Lancia Thema 2013 Instructieboek (in Dutch)
Page 261 of 380
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
waarbij het systeem niet wordt ge-
activeerd en de auto een iets gaat
rollen. Dit kan leiden tot een aan-
rijding met een ander voertuig of
object. Vergeet nooit dat de be-
stuurder verantwoordelijk is voor
het remmen.
Voorwaarden voor activering van
HSA
HSA wordt geactiveerd als aan de vol-
gende voorwaarden wordt voldaan:
De auto moet stilstaan.
De auto moet op een helling van ongeveer 6% of meer staan.
De gekozen versnelling moet over- eenkomen met de stand van de auto
op de helling (in een vooruitver-
snelling als de voorkant van de auto
naar boven is gericht; in de achter-
uitversnelling (REVERSE) als de
voorkant van de auto naar beneden
is gericht). HSA werkt in de achteruitversnelling
(REVERSE) en alle vooruitversnel-
lingen als aan de voorwaarden voor
activering wordt voldaan. Het sys-
teem wordt niet geactiveerd als de
schakelhendel in de stand in NEU-
TRAL of PARK staat.
WAARSCHUWING!
Met een zwaar beladen auto of het
trekken van een aanhanger kunnen
zich op lichte hellingen (d.w.z. min-
der dan 8%) situaties voordoen
waarbij het systeem niet wordt ge-
activeerd en de auto een iets gaat
rollen. Dit kan leiden tot een aan-
rijding met een ander voertuig of
object. Vergeet nooit dat de be-
stuurder verantwoordelijk is voor
het remmen.
Een aanhanger trekken met HSA
HSA helpt u tijdens het wegrijden op
een helling terwijl u een aanhanger
trekt.
WAARSCHUWING!
Als u een aanhangerremregeling gebruikt op uw aanhanger, kunt u
de remmen van uw aanhanger in-
en uitschakelen met de remscha-
kelaar. Het is dan mogelijk dat er,
wanneer u het rempedaal loslaat,
onvoldoende remkracht is om de
auto en aanhanger op een helling
op hun plaats te houden, wat kan
leiden tot een aanrijding met een
ander voertuig of object achter u.
Om te voorkomen dat de auto
omlaag rolt als u weer gaat rijden,
moet u de aanhangerrem hand-
matig inschakelen voordat u het
rempedaal loslaat. Vergeet nooit
dat de bestuurder verantwoorde-
lijk is voor het remmen.
(Vervolgd)
255
Page 262 of 380
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
HSA is geen handrem. Trek de handrem altijd helemaal aan
voordat u uitstapt. Controleer
ook of de schakelhendel in de
stand PARK staat. Het negeren
van deze waarschuwingen kan er-
toe leiden dat de auto van de hel-
ling rolt en in botsing komt met
een ander voertuig, persoon of
object, en ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben. Gebruik
altijd handrem wanneer u op een
helling parkeert en vergeet nooit
dat de bestuurder verantwoorde-
lijk is voor het remmen.
OPMERKING: U kunt het HSA-
systeem ook in- en uitschakelen
als het voertuig is uitgerust met het
elektronische voertuiginformatie-
centrum (EVIC). Raadpleeg de pa-
ragraaf "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC)" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hier-
over. HSA uitschakelen
U kunt het HSA-systeem uitschakelen
via de door de klant te programmeren
functies in het Uconnect Touch™ sys-
teem. Raadpleeg de paragraaf "Instel-
lingen van Uconnect Touch™" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel"
voor meer informatie hierover.
READY ALERT BRAKING
Ready Alert Braking (anticiperend
remsysteem) kan de tijd verkorten die
nodig is om bij een noodstop de volle
remkracht te bereiken. Het systeem
anticipeert op mogelijke noodstopsi-
tuaties door te registreren hoe snel de
bestuurder het gaspedaal loslaat.
Wanneer het gaspedaal zeer snel
wordt losgelaten, oefent Ready Alert
Braking een geringe remkracht uit.
Deze remkracht is zo gering dat de
bestuurder deze niet zal opmerken.
Het remsysteem gebruikt deze rem-
kracht om een snelle reactie van de
remmen mogelijk te maken wanneer
de bestuurder het rempedaal intrapt.
RAIN BRAKE SUPPORT
Rain Brake Support (remdroogfunc-
tie bij nat weer) kan de remprestaties
bij nat weer verbeteren. Het systeem
oefent met tussenpozen een geringe
remkracht uit om vocht op de rem-
schijven van de voorwielen te verwij-
deren. Dit systeem werkt alleen wan-
neer de ruitenwissers in de stand LO
of HI staan. In de intervalstand werkt
het systeem niet. Rain Brake Support
geeft geen melding aan de bestuurder
wanneer het systeem actief is en het
systeem vereist geen handelingen van
de bestuurder.
