelen van de
achterzijruiten als het dak geopend is.
VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR GEBRUIK VAN
CABRIOLETDAKOPMERKING:
 Het cabrioletdak kan alleen
worden bediend als de auto stil-
57

Page 65 of 257

staat, het bagagescherm op zijn
plaats zit en het kofferdeksel is
gesloten en vergrendeld. Het dak
kan niet worden geopend bij een
omgevingstemperatuur lager
dan ­18°C.
 Het dak kan niet worden geslo- ten bij een omgevingstempera-
tuur lager dan ­40°C.
Het dak mag niet worden geopend
bij vorst, ijs of sneeuw. Hierdoor
kan het dak beschadigd raken en
mogelijk niet meer helemaal wor-
den opgeborgen. De Power Top-regelmodule (PTCM) bewaakt en regelt het
openen en sluiten van het dak.
Een reeks microschakelaars
controleert of alle handelingen
zijn voltooid alvorens over te
gaan op de volgende openings-
of sluitingsfase.
 Als het dak veelvuldig wordt ge- opend en gesloten met terwijl de
motor is uitgeschakeld, kan de
accu leeg raken.  Als u tijdens het rijden met ge-
opend dak de veiligheidsgordels
achterin hoort flapperen, breng
de auto dan veilig tot stilstand en
gesp de gordels van de lege stoe-
len vast. Zo blijven de veilig-
heidsgordels gespannen en kun-
nen ze niet meer flapperen.
LET OP!
 Plaats het bagagescherm op juistewijze in de bagageruimte voordat
u het dak invouwt. Hierdoor
wordt een schakelaar gesloten die
het opbergen van het dak toestaat.
Als de schakelaar niet is gesloten,
wordt de bestuurder gewaar-
schuwd via een bericht in de in-
strumentengroep.
 Berg voorwerpen altijd zorgvuldig
op in de bagageruimte.
 Duw voorwerpen nooit te ver de
bagageruimte in, vooral niet als
het geopende dak is ingevouwen
in de bagageruimte.
 Plaats geen voorwerpen op de
hoedenplank.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Het negeren van deze waarschuwin-
gen kan leiden tot schade aan de
onderdelen van het cabrioletdak,
bagage in de bagageruimte, het ba-
gagescherm en het interieur van de
auto.LET OP!
Voordat u het dak gaat bedienen:
 Controleer altijd of er geen vuil of
andere voorwerpen op het dak
aanwezig zijn.
 Controleer of de temperatuur ho-
ger is dan ­18°C als u het dak wilt
openen.
 Controleer of de temperatuur ho-
ger is dan ­40°C als u het dak wilt
sluiten.
 Open nooit een bevroren cabrio-
letdak. Wacht met het openen en
invouwen van het dak totdat het
dak is ontdooid. U kunt een stof-
fen dak beter niet openen bij tem-
peraturen onder de 0°C.
(Vervolgd)
58

Page 66 of 257

LET OP!(Vervolgd)
 Zorg dat het cabrioletdak droog is
wanneer u het dak neerlaat in de
bagageruimte. Het openen van
een vochtig, nat of vuil dak kan
leiden tot vlekken, schimmel en
schade in uw auto.
 Zorg voor een vrije ruimte van ten
minste 2,2 m als u het dak gaat
sluiten.
 Om te voorkomen dat het dak te-
gen een laag plafond of een auto-
matisch openende deur aankomt,
raden wij u sterk af om de Power
Top in een garage of overdekte
parkeerruimte te bedienen.
Het negeren van deze waarschuwin-
gen kan leiden tot schade aan de
onderdelen van het cabrioletdak, de
bagage in de bagageruimte en het
interieur van de auto.
LET OP!
 Bedien de Power Top niet als de
klep van de hydraulische pomp
open staat.
 Laat het dak niet half open staan.
Als het dak 10 minuten lang half
open staat, valt de hydraulische
druk weg en worden het dak en
het kofferdeksel neergelaten. U
kunt deze handeling annuleren
door op de schakelaar voor Power
Top te drukken.
 Gebruik altijd een normale krab-
ber om sneeuw en ijs van de ach-
terruit te verwijderen. Het ge-
bruik van een scherp voorwerp of
ander hulpmiddel om sneeuw en
ijs te verwijderen, kan leiden tot
krassen op de panelen (hard top)
of tot scheuren in de stof (soft
top).
 Sluit altijd het dak als u uw auto
ergens achterlaat om beschadi-
ging van het interieur te voorko-
men.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
 Laat het dak nooit wekenlang ge-
opend. Sluit het dak geregeld om
verkleuring van de vouwen in de
stof te voorkomen en kreuken
glad te strijken. Dit is vooral be-
langrijk als u een nog vochtig dak
opent.
Het negeren van deze waarschuwin-
gen kan leiden tot schade aan de
onderdelen van het cabrioletdak, de
bagage in de bagageruimte en het
interieur van de auto:WAARSCHUWING!
Als geen gehoor wordt gegeven aan
deze waarschuwingen, kan dit ern-
stig of dodelijk letsel tot gevolg heb-
ben voor u, uw passagiers en ande-
ren in uw omgeving:
 Controleer voordat u de Power
Top gaat bedienen of de bewe-
gende onderdelen van het cabrio-
letdak geen letsel kunnen toe-
brengen aan personen of dieren.
(Vervolgd)
59

