Lancia Thesis 2007 Instructieboek (in Dutch)

Page 21 of 382

17
Toets kort indrukken (korter dan 2 seconden)
Functie DARK inschakelen: het display wordt volledig verduisterd
Bellen naar ingevoerd telefoonnummer
Aannemen van binnenkomend telefoongesprek
Telefoongesprek beëindigen
Telefoon inschakelen en/of specifiek scherm selecteren
Herhaling laatste gesproken instructie van het navigatiesysteem
Navigatiesysteem inschakelen en/of specifiek scherm selecteren
Kaart van het navigatiesysteem selecteren
Toegang tot de diensten van Targasys
Functie selecteren door de draaiknop te draaien.
Functie bevestigen door de draaiknop in te drukken.
Ontvanger van de afstandsbediening
Keuze-onderdeel verlaten of van een submenu terugkeren naar
een hoger menu
SIM-kaart uitwerpen
Draairichting cassette omkeren
Houder voor SIM-kaart
Dubbele “multifunctionele” toets. De functie van de toets is af-
hankelijk van de actieve werkingsstatus van het systeem, die op
het display is weergegeven. De functie van de “multifunctio-
nele” toetsen wordt iedere keer aangegeven door een opschrift
op het display, die met iedere toets overeenkomt. In enkele ge-
vallen heeft het opschrift betrekking op meerdere toetsen naast
elkaar: de functie van deze toetsen is hetzelfde.
Radio/TV: opgeslagen station selecteren.
CD-wisselaar: CD in wisselaar selecteren.
Reset-toets om het systeem opnieuw te starten
Toets even ingedrukt houden (langer dan 2 sec.)

Binnenkomend telefoongesprek weigeren
Telefoon uitschakelen










Radio/TV: stations opslaan

Legenda
14 – DARK
15 –
£
16 – TEL
17 – RPT
18 – NAV
19 – MAP
20 – •
21
22
23 – ESC
24 – SIM
25 – ¯˙
26
27-28-29-
30-31-32
33

Page 22 of 382

18
BEDIENINGSKNOPPEN OP HET
STUURWIEL (fig. 3)
De bedieningsknoppen van de hoofd-
functies van het CONNECT zijn ook op
het stuurwiel geplaatst om de bediening
te vergemakkelijken.
Op het stuurwiel bevindt zich ook de
toets VOICE, voor het in-/uitschakelen
van de spraakbediening van het audio-
systeem en de telefoon en voor de regi-
stratie van korte gesproken berichten.
De bedieningsknoppen hebben de vol-
gende functies:
A - Spraakherkenning:
– in-/uitschakelen spraakherkenning: kort indrukken
– gesproken bericht opslaan: even in- gedrukt houden – spraakregistratie stoppen: kort in-
drukken
B - Audiobron selecteren: FM1, FM2,
FM3-AS, MW, LW, CC, CD, CDC, TV
C - Volume verlagen
D - Volume verhogen
E - Radio: zoeken naar het eerste te
ontvangen station op hogere
frequentie
Cassettespeler: snel vooruit spoelen naar
het einde van het beluisterde muziek-
stuk of naar het volgende muziekstuk
CD/CDC: volgend muziekstuk selecte-
ren
TV: zoeken naar kanalen in oplo-
pende volgorde
F - Radio: zoeken naar het eerste te
ontvangen station op lagere fre-
quentie
Cassettespeler: snel terugspoelen naar
het begin van het beluisterde muziek-
stuk of naar het vorige muziekstuk
CD/CDC: vorig muziekstuk selecte-
ren
TV: zoeken naar het eerste te ont-
vangen kanaal op lagere frequentie
G - Cyclisch selecteren van de hoofd-
schermen: MAIN – AUDIO – TRIP –
SETUP – TEL – NAV – CONNECT
(toegang tot Targasys-diensten)
H - Telefoontoets:
– binnenkomend gesprek aannemen: kort indrukken
– telefoongesprek beëindigen: kort in- drukken
– ingevoerd telefoonnummer bellen: kort indrukken
– ontvangen tekstbericht (SMS) lezen: kort indrukken
– binnenkomend gesprek weigeren: lang indrukken
L - Functies van onder naar boven op
het display selecteren
fig. 3
L0A5002b

