alarm Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)

Page 2 of 246

Veilig en milieubewust rijden ................. 2
Signalen voor een correct gebruik
van de auto .......................................... 6
Symbolen.............................................. 7
Inhoud ................................................. 11
WEGWIJS IN UW AUTO.................... 12
Lancia CODE ...................................... 12
Diefstalalarm ....................................... 17
Start-/contactslot ................................. 19
Portieren .............................................. 20
Kinderveiligheidsslot............................. 25
Zitplaatsen voor ....................................26
Zitplaatsen achter ................................ 30
Opstellingen.......................................... 32
Hoofdsteunen........................................ 34
Armsteunen.......................................... 35
Zitpositie instellen ................................ 35
Veiligheidsgordels ................................. 37
Kinderen veilig vervoeren ..................... 44
Instrumentenpaneel ............................. 52
CONNECT Nav+ ................................. 60
Controle-/waarschuwingslampjes ......... 60
Klimaatregeling ................................... 66
Airconditioning, automatisch ............... 68
Hendels aan het stuur .......................... 79
Waarschuwingsknipperlichten .............. 86
Brandstofnoodschakelaar ..................... 86
Handrem.............................................. 87
Cruise-control....................................... 88
Handgeschakelde versnellingsbak ......... 89
Elektronisch geregelde automatische
versnellingsbak..................................... 90
Interieuruitrusting ................................ 96
Elektrische ruitbediening ..................... 104
Uitzetruiten achter................................ 106
Elektrisch bedienbare opendaken.......... 107
Bagageruimte........................................ 109Motorkap ............................................. 112
Allesdragers ......................................... 114
Koplampen .......................................... 114
ABS ..................................................... 116
MBA- en HBA-systeem.......................... 119
ESP-systeem ........................................ 119
EOBD-systeem ..................................... 123
Airbags voor en zij-airbags ................... 124
Parkeersensoren.................................... 130
Extra accessoires .................................. 132
Tanken met de Phedra ......................... 132
Bescherming van het milieu .................. 134
GEBRUIK VAN DE AUTO
EN PRAKTISCHE TIPS ..................... 135
Motor starten........................................ 135
Parkeren .............................................. 137
Veilig rijden ......................................... 138
Kostenbesparing en beperking van de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen ... 143
Economisch en milieubewust rijden .......146
Trekken van aanhangers ...................... 147
Winterbanden ...................................... 149
Sneeuwkettingen .................................. 150
Auto langere tijd stallen ....................... 150
Nuttige accessoires ............................... 151
NOODGEVALLEN............................... 152
Starten met een hulpaccu ..................... 152
Rollend starten ..................................... 153
Een lekke band .................................... 153
Een gloeilamp vervangen ..................... 159
Defecte buitenverlichting ...................... 162
Defecte interieurverlichting .................. 168
Een doorgebrande zekering .................. 170
Een lege accu ....................................... 178
Het opkrikken van de auto ................... 179Het slepen van de auto ......................... 180
Bij een ongeval ..................................... 182
ONDERHOUD VAN DE AUTO .......... 183
Geprogrammeerd onderhoud................. 183
Onderhoudsschema .............................. 184
Jaarlijks inspectieschema ...................... 188
Aanvullende werkzaamheden ............... 188
Niveaus controleren...............................190
Luchtfilter ........................................... 197
Pollenfilter............................................ 198
Dieselfilter ........................................... 199
Accu .................................................... 200
Elektronische regeleenheden ................. 203
Wielen en banden ................................. 203
Rubber slangen ....................................205
Ruitenwissers - achterruitwisser............ 206
Koplampsproeiers ................................ 208
Carrosserie ........................................... 208
TECHNISCHE GEGEVENS ............... 212
Identificatiegegevens............................. 212
Motorcodes - carrosserie-uitvoeringen...... 216
Motor ................................................... 216
Bougies ................................................ 217
Transmissie........................................... 218
Remmen............................................... 218
Wielophanging...................................... 218
Stuurinrichting..................................... 219
Wielen .................................................. 219
Afmetingen .......................................... 223
Prestaties ............................................. 224
Gewichten............................................. 225
Vullingstabel ........................................ 226
Smeermiddelen en vloeistoffen .............227
Brandstofverbruik ................................ 229
CO
2-emissie via de uitlaat..................... 230
Fiat Auto Nederland B.V.