CONTROLE-/
STORINGSLAMPJE ESP EN
CONTROLELAMPJE ESP
UIT
Het controle-/storingslampje
van het elektronisch stabili-
teitsregelsysteem (ESP) in de
instrumentengroep gaat
branden wanneer de contactschakelaar
in de stand ON wordt gezet. Als de
motor draait, behoort dit lampje uit te
256
Page 263 of 380
gaan. Wanneer controle-/
storingslampje ESP continu blijft bran-
den terwijl de motor draait, is een sto-
ring gedetecteerd in het ESP-systeem.
Als het lampje blijft branden nadat er
verschillende keren is gestart en u
meerdere kilometers hebt gereden met
een snelheid hoger dan 48 km/u, dient
u zo snel mogelijk contact op te nemen
met uw erkende dealer om het pro-
bleem te laten opsporen en verhelpen.Het controle-/storingslampje ESP (in
de instrumentengroep) begint te
knipperen zodra de banden grip ver-
liezen en het ESP-systeem wordt ge-
activeerd. Het controle-/
storingslampje ESP knippert ook
wanneer het ASR-systeem actief is.
Als het controle-/storingslampje ESP
gaat knipperen tijdens het optrekken,
neem dan gas terug en rijd verder
terwijl u zo min mogelijk gas geeft.
Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan de
toestand van het wegdek aan.OPMERKING:
Het controle-/storingslampje
ESP en het controlelampje "ESP
uit" gaan altijd kort branden
wanneer de contactschakelaar
in de stand ON wordt gezet.
Telkens wanneer de contact- schakelaar in de stand ON wordt
gezet, wordt het ESP-systeem in-
geschakeld, ook wanneer dit
eerder werd uitgeschakeld.
Het ESP-systeem maakt zoe- mende of klikkende geluiden
wanneer het actief is. Dit is nor-
maal. De geluiden houden op
wanneer ESP inactief wordt na
de manoeuvre die de activering
van het ESP-systeem heeft
veroorzaakt.
Het controlelampje "ESP
uit" geeft aan dat het elek-
tronische stabiliteitsregel-
systeem (ESP) is
uitgeschakeld. ESP SYNCHRONISEREN
Bij onderbroken voeding
(accu losgekoppeld of ont-
laden) en draaiende motor
kan het controle-/
storingslampje ESP gaan branden.
Als dat gebeurt, draai dan het stuur
helemaal linksom tot de aanslag en
daarna helemaal naar rechts tot de
aanslag. Het controle-/storingslampje
ESP moet dan doven. Als het lampje
blijft branden, laat dan het ESP- en
BAS-systeem zo spoedig mogelijk
door uw erkende dealer controleren.
257
Page 264 of 380
VEILIGHEIDS-
INFORMATIE BANDEN
Bandmarkeringen
OPMERKING:
P (Passagier) - Metrische ban-denmaat is gebaseerd op Ameri-
kaanse ontwerpnormen. Bij P-Metrieke banden staat de let-
ter "P" op de zijkant van de
band vóór aanduiding van de
maat. Voorbeeld: P215/65R15
95H.
Europese metrische maten voor banden zijn gebaseerd op Euro-
pese ontwerpnormen. Bij ban-
den ontworpen volgens deze
norm staat de maat van de band
op de zijkant van de band te be-
ginnen met de breedte van de
sectie. Er staat geen "P" bij de
maat van deze band. Voorbeeld:
215/65R15 96H.
LT (Light Truck) - Metrische bandenmaat is gebaseerd op
Amerikaanse ontwerpnormen.
De bandenmaat voor LT-
Metrieke banden is dezelfde als
voor P-Metrieke banden, be-
halve dat de letters "LT" op de
zijkant van de band staan vóór
aanduiding van de maat. Voor-
beeld: LT235/85R16. Tijdelijke reservebanden zijn
compacte reservebanden met
hoge luchtdruk, uitsluitend ont-
worpen voor gebruik in noodge-
vallen. Beschrijvingen van com-
pacte reservewielen beginnen
met de letter "T" of "S" op de
wang van de band vóór de aan-
duiding van de bandenmaat.
Voorbeeld: T145/80D18 103M.
