sensor Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
Page 552 of 624
5528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
●Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een standaardband.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
■Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is gemon-
teerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelheden. Het niet
opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval en ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn opgeborgen
en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwerpen bij een aanrijding of
bij hard remmen letsel veroorzaakt.
■Bij het opbergen van de lekke band
●Zet de rugleuningen achter weer in de oorspronkelijke stand.
●Maak de band vast met een speciale bevestigingsriem. Anders kan de lekke band bij
plotseling remmen of een aanrijding naar voren schieten, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
•Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)•EPS
•Rear View Monitor-systeem
(indien aanwezig)
• Lexus Parking Assist Monitor
(indien aanwezig)
• Lexus Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Page 565 of 624
5658-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Voer de noodreparatie uit zonder de spijker of schroef die het loopvlak heeft door-
boord te verwijderen. Als het object dat het lek heeft veroorzaakt is verwijderd, is het
wellicht niet mogelijk om een noodreparatie met de bandenreparatieset uit te voeren.
●De bandenreparatieset is niet waterdicht. Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik in de regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoals in het zand of in de
berm. Als er vuil of stof in de bandenreparatieset komt, kan er een storing optreden.
●Houd de bandenreparatieset tijdens het gebruik rechtop. De bandenreparatieset
werkt anders niet.
■Gebruik van de bandenreparatieset
●De compressor heeft een gelijkstroomvoeding van 12 V nodig. Sluit de compressor
niet aan op een andere voedingsbron.
●Als de bandenreparatieset in aanraking komt met benzine, kan de bandenreparatie-
set beschadigd raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
●Berg de bandenreparatieset op de daarvoor bestemde plaats op en houd hem buiten
bereik van kinderen.
●Demonteer of wijzig de bandenreparatieset niet. Stel onderdelen als de bandenspan-
ningsmeter niet bloot aan schokken. Hierdoor kunnen storingen optreden.
■Om schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders te voorkomen (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band ook de bandenspanningssensor en -zender.
(Blz. 470)
Page 595 of 624
5959-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
9
Specificaties van de auto
■Automatische verlichting (Blz. 190)
■Ve r l i c h t i n g (Blz. 426)
*: Interieur- en exterieurverlichting kunnen afzonderlijk worden ingesteld.
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard-2 - 2O–OO
Verlichting Welcome Light-
systeemAan Uit – – – O
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Tijd die verstrijkt voordat de
interieurverlichting uit gaat15 secondenUit
O–OO 7, 5 s e c o n d e n
30 seconden
Tijd die verstrijkt voordat de
exterieurverlichting uit gaat15 seconden
Uit
O–OO7, 5 s e c o n d e n
30 seconden
Werking nadat het contact
UIT is gezetAanUit–––O
Werkt wanneer de portieren
zijn ontgrendeld met het
Smart entry-systeem met
startknop, de afstandsbedie-
ning of de mechanische sleu-
tel
*
AanUit–––O
Werkt wanneer u de auto na-
dert en de elektronische sleu-
tel bij u draagt
*
AanUit–––O
Voetenruimteverlichting Aan Uit – – – O
Verlichting bekerhouders Aan Uit – – – O
De werking van de instapver-
lichting aan de buitenzijde
wanneer de portieren worden
ontgrendeld met de schake-
laar centrale vergrendeling,
wordt in- of uitgeschakeldAan Uit – – – O
1234
Page 597 of 624
5979-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
9
Specificaties van de auto
*1: Instellingen die u kunt wijzigen bij auto's met toerenteller
*2: De standaardinstelling verschilt per land.
*3: Indien aanwezig
*4: Sommige statusschermen kunnen niet worden geregistreerd (aangegeven op het
multi-informatiedisplay)
*5: 2 van de volgende items: actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik
(sinds resetten), gemiddeld brandstofverbruik (sinds tanken), gemiddeld brandstof-
verbruik (sinds starten), gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten), gemiddelde rijsnel-
heid (sinds starten), afstand (actieradius), afstand (sinds starten), verstreken tijd (sinds
resetten), verstreken tijd (sinds starten), leeg.
Rijinformatie 2*3
Actieradius/
afstand
*5–OOOGemiddelde
snelheid (sinds
resetten)
Po p - u p d i s p l a y*3AanUit–OOO
Accentkleur*3BlauwBruinOOOO
Gevoeligheid van omge-
vingslichtsensor die wordt
gebruikt voor het dimmen van
de instrumentenverlichting,
enz.
*3
Standaard-2 - 2–––O
Gevoeligheid van omge-
vingslichtsensor die wordt
gebruikt voor het vergroten
van de helderheid van de
instrumentenverlichting,
enz.