Page 16 of 246

12
LANCIA CODE
Voor een nog betere bescherming
tegen diefstal is de auto uitgerust
met een elektronische startblokke-
ring (Lancia CODE). Het systeem
schakelt automatisch in als de start-
/contactsleutel wordt uitgenomen.
In de handgreep van de sleutels zit
een elektronisch component gemon-
teerd dat bij het starten van de
motor een signaal ontvangt via een
speciale antenne die in het start-
/contactslot is ingebouwd. Dit sig-
naal wordt omgezet in een gecodeerd
signaal en vervolgens aan de rege-
leenheid van de Lancia-CODE
gezonden, die, als de code wordt
herkend, het starten van de motor
mogelijk maakt.DE SLEUTELS (fig. 1)
Bij de auto worden geleverd:
– twee sleutels Aals de auto is uit-
gerust met centrale portiervergren-
deling met afstandsbediening en
diefstalalarm.
– twee sleutels Bals de auto is uit-
gerust met centrale portiervergren-
deling met afstandsbediening, dief-
stalalarm en elektrisch bedienbare
zijschuifdeuren.De sleutels dienen voor:
– het start-/contactslot
– het portierslot aan bestuurders-
en passagierszijde
– de afstandsbediening van de cen-
trale portiervergrendeling
– het diefstalalarm (indien aanwe-
zig)
– de uitschakeling van de airbag
aan passagierszijde
– het slot van de tankdop
– het slot van het dashboardkastje.
WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 1
L0B0001b

Page 17 of 246

13
De sleutel (fig. 2) heeft twee druk-
knoppen:
A -voor het centraal vergrendelen
van de portieren, het inschakelen
van het diefstalalarm en voor de
lokalisatiefunctie;
B -voor het centraal ontgrendelen
van de portieren en het uitschakelen
van het diefstalalarm.
Als u knop Aeven ingedrukt
houdt, wordt de “lokalisatie”-func-
tie ingeschakeld: alle plafondlamp-
jes in het interieur gaan samen met
de richtingaanwijzers branden. Deze functie wordt door het sys-
teem herkend als de afstandsbedie-
ning binnen een afstand van 30
meter van de auto wordt bediend.
De sleutel is ook uitgerust met een
metalen baard Ddie in de hand-
greep van de sleutel kan worden
geklapt door het indrukken van
knopje C.
Druk nogmaals op knopje Cvoor
het uitklappen van de metalen
baard.Wees zeer voorzichtig
bij het indrukken van
knopje C, zodat bij het
uitklappen van de metalen baard
geen verwondingen of beschadi-
gingen ontstaan. Druk het knopje
alleen in als de sleutel ver genoeg
van het lichaam (speciaal de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kle-
dingstukken) is verwijderd. Laat
de sleutel nooit onbeheerd ach-
ter. Hiermee voorkomt u dat
iemand (dit geldt in het bijzonder
voor kinderen) per ongeluk op
knop C drukt.30°
20°
10°

SAE10W 40
0
fig. 2
L0B0005b

Page 18 of 246

14
De sleutel (fig. 3) heeft 4 druk-
knoppen:
A -voor het centraal vergrendelen
van de portieren, het inschakelen
van het diefstalalarm en voor de
lokalisatiefunctie;
B -voor het centraal ontgrendelen
van de portieren en het uitschakelen
van het diefstalalarm;
C -voor het ont-/vergrendelen van
de rechter zijschuifdeur;
D -voor het ont-/vergrendelen van
de linker zijschuifdeur. Als u knopje Aeven ingedrukt
houdt, wordt de “lokalisatie”-func-
tie ingeschakeld: alle plafondlamp-
jes in het interieur gaan samen met
de richtingaanwijzers branden. Deze
functie wordt door het systeem her-
kend als de afstandsbediening bin-
nen een afstand van 30 meter van de
auto wordt bediend.
Als u nogmaals op knopje Bdrukt,
wordt de functie “interieurventila-
tie” ingeschakeld: de zijruiten voor
en achter worden volledig geopend
voor toevoer van buitenlucht in het
interieur.
De sleutel is ook uitgerust met een
metalen baard Fdie in de handgreep
van de sleutel kan worden opgebor-
gen door het indrukken van knopje
E.
Druk nogmaals op knopje Evoor
het uitklappen van de metalen
baard.Wees zeer voorzichtig
bij het indrukken van
knopje E, zodat bij het
uitklappen van de metalen baard
geen verwondingen of beschadi-
gingen ontstaan. Druk het knopje
alleen in als de sleutel ver genoeg
van het lichaam (speciaal de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kle-
dingstukken) is verwijderd. Laat
de sleutel nooit onbeheerd ach-
ter. Hiermee voorkomt u dat
iemand (dit geldt in het bijzonder
voor kinderen) per ongeluk op
knopje E drukt.
fig. 3
L0B0006b