Page 67 of 257

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
 Houd handen en voeten altijd uit
de buurt van de onderdelen van
het cabrioletdak, de bovenkant
van de voorruit, het paneel achter
de achterbank en de opberg-
ruimte van het dak als u het dak
opent of sluit.
 Als u de knop voor Power Top op
de afstandsbediening gebruikt om
het dak te openen, laat de knop
dan onmiddellijk los wanneer er
gevaar dreigt om de bediening van
het dak te onderbreken.
 Als u de schakelaar voor de Power
Top op het instrumentenpaneel
gebruikt om het dak te openen,
laat de knop dan onmiddellijk los
wanneer er gevaar dreigt om de
bediening van het dak te onder-
breken.
 Als u de knop voor de Power Top
op het instrumentenpaneel ge-
bruikt om het dak te sluiten, laat
de knop dan onmiddellijk los
wanneer er gevaar dreigt om de
bediening van het dak te onder-
breken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
 Rijd alleen met de auto als het
cabrioletdak helemaal gesloten en
vergrendeld is of helemaal open is
en opgeborgen in de opberg-
ruimte.
 Bedien de Power Top niet tijdens
het rijden.
BAGAGESCHERM
Het bagagescherm bevindt zich in de
bagageruimte. Voordat u het cabrio-
letdak opent, moet u het bagage-
scherm uitvouwen en de lippen aan
weerskanten van het scherm in de
V-sleuven in de voering van de baga-
geruimte aanbrengen. Hierdoor
wordt een schakelaar gesloten die de
bediening van het dak toestaat. Als de
schakelaar niet is gesloten, wordt de
bestuurder gewaarschuwd via een be-
richt in de instrumentengroep.
Aanbrengen van het
bagagescherm voor bediening van
het dak
Trek het bagagescherm naar u toe om
de panelen uit te vouwen. Pak de hen-
del in het midden van het buitenste
(bovenste) paneel vast en breng het bagagescherm omhoog. Lijn vervol-
gens de lippen aan weerskanten van
het bagagescherm uit met de
V-sleuven in de voering van de baga-
geruimte en breng de lippen in de
sleuven aan, zoals afgebeeld.
LET OP!
Plaats GEEN voorwerpen boven op
het bagagescherm. Voorwerpen op
het bagagescherm komen in aanra-
king met het dak tijdens het openen
en sluiten ervan en kunnen het dak
en het bagagescherm ernstig bescha-
digen.
Bagagescherm
60

Page 68 of 257

Aanbrengen van het
bagagescherm voor opbergen van
bagage
Om zoveel mogelijk bagageruimte te
creëren, kan het bagagescherm in het
voorste deel van de bagageruimte
worden opgeborgen.
Om het bagagescherm op te bergen,
pakt u de hendel van het recht op-
staande paneel van het bagagescherm
vast, waarbij u de lippen uit de
V-sleuven in de voering van de baga-
geruimte verwijdert. Vouw het recht-
opstaande paneel naar voren op het
horizontale paneel. Pak vervolgens
beide panelen vast en plaats ze
rechtop in het voorste gedeelte van de
bagageruimte.OPMERKING:
U kunt het cabrioletdak NIET be-
dienen als het bagagescherm is op-
gevouwen.
BEDIENINGSELEMENTEN
VAN CABRIOLETDAK
De schakelaar voor de Power Top be-
vindt zich aan de voorkant van de
middenconsole.
Op de afstandsbediening bevindt zich
ook een knop om het cabrioletdak op
afstand te openen.
CABRIOLETDAK OPENEN
Met behulp van de schakelaar
voor Power TopOPMERKING:
De schakelaar voor Power Top
werkt als de contactschakelaar in
de stand ON of ACC staat en tijdens
het vertraagd uitschakelen van de
accessoires.
De schakelaar heeft twee
standen voor het openen
van het dak. Houd de scha-
kelaar in de eerste stand in-
gedrukt. Het EVIC geeft het bericht
"CONVERTIBLE TOP IN OPERA-
TION" (cabrioletdak wordt bediend)
weer. Het systeem opent alle volledig
gesloten ramen ongeveer 10 mm. Ver-
volgens wordt het dak helemaal ge-
opend en worden de ramen weer ge-
sloten. Houd de schakelaar in de
tweede klikstand ingedrukt. Het sys-
teem opent alle vier de ramen en het
dak volledig.
De bestuurder moet de schakelaar
voor het cabrioletdak gedurende de
hele bedieningscyclus ingedrukt hou-
den. Als de bestuurder wordt gewaar-
schuwd voor een obstakel dan kan de
bediening van het cabrioletdak wor-
den onderbroken door de schakelaar
los te laten.
Opgeborgen bagagescherm
Schakelaar voor Power Top
61

