dashboard Lancia Musa 2009 Instructieboek (in Dutch)

Page 148 of 218

147
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Uitvoeringen met lichtmetalen
velgen
❒Zorg ervoor dat de boutgaten en
alle contactvlakken schoon zijn;
❒monteer het normale wiel door het
op de centreerpennen te plaatsen,
monteer de wielbouten en draai ze
vast met de bijgeleverde sleutel;
❒laat de auto zakken en verwijder
de krik;
❒draai met de bijgeleverde sleutel
de wielbouten definitief vast in de
volgorde die hiervoor is aangege-
ven voor het noodreservewiel (zie
fig. 15);
❒monteer het geklemde wieldeksel.Ter afsluiting
❒plaats het noodreservewiel op de
daarvoor bestemde plek in de ba-
gageruimte;
❒druk de half geopende krik stevig
in de houder om rammelen tijdens
het rijden te voorkomen;
❒berg het gebruikte gereedschap op
in de gereedschaphouder;
❒plaats de gereedschaphouder op
het reservewiel en draai de blok-
keerschroef vast;
❒plaats de afdekplaat op de juiste
wijze terug in de bagageruimte.GLOEILAMP
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒Als een lamp niet brandt, contro-
leer dan eerst of de zekering niet
doorgebrand is, voordat u de lamp
vervangt: zie voor de plaats van de
zekeringen de paragraaf “Zeke-
ringen vervangen” in dit hoofd-
stuk;
❒controleer voordat u een lamp ver-
vangt of de contacten niet zijn ge-
oxideerd;
❒vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en
vermogen;
❒als u een gloeilamp in de koplamp
hebt vervangen, controleer dan om
veiligheidsredenen altijd of de af-
stelling nog goed is.
Halogeenlampen mag u uit-
sluitend aanraken op het
metalen gedeelte. Als u de
bol met uw vingers aan-
raakt, zal de lichtopbrengst van de
lamp teruglopen en kan ook de le-
vensduur beperkt worden. Als u de
bol per ongeluk toch hebt aange-
raakt, moet u de bol schoonwrijven
met een doekje met alcohol en
daarna laten drogen.

Page 149 of 218

148
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct worden uitge-
voerd en waarbij geen rekening
wordt gehouden met de technische
specificaties van het systeem, kun-
nen storingen in de werking en
zelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschie-
ten.
ATTENTIE
TYPEN GLOEILAMPEN fig. 16
Op de auto zijn verschillende typen
gloeilampen gemonteerd:
AGlasfittinglampen: deze zijn voor-
zien van een klemfitting. Verwij-
der de lamp door de lamp uit de
houder te trekken.
BGloeilampen met bajonetfitting:
verwijder de lamp uit de houder
door hem iets in te drukken en
linksom te draaien.
CBuislampen: verwijder de lamp
door hem uit de veercontacten los
te maken.
D-E Halogeenlampen: verwijder de
lamp door de borgveer los te ha-
ken uit de zitting.
L0D0178mfig. 16
De achterlichten en rem-
lichten zijn voorzien van
LEDs; wendt u bij een storing tot
de Lancia-dealer.
ATTENTIEBELANGRIJK Aan de binnenzijde kan
de koplamp een beetje beslagen zijn: dit
duidt niet op een defect, maar is een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door een lage temperatuur en de
luchtvochtigheidsgraad, en verdwijnt
snel als de koplampen worden inge-
schakeld. De aanwezigheid van drup-
pels aan de binnenzijde van de kop-
lamp duidt daarentegen op het bin-
nendringen van water: wendt u tot de
Lancia-dealer.

Page 150 of 218

149
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Lampen Figuur Type Vermogen
GrootlichtEH3 55W
Dimlicht DH7LL 55W
Buitenverlichting voor AW5WLL 5W
Mistlampen voor (indien aanwezig)EH1 55W
Richtingaanwijzers voor (oranje)BPY21W 21W
Richtingaanwijzers op flanken AWY5W 5W
Richtingaanwijzers achter BPY21W 21W
Achteruitrijlichten BP21W 21W
Mistachterlichten BP21W 21W
Kentekenplaatverlichting CC5W 5W
Plafondverlichting voorAW5W 10W
Plafondverlichting achterAW5W 10W
Plafondverlichting achter (met opendak)AW5W 5W
Bagageruimteverlichting AW5W 5W