Page 20 of 246

16
Lege batterijen zijn
schadelijk voor het
milieu. Ze moeten in een
daarvoor bestemde chemobox of
afvalbak worden gedeponeerd.
Ze kunnen ook ingeleverd wor-
den bij de Lancia-dealer. Die
zorgt vervolgens voor de afvoer.
Stel de batterijen niet bloot aan
open vuur of hoge temperaturen.
Houd batterijen buiten het bereik
van kinderen.Omdat het diefstalalarm stroom
verbruikt, raden wij u aan het dief-
stalalarm niet in te schakelen door
de auto alleen met de sleutel af te
sluiten als u de auto langer dan een
maand niet denkt te gebruiken. Zo
voorkomt u dat de accu ontlaadt.DUPLICAATSLEUTELS
Wendt u voor duplicaatsleutels
rechtstreeks tot de Lancia-dealer
en neemt u de CODE-card en alle in
uw bezit zijnde sleutels mee.
Als tijdens het opslaan van een
nieuwe sleutelcode de reeds opgesla-
gen sleutelcodes niet opnieuw wor-
den ingevoerd, worden ze uit het
geheugen gewist, zodat eventueel
verloren sleutels niet meer gebruikt
kunnen worden voor het starten van
de motor.
Als de auto wordt verkocht, moeten
alle sleutels en de CODE-card over-
handigd worden aan de nieuwe eige-
naar.
fig. 5
L0B0007b
fig. 6
L0B0216b

Page 21 of 246

17
WERKING
Iedere keer als u de contactsleutel
in stand Szet, schakelt de Lancia
CODE de functies van de elektroni-
sche regeleenheid van de motor uit.
Als u bij het starten van de motor
de sleutel in stand Mdraait, dan
stuurt de regeleenheid van de
Lancia-CODE een code naar de
regeleenheid van de motor die, als de
code wordt herkend, de blokkering
van de functies opheft. De geheime
en steeds wisselende code wordt
alleen verzonden als de regeleenheid
van het systeem de code heeft her-
kend via een in het start-/contactslot
ingebouwde antenne.
Als de code niet herkend wordt,
raden wij u aan de sleutel in stand S
en vervolgens opnieuw in stand Mte
draaien; als de motor geblokkeerd
blijft, probeer het dan opnieuw met
de andere geleverde sleutels.
Wendt u, als de motor nog niet
aanslaat, tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJKElke sleutel heeft
een eigen code die verschillend is
van alle andere codes, en die moet
worden opgeslagen in de regeleen-
heid van het systeem. Voor hetopslaan van nieuwe sleutels moet u
zich tot de Lancia-dealerwenden.
Hierbij moeten alle in uw bezit zijn-
de sleutels, de CODE-card, een iden-
titeitsbewijs en het kentekenbewijs
worden meegenomen.DIEFSTALALARM
De auto is uitgerust met een dief-
stalalarm met omtrekbeveiliging
(buiten) en volumetrische beveili-
ging (binnen). Druk voor inschake-
ling op knopje A(fig. 7) van de
sleutel met ingebouwde afstands-
bediening.
Het systeem is ingeschakeld als
de richtingaanwijzers gaan knip-
peren en vervolgens lampje A(fig.
8) op het dashboard gaat knipperen.
Het diefstalalarm wordt niet
ingeschakeld als de portieren met
de sleutel worden vergrendeld.
Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelco-
de de reeds opgeslagen
sleutelcodes niet opnieuw wor-
den ingevoerd, worden ze uit het
geheugen gewist, zodat eventueel
verloren of gestolen sleutels niet
meer gebruikt kunnen worden
voor het starten van de motor.
fig. 7
L0B0217b