De maten van banden voor zo min mogelijk bodemdruk zijn
gebaseerd op de Amerikaanse
ontwerpnormen en beginnen
met de diameter van de band,
die in de bandwang is gegoten.
Voorbeeld: 31x10.5 R15 LT.1 — U.S. DOT
Code veiligheids-
normen (TIN) 4 — Maximale
belasting
2 — Maat 5 — Maximale spanning
3 — Serviceom-
schrijving 6 — Slijtage,
tractie en tempe-
ratuurbereiken
258
Page 265 of 380
Tabel voor bandenmaten
VOORBEELD:
Maataanduiding: P= Maat van een band voor personenauto's gebaseerd op Amerikaanse ontwerpnormen.
"....blanco...." = Maat van een band voor personenauto's gebaseerd op Europese ontwerpnormen
LT = Band voor lichte vrachtwagens [Light Truck] gebaseerd op Amerikaanse ontwerpnormen
T of S = reservewiel
31 = Algehele diameter in inches (in)
215 = Breedte van secties in millimeters (mm)
65 = Hoogte/breedteverhouding in procenten (%)
—Hoogte/breedteverhouding voor secties van de band
10.5 = Breedte van secties in inches (in)
R = Constructiecode
—"R" betekent radiale constructie
—"D" betekent diagonale of schuine constructie
15 = Velgdiameter in inches (in)
Serviceomschrijving: 95= Belastingsindex
—Een cijfercode met betrekking tot de maximale last die een band kan dragen
H = Snelheidsymbool
—Een symbool dat het snelheidsbereik aangeeft waarbij een band een last kan dragen die overeen-
komt met zijn belastingsindex bij bepaalde bedrijfsomstandigheden
—De maximale snelheid die overeenkomt met het snelheidsymbool mag alleen bereikt worden on-
der bepaalde bedrijfsomstandigheden (d.w.z. bandenspanning, voertuigbelasting, toestand van de
weg en de aangegeven maximum snelheid)
259
Page 266 of 380
VOORBEELD:
Lastidentificatie: "....blanco...." = Geen enkele tekst op de zijkant van de band geeft aan dat dit een Standard Load (SL)-
band is.
Extra Load (XL) = Extra last (of versterkte)-band
Light Load (LL) = Band lichte belasting
C, D, E, F, G = Last verbonden met de maximale last die een band kan dragen bij een bepaalde spanning.
Maximum Load— Geeft de maximale last aan die de band kan dragen
Maximum Pressure— Geef de maximaal toegestane koude bandenspanning van deze band aan
Bandenidentificatienummer
(TIN)
Het TIN kan op één of beide kanten
van de band staan, maar de datum-
code kan op slechts één kant staan. Bij banden met witte zijkanten staat het
volledige TIN, inclusief de datum-
code, op de witte zijkant van de band.
Zoek naar het TIN op de buitenzijde
van banden met zwarte bandwangen,
als deze op de auto zijn gemonteerd.Als u het TIN niet aantreft aan de
buitenkant, dan staat het aan de bin-
nenkant van de band.VOORBEELD:
DOT MA L9 ABCD 0301
DOT = Department of Transportation
—Dit symbool geeft aan dat de band voldoet aan de veiligheidsnormen voor banden van het Amerikaanse
Ministerie van transport en is goedgekeurd voor gebruik op de snelweg.
MA = Code die de plaats waar de band gemaakt is aangeeft (twee cijfers)
L9 = Code die de maat van de band aangeeft (twee cijfers)
ABCD = Code gebruikt door de bandenfabrikant (één tot vier cijfers)
03 = Getal dat de week aangeeft waarin de band gemaakt is (twee cijfers)
—03 betekent de 3e week.
260
Page 267 of 380
VOORBEELD:
DOT MA L9 ABCD 0301
01 = Getal dat het jaar aangeeft waarin de band gemaakt is (twee cijfers)
—01 betekent het jaar 2001
—Vóór juli 2000 hoefden bandenfabrikanten slechts met één cijfer aan te geven in welk jaar de band is ge-
maakt. Voorbeeld: 031 kon de 3e week van 1981 of 1991 aangeven
Bandenterminologie en definities
Term Definitie
B-stijl De B-stijl van het voertuig is een structuurelement van de carrosserie
dat zich achter de voorportier bevindt.
Bandenspanning van koude band De banden zijn "koud" als ten minste drie uur niet met de auto is ge-
reden, of minder dan 1,6 km (1 mijl) is gereden na een periode van 3
uur stilstaan. De bandenspanning wordt gemeten in PSI (pounds per
vierkante inch) of KPa (kilopascals).