*3
Standaard-2 - 2–––O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling1234
Page 599 of 624
5999-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
9
Specificaties van de auto
■Lexus Parking Assist-sensor* (Blz. 219)
*: Indien aanwezig
■Waarschuwingszoemer achteruit (Blz. 185)
■Buitenspiegels (Blz. 157)
■Alarm* (Blz. 86)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Wa a r s c h u w i n g s v o l u m e
(Het waarschuwingsvolume
kan worden ingesteld)
31 - 5O––O
Display
(Automatische weergave van
de Lexus Park Assist kan wor-
den ingeschakeld/uitgescha-
keld)
AanUitO––O
Afstand
(Afstandsregeling kan wor-
den geselecteerd)
LangKortO––O
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Signaal (zoemer) wanneer de
selectiehendel in stand R staatIntermitterendEenmalig–––O
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Automatisch wegklappen/uit-
klappen
Gekoppeld aan
het vergrende-
len/ontgrende-
len van de por-
tierenUit
–––OGekoppeld aan
bediening start-
knop
1234
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeurs-
instelling
Schakelt het alarm uit wan-
neer de portieren worden
ontgrendeld met de mechani-
sche sleutel
UitAan–––O
1234
Page 606 of 624
606Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(Blz. 519)
●Het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? (Blz. 189)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (Blz. 516, 523)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. (Blz. 86)
Zet om het alarm te stoppen het contact AAN of start het hybridesysteem.
●Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto of is het schuifdak geopend?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. (Blz. 523)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 516, 523.Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt
(auto's met een alarm)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoemer
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt een waarschu-
wingsmelding weergegeven
Page 608 of 624
608Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Alfabetische index
A/C ..................................................408, 417
Automatische
airconditioning...................... 408, 417
Interieurfilter.......................................... 482
Luchtvochtigheidssensor ......414, 421
Pollenverwijderingsmodus .. 413, 419
ABS (antiblokkeersysteem) .............238
Functie .....................................................238
Waarschuwingslampje .....................517
Accessoireaansluitingen ................... 437
Accu (12V-accu)
Als de 12V-accu ontladen is ........570
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ................ 254
Waarschuwingslampje .................... 516
Achterklep................................................ 124
Achterlichten
Lampen vervangen ......................... 505
Lichtschakelaar .................................... 190
Achterruitenwisser ............................. 200
Achterruitverwarming
Achterruit ...................................... 412, 419
Buitenspiegels ............................ 412, 419
Voorruit ......................................... 412, 419
Achterstoel
Rugleuningen achter
neerklappen ........................................145
Achteruitrijlichten
Lampen vervangen ......................... 500
Vermogen............................................ 588
Afdekkap motorruimte ...................... 457
Afmetingen............................................. 580Afstandsbediening
Afstandsbediening................................ 114
Batterij vervangen............................. 484
Paniekfunctie ...........................................115
Smart entry-systeem
met startknop ..................................... 129
Vergrendelen/ontgrendelen .......... 114
Airbags ........................................................ 43
Aanbrengen van wijzigingen en
demonteren van airbags................ 47
Airbag, waarschuwingslampje ..... 517
Airbags, algemene
voorzorgsmaatregelen .................. 45
Airbags, plaats van ...............................43
Airbags, voorwaarden voor
activering............................................... 48
Airbags, voorzorgsmaatregelen
voor kinderen ..................................... 45
Curtain airbags,
voorzorgsmaatregelen ................... 47
De juiste houding achter
het stuur ................................................. 36
Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbags.....................................................52
Side airbags, voorwaarden
voor activering ................................... 48
SRS-airbags .............................................43
Voorwaarden voor activering
curtain airbags.................................... 48
Voorzorgsmaatregelen
side airbag .............................................46
Voorzorgsmaatregelen side
airbags en curtain airbags............. 47
Werkingsvoorwaarden side
airbags en curtain airbags............ 48
A
Page 609 of 624
609Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Airconditioningsysteem...........408, 417
Automatische
airconditioning...................... 408, 417
Interieurfilter.......................................... 482
Luchtvochtigheidssensor ......414, 421
Pollenverwijderingsmodus .. 413, 419
Alarm ............................................................86
Alarm ..........................................................86
Waarschuwingszoemer ................. 516
Alarmknipperlichten .......................... 508
Antenne
Radio ................................269, 346, 442
Smart entry-systeem met
startknop...............................................129
Antiblokkeersysteem (ABS)............238
Functie .....................................................238
Waarschuwingslampje .....................517
Antidiefstalsysteem
Alarm ..........................................................86
Hellingsensor..........................................88
Inbraaksensor .........................................88
Startblokkering.......................................80
Supervergrendeling ............................85
Audiosysteem (met Lexus display-
audiosysteem)...................................... 321
Antenne .................................................. 346
Audio-ingang ......................................328