Page 22 of 246

18
Wanneer gaat het alarm af
Het alarm treedt in werking en de
richtingaanwijzers knipperen onge-
veer 30 seconden als:
– één van de portieren, de motor-
kap of de achterklep wordt geopend;
– er iets in het interieur beweegt
(laat de ruiten niet open staan en
laat geen dieren in het interieur als
het diefstalalarm is ingeschakeld);
– geprobeerd wordt het diefstala-
larm uit te schakelen zonder de
afstandsbediening te gebruiken.Diefstalalarm uitschakelen
Het systeem schakelt uit als u
knopje B(fig. 7) op de afstandsbe-
diening indrukt.
De richtingaanwijzers knipperen
enkele seconden snel.
Als het diefstalalarm geactiveerd is
geweest, dan knippert lampje A(fig.
8) snel. Draai om het knipperen te
beëindigen, de start-/contactsleutel
in stand M.Volumetrische beveiliging uit-
schakelen
Voordat het diefstalalarm wordt
ingeschakeld, moet u knopje A(fig.
9) indrukken (dit knopje is bereik-
baar bij geopend portier); lampje A
(fig. 8) op het dashboard gaat bran-
den.
Op deze manier werkt bij inschake-
ling van het diefstalalarm alleen de
omtrekbeveiliging (buiten).
Als knopje A(fig. 9) nogmaals
wordt ingedrukt, werkt het systeem
normaal met omtrek- en volumetri-
sche beveiliging.
fig. 8
L0B0003b
fig. 9
L0B0218b

Page 23 of 246

19
Uitschakelen zonder gebruik van
de afstandsbediening
Ga als volgt te werk:
– open het portier met de sleutel
(de sirene treedt in werking);
– draai binnen 10 seconden de con-
tactsleutel in stand Men druk ver-
volgens op knopje A(fig. 9). De sire-
ne schakelt uit.
Herhaal, indien nodig, de hande-
ling nadat de sirene voor de laatste
keer is ingeschakeld.
PROGRAMMEREN
VAN HET SYSTEEM
Bij aflevering van de nieuwe auto is
het diefstalalarm al geprogram-
meerd door de Lancia-dealer. Het
verdient aanbeveling eventuele nieu-
we programmeerprocedures door de
Lancia-dealerte laten uitvoeren.EXTRA AFSTANDSBEDIENIN-
GEN BESTELLEN
Als u na verloop van tijd een nieu-
we sleutel met afstandsbediening
nodig hebt, wendt u dan tot de
Lancia-dealer. Hierbij moeten alle
in uw bezit zijnde sleutels, de
CODE-card, een identiteitsbewijs en
het kentekenbewijs worden meege-
nomen.START-/CONTACT-
SLOT
De sleutel van het start- en con-
tactslot (fig. 10) kan in 4 verschil-
lende standen worden gedraaid:
S -motor uit, sleutel uitneembaar
en stuurslot vergrendeld;
A -enkele elektrische installaties
werken;
M -contact aan;
D- onvergrendelde stand voor het
starten van de motor.
fig. 10
L0B0004b