Page 151 of 218

150
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
GLOEILAMP
BUITENVERLICH-
TING VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbe-
horende vermogen de paragraaf
“Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de gloeilam-
pen voor de buitenverlichting, het
dimlicht, het grootlicht en de rich-
tingaanwijzer opgenomen.
Voor het vervangen van de gloeilam-
pen van de buitenverlichting, het
dimlicht en het grootlicht, moet u de
beschermdoppen verwijderen.De lampen zijn op de volgende wijze
in de lichtunit fig. 17geplaatst:
Crichtingaanwijzers
Dgrootlicht
Ebuitenverlichting
Fdimlicht
Monteer na het vervangen, de be-
schermdoppen op de vervangen gloei-
lampen en controleer of ze goed be-
vestigd zijn.BELANGRIJK Het deksel op de lin-
ker (bestuurderszijde) koplampunit
voor het vervangen van de gloeilamp,
is bereikbaar nadat het deksel B-fig.
18van de zekeringen- en relaiskast in
de motorruimte is verwijderd.
fig. 17L0D0398mfig. 18L0D0125m

Page 152 of 218

151
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
DIMLICHT
fig. 19-20
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de beschermdoppen;
❒draai de lamphouder Alinksom en
verwijder hem uit de zitting;
❒maak de twee lippen Blos uit de
borgingen, neem de lamp Cuit en
vervang hem;❒plaats de lamphouder Ain de zit-
ting en draai hem rechtsom;
❒na de vervanging moeten de be-
schermdoppen correct worden ge-
monteerd.GROOTLICHT fig. 21
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de beschermdoppen;
❒haak de borgveer van de lamp A
los;
❒maak de stekker Blos;
❒verwijder en vervang de lamp C;
❒monteer de nieuwe lamp; hierbij
moet de nok van het metalen deel
vallen in de uitsparing in de re-
flector; sluit de stekker Bweer aan
en haak vervolgens de borgveer A
vast;
❒na de vervanging moeten de be-
schermdoppen correct worden ge-
monteerd.
fig. 20L0D0401mfig. 21L0D0402mfig. 19L0D0400m

Page 153 of 218

152
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
fig. 22L0C0403m
RICHTINGAANWIJZERS
Voor fig. 22
Gloeilamp vervangen:
❒draai de lamphouder Alinksom en
verwijder hem;
❒verwijder de lamp B(met bajo-
netfitting) door hem iets in te
drukken en linksom te draaien;
❒vervang de lamp;
❒monteer de lamphouder, draai de
lamphouder rechtsom en contro-
leer of de houder goed vast zit.Op de flanken fig. 23
Gloeilamp vervangen:
❒druk op het door de pijl aangege-
ven punt, zodat de borgveer wordt
ingedrukt, en verwijder de licht-
unit C;
❒draai de lamphouder Dlinksom,
verwijder de geklemde lamp en
vervang hem;
❒plaats de lamphouder Din het
lampenglas, monteer de lichtunit
en controleer of de bevestigings-
veer goed geborgd is.BUITENVERLICHTING VOOR
fig. 24
Gloeilampen vervangen:
❒verwijder de beschermdoppen;
❒trek de geklemde lamphouder A
los, verwijder de lamp Ben vervang
hem;
❒plaats de geklemde lamphouder A;
❒na de vervanging moeten de be-
schermdoppen correct worden ge-
monteerd.
fig. 23L0C0184mfig. 24L0C0405m

Page 154 of 218

153
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
MISTLAMPEN VOOR
(indien aanwezig) fig. 25
Wendt u voor het vervangen van de
gloeilampen in de mistlampen tot de
Lancia-dealer.
fig. 25L0D0406m
ACHTERLICHTUNITS
De achterlichten en remlichten zijn voor-
zien van LEDs. Wendt u bij storingen tot
de Lancia-dealer.
Gloeilamp van richtingaanwijzer ver-
vangen:
❒open de achterklep;
❒draai het bevestigingsmechanisme A
linksom (linker deksel) of rechtsom
(rechter deksel) en verwijder het
deksel;
❒maak de stekker Clos;
❒draai de 2 bevestigingsmoeren Blos;
❒verwijder de lichtunit met behulp
van de handgreep op de lichtunit
zelf;
❒druk op de bevestigingslippen van de
lamphouder en verwijder de houder
uit de zitting;
❒verwijder de lamp door hem iets in
te drukken en linksom te draaien;
❒plaats de lamphouder in de lichtunit
en controleer of de twee bevesti-
gingslippen goed geborgd zijn; plaats
de lichtunit in de daarvoor bestemde
zitting en sluit de stekker Caan;
draai de twee bevestigingsmoeren B
vast; maak het deksel vast, waarbij
de lippen in de zittingen moeten val-
len, en draai het bevestigingsmecha-
nisme Alinksom (linker deksel) of
rechtsom (rechter deksel). DERDE REMLICHT fig. 28
Het derde remlicht is voorzien van
LED-verlichting. Wendt u bij een sto-
ring tot de Lancia-dealer.
fig. 26L0D0187m
fig. 27L0D0188m