Page 23 of 382

19
M- Geselecteerde functie bevestigen
N - Functies van boven naar onder
op het display selecteren
AFSTANDSBEDIENING (fig. 4-5)
De afstandsbediening werkt met een
infrarood zender en regelt enkele van de
belangrijkste functies van het audiosys-
teem en de TV.
De afstandsbediening kan alleen ge-
bruikt worden als het CONNECT is in-
geschakeld. De functies van de afstandsbedie-
ning kunnen worden uitgeschakeld en
weer ingeschakeld door het bijbeho-
rende onderdeel in het menu SETUP
(instellingen) te selecteren.
Om de afstandsbediening A(fig. 5)te
kunnen gebruiken, moet deze uit de
houder Bworden genomen.
De toetsen van de afstandsbediening
hebben de volgende functies ( fig. 4):
A- Radio: inschakelen/uitschakelen van
de functie “Audio Mute” (op nul zet-
ten van het volume) alleen bij inge-
schakelde TP-functie (symbool “ √”
naast het opschrift TP op het hoofd-
scherm van de radiofuncties).
CC/CD/CDC:
weergave/stoppen van het
beluisterde muziekstuk. TV: uitschakelen van de
televisie en terugkeren naar het
scherm van de daarvoor
ingeschakelde audiobron
B - Volume verlagen
C - Volume verhogen
D - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op hogere frequentie
– even ingedrukt houden = func- tie “Scan” inschakelen waarbij
alle stations op de geselecteerde
golfband kort worden weergege-
ven in aflopende frequentie
CD-speler:
– kort indrukken = volgend mu- ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel vooruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel vooruit spoelen naar het einde van het
beluisterde muziekstuk of naar
het volgende muziekstuk
fig. 5
L0A5003b
fig. 4
L0A5004b

Page 24 of 382

20
– even ingedrukt houden = snelvooruit spoelen
TV: zoeken naar het eerste te ont-
vangen kanaal op hogere frequentie
E - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op lagere frequentie
– even ingedrukt houden = func- tie “Scan” inschakelen waarbij
alle stations op de geselecteerde
golfband kort worden weerge-
geven in oplopende frequentie
CD-speler:
– kort indrukken = vorig mu- ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel achteruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel terug- spoelen naar het begin van het
beluisterde muziekstuk of naar
het vorige muziekstuk
– even ingedrukt houden = snel terugspoelen TV: zoeken naar het eerste te
ontvangen kanaal op lagere fre-
quentie
F - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op hogere frequentie
– even ingedrukt houden = functie “Scan” inschakelen waarbij alle
stations op de geselecteerde golf-
band kort worden weergegeven in
aflopende frequentie CD-speler:
– kort indrukken = volgend mu-ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel vooruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel vooruit spoelen naar volgend muziek-
stuk
– even ingedrukt houden = snel vooruit spoelen
TV: zoeken naar het eerste te
ontvangen kanaal op hogere fre-
quentie
G - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op lagere frequentie
– even ingedrukt houden = func- tie “Scan” inschakelen waarbij
alle stations op de geselec- teerde golfband kort worden
weergegeven in oplopende fre-
quentie
CD-speler:
– kort indrukken = vorig mu- ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel achteruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel terug- spoelen naar vorig muziekstuk
– even ingedrukt houden = snel terugspoelen
TV: zoeken naar het eerste te
ontvangen kanaal op lagere fre-
quentie
H - Audiobron selecteren: FM1,
FM2, FM3-AS, MW, LW, CC,
CD, CDC, TV
1 -2 -3 -4 -5 -6 - Radio:
– kort indrukken = opgeslagen stations oproepen nr. 1-2-3-4-
5-6
– even ingedrukt houden = be- luisterde station opslaan
CD-wisselaar: CD selecteren (1
- 6) TV: opgeslagen kanaal (1 - 6)
selecteren

Page 25 of 382

21
Functie
Audiosysteem inschakelen
Audiosysteem uitschakelen
Audio mute (alleen mogelijk als
TP is ingeschakeld in het
hoofdscherm
van de radiofuncties)
Audiobron selecteren
Volume verhogen/verlagen
Opgeslagen radiostations selecteren
Radiostations opslaan
Zoeken naar het eerste te
ontvangen station
op hogere frequentie
Zoeken naar het eerste te
ontvangen station
op lagere frequentie Toetsen op het CONNECT
Toets AUDIO kort indrukken
Toets AUDIO even ingedrukt houden
Functie “Audio Mute” in het radiomenu selecteren en be-
vestigen met de rechter draai- knop 21(fig. 2)
Multifunctionele toetsen FM,
AM, CC, CD, CDC, TV of de toets SOURCE indrukken
Linker knop draaien
Cijfertoets 1 - 6kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 even inge- drukt houden
Toets ˙kort indrukken
Toets ¯kort indrukken Toetsen op het stuurwiel



Toets SOURCE i ndrukken
Toets VOL+ of VOL- indrukken


Toets SCAN+
kort indrukken
Toets SCAN-
kort indrukken
Toetsen op de afstandsbediening


