Lancia Thema 2013 Instructieboek (in Dutch)
Page 181 of 380
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Stapel bagage of lading niet hoger op dan tot aan de bovenrand van
de rugleuning. Anders kan het
zicht naar achteren worden be-
lemmerd of kunnen voorwerpen
worden gekatapulteerd bij een
noodstop of een ongeval.
LAADRUIMTE
BAGAGERUIMTEMAT (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
De vloer van de laadruimte wordt af-
gedekt door een bagageruimtemat. De
bagageruimtemat beschermt de het
interieur tegen modder, sneeuw en
vuil.
HAKEN VOOR
BOODSCHAPPENTASSEN
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De laadruimte achter is aan beide zij-
den voorzien van haken voor bood-
schappentassen.
LET OP!
Er mag niet meer dan 22 kg aan de
boodschappentashaak worden ge-
hangen. Dit kan namelijk schade
aan de haak en het montagevlak
veroorzaken.
Bagagenet (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De laadruimte achter is voorzien van
bagagenet.
ACHTERRUITFUNCTIEACHTERRUITVERWARMING
De knop van de achterruitver-
warming bevindt zich op het
bedieningspaneel van de klimaatrege-
ling. Druk op deze knop om de ach-
terruitverwarming en de buitenspie-
gelverwarming (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) in te schakelen.
Een controlelampje in de knop gaat
branden om aan te geven dat de ach-
terruitverwarming is ingeschakeld.
De achterruitverwarming wordt na
ongeveer 10 minuten automatisch
uitgeschakeld. Voor extra werking
van nog eens vijf minuten, drukt u
nogmaals op de knop.
Haken voor boodschappentassen
Bagagenet achter
175
Page 182 of 380
LET OP!
Het negeren van de volgende waar-
schuwingen kan leiden tot schade
aan de verwarmingselementen:
Wees voorzichtig bij het wassenvan de binnenkant van de achter-
ruit. Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen om de bin-
nenzijde van de ruit te reinigen.
Gebruik een zachte doek en een
mild schoonmaakmiddel en wrijf
evenwijdig aan de verwarmings-
elementen. U kunt stickers ver-
wijderen met warm water.
Gebruik geen schrapers, scherpe
voorwerpen of schurende schoon-
maakmiddelen om de binnen-
zijde van de ruit te reinigen.
Zorg ervoor dat alle voorwerpen zich op veilige afstand van de ruit
bevinden. ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Uw auto is mogelijk uitgerust met een
elektrisch bediende zonwering die de
hoeveelheid zonlicht verminderd die
door de achterruit valt.
De elektrisch bediende zonwering kan
worden bediend met het Uconnect
Touch™ systeem.
Kies de schermtoets "Controls" (be-
dieningselementen) en kies vervol-
gens de schermtoets "Sunshade"
(zonwering) om de elektrisch be-
diende zonwering omhoog te bewe-
gen. Kies opnieuw de schermtoets
""Sunshade" (zonwering) om de zon-
wering omlaag te bewegen.
Als de zonwering omhoog is en de
versnellingsbak naar de stand RE-
VERSE wordt geschakeld, wordt de
zonwering automatisch volledig om-
laag bewogen. Als de versnellingsbak uit de stand REVERSE wordt gescha-
keld, gaat de zonwering na ongeveer
vijf seconden automatisch helemaal
omhoog.
OPMERKING: De schakelaar
voor de zonwering achter kan wor-
den geblokkeerd met de achter-
raambediening op de raamblok-
keerschakelaar bij de bestuurder.
Schermtoets Controls
(bedieningselementen)Schermtoets Sunshade
176
Page 183 of 380
De elektrisch bediende zonwering kan
ook worden bediend door de passa-
giers op de achterbank. De schakelaar
voor de elektrisch bediende zonwe-
ring bevindt zich aan de achterzijde
van de middenconsole, tussen de
stoelverwarmingsschakelaars. Druk
eenmaal op de schakelaar om de zon-
wering omhoog te bewegen. Druk
nogmaals op de schakelaar om de
zonwering omlaag te bewegen.NIVEAUREGELING
De automatische niveauregeling zorgt
ervoor dat de auto volledig horizon-
taal blijft ongeacht het aantal inzit-
tenden en de belading van de auto.
Een hydraulische pomp in de schok-
dempers brengt de achterkant van de
auto naar de juiste hoogte. Na onge-
veer 1,6 km rijden is de niveaurege-
ling voltooid, afhankelijk van de con-
ditie van het wegdek.
Als na de niveauregeling gedurende
ca. 15 uur niet met de auto wordt
gereden, keert de niveauregeling au-
tomatisch terug in de oorspronkelijke
stand. U moet dan weer met de auto
gaan rijden om het systeem opnieuw
in te stellen.