AUX-aansluiting ................................328
Bluetooth
®-audio ............................... 371
CD-speler ............................................. 347
Draagbare audioapparatuur ....... 362
Instelmenu .............................................330iPod .......................................................... 353
MP3/WMA-disc ...............................347
Optimaal gebruik .............................. 338
Radio........................................................ 345
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ....................................327
USB-geheugen.................................. 357
Audiosysteem
(met navigatiesysteem)
*
Audiosysteem (zonder Lexus
display-audiosysteem) .................... 260
Audio-ingang ...................................... 288
AUX-aansluiting................................ 288
Bluetooth
®-audio............................. 309
CD-speler............................................. 270
Draagbare audioapparatuur ....... 288
iPod ........................................................... 277
MP3/WMA-disc .............................. 270
Optimaal gebruik .............................. 265
Radio.........................................................267
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ................................... 294
USB-geheugen.................................. 283
Automatische airconditioning
Automatische
airconditioning ......................408, 417
Interieurfilter ......................................... 482
Automatische verticale
koplampverstelling .............................192
AUX-aansluiting .......................263, 328
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem.
Page 610 of 624
610Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Baby- en kinderzitjes.............................. 55
Babyzitjes, definitie............................... 56
Babyzitjes, plaatsen ............................. 63
Kinderzitjes, definitie ........................... 56
Kinderzitjes, plaatsen ................. 63, 63
Kinderzitjes, plaatsen met ISOfix-
bevestigingssysteem ....................... 65
Plaatsen van baby- en kinderzitjes
met bovenste gordel ....................... 66
Plaatsen van baby- en kinderzitjes
met veiligheidsgordels ................... 63
Zitkussens, definitie.............................. 56
Zitkussens, plaatsen ............................ 64
Bagageafdekking ................................. 434
Bagagehaken ......................................... 433
Banden ...................................................... 469
Als de auto een lekke band
heeft ......................................... 542, 554
Bandenmaat .........................................587
Bandenspanning ................................ 478
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .............. 470
Controleren..........................................469
Reservewiel ................. 542, 554, 587
Sneeuwkettingen ...............................255
Vervangen ............................... 542, 554
Waarschuwingslampje .................... 519
Winterbanden ..................................... 254
Wisselen van banden ......................469Bandenspanning
Onderhoudsgegevens................... 587
Waarschuwingslampje ....................519
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
Functie..................................................... 470
Initialisatie .............................................. 470
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders....................................... 470
Registreren van
identificatiecodes ............................. 471
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem ............. 470
Waarschuwingslampje ....................519
Batterijpakket (tractiebatterij)
Plaats ...........................................................75
Specificatie............................................ 582
Bedieningsknop Lexus display-
audiosysteem .................. 106, 223, 410
Bekerhouders ........................................ 430
Bevestigingssteunen .............................. 62
Binnenspiegel
Binnenspiegel .......................................155
Buitenspiegels....................................... 157
B
Page 613 of 624
613Alfabetische index
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Fleshouders.............................................430
Follow Me Home-systeem ..................191
Geheugen verstelling
bestuurdersstoel ..................................147
Gereedschap .........................................543
Haken
Bagagehaken ...................................... 433
Bevestigingshaken (vloermat) ....... 34
Handgrepen ........................................... 439
Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbags ...................................................... 52
Handsfree-systeem (voor mobiele
telefoon) .................................... 289, 373
Hellingsensor ........................................... 88
Hendel
Ontgrendelingshendel
motorkap ............................................453
Richtingaanwijzerschakelaar ........ 188
Ruitenwisserhendel............................ 196
Selectiehendel ...................................... 183
Veiligheidshaak ..................................453
Hill Start Assist Control ..................... 242
Hoofdsteunen ...........................................151Hybridesysteem......................................... 71
Als het hybridesysteem niet
gestart kan worden....................... 566
Energiemonitor/
verbruiksscherm ..............................106
EV-modus ............................................... 181
Hoogspanningsonderdelen ............75
Hybridesysteemindicator................. 98
Oververhitting .................................... 574
Regeneratief remmen ......................... 72
Rijden met een hybrideauto .......... 251
Starten van het hybridesysteem ...177
Startknop ..................................................177
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen .......................................76
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem...................................75
Hybridesysteemindicator .................... 98
Hybridetransmissie............................... 183
F
G
H