Toets ON/OFF indrukken
Toets SOURCE i ndrukken
Toets VOL+ of VOL- indruk- ken
Cijfertoets 1 - 6 kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 even ingedrukt houden
Toets Nkort indrukken
Toets O
kort indrukken
FUNCTIES AUDIOSYSTEEM EN TV: OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN
De functies van het audiosysteem (radio FM/AM en CC/CD/CDC) en van de TV kunnen worden in-/uitgeschakeld met de
bedieningsknoppen die op het CONNECT, op het stuurwiel en op de afstandsbediening aanwezig zijn. Om de verschillende
bedieningsknoppen makkelijker te leren kennen, staan in onderstaande tabel de functies en de bijbehorende bedienings-
toetsen vermeld. Zie voor het gebruik van de spraakbediening het betreffende hoofdstuk in het CONNECT-boekje.

Page 26 of 382

22
Functie
Functie “Scan” inschakelen
waarbij alle stations op de
geselecteerde golfband kort
worden weergegeven in
aflopende frequentie
Functie “Scan” inschakelen
waarbij alle stations op de
geselecteerde golfband kort
worden weergegeven in
oplopende frequentie
Draairichting
van de cassette omkeren
Snel terugspoelen naarvorig muziekstuk
Snel terugspoelen
Snel vooruit spoelen naarvolgend muziekstuk
Snel vooruit spoelen
Weergave/pauze
van het beluisterde
muziekstuk CC/CD
Volgend muziekstuk
zoeken tijdens het
beluisteren van een CD Toetsen op het CONNECT
Toets ˙
even ingedrukt houden
Toets ¯
even ingedrukt houden Toets ¯˙indrukken
Toets ¯kort indrukken
Toets ¯even ingedrukt houden
Toets ˙
kort indrukken
Toets ˙even ingedrukt houden
Multifunctionele toets
Play/Pauze indrukken
Toets ˙kort indrukken Toetsen op het stuurwiel
Toets SCAN+
even ingedrukt houden
Toets SCAN-
even ingedrukt houden –
Toets SCAN-
kort indrukken
Toets SCAN- even ingedrukt houden
Toets SCAN+ kort indrukken
Toets SCAN+ even ingedrukt houden

Toets SCAN+ kort i ndrukken
Toetsen op de afstandsbediening
Toets N
even ingedrukt houden
Toets O
even ingedrukt houden

Toets O
kort indrukken
Toets O
even ingedrukt houden
Toets Nof ˙kort indrukken
Toets Neven ingedrukt houden
Toets ON/OFF indrukken
Toets ˙indrukken

Page 27 of 382

23
Functie
Vorig muziekstuk zoeken tij -
dens het beluisteren van een CD
CD selecteren bij
ingeschakelde CDC
Weergave/stoppen van het
beluisterde muziekstuk
bij ingeschakelde CDC
Opgeslagen TV-kanalen
selecteren
Afstemming op het volgende
TV-kanaal
Afstemming op het vorige TV-kanaal
TV uitschakelen (terugkeren
naar het scherm van de daar-
voor ingeschakelde audiobron) Toetsen op het CONNECT
Toets
¯kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 indrukken

Cijfertoets 1 - 6 indrukken
Toets ˙kort indrukken
Toets ¯kort indrukken
Multifunctionele toets
OFF indrukken Toetsen op het stuurwiel
Toets SCAN- kort indrukken



Toets SCAN+ indrukken
Toets SCAN- indrukken –
Toetsen op de afstandsbediening
Toets ¯kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 indrukken
Toets ON/OFF indrukken
Cijfertoets 1 - 6 indrukken
Toets Nkort indrukken
Toets Okort indrukken
Toets ON/OFF indrukken

Page 28 of 382

24
STUURSLOTAls de contactsleutel uit het con-
tactslot wordt genomen, wordt auto-
matisch het stuurslot vergrendeld.
Uitvoeringen met Keyless System
Het stuurslot vergrendelt automa-
tisch als de portieren centraal wor-
den vergrendeld met de afstandsbe-
diening. De bestuurder wordt hierop
geattendeerd door het bericht “HET
STUURSLOT VERGRENDELT BIJ
HET VERGRENDELEN VAN DE
PORTIEREN” dat op het display
van het instrumentenpaneel ver-
schijnt.START-/CONTACT-
SLOT
De sleutel kan in 3 standen worden
gedraaid ( fig. 6):
STOP: motor uit, sleutel uitneem-
baar en stuurslot vergrendeld.
Enkele elektrische installaties (bijv.
het CONNECT) werken.
MAR: contact aan. Instrumenten-
paneel verlicht, stuurslot ontgren-
deld en alle elektrische installaties
werken.
AVV: starten van de motor. Laat
de sleutel los zodra de motor aans-
laat. Als het start-/contactslot
is geforceerd (bijv. bij een
poging tot diefstal) moet
u, voordat u weer met de auto
gaat rijden, de werking van het
slot laten controleren bij een
Lancia-dealer.
Neem altijd de sleutel uit
het contactslot als de auto
wordt verlaten, om
onvoorzichtig gebruik van de
bedieningsknoppen te voorko-
men. Vergeet niet de handrem
aan te trekken en schakel de eer-
ste versnelling in als de auto op
een helling omhoog staat of de
achteruit bij een helling omlaag.
BELANGRIJK Zie bij uitvoeringen
die zijn uitgerust met het herken-
ningssysteem de paragraaf “Het her-
kenningssysteem (Keyless System)”
in dit hoofdstuk.
fig. 6
L0A0021b