Maximale bandenspanning De maximale bandenspanning is de maximaal toelaatbare spanning
bij koude banden. De maximale bandenspanning is in de bandwang
ingegoten.
Aanbevolen bandenspanning voor koude
band De door de bandenfabrikant aanbevolen bandenspanning voor koude
banden zoals op bandenspanningsticker is vermeld.
Bandenspanningsticker Een sticker die permanent aan het voertuig is bevestigd waarop het
maximale laadgewicht, de oorspronkelijke bandenmaten en de aanbe-
volen bandenspanning voor koude banden staat.
261
Page 268 of 380
Draagvermogen en
bandenspanning
Locatie band- en
beladingsinformatiesticker
OPMERKING: De juiste spanning
voor koude banden staat vermeld
op de B-stijl aan de bestuurders-
zijde of op de achterrand van het
bestuurdersportier.
Band- en
beladingsinformatiestickerDeze sticker geeft u belangrijke
informatie over:
1) het aantal personen dat in de
auto vervoerd kan worden
2) het totale gewicht dat uw auto
kan vervoeren 3) de bandenmaat voor uw auto
4) de spanning voor koude banden
voor de banden aan de voorkant,
achterzijde en de reserveband.
Beladen
De maximale last op de band mag niet
groter zijn dan het draagvermogen
van de band van uw auto. Het draag-
vermogen van de band wordt niet
overschreden als u zich houdt aan de
beladingsvoorwaarden, bandenmaat
en de spanning voor koude banden,
die aangegeven staan op de informa-
tiesticker voor Banden en Belading en
in het hoofdstuk "Belading van de
auto" van deze handleiding.
OPMERKING: Bij een situatie
waarin de auto tot het maximum is
geladen, mag u de maximaal toe-
laatbare asbelasting (GAWR) van
de voor- en achteras niet over-
schrijden. Raadpleeg voor meer
informatie over GAWR, voertuig-
belasting en het trekken van aan-
hangers de paragraaf "Belading
van de auto" in dit hoofdstuk. Raadpleeg om de maximum laadca-
pacteit van uw auto te bepalen de
gegevens onder "The combined
weight of occupants and cargo should
never exceed XXX lbs or XXX kg" op
de band- en beladingsinformatiestic-
ker. Het totale gewicht van inzitten-
den, vracht/bagage en disselgewicht
van de aanhanger (indien van toepas-
sing) mag nooit het gewicht over-
schrijden dat hier wordt aangegeven.
Stappen voor het bepalen van de
juiste beladinglimiet
1. Lees de verklaring op het type-
plaatje van uw auto met de tekst "The
combined weight of occupants and
cargo should never exceed XXX lbs or
XXX kg".
2. Bepaal het totale gewicht van de
bestuurder en passagiers die met u
meerijden.
3. Trek het totale gewicht van de be-
stuurder en de passagiers af van
XXX kg (XXX lbs).Plaats van bandenspanningsticker
262
Page 269 of 380
4. Het getal dat overblijft is gelijk
aan het beschikbare vermogen capa-
citeit voor lading en bagage. Bijvoor-
beeld, als "XXX" gelijk is aan 635 kg
(1.400 lbs) en er zijn vijf passagiers
met elk een gewicht van 68 kg
(150 lb), dan is het beschikbare ge-
wicht voor vracht en bagage 295 kg
(650 lbs) (aangezien 5 x 68 = 340 en
635 – 340 = 295 kg (650 lbs)).
5. Bepaal het totale gewicht van de
bagage en vracht die in de auto wor-
den geladen. Dat gewicht moet ruim
onder de beschikbare capaciteit voor
lading en bagage blijven volgens de
berekening bij Stap 4.
6. Indien uw auto een aanhanger
gaat slepen, wordt de belasting van de
aanhanger overgebracht worden op
uw auto. Raadpleeg deze handleiding
om te bepalen hoe dit de beschikbare
lading- en bagagecapaciteit van uw
auto zal verminderen.OPMERKING:
De volgende tabel toont voor-
beelden voor het berekenen van
het totale last-, lading-/bagage-
en sleepvermogen van uw auto
met verschillende configuraties
voor stoelopstellingen en het
aantal en gewicht van de inzit-
tenden. Deze tabel is uitsluitend
bedoeld als voorbeeld en is mo-
gelijk niet van toepassing op
voor inzittenden en lading van
uw auto.
In het volgende voorbeeld mag het totale gewicht van de inzit-
tenden en de lading nooit de
392 kg (865 lbs) overschrijden.
263
Page 270 of 380
264