Page 28 of 246

24
Beide deuren zijn voorzien van een
antiletsel-veiligheidssysteem dat als
volgt werkt:
– tijdens het openen:als er een
obstakel aanwezig is, stopt het ope-
nen van de deur automatisch;
– Tijdens het sluiten: als er een
obstakel aanwezig is, stopt het slui-
ten van de deur en wordt de deur
automatisch geheel geopend.
Voor het herstellen van de juiste
werking moet een elektrisch com-
mando worden gegeven met de
betreffende knoppen op de afstands-
bediening of bij het plafondlampje
voor of op de deurstijl.CENTRALE PORTIERVER-
GRENDELING
Van buitenaf
Bij gesloten portieren: steek de
sleutel in het slot van het bestuur-
dersportier, en draai de sleutel.
Van binnenuit
Bij gesloten portieren: druk op
knopjeC (fig. 18) bij het plafond-
lampje voor.
Met de knopjes aan de binnenzijde
van de achterportieren ver- of ontgren-
delt u uitsluitend het betreffende por-
tier.
BELANGRIJK De centrale portier-
vergrendeling werkt niet als een van de
portieren niet goed gesloten is of als er
een storing in het systeem is. Na enke-
le pogingen schakelt het systeem onge-
veer 20 seconden uit. In deze 20 secon-
den kunt u de portieren met de hand
ver- en ontgrendelen, zonder dat het
elektrische systeem werkt. Na de 20
seconden is het systeem weer gereed.
Als de oorzaak van de storing is
opgelost, werkt het systeem weer
normaal. Anders schakelt het sys-teem na enkele pogingen opnieuw
uit.
EXTRA VERGRENDELING VAN
DE PORTIEREN (indien aanwe-
zig)
Voor het inschakelen van de extra
vergrendeling van de portieren met
behulp van de afstandsbediening,
moet u eerst knopje A (fig. 7)
indrukken en vervolgens binnen 5
seconden het knopje nog een keer in
drukken. Na de eerste klik van de
sloten, hoort u een tweede klik. Dit
betekent dat de extra vergrendeling
is ingeschakeld.
De extra vergrendeling kan ook
met de sleutel worden ingeschakeld.
Steek de sleutel in het slot en houd
hem enkele seconden in de vergren-
delstand, totdat u de tweede klik
hoort. Dit betekent dat de portieren
extra vergrendeld zijn.
Op deze manier kunt u de extra
vergrendeling inschakelen zonder
het diefstalalarm in werking te stel-
len.

Page 135 of 246

131
De verantwoordelijk-
heid tijdens het parkeren
ligt altijd en overal bij de
bestuurder. Controleer als u de
auto parkeert of zich geen perso-
nen of dieren in de buurt van de
auto bevinden. Het systeem moet
als een hulpmiddel voor de
bestuurder beschouwd worden.
De bestuurder moet tijdens even-
tueel gevaarlijke manoeuvres
altijd volledig zijn aandacht
behouden, ook als deze met lage
snelheid worden uitgevoerd.Voor een juiste werking
van het hulpsysteem mag
er geen modder, vuil,
sneeuw of ijs op de sensoren op
de bumpers zitten.
Wees voorzichtig bij het
reinigen van de sensoren
om strepen of beschadi-
gingen te voorkomen; gebruik
geen droge, grove of harde doek.
De sensoren moeten worden
gereinigd met schoon water,
waaraan eventueel autoshampoo
is toegevoegd. In wastunnels
waar gebruik wordt gemaakt van
stoom of hogedrukreiniging,
moeten de sensoren snel worden
gereinigd. Houd hierbij de straal-
pijp op meer dan 10 cm afstand.WERKING MET AANHANGER
De werking van de parkeersen-
soren wordt automatisch uitgescha-
keld als de stekker van de aanhanger
wordt aangesloten op de stekkerdoos
van de trekhaak.
De sensoren worden automatisch
weer ingeschakeld als u de aanhan-
gerstekker losmaakt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Controleer tijdens parkeermanoeu-
vres of zich geen obstakels op of
onder de sensoren bevinden.
Obstakels die zich dicht bij de ach-
terkant van de auto bevinden, wor-
den onder bepaalde omstandigheden
niet door het systeem gesignaleerd
en kunnen dus de auto beschadigen
of zelf beschadigd worden.
De signalen die door de sensoren
verstuurd worden, kunnen veran-
derd zijn door beschadiging van de
sensoren zelf, door vuil, modder,
sneeuw of ijs op de sensoren of door
ultrasone systemen (bijv. luchtdruk-
remmen van vrachtwagens of pneu-
matische hamers) die zich in de
nabijheid bevinden.
BELANGRIJKBij een storing in
het systeem, wordt de bestuurder
door een repeterend alarmsignaal
gewaarschuwd, dat bestaat uit een
kort en lang geluidssignaal; wendt u
in dat geval tot de Lancia-dealer.
Als de sensoren meerdere obstakels
signaleren, zal de regeleenheid de
kortste afstand weergegeven.

Page:   1-10 11-20 next >