Page 69 of 257

Met behulp van de
afstandsbediening
OPMERKING:
Stappen 1 t/m 3 moeten in vijf se-
conden worden uitgevoerd.
1. Druk de ontgrendelknop op de af-
standsbediening kort in.2. Druk de knop voor Po-
wer Top op de afstandsbe-
diening kort in.
3. Houd de knop voor Power Top in-
gedrukt totdat het dak en alle ramen
zijn geopend.
OPMERKING:
Wanneer u de knop op de af-
standsbediening loslaat terwijl de
Power Top nog niet volledig is ge-
opend, dan moet u stap 1 t/m 3
opnieuw uitvoeren. CABRIOLETDAK SLUITEN
Met behulp van de schakelaar
voor Power Top
OPMERKING:
De schakelaar voor Power Top
werkt als de contactschakelaar in
de stand ON of ACC staat en tijdens
het vertraagd uitschakelen van de
accessoires.
Houd de schakelaar inge-
drukt in de stand voor het
sluiten van het dak (dak
omhoog). Het EVIC geeft
het bericht "CONVERTIBLE TOP IN
OPERATION" (cabrioletdak wordt
bediend) weer. Houd de schakelaar
ingedrukt totdat het dak volledig is
gesloten en vergrendeld. Het systeem
sluit dan ook de ramen en het EVIC
geeft het bericht "CONVERTIBLE
TOP COMPLETE" (cabrioletdak ge-
reed) weer.
Met behulp van de
afstandsbediening
U kunt de knop voor Power Top op de
afstandsbediening niet gebruiken om
het cabrioletdak te sluiten. Hiervoor moet u de schakelaar voor Power Top
in de auto gebruiken.
Handmatig sluiten
Het handmatig sluiten van het cabri-
oletdak mag uitsluitend door een er-
kende dealer worden uitgevoerd.
Wanneer tijdens de bediening van het
cabrioletdak een storing optreedt:
1. Lees alle opmerkingen, aan-
dachtspunten en waarschuwingen bij
"Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
van cabrioletdak" om te controleren
of aan alle gebruiksvoorwaarden is
voldaan.
2. Controleer of er berichten of waar-
schuwingen worden weergegeven zo-
als beschreven bij "Meldingen en
waarschuwingen voor de bediening
van het cabrioletdak". Neem indien
nodig de bijbehorende maatregel om
het probleem te verhelpen.
3. Als het probleem na het uitvoeren
van stap 1 en 2 nog niet is opgelost,
raadpleeg dan "Handmatige nood-
modus".62

Page 70 of 257

WINDSCHERM
Het windscherm kan achterin de auto
worden aangebracht. Het wind-
scherm kan niet in aanraking komen
met het dak tijdens het openen en
sluiten ervan. U hoeft het windscherm
dan ook niet te verwijderen als het
dak gesloten is. Als u het windscherm
niet gebruikt, kunt u het opvouwen en
onder het bagagescherm in de baga-
geruimte opbergen.
OPMERKING:
Het is raadzaam om eerst het dak
te openen voordat u het wind-
scherm aanbrengt of verwijdert.
Het windscherm aanbrengen
1. Haal het windscherm uit de baga-
geruimte.
2. Vouw het frame van het wind-
scherm uit.
3. Leg het kleine frame (1) plat bo-
ven op het grote frame (2) en klik
beide frames aan elkaar met de
framegrendel (3).OPMERKING:
De frames moeten plat op elkaar
liggen om ze aan elkaar te kunnen
klikken.
4. Draai het kleine frame (1) weg van
het grote frame (2) totdat de draai-
grendel (3) beide frames in een
L-vorm vergrendelt.
5. Vouw beide poten aan de achter-
kant van het grote frame uit.
6. Lijn de poten uit met de sleuf in
ieder bekledingspaneel en plaats de
poten in de sleuven.
63

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 260 next >