Schakelaar elektrisch bediende
zonwering
177
Page 184 of 380
178
Page 185 of 380
4
HET INSTRUMENTENPANEEL
FUNCTIES VAN HET INSTRUMENTENPANEEL . .182 INSTRUMENTENGROEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . .183
BESCHRIJVINGEN INSTRUMENTENGROEP . . .184
ELEKTRONISCH VOERTUIGINFORMATIECENTRUM (EVIC) . . . . .190
SCHERM VAN ELEKTRONISCH VOERTUIGINFORMATIECENTRUM (EVIC) . . .191
WITTE INDICATOREN IN EVIC . . . . . . . . . . . .192
ORANJE INDICATOREN IN EVIC . . . . . . . . . . .193
RODE INDICATOREN IN EVIC . . . . . . . . . . . . .194
OLIEVERVERSING VEREIST . . . . . . . . . . . . .195
BERICHTEN ROETFILTER DIESELMOTOR (DPF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .196
BRANDSTOFVERBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . .196
CRUISECONTROL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .197
VOERTUIGSNELHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . .198
RITINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .198
BANDENSPANNING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .198
VOERTUIGINFORMATIE (INFORMATIEFUNCTIES VOOR DE KLANT)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . .199
MESSAGES # (AANTAL BERICHTEN). . . . . . . .199
179
Page 186 of 380
TURN MENU OFF (MENU UITSCHAKELEN) . .199
Uconnect Touch™ INSTELLINGEN . . . . . . . . . . .199
TOETSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
SCHERMTOETSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
DOOR DE KLANT TE PROGRAMMERENFUNCTIES — INSTELLINGEN UCONNECT
TOUCH™ SYSTEEM 8.4 . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
AUDIOSYSTEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .212
NAVIGATIESYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/ landen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .212
ANALOGE KLOK INSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . .212
BEDIENING VAN IPOD®/USB/MP3 (voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .212
HARMAN KARDON® Logic7® HIGH PERFORMANCE MULTICHANNEL SURROUND
SOUND-SYSTEEM MET DRIVER-SELECTABLE
SURROUND (DSS) (voor bepaalde uitvoeringen/
landen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .212
STUURBEDIENING VOOR AUDIO . . . . . . . . . . . .213 Bediening van de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . .214
Cd-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .214
ONDERHOUD VAN CD's EN DVD's . . . . . . . . . . .214
WERKING VAN DE RADIO EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .215
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .215 ALGEMEEN OVERZICHT . . . . . . . . . . . . . . . . .215
FUNCTIES VAN DE KLIMAATREGELING . . . .218
180
Page 187 of 380
AUTOMATISCHE TEMPERATUURREGELING . .219 AANWIJZINGEN VOOR BEDIENING . . . . . . . .220181
Page 188 of 380
FUNCTIES VAN HET INSTRUMENTENPANEEL1 — Luchtrooster7 — Schakelaar ESP uit13 — Knop Engine Start/Stop (motor
aan/uit)
2 — Instrumentengroep 8 —
Toetsen Uconnect Touch™ systeem
14 —
Ontgrendelknop voor bagageruimte
3 — Schakelaar waarschuwingsknip-
perlichten9 — Sleuf voor SD-geheugenkaart 15 — Dimschakelaars
4 — Uconnect Touch™ systeem 10 — Aansluitcontact 16 — Motorkapontgrendeling
5 — Toetsen klimaatregeling 11 — Sleuf voor cd/dvd17 — Koplampschakelaar
6 — Handschoenenkastje 12 — Opbergvak18 — Analoge klok
182
Page 189 of 380
INSTRUMENTENGROEP
183
Page 190 of 380
BESCHRIJVINGEN
INSTRUMENTENGROEP
1. Toerenteller
Deze meter meet het aantal omwente-
lingen per minuut van de motor
(omw/min x 1000).
2. Controlelampje parkeerlichten/
koplampen AANDit lampje brandt wanneer
de parkeerlichten of kop-
lampen zijn ingeschakeld.
3. Controlelampjes richtingaan-
wijzer Het pijltje knippert tegelij-
kertijd met de richtingaan-
wijzer nadat u de richting-
aanwijzerhendel naar
boven of naar beneden hebt geduwd.
Als de voertuigelektronica detecteert
dat langer dan 1,6 km wordt gereden
met een ingeschakelde richtingaan-
wijzer, hoort u een continu geluidssig-
naal om u hierop attent te maken.
Wanneer een van de controlelampjes
snel knippert, controleer dan aan de buitenzijde van de auto of een lamp
defect is.
4. Controlelampje mistlampen vóór
Dit lampje gaat branden wan-
neer de mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
5. Controlelampje mistachterlicht
Dit lampje gaat branden wan-
neer de mistachterlichten zijn
ingeschakeld.
6. Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje geeft aan
dat het grootlicht is ingescha-
keld. Druk de multifunctionele hendel
naar voren om het grootlicht in te
schakelen en trek de hendel terug
naar de normale stand om terug te
keren naar dimlicht.
7. Scherm kilometerteller/elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)
Scherm kilometerteller
De kilometerteller geeft het aantal ki-
lometers aan dat de auto in totaal
heeft gereden. Scherm elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC)
Het elektronische voertuiginformatie-
centrum (EVIC) heeft een interactief
scherm dat zich in de instrumenten-
groep bevindt. Raadpleeg het hoofd-
stuk "Elektronisch voertuiginforma-
tiecentrum (EVIC)" voor meer
informatie hierover.
De schakelstand wordt apart weerge-
geven in het EVIC-scherm. Hiermee
wordt de gekozen versnelling van de
automatische versnellingsbak weer-
gegeven.
OPMERKING:
U moet het rempedaal intrappen
voordat u uit de stand PARK
schakelt.
De hoogste beschikbare versnel-
ling wordt linksonder in het elek-
tronische voertuiginformatiecen-
trum (EVIC) aangegeven als de
functie Electronic Range Select
(ERS) actief is. Gebruik de +/-
keuzeschakelaar op de schakel-
hendel om ERS te activeren (voor
bepaalde uitvoeringen/landen).
184