Page 155 of 218

154
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
KENTEKENPLAATVERLICHTING
fig. 29/a
Gloeilampen vervangen:
❒verwijder het lampenglas Aop het
door de pijl aangegeven punt;
❒maak de lamp Blos uit de veer-
contacten aan de zijkant en ver-
vang hem; controleer of de nieuwe
lamp goed vastzit in de veercon-
tacten;
❒monteer het lampenglas.
fig. 28L0D0407m
MISTACHTERLICHTEN
fig. 29/b
Wendt u voor het vervangen van het
mistachterlicht tot de Lancia-dealer.
ACHTERUITRIJLICHTEN
fig. 29/c
Wendt u voor het vervangen van het
achteruitrijlicht tot de Lancia-dealer.
fig. 29/aL0D0357mfig. 29/bL0D0426m
fig. 29/cL0D0427m
GLOEILAMP
INTERIEUR-
VERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbe-
horende vermogen de paragraaf
“Gloeilamp vervangen”.

Page 156 of 218

155
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
fig. 30L0D0193m
fig. 31L0D0194m
PLAFONDVERLICHTING VOOR
fig. 30-31
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder het plafondlampje Aop
de door de pijlen aangegeven pun-
ten;
❒open het beschermdeksel B;
❒maak de lamp Clos uit de veer-
contacten aan de zijkant en ver-
vang ze; controleer of de nieuwe
lampen goed vastzitten in de veer-
contacten;
❒sluit het beschermdeksel Ben
plaats het plafondlampje Ain de
zitting; controleer of het goed ge-
borgd is.
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
fig. 32-33
Gloeilampen vervangen:
❒verwijder het plafondlampje Dop
de door de pijlen aangegeven pun-
ten;
❒open het beschermdeksel E;
fig. 32L0D0195m
❒maak de lamp Flos uit de veer-
contacten aan de zijkant en ver-
vang hem; controleer of de nieuwe
lamp goed vastzit in de veercon-
tacten;
❒sluit het beschermdeksel Een
plaats het plafondlampje Din de
zitting; controleer of het goed ge-
borgd is.
fig. 33L0D0196m

Page 157 of 218

156
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
fig. 34
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒maak de lichtunit Aop het door de
pijl aangegeven punt los;
❒open het beschermkapje Ben ver-
vang de geklemde lamp;
❒sluit het beschermkapje Bop het
lampenglas;
❒monteer de lichtunit Adoor deze
eerst aan een zijde in de juiste
stand te plaatsen en vervolgens de
andere zijde aan te drukken, tot-
dat de borging inklikt.
fig. 34L0D0197m
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
fig. 35
Het elektrische systeem wordt door
zekeringen beveiligd: de zekering
brandt door bij een storing of bij on-
eigenlijk gebruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, controleer dan eerst of de ze-
kering niet is doorgebrand: de ver-
bindingsstrip Amag niet onderbroken
zijn. Is dit wel het geval, dan moet u
de zekering vervangen door een exem-
plaar met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur).
B:zekering in goede staat
C:zekering met doorgebrande strip.
Gebruik het tangetje Dvoor het ver-
vangen van de zekeringen. Dit tange-
tje is vastgehaakt in de zekeringenkast
op het dashboard.
fig. 35L0D0198m
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, wendt u dan
tot de Lancia-dealer.
ATTENTIE
Vervang een zekering nooit
door een zekering met
een hogere stroomsterkte
(ampère); BRANDGEVAAR.
Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE, MIDI-
FUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt,
wendt u dan tot de Lancia-dealer.
ATTENTIE
Controleer, voordat u een
zekering vervangt, of de
contactsleutel uit het contactslot is
genomen en alle stroomgebruikers
uit staan en/of zijn uitgeschakeld.
ATTENTIE

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 210 next >