Page 29 of 382

25
Stuurslot altijd ontgrendeldU kunt in het menu van het CON-
NECT instellen dat het stuurslot
altijd ontgrendeld is. Zie voor het
instellen van deze functie het CON-
NECT-boekje dat bij de auto gele-
verd wordt.
Noodgevallen
Als de accu van de auto leeg is, kan
het stuurslot niet ontgrendeld wor-
den. In dat geval moet het koffer-
deksel met de noodsleutel worden
geopend en een hulpaccu op de lege
accu worden aangesloten. Voer deze werkzaamhe-
den niet uit als u daarmee
geen ervaring hebt:
onjuiste handelingen kunnen lei-
den tot vonken en ook kan de
accu openbarsten. Wendt u tot de
Lancia-dealer. Zie in ieder geval
de paragraaf “Starten met een
hulpaccu”.
Het stuurslot wordt niet
vergrendeld als u de por-
tieren centraal vergren-
delt met de noodsleutel of als de
vergrendeling automatisch
inschakelt (functie “Autoclose”).
Voordat u het kofferdek-
sel opent om de accu op te
laden of een hulpaccu
aan te sluiten, moet u de instruc-
ties in het hoofdstuk “Accu los-
koppelen” aandachtig lezen en
opvolgen.
Het stuurslot wordt automatisch
ontgrendeld als u het koppelingspe-
daal intrapt (uitvoeringen met
handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal (uitvoeringen met
automatische versnellingsbak).

Page 30 of 382

26
LANCIA CODE
Voor een nog betere bescherming
tegen diefstalpogingen is de auto uit-
gerust met een elektronische start-
blokkering (Lancia CODE). Het sys-
teem schakelt automatisch in als de
contactsleutel wordt uitgenomen. In
de handgreep van de sleutels bevindt
zich een elektronisch component,
dat bij het starten van de motor een
signaal ontvangt van een speciale
antenne die in het start-/contactslot
is ingebouwd. Dit signaal wordt
omgezet in een gecodeerd signaal en
vervolgens aan de regeleenheid van
de Lancia CODE gezonden, die, als
de code wordt herkend, het starten
van de motor mogelijk maakt. WERKING
Iedere keer als u de contactsleutel
in stand STOPzet, schakelt de
Lancia CODE de functies van de
elektronische regeleenheid van de
motor uit.
Als u bij het starten van de motor
de sleutel in stand MARdraait, dan
stuurt de regeleenheid van de Lancia
CODE een code naar de regeleen-
heid van de motor die, als de code
wordt herkend, de blokkering van
de functies opheft. De geheime code
wordt door de sleutel verzonden en
heeft meer dan 4 miljard combina-
ties. De code wordt alleen verzonden
als de regeleenheid van het systeem
de code heeft herkend via een in het
start-/contactslot ingebouwde
antenne.
Als de code niet wordt herkend,
gaat op het display van het instru-
mentenpaneel het symbool Ybran-
den en verschijnt het bericht
“DEFECT BEVEILIGINGSSYS-
TEEM VOERTUIG”.
In dat geval raden wij u aan de
sleutel in stand STOPen vervolgens in stand
MARte draaien; als de
motor geblokkeerd blijft, probeer
het dan opnieuw met de andere gele-
verde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, voer dan zelf een noodstart
uit (zie het hoofdstuk “Noodgeval-
len”) en wendt u daarna tot de
Lancia-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft
een eigen code die in de regeleenheid
van het systeem moet worden opge-
slagen. Voor het opslaan van nieuwe
sleutels ( maximaal acht) moet u
zich tot de Lancia-dealer wenden.
Hierbij moeten alle in uw bezit zijn-
de sleutels, de CODE-card, een iden-
titeitsbewijs en het kentekenbewijs
worden meegenomen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 390 next >